• No results found

Gevolgen de invoering van een algemene Reguliere Energie Belasting

6.1 Inleiding

Vier tuinbouwsectoren hebben met de overheid een Meerjaren Afspraak Energie (MJA-E) gesloten met het doel energie te besparen. Eén van die vier is de eetbare paddestoelensec- tor.

De MJA-E Paddestoelen is getekend op 10 maart 1998 en heeft een looptijd tot 31 december 2005 (zie bijlage 9). Deze overeenkomst is ondertekend door de minister Eco- nomische Zaken, de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, het Productschap Tuinbouw, de Coöperatieve Nederlandse Champignonkwekersverening b.a. (CNC) en No- vem.

Er zijn ongeveer 300 champignonbedrijven individueel toegetreden tot de MJA-E, deze bedrijven moeten een energiebesparingsplan opstellen en jaarlijks rapporteren.

Het doel van deze MJA-E is dat er een verbetering optreed in de energie-efficiency van 20% in 2005 ten opzichte van 1995. Verder wordt er gestreefd naar een aandeel duur- zame energie van 5% in 2005 (Productschap Tuinbouw, 1999).

Om de MJA-E Paddestoelen te realiseren zijn plannen opgesteld. In deze plannen worden energiebesparende maatregelen voorgesteld. Om deze plannen ten uitvoer te kun- nen brengen zijn financiële middelen nodig. Mede daarvoor heeft de sector een heffing ingesteld. De heffingstarieven voor 2000 staan in de onderstaande tabel weergegeven.

Tabel 6.1 Regulerende energie belasting (REB) per 1-1-2000 (excl. BTW) in cent per m3 voor tuinbouw- bedrijven en voor niet tuinbouwbedrijven

De algemene REB op aardgas REB voor Tuinbouw

(exclusief tuinbouwbedrijven)

0 - 800 m3 0 0

800 - 5.000 m3 20,82 ct/m 30,08 ct/m3

5000 - 170.000 m3 11,44 ct/m3 0,04 ct/m3

170.000 - 1 mln. m3 1,54 ct/m3 0,006 ct/m3

De champignonsector bepaalt zelf waar het geld van de heffing aan wordt besteed (via de PT-commissies). Dit wordt in de MJA-E paddestoelen afgestemd met de over- heidsbijdragen. Het budget in 1998/1999 is ruim ƒ 516.000 waarvan ƒ 165.000 uit de PT- energieheffing van 0,4 ct/m3 (Productschap Tuinbouw, 1999).

De heffing wordt geïnd via de energierekening van het energiedistributiebedrijf. Het energiedistributiebedrijf maakt het geld over aan het PT. De champignonbedrijven ontvan- gen voor aanvang van het heffingsjaar een voorlopige aanslag (waarbij verschillen met de

reeds betaalde maandbedragen worden rechtgetrokken; als er geen verschillen zijn, blijft de definitieve aanslag achterwege). Er moet wel worden vermeld dat de REB jaarlijks omhoog

gaat.

Eind 1999 liet de Europese Commissie weten twijfels te hebben over de rechtmatig- heid van de 'vrijstelling' van de regulerende energie belasting (REB) die het kabinet aan

Nederlandse tuinders geeft. Dat is immers een vorm van steun aldus de Europese Commis- sie. De Tuinbouw (waaronder de champignonteelt) was gedeeltelijk vrijgesteld van de REB

omdat er een MJA-E afgesloten is met de overheid. De gevolgen van een afschaffing van de gedeeltelijke vrijstelling voor de REB op bedrijfsniveau en sectorniveau worden in de

volgende paragrafen besproken. Daarna wordt een scenario (invoering algemene REB in

combinatie met inkomstenbelasting verlagende maatregelen) besproken. Op basis van dit scenario zijn mogelijke gevolgen voor de MJA-EP beschreven.

6.2 Bedrijfsniveau

Aan de hand van een rekenvoorbeeld zijn twee individuele bedrijven doorgerekend. In dit voorbeeld is een bedrijf gekozen met een jaarlijks aardgas verbruik van 75.000 m3 en een bedrijf van 200.000 m3 (tabel 6.2 en 6.3).

