• No results found

Gevolgen voor financiële instellingen

Bij een aanhoudend lage rente komt de winst gevendheid van banken in toenemende mate onder druk te staan. In de afgelopen jaren hebben banken geprofiteerd van het gunstige economische klimaat, waar de lage rente aan bij heeft gedragen. Nu de lage rente lange tijd aanhoudt, worden banken echter steeds meer met de negatieve gevolgen geconfronteerd, omdat de neerwaartse druk op hun rente-inkomsten toeneemt. Daarbij zijn Nederlandse banken na de crisis afhankelijker geworden van rente-inkomsten. Waar in 2000 de totale inkomsten van Nederlandse banken voor 52%

bestonden uit rente-inkomsten, was dat in 2019 74%, mede omdat zij zich steeds minder richten op zakenbankieren. Binnen Europa zijn Nederlandse banken het meest afhankelijk van rentebaten (figuur 19).

Langdurig lage rente: Achtergrond

Risicobeeld Risicokaart

Pandemiestresstest

Aan de inleenkant wordt depositofinanciering steeds duurder, omdat banken terughoudend zijn om negatieve rentes door te berekenen aan spaarders. Omdat de depositorente veelal boven de swaprente ligt, is de inleenmarge van banken inmiddels negatief (figuur 20). In de afgelopen jaren hebben banken de dalende rente vertaald in lagere vergoedingen op deposito’s, maar banken zijn terughoudend om de negatieve marktrentes volledig door te vertalen in de rente op spaar- en retaildeposito’s.

Ook aan de uitleenkant staan de rente­

inkomsten onder toenemende druk, met name op hypotheken. Banken hebben hun rente-inkomsten op bedrijfskredieten en hypotheken lange tijd op peil kunnen houden. Vanaf de tweede helft van 2019 zijn de hypotheekrentes echter gedaald, waardoor de uitleenmarge op nieuwe hypotheken is afgenomen (figuur 20).

Deze daling aan de uitleenkant komt bovenop de negatieve inleenmarge. Daarnaast zullen hypotheken de komende tijd naar verwachting met lagere marges worden uitgegeven en doorgerold. Van een groot deel van de in de periode 2010-2014 afgesloten hypotheken, die zijn verstrekt tegen relatief winstgevende condities, loopt in de komende vijf jaar de rentevaste periode af. Daarnaast wordt een deel van de overige hypotheken met hoge marges vervroegd afgelost, bijvoorbeeld door verkoop van de woning wordt of door vrijwillige aflossingen. De uitleenmarge op nieuwe bedrijfskredieten blijft vooralsnog wel op peil (figuur 20).

De financiële positie van pensioenfondsen en verzekeraars staat al langere tijd onder druk door de lage rente. Op deze instellingen heeft de lage rente een grote impact vanwege

hun langlopende verplichtingen, die contant worden gemaakt tegen een steeds lagere rente en daardoor sterk zijn toegenomen.

Daarnaast zet een aanhoudend lage rente de beleggingsrendementen aan de activakant van de balans onder druk, waardoor het steeds moeilijker wordt om de verplichtingen na te komen. Voor levensverzekeraars is dit in het bijzonder problematisch, omdat op veel polissen uit het verleden een minimum rendementsgarantie rust. Stresstesten van EIOPA, de Europese toezichthouder op pensioenfondsen en verzekeraars, laten zien dat Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars, ook ten opzichte van Europese peers, gevoelig zijn voor een scenario van langdurig lage rente, vooral door hun relatief langlopende verplichtingen (zie verder ‘Kwetsbaarheden pensioenfondsen en verzekeraars’).

Langdurig lage rente: Achtergrond

Stabiliteit

Voorjaar 2020 Achtergrond Beleid Cijfers

Risicobeeld Risicokaart

Pandemiestresstest

Meer weten?

▪ Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het Financieel Stabiliteitscomité (FSC) onderzoek gedaan naar de gevolgen van een langdurig lage rente en een eventuele rentestijging.

De FSC-notitie brengt de gevolgen van een langdurig lage rente voor de Nederlandse economie, de financiële stabiliteit en de financiële instellingen in kaart en verkent eveneens de gevolgen van een 1%-punt rentestijging.

Langdurig lage rente: Achtergrond

Risicobeeld Risicokaart

Pandemiestresstest

Bij een aanhoudend lage rente kunnen Nederlandse banken zich richten op kosten­

besparingen of het vergroten van inkomsten uit andere bronnen. Banken proberen al enige jaren om de inkomsten uit andere bronnen – zoals commissies – te vergroten, om zo de afhankelijkheid van rentebaten te verlagen. Om hun winstgevendheid op peil te houden kunnen banken zich daarnaast richten op verdere kosten besparingen en het meer doorberekenen van kosten aan klanten. Het reduceren van verdere kostenbesparingen is niet eenvoudig, omdat Nederlandse banken in vergelijking met Europese peers al verregaand gedigitaliseerd zijn. Tegelijk bestaat er nog ruimte tot verdere verlaging van kosten, getuige de cost/income ratio van Nederlandse banken, die zich met 57% in de Europese middenmoot bevindt (FSC, 2020).

Het bedrijfsmodel van pensioenfondsen en verzekeraars is door de lage rente aan verandering onderhevig. De kwetsbaarheden van het huidige pensioenstelsel zijn in de

afgelopen jaren steeds meer blootgelegd. Het pensioenakkoord dat het kabinet en de sociale partners vorig jaar hebben gesloten biedt perspectief op een meer toekomstbestendig pensioenstelsel. Het is dan ook zaak om dit akkoord voortvarend uit te werken, ondanks de uitdagingen die de transitie naar een nieuw contract mee zich meebrengt, nu de financiële positie van pensioenfondsen verslechterd is, en dekkingsgraden onder 100% zijn gedaald. Ook het bedrijfsmodel van (levens)verzekeraars moet worden aangepast aan de lage rente omgeving en de krimp van de portefeuille. Daarbij dienen de belangen van polishouders ook op de lange termijn te worden gewaarborgd en is het belangrijk dat verzekeraars in hun kapitaal- en dividendbeleid rekening houden met de ontwikkeling van hun financiële positie op basis van de economische realiteit. De lage rente komt door toepassing van de Ultimate Forward Rate namelijk maar gedeeltelijk tot uiting in de wettelijke solvabiliteitsratio’s (zie verder ‘Kwetsbaarheden pensioenfondsen en verzekeraars’).

Wanneer de economische situatie normaliseert is een exitstrategie voor het uitzonderlijk ruime monetaire beleid noodzakelijk. Op dit moment staat het ECB-beleid voor een belangrijk deel in het teken van de reactie op de coronacrisis, waarbij de ECB binnen haar mandaat alles zal doen om financiële fragmentatie in het eurogebied te voorkomen.

Hoewel er in een crisis goede redenen zijn voor dit beleid, neemt hierdoor de afhankelijkheid van centrale bankfinanciering verder toe. Op de langere termijn is het onwenselijk als overheden en banken verder afhankelijk raken van de centrale bank voor de financiering van hun schulden. Naarmate het uitzonderlijk ruime monetaire beleid langer aanhoudt, nemen de risico’s voor de financiële stabiliteit toe en wordt het moeilijker om het beleid in de toekomst te verkrappen, zeker nu overheidsschulden sterk zullen stijgen (zie ook ‘Houdbaarheid publieke en private schulden’). Een exitstrategie is daarom een belangrijke eerste stap richting normalisatie.