• No results found

Over: invloed en zeggenschap, de vakbonden, de ondernemingsraad, de Zorgadviesraad en de vertrouwenspersoon

Wat is de bedoeling

Werkgevers en vakbonden vinden dat er optimaal gebruik gemaakt moet worden van de kennis, de inzichten, de ervaringen en de expertise van medewerkers.

De termen invloed, zeggenschap en medezeggenschap worden vaak door elkaar heen en te pas en te onpas gebruikt. We vinden het belangrijk om daar duidelijkheid in te scheppen.

In het spectrum van invloed en (mede-) zeggenschap van medewerkers onderscheiden we een vijftal pijlers:

Pijler Bijvoorbeeld Mate waarin je het voor het

zeggen hebt 1. Beroepsinhoud Dit gaat over ontwikkelingen

in je beroep waaronder

werktijden en roosters Hierover heb je zeggenschap in overleg met je team en binnen het kader dat geldt 3. Leren en

loopbaanontwikkeling Dit gaat o.a. over je persoonlijke ambities in je

(mede) zeggenschap Dit gaat over de ondernemingsraad, en de uitvoering van je werk of van je vak

Tijdens de looptijd van deze cao ontwikkelen cao-partijen instrumenten en programma’s, die de mogelijkheden voor invloed, (mede-) zeggenschap en mee-spraak, bevorderen en faciliteren.

8.1 Mee-spraak van medewerkers bij voorgenomen veranderingen in de organisatie Je mag van je werkgever verwachten dat hij oprecht geïnteresseerd is in je mening en je in een vroegtijdig stadium in staat stelt om je mening te geven, als er sprake is van een voorgenomen besluit dat van invloed is op de organisatie en uitvoering van je werk of je vak. Dit geldt ongeacht op welk functieniveau je werkzaam bent: Of je nu werkt in bijvoorbeeld een ondersteunende- of staffunctie, als hulp bij het huishouden, helpende, verzorgende (IG), (wijk-)verpleegkundige in een

behandelfunctie of verpleegkundig specialist.

CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg 29

De kracht en de effectiviteit van de zorgorganisatie wordt bepaald door de gezamenlijke bijdrage die alle medewerkers daaraan leveren.

8.2 Zorg-adviesraad

Om bij te dragen aan de professionaliteit en kwaliteit van zorgmedewerkers én van de organisatie stelt de werkgever een adviesraad voor zorgmedewerkers in. In overleg met de adviesraad worden werkafspraken gemaakt, die betrekking hebben op de wijze waarop de adviesraad wordt betrokken bij belangrijke wijzigingen in de organisatie, die van invloed zijn op de organisatie en de uitvoering van werkzaamheden van zorgmedewerkers. De werkgever stelt de Zorgadviesraad in de gelegenheid haar werk optimaal te kunnen verrichten door tijd en middelen in het kader van scholing ter

beschikking te stellen.

8.3 Vergoeding Bedrijfshulpverlening

Je werkgever overlegt met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging welke, in het BHV-plan van je organisatie opgenomen, bedrijfshulpverleners (BHV-ers) in aanmerking komen voor een vergoeding van 25 euro of 50 euro netto per maand.

Je komt in aanmerking voor een vergoeding als je, niet als onderdeel van maar naast je functie, BHV-er bent. De hoogte van de vBHV-ergoeding hangt samen met de omvang van je BHV-rol waarvoor jij, op grond van het BHV-plan, aantoonbaar bent opgeleid en getraind.

8.4 Faciliteiten voor vakbondsactiviteiten

1. Als je deel wilt nemen aan een van de volgende activiteiten van de vakbond, waarvan je lid bent en die partij is bij deze cao (artikel 1.2), stelt je werkgever je daartoe in de gelegenheid:

• statutaire vergaderingen of vergaderingen van statutaire regionale organen van de vakbond, als je door de vakbond als bestuurslid en/of afgevaardigde bent aangewezen;

• conferenties, landelijke en regionale vergaderingen en werkgroepen, als je daarvoor door het hoofdbestuur van de vakbond bent uitgenodigd;

• cursussen, als je deze op verzoek van het hoofdbestuur van de vakbond verzorgt of bijwoont.

2. Als deze activiteiten plaatsvinden op uren waarop je volgens je arbeidsovereenkomst inzetbaar bent, krijg je hiervoor betaald verlof tot een maximum van 200 uur per kalenderjaar.

3. Als je namens de vakbond, waarvan je lid bent en die partij is bij deze cao, werkzaamheden verricht als vakbondsconsulent in een organisatie met minimaal 200 Fte, word je voor vier uur per week vrijgesteld van werk om je taken als vakbondsconsulent te kunnen uitoefenen.

Per organisatie kunnen maximaal vijf vakbondsconsulenten worden vrijgesteld. De vakbonden maken onderling afspraken over de verdeling van het aantal contactpersonen per vakbond.

4. Je geniet als vakbondsconsulent dezelfde rechtsbescherming als op grond van artikel 21 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) voor leden van de ondernemingsraad geldt.

5. Kaderleden van een vakbond, die partij is bij deze cao en in dienst zijn van de werkgever, worden in de gelegenheid gesteld om met instemming van de werkgever gebruik te maken van

vergaderruimte en andere faciliteiten.

