• No results found

Gebiedsanalyse H1016 Zeggekorfslak

In document 150 Roerdal gebiedsanalyse (2017) (pagina 38-41)

3. Kwaliteitsanalyse habitattypen en habitatsoorten

3.6 Gebiedsanalyse H1016 Zeggekorfslak

3.6.A Systeemanalyse H1016 Zeggekorfslak

De biotoop van Zeggekorfslak bestaat uit voortdurend door kwel gevoede plaatsen waar de kruidenvegetatie wordt gedomineerd door grassen, vooral cypergrassen. De slakjes worden

voornamelijk aangetroffen op moeraszegge, bij uitzondering ook op pluimzegge, liesgras, grote egelskop en bosbies. De vindplaatsen betreffen elzenbroekbos met een ondergroei van grote zeggensoorten in beekdalen langs hogere gronden waarbij kwel optreedt. De

Zeggekorfslak is in het Roerdal eveneens gebonden aan het habitattype Vochtige alluviale bossen. Het leefgebied beperkt zich momenteel tot de Vochtige alluviale bossen op Landgoed Hoosden. De hydrologische randvoorwaarden voor de zeggenkorfslak komen overeen met die van Vochtige Alluviale bossen. De zeggekorfslakjes overwinteren vlak boven de grond, op stengels en de onderzijde van bladeren van grassen en zeggen. De slak is daarom net iets kritischer ten aanzien van de hoogste grondwaterstanden. Voor de systeemanalyse van dit gebied wordt verwezen naar de beschrijving hierboven van het habitattype Vochtige alluviale bossen onder 3.3.A.

3.6.B Kwaliteitsanalyse H1016 Zeggekorfslak op leefgebiedsniveau Doel

Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie Locatie

Het leefgebied in het Roerdal bestaat uit vochtige alluviale bossen (H91E0) met een

ondergroei van moeraszegge. De Zeggekorfslak wordt meestal aangetroffen op de bladeren van zeggen (Carex) op plekken die begroeid zijn met roestachtige schimmels. De

Zeggekorfslak leeft van schimmels die parasiteren op de moerasplanten. De populatie in het Roerdal bevindt zich op Landgoed Hoosden in de omgeving van Huize Hoosden, bij Sint

Odiliënberg. De soort komt in het gebied al langere tijd voor. Bij onderzoek in 2004 is de soort hier vastgesteld in twee kilometerhokken (197-350 en 197-351) (Provincie Limburg, 2009).

Staat van instandhouding

De staat van instandhouding van de habitatsoort Zeggekorfslak is op het aspect leefgebied beoordeeld als “matig ongunstig”. Deze matig ongunstige staat van instandhouding

voornamelijk betrekking heeft op de kwaliteit van het leefgebied. De populatie in het Landgoed Hoosden wordt als duurzaam beschouwd. De Zeggekorfslak is al jarenlang bekend van

Hoosden (Provincie Limburg, 2009).

Trend

In het verleden is er buiten Zuid-Limburg niet of nauwelijks gericht gezocht naar de Zeggekorfslak. Om die reden is er op basis van verspreidingsgegevens van de soort geen beeld te schetsen van de vroegere verspreiding. Op basis van monitoringsgegevens in de bekende gebieden (op landgoed Terworm, langs de Swalm) lijkt het voorkomen dynamisch maar stabiel (mondelinge mededeling S. Keulen). Eenmaal gevestigd kan de soort zich in geschikte milieus tamelijk rap uitbreiden. De gewenste oppervlakte van moerasvegetaties voor krachtige kernpopulaties is afhankelijk van de dichtheid. Bij een dichtheid van meer dan

honderd dieren per vierkante meter volstaat een oppervlakte van 0,25 hectare. In het Roerdal zijn er geen gegevens bekend over trends, alleen is bekend dat de soort er over een langere periode reeds voorkomt (Provincie Limburg, 2009).

