3.11.1 Kwaliteitsanalyse H6230 Heischrale graslanden op standplaatsniveau
Doel
Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit.
5
Huidige situatie
Heischrale graslanden komen in het Dwingelderveld voor op zowel relatief vochtige als vrij droge standplaatsen waar een lichte buffering plaatsvindt. Dit zijn bijvoorbeeld stroken langs het fietspad van de David naar de telescoop (schelpkalk), langs de Hoogeveense Dijk, maar ook nabij de Benderse berg en op de Benderse heide. In het 10
Dwingelderveld komt circa 12 hectare heischraal grasland voor. Het Gentiano
pneumonanthes-Nardetum met klokjesgentiaan komt in kleine oppervlakten lokaal voor (Kiwa 2007). De kwaliteit van het habitattype is matig met enkele kleine, goed
ontwikkelde delen, waarbij deze delen veelal op plekken aanwezig zijn die recent zijn geplagd, waarna licht bekalkt is. Op de goed ontwikkelde delen komen onder meer 15
valkruid, echte guldenroede, gevlekte orchis, stijve ogentroost, liggende
vleugeltjesbloem en heidekartelblad voor (bron: Aptroot en Oomen 2013; eigen waarnemingen provincie Drenthe (Dekker, Smittenberg); terreinbeheerders).
Typische soorten als kwaliteitskenmerk
Het voorkomen van typische soorten binnen een habitattype kan een indicator zijn voor 20
de kwaliteit van het gebied. Uit onderstaande tabel wordt duidelijk dat 9 van de 15 kenmerkende soorten van heischrale graslanden voorkomen in het gebied.
Heischrale graslanden 6230
Soortnaam (NL) Soortnaam (Lat.) Soortgroep Categorie Aanwezig?
Aardbeivlinder Pyrgus malvae ssp. malvae Dagvlinders K Ja
Geelsprietdikkopje Thymelicus sylvestris Dagvlinders Cb Ja
Tweekleurig hooibeestje Coenonympha arcania Dagvlinders K * Bal
Veldkrekel Gryllus campestris Sprinkhanen
& krekels
K Bal
Betonie Stachys officinalis Vaatplanten K Bal
Borstelgras Nardus stricta Vaatplanten K Ja
Groene nachtorchis Dactylorhiza viridis Vaatplanten K (X in Beheerplan)
Bal
Heidekartelblad Pedicularis sylvatica Vaatplanten K Ja
Heidezegge Carex ericetorum Vaatplanten E (X in
Beheerplan) Bal
Herfstschroeforchis Spiranthes spiralis Vaatplanten K Bal
Liggend walstro Galium saxatile Vaatplanten K Ja
Dwingelderveld 56 15-12-2017 Liggende vleugeltjesbloem Polygala serpyllifolia Vaatplanten E Ja
Valkruid Arnica montana Vaatplanten K Ja
Welriekende nachtorchis Platanthera bifolia Vaatplanten K Ja
Stekelbrem Genista anglica Vaatplanten K + Ca Ja, APD
Verklaring tabel
Categorie: Ca = constante soort goede abiotische toestand; Cb = constante soort goede biotische structuur; Cab = constante soort goede abiotische toestand en goede biotische structuur; K = karakteristieke soort; E = exclusieve soort
5
Aanwezig?: Bal = de soort is vermeld in de standaardlijst van Bal uit 2007, maar is afwezig in het gebied; Ja = de soort is aanwezig; Ja, APD = de soort is aanwezig en is een aanvulling van de provincie Drenthe op de standaardlijst van Bal uit 2007; Onb. = Het is onbekend of de soort voorkomt; Verdw. = De soort is verdwenen; Wint. = De soort is een wintergast
10
Overige kenmerken van een goede structuur en functie:
Dominantie van grassen en kruiden;
Aanwezigheid van dwergstruiken met geringe bedekking (< 25%);
15
Hoge soortenrijkdom (> 20 plantensoorten/m2);
Optimale functionele omvang: vanaf enkele hectares.
Trend
De heischrale graslanden van het Dwingelderveld hebben intensief te lijden van 20
bodemverzuring door overmatige stikstofdepositie. Veel kritische soorten zoals
rozenkransje en welriekende nachtorchis zijn verdwenen. Door herstelbeheer inclusief bekalking zijn positieve resultaten geboekt, die heeft geleid tot een toename van soorten van heischraal grasland zoals echte guldenroede en valkruid (bron: Aptroot en Oomen 2013; eigen waarnemingen provincie Drenthe (Dekker, Smittenberg); terreinbeheer-25
ders). Wel geeft Aptroot aan, dat de oppervlaktes erg klein zijn en niet stabiel. Frequent komen verschuivingen voor binnen het heideareaal. Bovendien is zichtbaar dat heischrale soorten zich vestigen in ‘reguliere’ droge en licht vochtige heidevegetaties zonder dat de ontwikkeling naar typisch heischraal grasland doorzet.