Tabel 6.2 Gevolgen van de invoering van de algemene REB voor voorbeeldbedrijf 1. De tarieven komen uit tabel 6.1; Regulerende energie belasting (REB) per 1-1-2000 (excl. BTW) in cent per m3

Voorbeeldbedrijf 1:

(5000 - 800) m3 * 20,82 ct./m3= ƒ 874,44

(75.000 -5000) m3 * 11,44 ct./m3= ƒ 8.008,- 

Totaal te betalen REB nieuwe situatie ƒ 8.882,44

(5000 - 800) m3 * 0,08 ct./m3 = ƒ 3,36

(75.000 -5000) m3 * 0,04 ct./m3 = ƒ 28,-



Totaal te betalen REB huidige situatie ƒ 31,36



Extra kosten t.g.v. invoering de algemene REB

in plaats van de speciale tuinbouwheffing : ƒ 8.851,08

De eventuele afschaffing van de gedeeltelijke vrijstelling van de regulerende energie belasting leidt op individuele bedrijven tot extra kosten waar geen opbrengsten tegenover staan. Voorbeeldbedrijf 1 heeft ƒ 8.851,08 extra kosten. Voor voorbeeldbedrijf 2 zijn de extra kosten ƒ 20.135,44. In beide gevallen is het circa 10 cent per m3 aardgas.

Tabel 6.3 Gevolgen van de invoering van de algemene REB voor voorbeeldbedrijf 2 Voorbeeldbedrijf 2: (5000 - 800) m3 * 20,82 ct/m3 = ƒ 874,44 (170.000 -5000) m3 * 11,44 ct/m3 = ƒ 18.876,- (200.000-175.000) m3 * 1,54 ct/m3 = ƒ 385,- 

Totaal te betalen REB nieuwe situatie ƒ 20.135,44

(5000 - 800) m3 * 0,08 ct./m3 = ƒ 3,36

(170.000 - 5000) m3 * 0,04 ct/m3 = ƒ 66,-

(200.000 - 175.000) m3 * 0,006 ct./m3 = ƒ 1,5 

Totaal te betalen REB huidige situatie ƒ 70,86



Extra kosten t.g.v. invoering de algemene REB

in plaats van de speciale tuinbouwheffing : ƒ 20.064,58

6.3 Sectorniveau

Aan de hand van champignonbedrijven in het Bedrijven-Informatienet zijn berekeningen gemaakt voor de champignonsector. Het Informatienet is representatief voor 85% van het totale champignonareaal in Nederland. Voor het bepalen van de resultaten voor de gehele champignonsector zijn de resultaten van de champignonbedrijven opgehoogd tot het ni- veau van het totale areaal in Nederland. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het effect op de gemiddelde aardgasprijs voor de champignonbedrijven (in het bedrijven informatienet) ge- lijk is aan het effect op de aardgasprijs voor het resterende areaal. Er is voor de berekening gebruik gemaakt van de tarieven in tabel 6.1.

Op basis van de gegevens uit het Informatienet over 1997 gaat het om een lasten ver- zwaring van 4 miljoen gulden per jaar voor de gehele champignonsector.

Als de Europees Commissie geen goedkeuring geeft aan de vrijstelling of verlicht niveau van REB die Nederlandse champignontelers nu krijgen, zal dat een gemiddeld

champignonbedrijf met een gemiddeld verbruik ongeveer 6.500 gulden kosten. Dat is on- geveer 4 gulden per m2.

In tabel 6.4 zijn voor drie bedrijfstypen het effect van invoering van de algemene

REB op het bedrijfseconomisch resultaat berekend. In bijlage 6 zijn de uitgangspunten van

Tabel 6.4 Het effect bij invoering van de algemene REB op het bedrijfseconomisch resultaat

Bedrijfstype Nr.1 Bedrijfstype Nr. 2 Bedrijfstype Nr. 3

  

Oud (X) Toek. (?) Oud (X) Toek.(?) Oud (X) Toek.(?)

