• No results found

4 Voedselgerelateerde risico’s

4.3 Ervaringen en bekendheid met voedselgerelateerde risico’s

5.8.3 Gebruik van risico-informatie

Alle professionals zoeken actief naar informatie over het risico luchtverontreiniging. De mate waarin het RIVM een grote of een belangrijke rol speelt in de informatievoorziening verschilt. Het RIVM lijkt met name van belang te zijn voor de beleidsmakers, de medewerkers van ngo’s en medewerkers van de GGD. De wetenschappers hebben een veel groter arsenaal aan informatiebronnen tot hun beschikking en de journalisten zoeken veel minder geregeld naar informatie over luchtverontreiniging. De

wetenschappers geven verder aan dat ze informatie van het RIVM gebruiken voor

onderwijsdoeleinden. De professionals vinden allen dat er voldoende informatie te vinden is. De beleidsmakers stellen zelfs dat er wat hen betreft sprake is van een grote hoeveelheid informatie; het is te veel om allemaal te lezen. Tegelijkertijd is men zich ervan bewust dat er nog een hoop

wetenschappelijke onduidelijkheid is over de gezondheidseffecten van luchtverontreiniging en er dus in feite een informatietekort is.

Alle professionals zijn goed bekend met de producten van het RIVM. Rapporten worden gelezen en de website wordt ook af en toe geraadpleegd. Het rapport ‘Fijn stof nader bekeken’ is een veel gelezen rapport. De meningen zijn over het algemeen positief. De schrijftaal en het jargon worden als prima ervaren. Wel heeft een aantal respondenten twijfels over de samenvattingen en conclusies die worden getrokken. De website wordt helder en toegankelijk gevonden. Veel van de geïnterviewde personen hebben wel eens persoonlijke contacten met het RIVM. Deze worden als zeer plezierig ervaren. Onder de burgers is de informatie van het RIVM niet goed bekend. Ze lezen wel eens wat uit kranten, maar gaan er niet bewust naar op zoek. De meningen over het aan hen voorgelegde persbericht lopen uiteen. Een aantal burgers vindt het bericht saai en onduidelijk zonder heldere conclusies. Maar er zijn ook deelnemers die het juist heel informatief vinden. Wel zijn alle deelnemers het er over eens dat de persberichten overduidelijk niet gemaakt zijn voor bewoners. Het taalgebruik vinden ze soms erg lastig.

5.8.4

Informatiebehoefte

Over het algemeen geven de professionals de voorkeur aan het ontvangen van informatie via persoonlijke contacten of internet. Over het algemeen is men tevreden over het informatieaanbod. Een opvallende bevinding bij zowel de beleidsmakers, de wetenschappers en de medewerkers van de GGD is dat zij veel eerder en actiever bij de onderzoeken van het RIVM betrokken willen worden. Bij de wetenschappers heet dit ‘meer inzicht in wat er binnen het instituut gebeurt’. Eén van de

beleidsmakers spreekt over ‘duidelijkere feedback met betrekking tot de probleemstelling bij het opzetten van onderzoek’. Zowel de wetenschappers als de beleidsmakers zouden wel wat meer inzicht in de structuur van het RIVM willen hebben. De wetenschappers voegen toe dat het goed zou zijn als er meer openheid zou zijn over hoe de conclusies tot stand zijn gekomen en zij zijn voorstander van externe reviews. De GGD-medewerkers merken op dat er nog wel een slag te maken is in de afstemming van het onderzoek bij het RIVM op de vragen die bij de GGD leven.

Een andere conclusie is dat het leeuwendeel van de professionals denkt dat het van belang is dat het RIVM rekening houdt met risicopercepties en bezorgdheid. Over de manier waarop werd ook het één en ander opgemerkt. De respondenten denken niet dat het de bedoeling is om feiten te verdraaien om bijvoorbeeld de staatssecretaris of burgers naar de mond te praten. Men stelt dat het RIVM een belangrijke rol kan spelen door de beschikbare informatie objectief naast elkaar te zetten. Verder is men van mening dat afhankelijk van het gekozen medium (bijvoorbeeld rapport of televisie) de mate waarin er rekening gehouden dient te worden met percepties en emoties kan verschillen.

