• No results found

Voorbij de lijstjes door onderscheid in gemeentetypen

2 Kenmerken en veranderingen van het meetinstrument ten opzicht van

2.1 Gemeentelijke herindelingen

In 2014 waren er nog 403 gemeenten in Nederland. In 2015 zijn er een aantal opnieuw ingedeeld waardoor er in totaal 393 gemeenten resulteerden. Het gaat om de volgende veranderingen:

• Graft-de Rijp en Schermer zijn bij Alkmaar gevoegd;

• Millingen aan de Rijn en Ubbergen zijn bij Groesbeek gevoegd;

• Bernisse en Spijkenisse zijn gefuseerd tot Nissewaard;

• Bergambacht, Vlist, Schoonhoven en Ouderkerk zijn samengevoegd tot Krimpenerwaard;

• Maasdonk is opgesplitst, Vinkel en Nuland zijn bij ‘s-Hertogenbosch gevoegd, Geffen is bij Oss gevoegd.

De herindeling van de gemeenten kan gevolgen hebben voor de duurzaamheids-score, doordat deze per gemeente wordt gemeten en er onderlinge verschillen in de samengevoegde kernen zitten. Om een vertekend beeld te voorkomen zijn alle data omgerekend zodat de data voor 2015 vergelijkbaar zijn met

gereconstrueerde data voor 2014.

2.2

Voorraden

Er zijn ten opzichte van de vorige editie van de monitor in de voorraden twee veranderingen doorgevoerd:

• De voorraad ‘participatie’ is gesplitst in de voorraden ‘maatschappelijke partici-patie’ en ‘economische participartici-patie’. De voorraad ‘sociale samenhang’ is toege-voegd aan maatschappelijke participatie. De indicator ‘besteedbaar inkomen’ is verhuisd van een economische voorraad naar de voorraad economische participatie.

• De voorraad ‘economische structuur’ heet in deze editie ‘concurrentie

vermogen’. Het betreft dezelfde indicatoren als vorig jaar, behalve de indicator ‘besteedbaar inkomen’. Deze is, zoals gezegd, verhuisd naar de voorraad ‘economische participatie’.

Deze veranderingen geven de voorraden meer zeggingskracht. Voor zover kon worden beoordeeld heeft dit geen grote veranderingen in de duurzaamheids-scores tot gevolg gehad. In de verantwoording die is gegeven in bijlage 1 zijn mindmaps te vinden met alle voorraden, duurzaamheidseisen en indicatoren van de monitor 2015.

2.3

Indicatoren

Onder de indicatoren hebben drie soorten veranderingen plaatsgevonden. Er zijn indicatoren toegevoegd, van sommige indicatoren is de definitie gewijzigd en er zijn enkele indicatoren verwijderd. Hieronder worden deze aanpassingen kort toegelicht.

2.3.1 Toevoegingen

Elk jaar komen er gegevens over nieuwe indicatoren beschikbaar door nieuwe metingen of doordat hun bestaan beter kenbaar wordt. Ook kan voortschrijdend inzicht in de uitwerking van thema’s leiden tot uitbreiding van de set indicatoren. In deze monitor zijn de volgende indicatoren toegevoegd.

• Lichtbelasting: Deze indicator geeft weer hoeveel licht er ’s nachts wordt uitgestraald, zoals gemeten door satelliet beelden. De indicator geeft weer hoeveel last dit licht kan geven aan de inwoners van een gemeente.

• Geluidbelasting: Deze indicator meet hoeveel procent van het geluid een waarde van 55 Lden overschrijdt.

• Aardbevingen: Deze indicator geeft weer hoeveel aardbevingen er de afgelopen jaren waren in een gemeente.

• Overstromingen: Dit is een (risico)maatstaf aangevend hoeveel inwoners per km2 getroffen kunnen worden door een eventuele overstroming.

• Emissies op het oppervlaktewater: De monitor neemt de stikstof emissies en de fosfaat emissies op het oppervlaktewater mee.

• Drinkwaterkwaliteit: De score geeft het aantal en type normoverschrijdingen weer bij de pompstations die leidingwater leveren aan de gemeenten.

• Gemengde riolering: Deze indicator geeft aan hoeveel procent van de riolering in een gemeente niet gescheiden is.