3.6.C Knelpunten en oorzakenanalyse H1016 Zeggekorfslak Stikstofdepositie

De kritische depositiewaarde voor Zeggekorfslak is afhankelijk van het leefgebied waarin hij zijn voorkomen heeft. In het Roerdal is het voorkomen van de Zeggekorfslak alleen bekend binnen het habitattype Vochtige alluviale bossen op de locatie Landgoed Hoosden. De kritische depositiewaarde voor het leefgebied van de Zeggekorfslak in het Roerdal (Vochtige alluviale bossen) is vastgesteld op 1857 mol N/ha/jaar (Van Dobben et al., 2012b). De geactualiseerde depositie data zijn afkomstig uit de AERIUS MONITOR 2016L zijn getoetst aan eerdere

depositie data (AERIUS MONITOR 2015 EN 2014). Daaruit blijkt dat er nog steeds sprake is van een dalende trend naar onder de KDW. Dit is geanalyseerd in tijd (referentiejaar (2014) – 2020 – 2030) en afgezet tegen de afgesproken herstelmaatregelen. Op basis daarvan is het

ecologisch oordeel in stand gebleven en hoeft het maatregelenpakket niet aangepast te worden.

In het algemeen kan gesteld worden dat bij een juist en op de soort gericht beheer,

handhaving van de huidige toestand van het habitat van deze slakkensoort, de populatie als duurzaam wordt verondersteld. In het meer zuidelijk gelegen OGOR-meetpunt in Landgoed Hoosden wordt echter de waterkwaliteit als matig beoordeeld als gevolg van hoge sulfaat- en chloridegehalten. In zijn algemeenheid zijn Vogelkers- en Elzenbroekbossen, zoals die van Huize Hoosden, erg kwetsbaar voor watervervuiling. Er is sprake van (antropogene) vervuiling van het grondwater (provincie Limburg, 2013). Juist hier is het leefgebied van de

Zeggenkorfslak gelegen. Toestroming van met nitraat belast grondwater treedt op door bemesting van landbouwgrond in het inzijggebied. Dit speelt bij Landgoed Hoosden waar het inzijggebied zeer groot is en grotendeels bestaat uit landbouwgronden. Plaatselijk komen uit het lokale grondwatersysteem hoge nitraatgehalten naar voren. Het regionale opkwellend grondwater heeft als gevolg van denitrificatie een minder slechte samenstelling. De

grondwaterstand in de omgeving is licht gedaald. De knelpunten voor het habitattype H91E0C Vochtige alluviale bossen, hierboven vermeld onder 3.3.C, zijn daarom eveneens van

toepassing op de Zeggekorfslak.

Tabel 3.5 Leefgebieden voor de zeggekorfslak in het Roerdal

Tabel 3.6 Modelberekeningen stikstofdepositie (AERIUS MONITOR 2016L) op het habitattype Vochtige alluviale bossen in het Roerdal.

Figuur 3.11 Stikstofbelasting voor H91E0C Vochtige alluviale bossen in het Natura 2000-gebied Roerdal (AERIUS MONITOR 2016L).

3.6.D Leemten in kennis H1016 Zeggekorfslak Kennisleemte leefgebieden kaart (L4)

Het is gebleken dat nog kennisleemtes zijn, waar het gaat om over welk leefgebied deze soort in dit Natura2000-gebied gebruikt. De provincie Limburg voert daarom inmiddels een

onderzoek uit naar de precieze begrenzing van het leefgebied van de zeggekorfslak uit

Definitieve resultaten van dit onderzoek komen in het najaar van 2017 beschikbaar. Mocht dit

onderzoek leiden tot nieuwe inzichten van zullen deze verwerkt worden in de partiële

herziening van de PAS die medio 2018 in werking zal treden, uiteraard zal er dan ook worden bezien of dit aanleiding is tot het nemen van aanvullende PAS-maatregelen.

In document 150 Roerdal gebiedsanalyse (2017) (pagina 38-41)