• No results found

HOOFDSTUK 1. OPVOLGING VAN DE BEHEERDOELSTELLINGEN

1.3.1 Graslanden

De graslanden werden nog maar recent (deels in 2004 en deels in 2009) onttrokken aan de landbouw. Het gaat om “relatief soortenarm permanent cultuurgrasland (BWK-code hp)”.

Er wordt niet expliciet naar een bepaald habitattype gestreefd, maar er wordt gebruik gemaakt van de veldgids voor de ontwikkeling van botanisch waardevol grasland in West-Vlaanderen (Zwaenepoel, 2000) om aan te geven waar we naartoe willen:

− Ter hoogte van de schapenweide annex boomgaard (bestand 17y) wordt ingezet op het verhogen van de structuurdiversiteit, wat vooral interessant is naar invertebraten toe. Er wordt niet echt gestreefd naar een bepaalde graslandfase.

− In de bestanden 12y, 18y en 24y wordt ruimte gelaten voor de ontwikkeling van een brede, kruidige zoom als onderdeel van een mantel-zoomvegetatie. Hier wordt gestreefd naar graslandfase 3 à 4, in combinatie met een iets ruigere rand.

− Ter hoogte van de bestanden 15y en 24x zal gepoogd worden om zowel de structuurdiversiteit als de botanische waarde te verhogen. Daar wordt gestreefd naar graslandfase 2 à 3.

Mogelijks zullen bepaalde delen van de graslanden evolueren naar habitattype 6510 - Laaggelegen schraal hooiland, maar dit is geen doel op zich.

In Tabel 22 wordt weergegeven welke indicatoren men dient op te volgen. Indien de graslanden niet in de gewenste richting evolueren, is bijsturing vereist.

Tabel 22: Opvolging van de beheerdoelstellingen ter hoogte van de graslanden

Bestand Doelstelling Op te volgen indicator Evaluatie Frequentie 17y Verhogen van de

structuurdiversiteit

Structuur van de vegetatie Is er voldoende structuurvariatie?

Zesjaarlijks 12y, 18y,

24y

Graslandfase 3 à 4, in combinatie met een iets ruigere rand

Ontwikkelingsfasen volgens Zwaenepoel (2000)

Evolueert het grasland richting fase 3 à 4?

Zesjaarlijks

15y en 24x

Graslandfase 2 à 3 Ontwikkelingsfasen volgens Zwaenepoel (2000)

Evolueert het grasland richting fase 2 à 3?

Zesjaarlijks

Opvolging van de beheermaatregelen Hoofdstuk 2.

De uitgevoerde beheerwerken worden geregistreerd via de POBW-databank (Planning en Opvolging Beheerwerken) van ANB. Er is geen verdere, specifieke monitoring van de beheermaatregelen voorzien.

Bij de zes-jaarlijkse evaluatie zal gekeken worden of de afgesproken werken uitgevoerd werden.

Deze werken worden samengevat in Tabel 20: Kapregeling en Tabel 21: Overzicht van de geplande werken (zie hoger onder Deel 4: Beheermaatregelen).

REFERENTIES

Ameryckx, J. (1983). Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad 52E: Torhout.

Uitgegeven onder de auspiciën van het Instituut tot Aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw (IWONL). Centrum voor Bodemkartering.

Anonymus, 1991. Le fichier écologique des essences, 1 en 2. Groupe interuniversitaire F. S .A.Gx. -U. C. L. --U. L. B. --U. Lg. "Définition de l' aptitude des stations forestières", Ministère de la Région Walonne. Nouvelle Imprimerie Duculot, Gembloux.

Bauwens, D. & Claus, K. 1996. Verspreiding van amfibieën en reptielen in Vlaanderen. Turnhout: De Wielewaal; 192.

Buysse, W., 2012. Kwalificeren-Dimensioneren: een kadee die opnieuw schwung brengt in bosbeheer. Bosrevue, nr. 41, juli-aug-sept 2012.

Buysse, W., Waterinckx, M. & Roelandt, B., 2001. Beheervisie voor openbare bossen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Bos & Groen.

Coenen S., Vandenbroucke P., Roelandt B., Verschelde P., Quataert P., Van Spaendonck G., Cornelis J., & Vanacker S. 2009. Bostypologie v1.0.0: een programma voor identificatie van bosvegetaties. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in opdracht van de Vlaamse Overheid, agentschap voor Natuur en Bos, Brussel.

Cools, G., 2010. Huwijnsbossen: Terreinstudie 2009-2010. Studie in het kader van de opleiding tot Natuurgids van het Centrum Voor Natuur- en milieueducatie.

Cornelis, J., Hermy, M., De Keersmaeker L. & Vandekerkhove K. 2007. Bosplantengemeenschappen in Vlaanderen. Een typologie op basis van de kruidachtige vegetatie. Rapport INBO.R.2007.1.

Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en K.U.Leuven, afdeling Bos, Natuur en Landschap in opdracht van de Vlaamse Overheid, agentschap voor Natuur en Bos, Brussel.

Corveleyn, P., 2012. Terreinstudie Huwijnsbossen 2011-2012. Studie in het kader van de opleiding tot Natuurgids van het Centrum Voor Natuur- en milieueducatie.

De Keersmaeker, L., Rogiers, N., Lauriks, R. & De Vos, B., 2001. Ecosysteemvisie Bos Vlaanderen, ruimtelijke uitwerking van de natuurlijke bostypes op basis van bodemgroeperingseenheden en historische boskaarten. Eindrapport van project VLINA C97/06, Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Devos K., A. Anselin & G. Vermeersch, 2004. Een nieuwe Rode Lijst van de Vlaamse broedvogels (versie 2004). In: Vermeersch G., A. Anselin, K. Devos, M. Herremans, J. Stevens, J. Gabriëls & B.

