• No results found

antisemitisme en racisme

9 Samenvatting en conclusie

9.7 Gerechtelijke afdoening

Ten opzichte van 2014 zijn in 2015 geen grote veranderingen opgetreden bij de gerech-telijke afdoening van de incidenten met een racistisch of antisemitisch aspect. Van bijna 96% van de 4165 incidenten met een antisemitisch of racistisch aspect die over 2015 zijn gevonden in de politieregistraties, is een proces-verbaal opgemaakt. Dit is een sterke toename ten opzichte van 2014. Deze toename is een gevolg van een eenduidigere registratie van de PV-nummers bij zowel de politie als het OM, waardoor de bestanden van beide organisaties beter aan elkaar zijn te koppelen. Van de 3980 incidenten met een proces-verbaal is ruim 21% (847 incidenten) afgedaan door het OM. Van deze 847 incidenten met een OM-afdoening is bij bijna 70% (590 incidenten) een dagvaarding opgelegd. Van deze 545 incidenten waarbij een dagvaarding is opgelegd, is ten slotte bij ongeveer driekwart (437 incidenten) een vonnis uitgesproken.

Het valt op dat nog steeds slechts bij een beperkt deel (55) van de 1072 OM-afdoeningen in de dagvaarding het wetsartikel discriminatie wordt gebruikt. In 2014 was dit bij 34 OM-afdoeningen het geval. Een deel van de oorzaak hiervoor ligt in het feit dat er nog steeds geen inzicht is in welke zaken zijn afgedaan als commune delicten met een discri-minatoir karakter. Het LECD van het OM liet in 2015 (zie Tierolf et al., 2015) weten dat zij verwachtte dat met de registratie van de commune delicten met discriminatoir aspect vanaf 2015 meer zicht zou komen op hoe vaak discriminatie door het OM daad-werkelijk wordt gebruikt als strafbaar of strafverzwarend feit in de zaken die zij onder handen krijgt. Wij hopen dat dit in de toekomst alsnog gebeurt, zodat een compleet beeld van het gehele justitiële traject rondom discriminatie verkregen kan worden.

9.8 Slotconclusie

In deze rapportage schetsen we een beeld van het antisemitisme, racisme en extreem-rechts geweld in Nederland in 2015, waarbij we ook letten op moslimdiscriminatie.

Wat opvalt, is de ogenschijnlijke invloed die de terreuraanslagen in West-Europa en de komst en opvang van grote aantallen vluchtelingen in Nederland hebben op de aard van de discriminatoire incidenten in Nederland. Dit is onder andere terug te zien in de forse groei van het aantal incidenten tegen moslims, die zowel is te vinden in de samenleving. Protest tegen de komst en de vestiging van vluchtelingen was daar een

onderdeel van. Extreemrechtse groepen bemoeiden zich in veel gevallen nadrukkelijk met dat protest. Dat zorgde voor meer extreemrechts activisme, maar ook voor allerlei veranderingen in het extreemrechtse veld. Bestaande extreemrechtse formaties orga-niseerden eigen acties en namen deel aan buurtprotesten van anderen tegen de opvang van vluchtelingen. Daarnaast ontstonden er ook nieuwe extreemrechtse groepen op de golven van deze onrust, waaronder een Nederlandse afdeling van Pegida. Deze ontwik-kelingen leidden vooral tot een sterke groei van de actieve aanhang van de verschillende extreemrechtse formaties, van ongeveer 100 aanhangers in 2014 naar ongeveer 245 in 2015. Dat is voor de Nederlandse situatie een uitzonderlijk hoog aantal. Dergelijke aantallen extreemrechtse activisten waren in Nederland voor het laatst te zien in het midden van de jaren negentig (Vergelijk: Donselaar, 1997, p. 10).

Ook het aantal deelnames aan demonstraties steeg in deze periode fors. Dat betrof niet alleen door extreemrechts zelf georganiseerde demonstraties, maar ook de deel-name aan demonstraties van anderen, vooral aan buurtprotesten tegen de vestiging van vluchtelingen. Opvallend gegeven is wel dat de forse groei van het aantal actieve aanhangers van extreemrechtse formaties zich niet direct heeft vertaald in een toename van extreemrechts geweld in 2015. Er moet geconstateerd worden dat in 2015 het grootste aantal geweldsincidenten in het laatste kwartaal heeft plaatsgevonden. Over het hele jaar 2015 bezien is er sprake van een kleine afname van het aantal extreem-rechtse geweldsincidenten. Wat daar in elk geval deels een verklaring voor is, is dat extreemrechtse organisaties tijdens de protesten tegen de komst van vluchtelingen naar Nederland weliswaar zeer actief waren, maar zich in 2015 vooral hebben bediend van geweldloze en – in de meeste gevallen - legale protestmethoden.

