Ook buiten de landbouw worden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Dat gebeurt bijvoorbeeld door dienstverlenende bedrijven, zoals hoveniers, groenvoorzieners en loonbedrijven, in opdracht van gemeenten of terreinbeheerders. In de praktijk wordt onderscheid gemaakt in het professioneel gebruik:
• Op verharde terreinen (‘verhardingen’) • Op sport- en recreatieterreinen
• Op overige terreinen, zoals parken
Buiten de landbouw vindt naast professioneel ook niet-professioneel (particulier) gebruik plaats in tuinen, op verhardingen en op overige terreinen.
8.1 Professioneel gebruik buiten de landbouw
Wat is de uitdaging
Op verhardingen, zoals winkelstraten, worden onkruidbestrijdingsmiddelen (herbiciden) toegepast. Burgers, en in het bijzonder kwetsbare groepen zoals kinderen, kunnen aan deze middelen worden blootgesteld. Door het gebruik op verhardingen spoelen deze middelen gemakkelijk af naar het oppervlaktewater, waardoor overschrijdingen van de drinkwaternorm zijn ontstaan. Volgens de evaluatie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is de afgelopen jaren het aantal normoverschrijdingen gedaald, maar het herbicide glyfosaat blijft een probleem bij de drinkwaterbereiding.
Op sport- en recreatieterreinen worden gewasbeschermingsmiddelen gebruikt tegen schimmels en insecten.
Volgens de Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden (2009/128/EG) moet gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen worden geminimaliseerd of verboden in gebieden die door het brede publiek of door kwetsbare groepen wordt gebruikt. Daarnaast schrijft de Richtlijn voor dat toepassing van gewasbeschermingsmiddelen “zoveel mogelijk moet worden beperkt of uitgeschakeld op en langs wegen en andere infrastructuur in de nabijheid van
oppervlaktewater of grondwater”. Die verplichting geldt ook voor “verharde oppervlakken waar een groot risico van afspoeling naar oppervlaktewateren of rioleringssystemen bestaat”.
Huidig beleid
Het bedrijfsleven heeft de afgelopen jaren meerdere niet-chemische technieken voor
onkruidbestrijding op verhardingen geïntroduceerd. Die technieken worden in de praktijk op grote schaal met succes toegepast. Ook heeft het CROW29 aanbevelingen gedaan om
verhardingen zo aan te leggen dat er minder onkruid kan groeien.
Professionele toepassers van glyfosaathoudende gewasbeschermingsmiddelen moeten sinds 1 januari 2007 een aantal emissiereducerende maatregelen nemen. Sinds februari 2010 wordt naleving van die maatregelen geborgd met een certificaat, dat verplicht is naast het meer algemene ‘bewijs van vakbekwaamheid’ uit hoofdstuk 8.1.
In het algemeen geldt zeker dat veel terreinbeheerders terughoudend zijn met het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Bij voorkeur worden niet-chemische alternatieven toegepast, maar vooral op de ‘overige terreinen’ zoals parken is niet altijd een niet-chemisch alternatief beschikbaar.
Ambitie en doelstelling
Het Kabinet wil de blootstelling van burgers aan gewasbeschermingsmiddelen zoveel mogelijk voorkomen. Voor wat betreft de onkruidbestrijding op verhardingen, heeft de toenmalige staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een verbod op chemische onkruidbestrijding op verhardingen aangekondigd, in reactie op een motie van de Tweede Kamer30. Een dergelijk
verbod moet tevens leiden tot terugdringing van het aantal overschrijdingen van de drinkwaternorm.
Wat gaan we doen
Met ingang van 1 januari 2018 is het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen niet meer toegestaan. Toepassing met handgedragen spuitapparatuur blijft wel mogelijk, voor situaties waarin chemisch beheer volgens een op te stellen lijst technisch onvermijdelijk is. Dat kan het geval zijn nabij de opslag van ontvlambare chemicaliën. De overheid stelt die lijst in samenspraak met betrokkenen op.
Door toepassing van onkruidbestrijdingsmiddelen in andere lidstaten komen
gewasbeschermingsmiddelen via de rivieren in Nederland terecht. Nederland zal zich inspannen die grensoverschrijdende verontreinigingen aan te pakken.
Het Kabinet wil ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op sport- en
recreatieterreinen per 1 januari 2018 verbieden. Onderkend wordt dat verdere innovatie van niet-chemische technieken voor sport- en recreatieterreinen nog nodig is. Om die innovatie van alternatieve methoden te stimuleren, wordt een redelijke termijn geboden waarop deze doelstelling moet zijn gerealiseerd.
