• No results found

Gebruik van kunstmest en overige organische meststoffen

de mestmarkten van 2006-2010 volgens MAMBO

4.2 Gebruik van kunstmest en overige organische meststoffen

De plaatsingsruimte van bedrijfseigen dierlijke mest wordt bepaald door de op- pervlakte cultuurgrond, de mestproductie en de gebruiksnormen. De ruimte bin- nen de gebruiksnormen die overblijft na plaatsing van de bedrijfseigen dierlijke mest kan vervolgens 'opgevuld' worden met bedrijfsvreemde dierlijke mest, kunstmest en overige organische meststoffen. In tabel 4.6 wordt het maximale potentiële gebruik van kunstmest in kg per ha uitgezet tegen het gebruik van kunstmest in 2008 en 2009 nadat alle dierlijke mest is aangewend.

Het gebruik van kunstmest per ha in 2008 en 2009 (tabel 4.7) is afgeleid uit het Bedrijveninformatienet en de nationale kunstmeststatistieken (Luesink et al., 2010a).

Het gebruik van overige organische meststoffen (tabel 4.8) in de land- en tuinbouw is ook afgeleid uit het Bedrijveninformatienet. Omdat een groot deel van de productie aan organische meststoffen is afgezet via particulieren en gemeenten (plantsoenendiensten) zijn de hoeveelheden in tabel 4.8 aanzienlijk lager dan die in productiestatistieken.

2 0

14 11

2

82

Tabel 4.7 Gebruik van stikstofkunstmest en fosfaatkunstmest in de Nederlandse landbouw in 2008 en 2009 en ruimte voor kunstmestgebruik in 2010 in kg per ha

Gewascategorieën Stikstof Fosfaat

gebruik 2008 gebruik 2009 ruimte 2010 gebruik 2008 gebruik 2009 ruimte 2010 Grasland 134 121 182 4 <1 12 Snijmais 19 19 39 18 3 1 Akker- en tuinbouw 115 119 118 17 4 21

Bron: Bedrijveninformatienet en MAMBO.

In 2009 was het kunstmestfosfaatgebruik volgens de jaarstatistiek van de kunstmeststoffen erg laag (Bijlage 4). Wanneer de kunstmestgegevens van 2009 uit het Bedrijveninformatienet niet gekalibreerd worden met die van de jaarstatistiek dan zijn die giften in 2009: 2 kg fosfaat per ha op grasland, 10 kg fosfaat per ha op snijmais en 14 kg fosfaat per ha in de akker- en tuinbouw.

In 2010 was er op grasland en snijmais gemiddeld nog voldoende ruimte tot het toe dienen van kunstmeststikstof voordat de stikstofgebruiksnormen werden overschreden (tabel 4.7). In de akker- en tuinbouw was dat niet zo; ten opzichte van 2009 zou het gebruik van kunstmest en overige organische meststoffen circa 10 kg per ha moeten dalen om te voorkomen dat de stikstofgebruiksnor- men worden overschreden.

Met de fosfaatkunstmestgiften van de jaarstatistiek wordt alleen op snijmais de fosfaatgebruiksnorm bereikt, op zowel grasland als in de akker- en tuinbouw is er nog onbenutte plaatsingsruimte.

Bij de kunstmestgiften van het Bedrijveninformatienet van 2009 wordt op snijmais de fosfaatgebruiksnorm 9 kg/ha overschreden, op bedrijfsniveau wordt dat gecompenseerd door op grasland minder aan te wenden dan de gebruiks- norm.

In de akker- en tuinbouw wordt met de kunstmest en giften overige organi- sche mest van 2009 uit het Bedrijveninformatienet (Kunstmest 14 kg per ha; overige organische mest 13 kg per ha) de grens van de fosfaatgebruiksnorm op het totale akker- en tuinbouwareaal in 2010 met enkele kilo's per ha overschre- den.