Een opvallend gegeven binnen de context van extreemrechtse geweldsincidenten in 2015 is ten slotte dat het veel vaker dan in voorgaande jaren niet om geweldsincidenten met een racistisch karakter ging, maar om incidenten die zich richtten tegen politieke tegenstanders - voornamelijk linkse politici en voorstanders van de opvang van vluch-telingen.

lijke behandeling. De inhoudelijke analyse van de racistische incidenten uit de BVH liet duidelijk verband zien met het vluchtelingendebat. Bij racisme op internet is de link met de maatschappelijke spanningen echter wel duidelijk. Een mogelijke verklaring hier-voor is dat de discussie rond vluchtelingen zich grotendeels online afspeelt, en zich in mindere mate uit in ‘real life’. Ook zou het kunnen zijn dat vluchtelingen hun ervaringen met racisme niet melden bij de politie, bijvoorbeeld vanwege een beperkte kennis van de Nederlandse taal of regelgeving.

Een vierde bevinding ten slotte is dat het antisemitisme in Nederland in 2015 licht is afgenomen ten opzichte van 2014 en weer terug is op het niveau van 2012 en 2013. De lichte piek van het antisemitisme in Nederland in 2014 is mogelijk een gevolg van een toename in het geweld in het Israëlisch-Palestijns conflict in de zomer van 2014. In 2012, 2013 en 2015 was er geen sprake van dergelijke toenames van het geweld in dit conflict. De gegevens uit andere bronnen, de ADV’s en CIDI, bevestigen dit beeld.

Samengevat valt op dat bij alle vier de hierboven genoemde ontwikkelingen werden beïnvloed door maatschappelijke gebeurtenissen op deze thema’s in 2015. Het uitblijven van grote geweldsescalaties in het Israëlisch-Palestijns conflict lijkt te hebben gezorgd voor een afname van het aantal antisemitische incidenten. Verder lijken jihadistische aanslagen in Parijs en de komst van grote groepen vaak islamitische vluchtelingen naar Nederland te hebben gezorgd voor een sterke stijging van het aantal incidenten van moslimdiscriminatie en voor een duidelijke toename in de actieve aanhang van extreemrechts.

politieregistraties als in andere bronnen, zoals de jaarrapporten van de ADV’s, de cijfers van het MDI en MiND, en meldpunten voor moslimdiscriminatie. Een voor de hand liggende verklaring voor de toename van het aantal incidenten van moslimdiscrimi-natie in Nederland is bijvoorbeeld een toegenomen anti-moslimsentiment als gevolg van terroristische aanslagen en de komst van grote aantallen islamitische vluchtelingen naar Nederland. Een onderbouwing voor deze verklaring is dat in januari en november – de maanden waarin de aanslagen in Parijs werden gepleegd - in Nederland meer incidenten van moslimdiscriminatie plaatsvonden dan in de rest van het jaar. Ook een inhoudelijke analyse van de incidenten in deze twee maanden wijst op een verband met terroristische aanslagen. Zo worden moslims in die maanden regelmatig uitge-scholden voor “terrorist” of aangesproken op de aanslagen (“Kijk wat jullie in Parijs hebben gedaan”).

Ten tweede namen vanaf oktober 2015, het moment waarop de maatschappelijke onrust rond de komst en de opvang van grote aantallen vluchtelingen toenam, het extreem-rechts geweld en de aanhang van extreemextreem-rechtse formaties toe. Hieraan gerelateerd valt op dat extreemrechtse geweldsincidenten in 2015 zich veel vaker dan in voor-gaande jaren richtten tegen politieke tegenstanders, voornamelijk linkse politici en voorstanders van de opvang van vluchtelingen. Tussen januari 2015 en oktober 2015 leek het extreemrechts geweld en de aanhang van extreemrechtse formaties te zijn afge-nomen ten opzichte van 2014. Deze afname zou deels verklaard kunnen worden door het wegebben van enkele maatschappelijke discussies in die periode (Zwarte Piet, de

“minder, minder”-uitingen van Geert Wilders in 2014), die samenhang vertoonden met het grote aantal incidenten met een extreemrechtse achtergrond in 2014.

Ten derde lijkt het erop dat het aantal racistische incidenten in 2015 licht is toegenomen.

Door een verandering in de dataverzameling is dit echter niet direct terug te zien in de cijfers in deze rapportage. De verandering houdt in dat over 2015 alle potentiële racistische incidenten zijn gelezen door zogenoemde screeners en dat een groot aantal incidenten waarbij ambtenaren in functie worden uitgescholden voor “racist”, zijn verwijderd uit het databestand. In voorgaande rapportages was dit niet mogelijk en waren deze beschreven als incidenten waarbij sprake was van (een gevoel van)

onge-Tierolf, B., Hermens, N., Drost, L., & Mein, A. (2013). Racisme, antisemitisme, extreem-rechts geweld en discriminatie in Nederland: Rapportage incidenten, aangiftes, verdachten en afhandeling 2010 en 2011. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

Wagenaar, W. & Donselaar, J. van (2010), Racistisch en extreemrechts geweld in 2009.