Totale opbrengsten (F) 319.000 319.000 1.046.000 1.046.000 4.524.000 4.524.000

Totale Kosten (G) 378.000 380.300 1.138.000 1.145.500 4.463.000 4.483.700

Nettobedrijfsresultaat (F-G) (H) -59.000 -61.300 -92.000 -99.500 61.000 40.300

Nettobedrijfsresultaat in %

kosten (H/G*100) -15,6 -16,1 -8,1 -8,7 1,4 0,9

Extra kosten door invoering algemene REB 2.300 7.500 20.700

- Bedrijfstype 1 zijn bedrijven met geënte compost en bedrijven met doorgroeide compost met een teelt oppervlakte tot 1000 m2. Het brandstofverbruik < 30.000 m3 jaar per bedrijf.

- Bedrijfstype 2 zijn bedrijven met doorgroeide compost met een teeltoppervlakte van 1.000 m2 tot 3.000

m2. Het brandstofverbruik ligt tussen 30.000 en 170.000 m3 per jaar per bedrijf.

- Bedrijfstype 3 zijn bedrijven met doorgroeide compost met een teeltoppervlakte van meer dan 3.000 m2.

Het brandstofverbruik > 170.000 m3 jaar per bedrijf.

De gegevens die vermeld staan in de bijlage zijn gewogen gemiddelde (bedrijfstype 1,2,3). Oud (X) is de situatie met gedeeltelijke vrijstelling van REB.

Toekomst (?) is de situatie in de toekomst met de algemene REB op aardgas.

Het nettobedrijfsresultaat in % van de kosten neemt af voor alle bedrijfstypen: voor bedrijfstype Nr. 1 met 0,5%-punt, voor bedrijfstype Nr. 2. met 0,6%-punt en voor be- drijfstype Nr. 3. met 0,5%-punt. Het positieve nettobedrijfsresultaat van bedrijfstype Nr. 3. neemt af met 20.700 gulden.

6.4 Meerjarenafspraak- Energie Eetbare Paddestoelen

CDS-systeem

Door de tariefstructuuropbouw van de nieuwe aardgaswet geldt hoe gelijkmatiger het ver- bruik over het jaar, hoe lager de aardgasprijs. Door deze opbouw zal de champignonteler oplossingen proberen te vinden om de maximale afname in m3 per uur te verminderen dus naar een gelijkmatiger verbruik binnen het jaar. Meer onderzoek is nodig om na te gaan welke van deze oplossingen juist positief of negatief uitwerken op de MJA-EP.

REB

Dit scenario gaat er vanuit dat de lastenverzwaring van 4 miljoen voor de champignonsec- tor (die wordt geïnd door de overheid) niet wordt besteed aan bijvoorbeeld subsidies voor verbeteringen in de energie-efficiëntie en aan duurzame energie, maar aan een maatregel ter verlaging van de inkomstenbelasting.

Het nadeel van een inkomstenbelasting verlagende maatregel is dat alleen champign- ontelers met een positief inkomen voordeel hebben van deze maatregel. De champignontelers die geen inkomstenbelasting betalen profiteren niet. Door de invoering van de algemene REB heeft het bedrijf een lager bedrijfsresultaat en een lager belastbaar inkomen. Het inkomen (rentabiliteit van het bedrijf) van de champignontelers zal bepalend zijn voor het effect van deze maatregel.

Uit onderzoek is gebleken dat een gunstig bedrijfsresultaat samen gaat met het ple- gen van nieuwe investeringen. Extra kosten, als gevolg van de algemene invoering van

REB, hebben dan een negatief effect op het plegen van investeringen. Als die investeringen

de productiviteit verhogen en/of het energieverbruik verlagen, dan zou gesteld kunnen worden dat de invoering van een algemene REB indirect een ongunstig effect heeft op het bereiken van de doelstellingen in de MJA-EP.

De andere kant van medaille is, dat bij een verhoging van de energiekosten door de

REB, het bewustzijn van de telers voor energiebesparing wordt vergroot en de bereidheid

tot energiebesparing wordt vergroot. Ook kan het zijn dat energiebesparingsopties die bij de huidige energieprijs niet rendabel zijn, dan wel rendabel worden. Dit zijn gunstige ont- wikkelingen op het bereiken van de doelstellingen in de MJA-EP.

Meer onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van de MJA-EP op bedrijfsniveau is nodig om naar de gevolgen van de invoering van een algemene REB een genuanceerde uitspraak te doen.