Maatregel Actoren Tijdpad
Professioneel gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen op verhardingen is niet meer toegestaan
Rijksoverheid 2018
Opstellen lijst met uitzonderingen op het verbod op
verhardingen Rijksoverheid en sector 2014
Bevorderen ‘onkruidwerend ontwerp’ van de
openbare ruimte Overheid 2014 en 2015
Afspraken maken met andere lidstaten ter vermindering van grensoverschrijdende verontreinigingen
Vewin en Rijksoverheid
2014- 2023 Professioneel gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen op sport- en recreatieterreinen is niet meer toegestaan
Rijksoverheid 2018
29 CROW is ‘het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte’ 30 Motie van 13 september 2011, TK 2010-2011, 32 372, nr. 65
8.2 Particulier gebruik buiten de landbouw
Wat is de uitdaging
Met de term ‘niet-professioneel gebruik’ wordt feitelijk het gebruik van
gewasbeschermingsmiddelen door particulieren bedoeld. Volgens onderzoek van de NVWA is de kans op blootstelling van mens, dier en milieu klein, ervan uitgaande dat de middelen volgens de gebruiksaanwijzing worden toegepast. De relatief beperkte afzet van middelen voor niet-professioneel gebruik, draagt daaraan bij31.
Wel zijn er indicaties dat er sprake is van substantieel ‘niet-toegelaten gebruik’ van
(glyfosaathoudende) onkruidbestrijdingsmiddelen door particulieren. Dat brengt risico’s met zich mee.
Huidig beleid
Door middel van voorlichting wijzen de verschillende betrokken partijen op de risico’s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De tuinbranche voert bijvoorbeeld in 2013 samen met andere partijen een campagne om winkelpersoneel en consumenten te informeren over juist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Misleidende reclame is verboden. Ambitie en doelstelling
Een verbod op niet-professioneel (particulier) gebruik is vanuit het oogpunt van bescherming van de menselijke gezondheid en bescherming van het oppervlaktewater niet noodzakelijk. Wel moet een zorgvuldig gebruik door particulieren worden bevorderd, met name ten aanzien van het veilig hanteren en bewaren van gewasbeschermingsmiddelen en het verwijderen van verpakkingen.
Wat gaan we doen
Producenten van gewasbeschermingsmiddelen en de tuinbranche zijn bereid om de risico’s van onzorgvuldig gebruik door particuliere toepassers terug te dringen. Dat zal gebeuren door middel van een voorlichtingscampagne en door het treffen van een aantal risicoreducerende maatregelen. Ongeacht de wijze van het gebruik mogen middelen geen onaanvaardbare risico’s opleveren. Daarom zullen voorschriften voor niet-professioneel gebruik op etiketten zo duidelijk mogelijk worden geformuleerd. Er wordt geen toelating voor niet-professioneel gebruik verleend als dit alleen zou kunnen met complexe voorschriften. De maximale
verpakkingsgrootte wordt beperkt tot 500 m2, om overdosering of weggooien van restanten te
voorkomen. De risicobeoordeling voor mens en milieu door het Ctgb zal worden aangescherpt door deze te baseren op een maximale tuingrootte van 500 m2.
Het Kabinet onderschrijft deze risicoreducerende maatregelen. Indien daarvoor wijzigingen in de regelgeving nodig zijn, zal de overheid daartoe op korte termijn initiatief nemen.
De overheid zal in EU-verband inzetten op verdere harmonisatie ten aanzien van particulier gebruik.
De overheid zal onderzoeken of verdergaand beleid nodig is in verband met het particulier gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen.
Maatregel Actoren(trekker) Tijdpad
Vermindering risico’s van onzorgvuldig gebruik door particuliere toepassers. Maatregelen: aanscherpen van de risicobeoordeling bij toelating, verkleinen verpakkingsgrootte, stimuleren toepassen Ready- to-use formuleringen verminderen en verduidelijken van etiketteksten en het verzorgen van voorlichting in bijvoorbeeld tuincentra
Nefyto, Tuinbranche
2015
Risicoreducerende maatregelen zo nodig opnemen
in regelgeving Rijksoverheid 2014
Onderdelen van de vorige maatregel worden in
Europees kader aan de orde gesteld. Rijksoverheid 2018
Onderzoek of verdergaand beleid nodig is in verband met het particulier gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen
Rijksoverheid 2014