In: Rodrigues & Van Donselaar (red). Monitor Racisme en Extremisme, negende rappor-tage. Amsterdam: Anne Frank Stichting.

Literatuur

Abaâziz, I. (2016). Meld islamofobie: jaarrapport 2015. Nationaal meldpunt Meld Isla-mofobie.

Andriessen, I. & Fernee, H. (2012). Meldingen van discriminatie in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Bol, M.W. & Wiersma, E.G. (1997). Racistisch geweld in Nederland. Arnhem: Gouda Quint.

Bon, S. van & Mink, I. (2016). Discriminatie-cijfers in 2015. Een rapport over registraties van discriminatie-incidenten door de politie, en meldingen bij antidiscriminatievoorzie-ningen en andere organisaties in Nederland. Rotterdam: Art.1.

CIDI (2014), Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2013. Den Haag.

Dinsbach, W., Silversmith, J., Schaap, E., Janss, F. & Mink, I. (2016). Kerncijfers 2015:

Landelijk overzicht van klachten en meldingen over discriminatie, geregistreerd bij de antidiscriminatievoorzieningen. Leeuwarden/Amsterdam: Landelijke Vereniging tegen Discriminatie.

Donselaar, J. van (1997). Monitor Racisme en Extreem Rechts. Eerste Rapportage. Leiden:

LISWO.

Lachhab, F.Z. & Vorthoren, M.H. (2016). Islamofobie in zicht. Rotterdam: Stichting Plat-form Islamitische Organisaties Rijnmond.

Stichting Magenta (2016). Afdeling Meldpunt Discriminatie Internet: Jaarverslag 2015.

Amsterdam: Stichting Magenta.

Meldpunt Internet Discriminatie (2016). Jaarverslag 2015.

Moors, J. A. (2009). Polarisatie en radicalisering in Nederland: Een verkenning van de stand van zaken in 2009. Tilburg: IVA beleidsonderzoek en advies.

Muller, G. (2016). Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2015. Den Haag:

Centrum Informatie en Documentatie Israël.

Tierolf, B., Hermens, N., Drost, L. & Kapel, M. van (2015). Vierde rapportage racisme, antisemitisme, en extreemrechts geweld in Nederland: Incidenten, aangiftes, verdachten en afhandeling in 2014. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.

verklaringen die de politieambtenaar van de verdachte(n) of getuige(n) heeft gehoord.

Alles wat verdachten of getuigen hebben verklaard staat in het proces-verbaal.

Verdachte - Iemand van wie het redelijk vermoeden bestaat dat hij/zij een bepaald straf-baar feit gepleegd heeft.

Aangifte - Het melden van een strafbaar feit (misdrijf of overtreding) bij de politie.

Wettelijk gezien is een aangifte een verzoek aan de officier van justitie om tot strafrech-telijke vervolging van de dader(s) over te gaan.

Afdoening door het OM - Het OM kan verschillende acties ondernemen in zaken die via een proces-verbaal bij het OM worden aangebracht. Hierna beschrijven we de belang-rijkste acties die in deze rapportage aan de orde komen.

Sepot - Wanneer het OM een zaak tegen een verdachte niet doorzet, is dat een sepot.

Transactie - Door het betalen van een geldsom, voorgesteld door de officier van justitie, kan de verdachte bij lichte misdrijven voorkomen dat hij voor de rechter moet verschijnen.

Strafbeschikking – Het OM heeft de bevoegdheid om zelf bepaalde straffen en maatre-gelen op te leggen zonder tussenkomst van de rechter. Dat wordt mogelijk voor over-tredingen of misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf staat van niet meer dan zes jaar.

Dagvaarden - Als een sepot, transactie of strafbeschikking niet aan de orde is, volgt de gang naar de strafrechter. Het OM zorgt dan dat de verdachte een dagvaarding krijgt:

een officiële schriftelijke oproep waarin de officier van justitie de verdachte oproept om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen. In de dagvaarding staat ook waar de officier de verdachte van beschuldigt.

Voeging – Soms kan het OM beslissen om zaken samen te voegen alvorens tot vervol-ging over te gaan; dit betreft een administratieve handeling.

Overdracht – Een andere administratieve handeling betreft de overdracht van een zaak aan een officier van justitie in een ander arrondissement.

Bijlage 1 Definities gebruikte