• No results found

Gebruik van zoet water7

In document Natuurbalans 2008 (pagina 154-156)

Het gebruik van zoet water voor de productie van consumptiegoederen in die gebieden •

van de wereld waar water schaars is, kan leiden tot schade aan de natuur in die gebieden.

Productie van goederen voor Nederlandse markt beïnvloedt watervoorraden elders

Zoet water is een schaars goed op wereldschaal, en het wordt steeds schaarser. Ook de ecologische kwaliteit van de zoete wateren staat onder druk. Hierdoor is de achteruitgang van soorten in het zoete water groter dan op het land (MEA, 2005a, 2005b). Een belang- rijke oorzaak van deze achteruitgang vormen economische activiteiten, consumptie en handel wereldwijd. Deze factoren hebben een aanzienlijke invloed op de beschikbaarheid van zoet water. Zo wordt water onttrokken om goederen te produceren. De productie van der gelijke goederen gaat gepaard met waterverontreiniging en kan leiden tot fysieke aantasting van watersystemen. De Nederlandse bijdrage aan de aantasting van het zoete water wordt bepaald door de handelsstromen waar Nederland bij betrokken is.

Het gebruik van zoet water in gebieden waar dat water schaars is, kan dus leiden tot schade aan de natuur in die gebieden, en kan bijdragen aan tekorten voor menselijke behoeften zoals drinkwater. Als vuistregel geldt dat de kans op ernstige waterschaarste groot is als de mens meer dan 40% van de netto-aanvoer aan de watervoorraad in een gebied onttrekt (Alcamo et al., 2003, Smakhtin et al., 2004). Dit doet zich voor in semi-aride gebieden zoals Zuid- Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Centraal-Azië, India en delen van Zuid-Amerika, de Verenigde Staten en Australië. Deze situatie veroorzaakt verschillende problemen, waar- onder opgedroogde meren en rivieren, verlies van vissoorten en andere waterorganismen, en aantasting door irrigatiewerken en stuwdammen. Een voorbeeld hiervan is het Aralmeer in Centraal-Azië, dat voor een groot deel is opgedroogd door watergebruik voor de katoenteelt. Als gevolg daarvan zijn de meeste lokale vissoorten uitgestorven en vindt woestijnvorming plaats. Een ander voorbeeld is het natuurgebied de Coto Doñana in Zuid-Spanje. Dit natuur- gebied heeft ernstig te lijden onder de wateronttrekking voor groente- en fruitteelt (zie Tekst-

Duurzame aardbeien uit Spanje

De Coto Doñana in Zuid-Spanje is een wetland van inter- nationaal belang. Het gebied is zeer waterrijk. Daarom is het ieder jaar een pleisterplaats voor zes miljoen water- vogels op hun trek van en naar Afrika. Ook de Iberische lynx, een van de meest bedreigde katachtigen ter wereld, komt er voor.

In het gebied vindt zowel legale als illegale aardbeienteelt plaats. Voor deze teelt wordt een grote hoeveelheid grond- water gebruikt. Hierdoor zakt het grondwaterpeil naar een kritisch niveau en dreigt verdroging van het hele gebied.

Illegale aardbeienteelt wordt geweerd en sommige legale aardbeienkwekerijen worden verplaatst. Daar- naast moeten de aardbeientelers die hun grond in het gebied behouden, waterbesparend en duurzaam gaan werken. Dit levert een waterbesparing op van 20% tot 30%. Bovendien wordt het gebruik van bestrijdingsmid- delen sterk beperkt. Daarom heeft de regionale over- heid in Andalusië recentelijk maatregelen genomen om het natuurgebied beter te beschermen.

Ook de Nederlandse markt heeft invloed op deze waterschaarste. Zo is er een aantal gebieden te noemen waar de productie van goederen voor de Nederlandse markt een beroep doet op de beperkte lokale watervoorraden. Voor katoen en fruit is een aantal aandachtsgebieden geïdentificeerd, zoals India, China en Turkije voor katoen en daar- naast Spanje en Zuid-Afrika voor fruit. Voor een breed spectrum aan gewassen zijn de aandachtsgebieden gegeven in Figuur 7.1.

Mondiale waterschaarste 1996 - 2005 Waterschaarste Laag Matig Ernstig Geen gegevens

Gebieden met productie van landbouwgoederen voor de Nederlandse markt

Figuur 7.1 In diverse wereldregio’s is de kans op waterschaarste, samenhangend met de productie van landbouwgoederen, groot. De productie van landbouwgoederen voor de Nederlandse markt draagt bij aan de watertekorten in deze gebieden. Vooral in onder andere zuidelijk Afrika, Centraal- en Zuidoost-Azië, Midden-Amerika en Zuid-Europa is dit het geval. Bron: bewerking op basis van gegevens uit Van Oel et al., 2008.

Vele mogelijkheden voor internationaal biodiversiteitsbeleid

Er zijn verschillende opties voor biodiversiteitsbeleid met een internationale reikwijdte. De opties waar het kabinet voor kiest, staan beschreven in het Beleidsprogramma Biodiversiteit 2008-2011 (LNV e.a., 2008a). Dit programma is er onder meer op gericht duurzame markt- of productketens te realiseren. De aanpak en uitvoering van de benoemde prioriteiten moet deels nog gestalte krijgen. Wel is duidelijk dat het kabinet de komende jaren prioriteit geeft aan de handelsketens van hout, soja, palmolie, biomassa en veen. Producten die een groot watergebruik vergen, zoals katoen, lijken dus op de korte termijn geen specifieke aandacht te krijgen van het kabinet. Het verdient aanbeveling om het watergebruik op te nemen als een onderdeel van de te formuleren criteria voor duurzame productketens.

De opties voor duurzame productketens zijn te onderscheiden in opties met een directe of een indirecte werking. Opties met een indirecte werking zijn bijvoorbeeld activiteiten die erop gericht zijn het bewustzijn en het consumptiegedrag van de burger te beïnvloe- den en om efficiënter om te gaan met grondstoffen. Bij direct werkende opties valt te denken aan beleidsbeslissingen om beschermde gebieden voor ecosystemen in te stellen of om duurzame productiemethoden te stimuleren of te verplichten. Deze opties kunnen zich richten op de productie- of de consumptiekant.

Producten uit de wereldzeeën

In document Natuurbalans 2008 (pagina 154-156)