• Vermogen huishoudens: Naast het aantal huishoudens dat een laag inkomen heeft, neemt de monitor dit jaar ook mee hoeveel huishoudens een te lage buffer hebben voor onvoorziene kosten.

• Verwarde personen: Deze indicator geeft een beeld van overlast door personen die vanwege psychische problemen in aanraking komen met de geestelijke gezondheidzorg op basis van de meldingen bij de politie.

• Gemeentemonumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en

archeologisch erfgoed: Deze indicatoren zijn toegevoegd om een beter beeld te krijgen van het culturele erfgoed aanwezig in een gemeente.

• Leegstand winkelruimte: Deze indicator is toegevoegd om behalve een beeld van de kantoorruimte ook een beeld te geven van de vitaliteit van

winkelondernemingen in een gemeente.

• Snelgroeiende bedrijven: deze indicator is toegevoegd om het concurrentie vermogen van een gemeente beter te beschrijven.

2.3.2 Veranderingen van bestaande indicatoren

Sommige indicatoren zijn anders gedefinieerd. In sommige gevallen was de reden dat de databron de definitie had aangepast en soms heeft Telos de definitie aan-gescherpt. Het betreft de volgende veranderingen.

• ‘Vermesting’ is gesplitst in twee indicatoren, namelijk de belasting met stikstof en de belasting met fosfaat in de vorm van dierlijke mest op landbouwgrond. In

• Risicokaart.nl heeft de indicator ‘gevaarlijk transport’ uit de risicocontouren van 10-6 (de jaarlijkse kans op overlijden binnen het contourgebied door een ongeval) gehaald. Vandaar dat risico transport en risico contouren nu apart zijn benoemd.

• ‘Soortenrijkdom’ is nu gesplitst in totale aantallen en in aantallen ‘rode lijst soorten’, zodat er een uitgebreider beeld van de soortenrijkdom wordt gegeven.

• Aandeel ‘recreatief binnenwater’ is veranderd naar aandeel ‘recreatief water’ dat actief voor waterrecreatie wordt gebruikt. De indicator geeft nu weer hoeveel mogelijkheden tot waterrecreatie er zijn. Niet meer wordt meegenomen het binnenwater dat niet voor recreatieve doelen wordt gebruikt zoals kanalen en sloten. De indicator in 2014 gaf aan hoeveel binnenwater een gemeente had. Echter, dit aspect komt ook terug in de indicator ‘bos & natuurlijk terrein’. De nieuwe aanpak heeft genoemde bezwaren niet.

Het CBS en de UWV hebben de omschrijving van de beroepsbevolking verruimd tot 15-75 jarigen. Dit heeft een aantal van de monitor-indicatoren beïnvloed. Er zijn hierdoor gunstiger scores opgetreden voor: jeugdwerkloosheid, bijstand, langdurige werkloosheid, werkloosheid, ontgroening en vergrijzing,

arbeidsongeschiktheid, werkgelegenheidsfunctie en benutting arbeidspotentieel.

2.3.3 Verwijderde indicatoren

Voor sommige indicatoren is besloten deze weg te laten omdat hun invloed op duurzaamheid ook langs andere weg tot gelding komt. Het betreft:

• Warmte: Deze indicator gaf aan hoeveel procent van de verwarming door stadsverwarming wordt geregeld. Deze indicator is verwijderd omdat het hebben van stadsverwarming terugkomt in de indicator gasverbruik huishoudens. Stadsverwarming levert immers grote besparingen van gasverbruik op.

• Oppervlak kantoorruimte: deze indicator is weggelaten, omdat voor duurzaamheid het meer relevant is om de leegstand van kantoorruimte te registreren dan de hoeveelheid kantoorruimte die in een gemeente beschikbaar is.

Door deze veranderingen kent de monitor 2015 per saldo 107 indicatoren in plaats van de 90 die vorig jaar zijn meegenomen. Een overzicht van alle indicatoren met een korte omschrijving is te vinden in bijlage 2.

Voor de normering die per indicator is gebruikt wordt verwezen naar de factsheets die op de website van Telos kunnen worden geraadpleegd (www.telos.nl).

3 Verschuivingen in