Suggesties die door de professionals werden gedaan om het informatieaanbod te verbeteren zijn het verspreiden van nieuwsbrieven en het maken van korte en bondige samenvattingen. Verder zou het

handig zijn als op de website te achterhalen zou zijn welke rapporten op stapel staan en welke binnenkort gaan verschijnen. De burgers geven aan vooral behoefte te hebben aan meer lokaal specifieke informatie.

6

Overgewicht

6.1

Inleiding

In tegenstelling tot de voorgaande drie risico’s is het hebben van overgewicht een zogenaamd lifestyle- risico. In tegenstelling tot bij milieugezondheidsrisico’s is bij een lifestyle-risico het eigen gedrag de oorzaak van de blootstelling. Overgewicht onder de Nederlandse bevolking neemt hand overhand toe en een groot deel van de Nederlanders kampt ermee.9

De gehanteerde methoden en de opzet van het hoofdstuk zijn dezelfde als in de voorgaande drie hoofdstukken. Onder professionals betrokken bij het onderwerp overgewicht zijn vijftien individuele interviews gehouden. Om de mening van burgers over de risicocommunicatie over overgewicht te achterhalen, zijn twee groepsgesprekken georganiseerd. De gesprekken hebben plaatsgevonden in de gemeenten Geldermalsen en Haarlem. Aan beide gesprekken deden zes burgers mee. De reden voor de selectie van Geldermalsen was dat in de GGD-regio waar deze gemeente deel van uitmaakt relatief veel overgewicht voorkomt. Binnen de gemeente is het groepsgesprek gehouden in de kern Beesd. Haarlem is gekozen op basis van praktische overwegingen. In de GGD-regio waar Haarlem deel van uitmaakt, wijkt de prevalentie van overgewicht niet af van het landelijke gemiddelde (RIVM, 2009).

In dit hoofdstuk komt eerst het informatieaanbod door het RIVM over overgewicht aan de orde (paragraaf 6.2). In paragraaf 6.3 staan de ervaringen en bekendheid met overgewicht onder de verschillende partijen. Vervolgens komt de bekendheid en het beeld van het RIVM aan de orde (paragraaf 6.4). In paragraaf 6.5 staat de risicoperceptie van overgewicht centraal. In paragraaf 6.6 en 6.7 staan respectievelijk het gebruik van risico-informatie en de informatiebehoefte voor het voetlicht. Het hoofdstuk sluit af met een korte conclusie (paragraaf 6.8).

6.2

Informatieaanbod RIVM

Het informatieaanbod door het RIVM over het risico overgewicht is behoorlijk divers te noemen. Via de website krijgen bezoekers toegang tot rapporten van het Centrum voor Preventie en Zorgonderzoek zoals ‘De fysieke omgeving in relatie tot beweging en voeding’ (Wendel-Vos et al., 2005), ‘Spelen met gezondheid’ (Schrijvers en Schoemaker, 2008) en ‘Toekomstige ontwikkelingen in overgewicht’ (Bemelmans et al., 2004). Verder kan via de site toegang gevonden worden tot het Nationaal Kompas Volksgezondheid en de Nationale Atlas Volksgezondheid. Op het Nationale Kompas staan artikelen over overgewicht. Een voorbeeld hiervan is ‘Lichaamsgewicht. De determinant, gezondheidsgevolgen en oorzaken’. Op de Nationale Atlas worden allerlei onderwerpen aangaande de gezondheid

geografisch uitgedrukt. Er is bijvoorbeeld een kaart met over- en ondergewicht naar regio beschikbaar. Ook in de RIVM persberichten is geregeld aandacht voor overgewicht. Een voorbeeld is ‘Vooral gezondheidswinst door overgewichtspreventie’ (RIVM, 2008). Tot slot kan men via de site artikelen achterhalen die uitgegeven zijn in wetenschappelijke tijdschriften.

9 Voor een precieze duiding van de omvang van het probleem kan een artikel op het Nationaal Kompas Volksgezondheid