6. Vertegenwoordigers van vakbonden maken vooraf melding bij de raad van bestuur of directie, van een verzoek tot toegang binnen de organisatie in verband met een vakbondsactiviteit binnen de betreffende organisatie. De vertegenwoordiger van de vakbond maakt voorafgaand aan de betreffende activiteit nadere afspraken met de werkgever over de toegang tot de organisatie respectievelijk welke ruimtes daarbij benut worden. De werkgever stelt zich hierbij gastvrij op.

7. Onder vakbond wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan:

a. Een vereniging van werknemers die partij is bij deze cao;

b. Een vakcentrale waarbij een vereniging als bedoeld in a. is aangesloten;

c. De Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek (FBZ), voor zover een werknemer lid is van een vereniging of bestuurslid is van de FBZ en het om bestuurlijke activiteiten voor de FBZ gaat.

8.5 Aanvullende bevoegdheden ondernemingsraden

1. Naast de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet op de ondernemingsraden (WOR) is je werkgever verplicht om minimaal eenmaal per jaar overleg te voeren met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging over:

• het beleid en knelpunten m.b.t. werktijden en roosters en de medezeggenschap van medewerkers daarbij;

• het contractenbeleid, waarbij het aangaan van arbeidsovereenkomsten met een hogere arbeidsduur en het vergroten van deeltijdcontracten een speciaal aandachtspunt is;

CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg 30

• het arbobeleid waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan werkdruk en veilig werken.

2. De ondernemingsraad wordt in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over een door de werkgever voorgenomen besluit tot de benoeming van een lid van het bestuur of een lid van de Raad van Toezicht, conform artikel 30 van de WOR.

8.5.1 Afspraken met ondernemingsraad over meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden

1. In een meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden kun je verschillende arbeidsvoorwaarden tegen elkaar uitruilen. Zowel de in te zetten arbeidsvoorwaarden (de bronnen) als de

arbeidsvoorwaarden waartegen geruild kan worden (de doelen) worden uitgedrukt in tijd of geld.

2. De werkgever bepaalt in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of, en zo ja hoe, een meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden wordt ingericht en wat daarbij de bronnen en doelen zijn.

3. Als er bij je werkgever gebruik wordt gemaakt van een meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden en je een tijdbron ruilt voor een doel in het kader van oriëntatie op je loopbaan, is de waarde van de tijdbron 120% van de waarde die de bron normaal gesproken heeft.

4. Cao-partijen bevelen aan om bij de inrichting van een meerkeuzesysteem arbeidsvoorwaarden de vergoeding van het lidmaatschap van een vakbond (met inachtneming van de fiscale grenzen van de werkkostenregeling) als doel op te nemen.

8.5.2 Decentrale regelingen

1. Al in 2008 zijn een aantal regelingen uit de toen geldende cao voor Verpleeg- en

Verzorgingshuizen 2006-2007 en de toenmalige cao voor Thuiszorgorganisaties 2005-2007 overgeheveld naar het decentrale niveau, dat wil zeggen het niveau van de zorgorganisatie.

De toen geldende regelingen zijn opgenomen in een ondernemingsovereenkomst volgens artikel 32 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

2. De ondernemingsraad heeft de bevoegdheid gekregen om in overleg met de werkgever over deze regelingen tot eigen afspraken te komen die passen bij de specifieke kenmerken van de

organisatie.

Over de volgende onderwerpen kunnen op het decentrale niveau afspraken worden gemaakt tussen de ondernemingsraad en de werkgever:

• scholing en ontwikkeling (zie ook hoofdstuk 5 van deze cao)

• De bijdrage aan beroepsorganisaties.

• Regelingen op het gebied van beoordeling (zie ook artikel 4.2.1 van deze cao).

• Regelingen op het gebied van waarneming hoger ingedeeld functie.

• Het verstrekken van vergoedingen voor bijvoorbeeld maaltijden, telefoon, dienstkleding.

• Verhuiskostenregeling.

• Regels die gelden bij ziekte en ziekmelding.

• Afspraken over werkoverleg.

• Regelingen op het gebied van aansprakelijkheid bij schade op en het gebied van geheimhouding.

3. Zolang de ondernemingsraad geen overeenstemming bereikt met de werkgever over een aanpassing van deze regelingen blijven de bestaande regelingen van kracht.

Voordat de ondernemingsraad met de werkgever tot definitieve afspraken komt, raadpleegt de ondernemingsraad de achterban.

4. De werkgever informeert de medewerkers over de definitieve afspraken, die in overleg met de ondernemingsraad zijn gemaakt.

5. In aanvulling op het bovenstaande, treft de werkgever in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging een thuiswerkregeling, waarbij tenminste gebruik wordt gemaakt van de fiscale faciliteiten en vergoedingen voor thuiswerken.

8.6 De vertrouwenspersoon

Cao-partijen bevelen de werkgever aan om een vertrouwenspersoon te benoemen bij wie je als medewerker terecht kunt voor opvang, steun en advies, als je te maken hebt met seksuele intimidatie of andere vormen van intimidatie. Over het besluit tot het benoemen van een vertrouwenspersoon kan de ondernemingsraad een bindende voordracht doen.

De aangestelde vertrouwenspersoon geniet dezelfde rechtsbescherming als, op grond van artikel 21 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR), geldt voor leden van de ondernemingsraad.

CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg 31