Van der Krieken, 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, p. 60-75.

Hermy M., Honnay O., Firbank L., Grashof-Bokdam C. & Lawesson J.E. 1999. An ecological comparison between ancient and other forest plant species of Europe, and the implications for forest conservation. Biological Conservation 91: 9-22. IUCN, 2000, Gland, Switzerland.

Hettesheimer, B., Böhmer, O. & Witz, M. 2009. Kwalificeren-dimensioneren, een bosbeheerstrategie.

Landesforsten Rheinland-Pfalz. Naar het nederlands vertaald door Wim Buysse en Guy Geudens in opdracht van Pro Silva Vlaanderen en Agentschap voor Natuur en Bos.

Goris, R., Vandenbroucke, P., Vandekerkhove K. en Verheyen, K., 2005. Ecologisch verantwoorde houtexploitatiewijzen voor bossen op kwetsbare bodems, eindrapport. 3 volumes. In opdracht van Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Bos en Groen, uitgevoerd door Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer, Vereniging voor Bos in Vlaanderen & Universiteit Gent – Laboratorium voor bosbouw.

Govaere, L., Vandekerkhove, K. 2005. Specifiek biotoop- en soortenbeheer in bossen:

methodologische ondersteuning. Deel II : Beschrijvende fiches. Rapport IBW.Bb.R.2005.007. Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer.

Ketelaar R., 2001. Verspreidingsgegevens van libellen als instrument bij het herstel van vennen. De Levende Natuur, 102 (4): 166-170.

Maelfait, J.-P.; Baert, L.; Janssen, M., & Alderweireldt, M. 1998. A Red list for the spiders of Flanders.

Bulletin Van Het Koninklijk Belgisch Instituut Voor Natuurwetenschappen. 68:131-142.

Maes, B., Opstale, B., Rövekamp, C., Zwaenepoel, A. 2005. Oorspronkelijk inheemse bomen en struiken in de houtvesterij Brugge. Inventarisatie en evaluatie van oorspronkelijk inheemse genenbronnen. Vertrouwelijk rapport. Rapport in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur; Administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer, Afdeling Bos & Groen.

Maes, D. & Van Dyck, H. 1999. Dagvlinders in Vlaanderen. Ecologie, verspreiding en behoud.

Antwerpen/Brussel: Stichting Leefmilieu ism Instituut voor Natuurbehoud en Vlaamse Vlinderwerkgroep; 480.

Naert, C., 1984. Dynamiek op het cuestafront van het Onder-Paniseliaan tussen Lichtervelde en Tielt.

Verhandeling voorgelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Wetenschappen (groep Aardijkskunde). Promotor: Prof. Dr. G. De Moor. Rijksuniversiteit Gent.

Peterken G.F., Game M (1984) Historical factors affecting the number and distribution of vascular plant species in the woodlands of central Lincolnshire. Journal of Ecology 72:155-182.

Samyn, J. & De Vos, B. (2002). The assessment of mulch sheets to inhibit competitive vegetation in tree plantations in urban and natural environment. Urban Forestry & Urban Greening 1 (2002): 25-37.

Sevenant M., Menschaert J., Couvreur M., Ronse A., Antrop M., Geypens M., Hermy M. & De Blust G. (2002). Ecodistricten: Ruimtelijke eenheden voor gebiedsgericht milieubeleid in Vlaanderen.

Deelrapport II: Afbakening van ecodistricten en ecoregio’s: Verklarende teksten. Studieopdracht in het kader van actie 134 van het Vlaams Milieubeleidsplan 1997-2001. In opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer.

T’jollyn, F., Bosch, H., Demolder, H., De Saeger, S., Leyssen, A., Thomaes, A., Wouters, J., Paelinckx, D. & Hoffmann, M. (2009). Criteria voor de beoordeling van de lokale staat van instandhouding van de NATURA 2000-habitattypen, versie 2.0. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2009 (46). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel.

Van Landuyt, W., Vanhecke, L. & Hoste, I. (2006). Rode Lijst van de vaatplanten van Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In : Van Landuyt W. et al. Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. INBO en Nationale Plantentuin van België, Brussel.

Van Slycken, J., 1992. Boomsoortenkeuze in valleigebieden. Rapport in opdracht van Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 23 p.

Walleyn, R. and Verbeken, A. 1999. Een gedocumenteerde Rode Lijst van enkele groepen paddestoelen (macrofungi) van Vlaanderen. Brussel: Instituut voor Natuurbehoud; 84 (Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud; v. 7).

Waterinckx, M. & Roelandt, B. 2001. De bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest. Deel 1:

Methodiek. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Bos & Groen, 9 - 49.

Waterinckx, M., 2001. De bosinventarisatie van het Vlaamse Gewest. Deel 2: Bosbouwkundige resultaten. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Bos & Groen, 51 - 208.

Weeda, E.J., Westra, R., Westra, Ch., Westra, T. 1999. Nederlandse oecologische flora wilde planten en hun relaties 1-5. IVN.

Zwaenepoel A. (2000). Veldgids - Ontwikkeling van botanisch waardevol grasland in West-Vlaanderen. Uitgave van Provinciebestuur West-West-Vlaanderen.

Zwaenepoel, A., Vanallemeersch, R., Demolder, H., Demarest, L., Vriens, L. & Paelinckx, D., 2000.

Biologische Waarderingskaart, versie 2. Kaartbladen 19 – 20. Mededeling Instituut voor Natuurbehoud 12, Brussel.