• No results found

Hoewel het gebruiksaandeel van de handelsverdragen erg hoog is bij de import uit de Afrikaanse focuslanden, wordt er niet van alle mogelijke tariefpreferenties gebruik gemaakt. Figuur 2.5.2 geeft de tariefkosten bij de export naar Nederland per herkomstland weer, waarvan ook de gemiste kostenbesparing. Het is gewogen op het importpakket van 2019. Het lichtblauwe deel bevat de blijvende tariefkosten: dit zijn kosten van producten die uitgesloten zijn van de verdragen. Het donkerblauwe deel laat de kostenbesparing zien die gemist is door geen gebruik te maken van tariefpreferenties. Import uit Zuid-Afrika heeft zowel de hoogste blijvende tariefkosten als de grootste gemiste kostenbesparing, wat te maken heeft met de hoge exportwaarde uit dit land. De blijvende tariefkosten bij import uit Nigeria zijn relatief hoog omdat Nigeria alleen onder de APS-regeling valt, wat minder handel liberaliseert dan de EBA-regeling of de bilaterale verdragen. In totaal liepen Nederlandse importeurs in 2019 circa 10 miljoen euro aan kostenbesparing mis omdat er geen gebruik werd gemaakt van invoer onder preferentiële voorwaarden.

2.5.2 Totale tariefkosten, waarvan blijvende tariefkosten en gemiste kostenbesparing, 2019

mln euro Blijvende tariefkostenkosten Gemiste kostenbesparing

Zuid-Afrika Egypte Nigeria Kenia Marokko Tunesië Senegal Ghana Algerije Ethiopië Tanzania Ivoorkust Mozambique Oeganda Rwanda 0 1 2 3 4 5 6 7

2.6

Samenvatting en conclusie

De meeste goederen uit Afrika kunnen preferentieel geïmporteerd worden: de EU heeft met verschillende landen bilaterale handelsverdragen afgesloten, of kent unilateraal

handelspreferenties toe. Voor de import uit landen die aanspraak kunnen maken op het meest gunstige preferentiesysteem Everything but Arms (EBA), betekent dat, dat het gemiddelde tarief naar 0 procent gaat omdat alle goederen tariefvrij en quotavrij de EU binnen kunnen komen. Voor de andere Afrikaanse landen wordt het gemiddelde tarief ook fors verlaagd ten opzichte van het MFN-tarief. Een groot deel van de handel wordt onder deze preferentiële voorwaarden geïmporteerd, waardoor er in 2019 een gemiddeld importtarief van 0 tot 1 procent over bleef.

Er wordt veel gebruik gemaakt van de beschikbare handelspreferenties bij import uit Afrika: de preference utilisation rate (PUR) is voor import uit de meeste focuslanden meer dan 90 procent, en voor veel van de landen onder unilaterale handelspreferenties zelfs meer dan 95 procent. Dat betekent dat voor bijna de gehele importwaarde uit het desbetreffende land bijna geen tariefkosten betaald worden. Daarbij blijkt ook dat het zelfstandig midden- en kleinbedrijf bij de import uit Afrika relatief meer gebruikmaakt van handelspreferenties dan het grootbedrijf dat doet.

In totaal werd bij de import uit de 15 Afrikaanse focuslanden in 2019 zo’n 279 miljoen euro bespaard door het preferentiegebruik. Nederlandse bedrijven hadden nog eens 10 miljoen euro extra kunnen besparen als alle mogelijke preferenties gebruikt waren.

Dit hoofdstuk toont dat bij een groot deel van de Nederlandse goederenimport uit Afrika gebruikt gemaakt wordt van de beschikbare handelsverdragen. Het doel van dit

handelsbeleid, de economie van de lage- en middeninkomenslanden ontwikkelen door middel van handel, wordt hier niet geëvalueerd. De beschikbare data geeft geen inzicht in hoe de Afrikaanse economieën zich ontwikkeld hebben en wat daarbij de rol van export was, noch in welke mate het de lokale ondernemers niét gelukt is te exporteren naar Europa, ondanks de beschikbare preferentiële voorwaarden.

2.7

Literatuur

Admassu, S. (2020). The trade creation effects of Africa’s reciprocal vis-à-vis non-reciprocal trade agreements. Empirical Economics, 59, 2717–2730.

Cirera, X., Foliano, F. & Gasiorek, M. (2016). The impact of preferences on developing countries’ exports to the European Union: bilateral gravity modelling at the product level.

Empirical Economics, 50(1), 59–102.

Ecorys (2018). Study on the use of Trade Agreements. Rotterdam: Ecorys.

Europese Commissie (2018). Mid-Term Evaluation of the EU’s Generalised Scheme of

Preferences (GSP). Brussel, België: Europese Commissie.

Europese Commissie (2020). The pan-Euro-Mediterranean cumulation and the PEM Convention. Brussel, België: Europese Commissie.

Franssen, L. & Rooyakkers, J. (2020). CETA: Een lichtpuntje in een wereld van toenemend protectionisme? In M. Jaarsma en A. Lammertsma (Red.), Internationaliseringsmonitor, vierde

kwartaal: Handelsbeleid: Tarieven & verdragen. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau

voor de Statistiek.

Gil-Pareja, S., Llorca-Vivero, R. & Martínez-Serrano, J. (2014). Do nonreciprocal preferential trade agreements increase beneficiaries’ exports? Journal of Development Economics, 107, 291–304.

Hakobyan, S. (2015). Accounting for Underutilization of Trade Preference Programs: U.S. Gen- eralized System of Preferences. Canadian Journal of Economics 48(2), 408–436.

Hayakawa, K. (2015). Does firm size matter in exporting and using FTA schemes? The Journal

of International Trade & Economic Development, 24(7), 883–905.

Kasteng, J. & Tingvall, P. (2019). Who Uses the EU’s Free Trade Agreements? A transaction-level

analysis of the EU-South Korea free trade agreement. Stockholm, Zweden: Kommerskollegium

Keck, A. & Lendle, A. (2012). New evidence on preference utilization. WTO Staff Working Paper, No. ERSD-2012-12. Genève, Zwitserland: World Trade Organization.

Nilsson, L. (2011). Small Trade Flows and Preference Utilisation: The Case of the European Union. South African Journal of Economics, 79(4), 392–410.

Persson, M. & Wilhelmsson, F. (2016). EU Trade Preferences and Export Diversification.

The World Economy, 39(1), 16–53.

Ploumen, E.M.J. (2013). Wat de wereld verdient: een nieuwe agenda voor hulp, handel en

investeringen. Kamerstuk 33625-1.

Stender, F., Berger, Z., Brandi, C. & Schwab, J. (2020). The Trade Effects of the Economic

Partnership Agreements between the European Union and the African, Caribbean and Pacific Group of States: Early Empirical Insights from Panel Data. Discussion Paper 7/2020. Bonn:

German Development Institute.

Sytsma, T. (2021). Rules of Origin and Trade Preference Utilization Among Least Developed

Countries. F.R.E.I.T. Working Paper Series 1749.

Takahashi, K. & Urata, S. (2010). On the Use of FTAs by Japanese Firms: Further Evidence.

Business & Politics 12(1), 1–15.

Wignaraja, G. (2014). The determinants of FTA use in Southeast Asia: A firm-level analysis.

Journal of Asian Economics 35, 32–45.

3 Buitenlandse

investeringen en multi-