• No results found

3 Onderzoeksvragen en aanpak

3.3 Gekoppelde premies

Gekoppelde premies gelden nog voor zetmeelaardappelen, vlaszaaizaad en vleesvee. De koppeling was bedoeld om te voorkomen dat de verwerkende in- dustrie te maken krijgt met een grote daling van het aanbod van grondstoffen.

3.3.1 Handhaven omvang toeleverende en verwerkende industrie

Vraagstelling

1.1.0 In welke mate is de omvang van de toeleverende en de verwerkende in- dustrie betreffende aardappelzetmeel, vlaszaaizaad en kalfsvlees behou- den gebleven?

1.1.1 In welke mate heeft het gekoppeld houden bijgedragen aan een beperkte verandering in de omvang van het aanbod van producten op de agrari- sche markt?

Aanpak

Als indicatie voor het bereiken van deze doelstelling wordt de afzet van de be- treffende industrieën gezien. Ook het verloop van de werkgelegenheid in de verwerkende industrie kan als indicatie dienen voor het al dan niet bereiken van de doelstelling. Op basis van informatie uit bijvoorbeeld jaarverslagen en inter- views met deskundigen is vastgesteld of de doelstelling bereikt is. Ook het aan- tal gehouden dieren vormt een indicatie voor het op peil blijven van het aanbod.

30

3.3.2 Handhaven levensstandaard producenten

Door de koppeling van de premies wordt de marktwerking beperkt voor de be- treffende gewassen en dieren. Dit heeft mogelijk gevolgen voor het inkomen dat de primaire producenten weten te behalen.

Vraagstelling

1.2.1 In hoeverre heeft het gekoppeld houden het inkomen van primaire bedrij- ven bepaald (positief dan wel negatief)?

Aanpak

Prijsontwikkelingen van gekoppelde gewassen en dieren zijn geanalyseerd. De prijsontwikkeling is gerelateerd aan de premie. Op basis hiervan kan een indica- tie worden gegeven of de compensatie voldoende is om een eventueel op- brengstverlies te compenseren.

3.3.3 Neveneffecten van koppeling

De effecten van de gedeeltelijke of volledige koppeling zijn deels voorspeld, maar er kunnen ook onverwachte effecten zijn opgetreden.

Vraagstelling

1.3.1 In welke mate is het verwachte neveneffect in de kalfsvleessector, name- lijk anticiperen op ontkoppeling van de slachtpremie in 2009, bereikt? 1.3.2 Welke (andere) neveneffecten zijn er te verwachten bij de uitvoering van

het niet ontkoppelen van de slachtpremies voor rund- en kalfsvlees en hoe groot is de invloed ervan?

1.3.3 Welke onverwachte neveneffecten zijn opgetreden bij de uitvoering van het niet ontkoppelen van de slachtpremies voor rund- en kalfsvlees en welke invloed hebben ze gehad?

Aanpak

Op basis van literatuurstudie zijn enkele verwachte neveneffecten van de ont- koppeling geïdentificeerd. Op basis van onder andere interviews is nagegaan wat de daadwerkelijke effecten zijn en of er onverwachte effecten zijn opgetre- den.

31

3.4 Verduurzamen

3.4.1 Braaklegregeling

De braakstroken die landeigenaren kunnen/moeten aanleggen vervullen een rol bij het verduurzamen van de landbouw. Omdat met ingang van 2005 de minima- le breedte van de braakstroken is verkleind naar vijf meter, biedt dit mogelijkhe- den om meer braakareaal te laten grenzen aan slootkanten. Omdat

braakstroken niet met meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen mogen worden behandeld, kan dit positieve effecten hebben op de hoeveelheid vervui- lende stoffen in het oppervlaktewater. De doelstelling is een uitbreiding van het areaal braak langs slootkanten.

Vraagstelling

3.1.0 In welke mate is verduurzaming van de landbouw met kleinere/smallere braakstroken bereikt?

3.1.1 In hoeverre heeft het toezicht op de naleving van de versmalling van de braakstroken bijgedragen aan verduurzaming van de landbouwproductie? Aanpak

Uit gegevens van DR (Dienst Regelingen) is af te leiden hoeveel areaal er jaar- lijks braak wordt gelegd. Omdat ook het aantal relaties met een oppervlakte van smalle braakstroken van 10 m in 2004 en 5 m in de jaren erna bekend is, kan worden vastgesteld of aan de doelstelling is voldaan. In het kader van dit onder- zoek wordt niet vastgesteld of er ook daadwerkelijk een milieueffect is opgetre- den; er wordt enkel vastgesteld wat de ontwikkeling van het areaal braakstroken is.

Met betrekking tot het areaal braak gelden de volgende definities en afbake- ningen. Braak waarvoor geen subsidie wordt aangevraagd, wordt niet meege- teld bij het areaal braak. Dit geldt ook voor grond die minder dan 6 maanden braak ligt. Alle braak is braak met groenbemester tenzij het zwarte braak is. Zwarte braak is enkel toegestaan in de volgende gevallen (LNV, 2006):

- als het een gecertificeerd biologisch bedrijf betreft;

- percelen waarop op last van de Plantenziektekundige Dienst bestrijding van

quarantaineorganismen met zwarte braak nodig is;

- percelen waar op last van het HPA of het PT een teeltverbod geldt in ver-

32

3.4.2 Bodemerosie

In Zuid-Limburg zijn er gebieden als erosiegevoelig bestempeld, met name het gebied ten zuiden van Sittard. In deze gebieden gelden cross compliance voor- waarden om erosie te voorkomen. Door de voorwaarden met betrekking tot bo- demerosie onder de cross compliance regeling te brengen zijn de

sanctiemogelijkheden bij overtreding toegenomen. De doelstelling hiervan is een daling van het aantal overtredingen.

Vraagstelling

4.1.0 In welke mate is verduurzaming van de landbouw met betreffende maat- regelen bereikt?

4.1.1 In hoeverre heeft het toezicht op de naleving van de cross compliance maatregelen bijgedragen aan verduurzaming van de landbouwproductie? Aanpak

Uit gegevens van DR moet blijken of er ondernemers zijn die de regels hebben overtreden met betrekking tot bodemerosie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen overtredingen door ondernemers die wel en die niet in aanmerking ko- men voor toeslagrechten.

33