• No results found

26 3 Algemene preventie

3.2.10 GELD EN GELUK

Werkloosheid wordt vaak gezien als een verlieservaring wegens het wegvallen of een daling van het inkomen. Hierdoor is er vaak geen geld meer beschikbaar voor vrijetijdsactiviteiten, waardoor mensen minder sociale contacten hebben. In veel gevallen willen mensen liever een minder goed betaalde job dan een uitkering, omdat dit een beter toekomstperspectief kan bieden. Een groot deel van de bevolking moet namelijk veel werken om te kunnen voorzien in de basisbehoeften zoals voldoende voeding, kleding, gezondheidszorg en huisvesting. Laat staan dat er nog een deel van het inkomen beschikbaar is voor een hobby of om luxeartikelen aan te kopen. De mate waarin iemand kan rond komen met het inkomen kan een invloed hebben op het geluksniveau (Goovaerts, 2010).

Na een nieuwe aankoop zal het geluksniveau waarschijnlijk een stuk hoger liggen dan normaal. Maar na een tijd, wanneer iemand gewend is aan de nieuwe aankoop, zal het geluksniveau weer verminderen. Het probleem is dat mensen steeds meer willen om het geluksniveau gelijk te houden of te verhogen. Het geluksniveau wordt bepaald door de mate waarin we veel of minder van iets ter beschikking hebben. Reclame speelt hier ook een belangrijk rol in. Door reclame kunnen mensen het gevoel krijgen dat ze iets nodig hebben, terwijl ze dit voordien niet nodig hadden. Het zijn niet de extra inkomsten of luxeproducten die iemand gelukkig kunnen maken, maar vooral de mate waarin iemand rond kan komen met het inkomen en een financiële buffer ter beschikking heeft om onvoorziene kosten op te vangen. Hieruit kan vastgesteld worden dat geluk wel samenhangt met de mate waarin iemand grip heeft over de eigen geldzaken, met ademruimte om zelf te beslissen wat men wel en niet wil. Dit gaat over de vrijheid om eigen keuzes te kunnen maken in verband met aankopen (Goovaerts, 2010).

3.2.11 BESLUIT

Het is duidelijk dat iemand zijn gedragshouding een enorme invloed heeft op het ontstaan en voorkomen van schulden. Zowel de persoon die financiële problemen ondervindt als de sociaal werker, kunnen beide een bijdrage leveren tot het ontwikkelen van een goede gedragshouding. Hierbij is het noodzakelijk dat er voldoende veranderingsbereidheid gecreëerd wordt, anders is de kans groot dat er opnieuw schulden ontstaan in de toekomst.

Verder is het belangrijk dat er voldoende autonomie ontstaat om het eigen geldbeheer zelfstandig te beheren, in plaats dat de sociaal werker het volledige geldbeheer overneemt. Indien alles wordt overgenomen door iemand anders, worden vaak geen nieuwe pogingen ondernomen om iets aan de situatie te veranderen. Uiteraard blijft de hulpverlening een belangrijke rol spelen om een beter inzicht te verkrijgen over wat het probleem is en welke foute gewoontes hieraan verbonden zijn. Zo kunnen nieuwe en betere gewoontes aangeleerd worden.

31

Tot slot kunnen financiële moeilijkheden leiden tot een mindere focus. Het gevolg hiervan is dat beslissingen genomen worden zonder stil te staan bij mogelijke gevolgen op lange termijn. Indien geen duidelijk inzicht verkregen wordt in mogelijke gevolgen van de beslissing, dan blijft de kans bestaan dat men in de toekomst nog verkeerde beslissingen zal maken. Het is noodzakelijk dat een goede gedragshouding ontstaat, zodat er minder risico is om opnieuw schulden te maken na de CSR.

32

4

METHODOLOGIE

In dit hoofdstuk wordt de verantwoording van de genomen keuzes voor het onderzoek besproken. Dit omvat uitleg over de onderzoeksmethode, de onderzoekseenheden en het verloop van het onderzoek.

4.1 ONDERZOEKSMETHODE

Het onderzoek wordt afgenomen via kwalitatief onderzoek. De grote meerwaarde voor deze bachelorproef is dat hierdoor een duidelijk beeld verkregen wordt over achterliggende motivaties, bevindingen, wensen en noden van de cliënten. Kwalitatief onderzoek biedt ook de mogelijkheid om door te vragen. Dit is essentieel om voldoende informatie en inzicht te verkrijgen over de ervaringen van de cliënten, zowel over de schuldoverlast als over de hulpverlening. Schuldoverlast kan een grote invloed hebben op iemand zijn leven, waardoor het ook belangrijk is om voldoende stil te staan bij mogelijke emoties en gevoelens die cliënten ervaren.

Er wordt gekozen om individuele interviews af te nemen en geen groepsinterviews. Dit blijkt de beste keuze te zijn, aangezien het hebben van schulden en financiële problemen vaak beschouwd wordt als een taboethema. Mensen vinden het moeilijk om hun financiële situatie te bespreken met familie, vrienden en hulpverleners. Dit thema bespreken met personen die ze niet kennen, kan de drempel wellicht verhogen. Dit is de reden om individuele interviews af te nemen, in plaats van groepsinterviews. Hiermee kan het risico vermeden worden dat belangrijke informatie verloren gaat wegens angst en schaamte om dit te delen met andere respondenten.

4.2 ONDERZOEKSEENHEDEN

Voor de interviews worden cliënten bevraagd die in de CSR zitten binnen het OCMW van Brugge. Uiteraard gaat dit over een zeer uiteenlopende doelgroep. Daarom wordt gewerkt met een streekproefraster, om te bepalen welke cliënten geïnterviewd kunnen worden. Belangrijk is dat enkel cliënten bevraagd worden die minstens een jaar in de CSR zitten zodat er voldoende ervaring is. Om te beginnen worden drie cliënten bevraagd die voor een tweede keer in de CSR zitten. Hier wordt nagegaan wat de oorzaak is van het herval en wat het belang is van goede hulpverlening tijdens de CSR. Op deze manier wordt bekeken waar er eventueel te weinig begeleiding aanwezig is, wat het ‘eigen aandeel’ is van de cliënt en hoe voorkomen kan worden dat nieuwe schulden gemaakt worden. Vervolgens worden drie cliënten bevraagd die momenteel al moeilijkheden ervaren tijdens de CSR en waarbij de kans op herval groot is. Hierdoor wordt een beter beeld verkregen omtrent moeilijkheden die cliënten ervaren en hoe deze aangepakt kunnen worden naar de toekomst toe. Het opzet van mijn bachelorproef is dan ook om te onderzoeken op welke manier mensen schuldenvrij kunnen blijven. Door te focussen op mogelijkheden van de cliënt, wordt een beter inzicht verkregen op welke manier cliënten hun budget opnieuw zelfstandig kunnen beheren na de CSR.

Tot slot wordt informatie ingewonnen bij twee cliënten die reeds in de afbouwfase zitten. Dit betekent dat deze cliënten al zelf betalingen mogen uitvoeren, waardoor er meer zelfstandigheid ontstaat tijdens de CSR. Deze cliënten kunnen aangeven wat drempelverlagend werkt om het budget zelfstandig te beheren en hoe dit een bijdrage kan leveren om eventuele kans op herval te laten afnemen.

33 4.3 ONDERZOEKSVERLOOP

In dit deel wordt het contacteren van de respondenten, de voorbereiding, het verloop en de verwerking van de interviews besproken.