• No results found

De Gouden Zalm (8)

In document Streven. Jaargang 67 · dbnl (pagina 192-195)

Ik ben zeven jaar. Ik wandel met mijn ouders op het strand. Er is veel volk. Ik kijk wat rond en dan, zonder overgang, bevind ik mij in een kleine ruimte, alleen. Geen ramen en deuren, overal muren. Ik hoor een vaag gebrom van machines - een geluid dat mij angst inboezemt. Een stem door een luidspreker kondigt de komst van de heks aan, die mij onder handen zal nemen. Ik word bang, en plots schiet ik wakker. De heks heeft mij nooit te pakken gekregen, hoewel ik deze droom in mijn kinderjaren tientallen keren gedroomd heb. Na een zekere tijd trad er een vorm van gewenning in. In de latere versies riep ik tegen de heks dat ik niet bang voor haar was. En zo ben ik die droom kwijtgeraakt. De heks en mijn onderbewuste beleefden er geen plezier meer aan.

Waarom vertel ik u deze droom? Omdat dit nummer van Streven een droomnummer is, natuurlijk, en ook omdat u misschien een gelijksoortig droomgevoel zult krijgen: ik ga u namelijk in deze aflevering van de gouden zalm opnieuw over Eyes Wide

Shut van Stanley Kubrick vertellen.

Hoeveel keer kun je in een tijdschrift terugkomen op hetzelfde onderwerp? Is één keer het maximum, of mag het ook drie keer, twaalf keer? Als het nodig is, dan moet het maar, is mijn mening. Als we de lezer volgende keer nog eens belangrijke inzichten over Eyes Wide Shut te melden hebben, dan zullen we onze plicht doen. Jammer dat daarvoor tien andere interessante films moeten wijken, maar in de Nieuwe Kritiek bekijken we de dingen van alle kanten. Soms vraagt dat wat meer tijd.

Misschien hebt u al wel eens gedroomd dat u Streven ter hand neemt en dat alle bladzijden blanco of identiek zijn, of dat u er zelf in staat met een foto. Auteurs hebben deze nachtmerries heel de tijd: een dt-fout laten staan, zich belachelijk maken met verkeerde informatie, aan

182

mootjes gehakt worden door een lezersreactie, een vernietigend woord van de hoofdredacteur...

Ik kom in dit nummer terug op Eyes Wide Shut, omdat ik enkele weken geleden in het Britse filmblad Sight and Sound een interessante bespreking las van de hand van filmcriticus Larry Gross, die een aantal elementen aandraagt die in ons gesprek van vorige maand niet ter sprake zijn gekomen. Om te bewijzen dat iedereen welkom is in deze rubriek, wil ik zijn stelling hier kort voorstellen. Ik vertelde u al vorige keer dat Eyes Wide Shut een redelijk trouwe adaptatie is van Arthur Schnitzlers droomnovelle. Welnu, Larry Gross bekijkt in zijn artikel heel Kubricks film vanuit de freudiaanse droomtheorie. Hij schrijft een erg compacte taal, die niet makkelijk te volgen is. Maar hij heeft goed gekeken naar Eyes Wide Shut, en als volgeling van Hercule Poirot heeft hij een slimme hypothese geconstrueerd. Zo slim dat het nog waar lijkt ook. Lijken en schijnen is niet zijn, natuurlijk. Ik vat zijn betoog beknopt samen.

De eerste keer dat je in Eyes Wide Shut met een droomsfeer geconfronteerd wordt, zegt Larry Gross, is op het dure kerstfeest van dr. Ziegler. De protagonist van de film, Bill Harford, ook een dokter (gespeeld door Tom Cruise) wordt via twee autoritair uitziende huisknechten, ontboden bij Ziegler. Hij gaat mee zonder te weten waarheen. Het volgende beeld is dat van een naakt vrouwenlichaam in een badkamer. Harford komt midden in een tafereel terecht waar hij niets van begrijpt. ‘Dat scenario, dat je te laat komt op een belangrijk moment, dat je in een situatie terechtkomt waar je slecht op voorbereid bent of waarin onze eigen rol moeilijk te achterhalen is, wordt door Freud beschreven als de “examendroom”. Die droom brengt de onzekerheid van de dromer over zijn persoonlijke autoriteit aan de oppervlakte, het is angst over de samenhang van zijn persoonlijkheid. De dromer is niet alleen onzeker waar hij zich bevindt, hoe hij zich moet gedragen, hij loopt ook het risico ontmaskerd en vernederd te worden. Ergens toekomen nadat een belangrijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden, juist iets gemist hebben, iets op een overexpliciete manier te kennen geven als compensatie voor het feit dat je dit niet op het juiste moment hebt gedaan, zijn allemaal vormen van angst voor de tijd. Dit thema komt keer op keer terug in de belevenissen van dokter Harford.’