83 Tabel 4.7 Gebruik van compost(inclusief champost) zuiveringsslib

en schuimaarde in kg product per ha in 2008 en 2009 en de hoeveelheid stikstof en fosfaat in kg mineraal per ha in 2009 van deze meststoffen

Bedrijfstype Compost/

champost

Zuiveringsslib Schuimaarde Totaal 2008 2009 2009 2008 2008 2009 stikstof fosfaat Graasdieren- en graslandbedrijven 70 25 19 9 22 30 0,2 0,7 Akker- en tuinbouw 1.645 1.227 154 95 367 351 10,0 12,6 Overige bedrijfstypen 212 306 0 0 223 207 2,9 5,3 Gemiddeld 585 363 59 30 157 130 3,0 4,2 Bron: BedrijvenInformatienet.

Door het geringe aantal waarnemingen (3 in 2009) in het BedrijveniInforma- tienet van bedrijven die champost aanvoeren zijn die geteld bij de bedrijven die compost aanvoeren. Ook het aantal bedrijven dat zuiveringsslib aanvoert is in het Bedrijven-Informatienet gering (in 2009 4), die resultaten dienen dan ook gezien te worden als een indruk van de aanvoer. Er zijn in beide jaren in het Bedrijveninformatienet ruim 80 bedrijven die compost aanvoeren en ruim 50 die schuimaarde aanvoeren. Het Bedrijveninformatienet is een steekproef die gericht is op het verkrijgen van economische data en daarop is gestratificeerd. Resultaten waarop niet is gestratificeerd zoals het gebruik van overige orga- nische meststoffen hebben een grotere onbetrouwbaarheidsmarge dan gestra- tificeerde resultaten.

In de vorm van stikstof en fosfaat is op het gemiddelde areaal cultuurgrond in Nederland uit overige organische mestsoorten in 2009 3 kg stikstof en 4 kg fosfaat per ha bemest. De totale hoeveelheid overige organische meststoffen die in de landbouw in 2009 zijn gebruikt is 650.000 ton compost en champost, 235.000 ton schuimaarde en ruim 50.000 ton zuiveringsslib (Bedrijveninfor- matienet).

Op basis van gegevens van de VDM's is er in 2009 117.000 ton champost op landbouwbedrijven aangevoerd en in 2010 112.000 ton (EL&I-DR, 2010 en 2011).

Op nationaal niveau was er in 2010 op grasland nog een resterende ge- bruiksruimte voor dierlijke mest van 12 mln. kg fosfaat. Wanneer het kunst- mestgebruik en het gebruik van overige organische meststoffen in 2010 op

84

hetzelfde niveau is gebleven als in 2009 resteerde er op grasland in 2010 nog een gebruiksruimte op nationaal niveau van ongeveer 11 mln. kg fosfaat. Alleen kan die gebruiksruimte niet door dierlijke mest benut worden omdat de ge- bruiksruimte voor dierlijke mest op grasland vrijwel is bereikt (paragraaf 4.3.5). Op nationaal niveau was er op bouwland (snijmais en akker- en tuinbouw) in 2010 nog een resterende gebruiksruimte van 13,7 mln. kg fosfaat. Het fosfaat kunstmestgebruik op nationaal niveau op bouwland was in 2009:

- 2,9 mln. kg volgens de jaarstatistiek van het kunstmestgebruik en;

- 11,1 mln. kg volgens het Bedrijveninformatienet.

Het gebruik van overige organische meststoffen in de vorm van fosfaat was in 2009 8,0 mln. kg op bouwland. Wanneer die fosfaat in de vorm van compost wordt toegediend hoeft voor de wetgeving maar de helft van de fosfaat meege- nomen te worden. Tot en met 2009 gold dat ook voor schuimaarde. Wanneer het fosfaatkunstmestgebruik in 2010 op het niveau zit van het kunstmestgebruik van 2009 uit het Bedrijveninformatienet; dan wordt de fosfaatgebruiksnorm op bouwland in 2010 overschreden met circa 5 kg per ha.