183

‘Hints, suggesties, kruisverwijzingen, allusies, alle mogelijke potentiële betekenissen vermenigvuldigen zich als kankercellen. Het heeft veel weg van de angstdroom.’ Wanneer Alice haar erotische fantasie in woorden giet, heeft dat een bijzonder effect op Bill. Hij raakt het noorden kwijt. Niet voor niets geeft het hoertje Domino er de voorkeur aan haar aanbiedingen niet in woorden te formuleren... ‘Op de orgie waar Bill terechtkomt, lijkt alles zwanger van betekenis, maar waar alles juist naar verwijst is heel onduidelijk. Hoe explicieter de uitlatingen, hoe verder de betekenis zoek raakt.’ We zitten in een ‘linguïstisch gekkenhuis’, aldus Larry Gross. Wanneer Bill in de loop van de gemaskerde orgie bij de kraag gevat wordt, zegt hij: ‘ik denk dat u me voor iemand anders neemt’. Het is Gross' lievelingsmoment in de film. En wanneer Bill op het einde van de film thuiskomt, vertelt hij zijn vrouw dat hij ‘alles zal opbiechten’. Wat zou hij dan wel vertellen? Kubrick laat het ons niet zien, omdat Bill niets te vertellen heeft. En wat moeten we denken van de dubbelzinnige

opmerking van Alice de dag daarop, dat ‘de werkelijkheid van een nacht niet de hele waarheid is’. En van Bills repliek: ‘En een droom is ook nooit zomaar een droom...’

Film heeft een bondgenoot in de droom, besluit Gross. De films van Méliès, Keatons magische visuele gags die zo geliefd waren bij de surrealisten, het vreemde realisme van Von Stroheim, het oog en het scheermes van de tandem Buñuel-Dali, de Duitse expressionisten, Murnaus Nosferato, Vigo's Zéro de conduite. Maar het is vooral de auteursfilm van de jaren zestig die de affiniteit tussen droom en cinema heeft onderzocht. Resnais' L'année dernière à Marienbad, Bergmans Persona, Buñuels

Belle de jour, Antonioni's Blow up. De jaren zestig waren ook de jaren waarin Stanley

Kubrick met Lolita en Dr. Strangelove naar voren trad.

‘Al deze films hebben met elkaar gemeen dat ze door een gek lijken te worden verteld. Een centraal personage vertelt over zijn erotische verlangens op een manier die veel duisterder is dan wat je in een traditionele filmvertelling kwijt kunt. Je ziet eveneens in deze films van Resnais, Bergmann, Buñuel en Antonioni vreemde landschappen met onverklaarbare symmetrieën en patronen, werelden die zo geësthetiseerd zijn, zo overgedetermineerd dat hun realiteitsgehalte dubieus wordt.’ In deze films van de jaren zestig, en ook hier in Eyes Wide Shut wordt de

droomstructuur gebruikt, zowel voor de vorm als de inhoud. Niemand kan er de exclusieve betekenis van opeisen, noch de personages, noch het publiek. En ook niet de criticus, voeg ik hier voor de volledigheid aan toe. Maar dat had de lezer al wel begrepen.

Eyes Wide Shut van Stanley Kubrick (regie & scenario) met Tom Cruise

(Dr. William Harford), Nicole Kidman (Alice Harford), Sidney Pollack (Victor Ziegler), Warner Bros., VS, 1999, 158 min.

184

In document Streven. Jaargang 67 · dbnl (pagina 192-195)