Structuurverschillen zijn te bereiken door lokaal plaggen en bekalken, door afwisseling in 30
begrazing met een gescheperde schaapskudde en door het herstel van de
waterhuishouding. Aan de Benderse is op deze manier een heischraal grasland in
ontwikkeling waar o.a. gevlekte orchis zich heeft gevestigd. Er is ruimte om de minimale functionele omvang te bereiken. De trend is daarmee positief.
Relatie met stikstofdepositie(Aerius Monitor 16L) 35
De Kritische Depositie Waarde (KDW) van dit habitattype is 714 mol/ha/jaar. De gemiddelde depositie bedraagt in het referentiejaar (2014) 1.206 mol/ha/jaar (Aerius Monitor 16L) en daarmee wordt de KDW overschreden.
Dwingelderveld 57 15-12-2017 In 2020 is sprake van een gemiddelde afname van 97 mol/ha/jr waarbij het gemiddelde op 1.109 mol/ha/jr komt.
In 2030 wordt een gemiddelde afname van 177 mol/ha/jr gerealiseerd en is de gemiddelde depositie op dit habitattype 1.029 mol/ha/jr.
5
Figuur 3-18 Depositie op het habitattype H6230vka uit Monitor 16L, voor legenda zie fig 2-1
10
Figuur 3-19 Depositie op de zoekgebieden van habitattype H6230vka/dka uit Monitor 16L, voor legenda zie fig 2-1
15
3.11.2 Systeemanalyse H6230 Heischrale graslanden
Heischrale graslanden komen in het Dwingelderveld voornamelijk voor nabij de
Bendersche berg en langs het fietspad van Benderse naar het Astron. Ten zuiden van de weg Davidshoeve zijn enkele plagpercelen aanwezig, welke na het plaggen gedeeltelijk 20
bekalkt zijn. Deze plagproeven laten goede resultaten zien van herstel van heischraal grasland met typische soorten als valkruid en heidekartelblad
Heischraal grasland is gebonden aan kleinschalige menselijke activiteiten zoals betreden, begrazing, plaggen, maaien en branden. Deze activiteiten leiden er toe dat mineralen uit de bodem beschikbaar komen en er een wat minder zuur (beter gebufferd) milieu
25
ontstaat. Dit is zichtbaar in de optimale pH, die tussen de 4,5 en 6,5 ligt. De optimale voedselrijkdom is zeer voedselarm tot licht voedselrijk.
3.11.3 Knelpunten en oorzakenanalyse H6230 Heischrale graslanden
Knelpunten voor het huidige areaal 30
Dwingelderveld 58 15-12-2017 Het heischraal grasland is vrij soortenarm en niet stabiel aanwezig (bron: Aptroot en Oomen 2013; eigen waarnemingen provincie Drenthe (Dekker, Smittenberg);
terreinbeheerders). Bovendien keren niet alle kenmerkende soorten terug na herstelmaatregelen, zoals rozenkransje. Dit kan te maken hebben met de te hoge stikstofdepositie, die ruim boven de Kritische depositiewaarde van 714 ligt in combinatie 5
met het mogelijk gebrek aan zaadbronnen in de regio. Door uitloging en afname van de buffering als gevolg van veranderingen in de bodemchemie door stikstofdepositie en voortschrijdende successie kan duurzame instandhouding van het type een probleem zijn.
Knelpunten voor uitbreiding 10
Door de herinrichting van het Dwingelderveld ontstaan vooral in Noordenveld nieuwe kansen voor soortenrijke heischrale graslanden. Hier wordt een uitbreiding van circa 5 hectare verwacht [Life aanvraag part C]. In de graslanden langs het fietspad van de Benderse naar het Achterlandseveen ontwikkelt zich een vorm van heischraal grasland met gevlekte orchis.
15
Een uitbreiding kan ook gerealiseerd worden door een beheer van plaggen, maaien, begrazen en bekalken van ondermeer droge heidepercelen nabij Benderse en het noordoostelijke deel van de heide nabij het Astron. Naast een vergroting van het oppervlak in ruimte kan door interne kwaliteitsverbetering ook een vergroting van het oppervlak worden gerealiseerd in de percelen die momenteel al gekwalificeerd zijn als 20
heischraal grasland. Door het uitvoeren van herstelmaatregelen kan daar de bedekkingsgraad worden verbeterd, .
Een belangrijk knelpunt is de afwezigheid van voldoende bodembuffering buiten de stroken langs de fietspaden. Bekalken blijkt lokaal te werken.
De weinig stabiele aanwezigheid van heischraal grasland is momenteel eveneens een 25
knelpunt (bron: Aptroot en Oomen 2013).
3.11.4 Leemten in kennis H6230 Heischrale graslanden
Omdat het ontwikkelen van heischraal grasland momenteel op sommige percelen beter gaat dan op andere percelen, is het van belang te onderzoeken waarom dat komt, hoe de standplaatscondities (bodemchemie, hydrologie, morfologie etc.) ter plaatse zijn en hoe 30
deze positief beïnvloed kunnen worden. Dit onderzoek kan mogelijk goed aanhaken bij een onderzoek naar het Heischrale grasland wat momenteel door het OBN wordt uitgevoerd.
Bovendien is de oorzaak van de instabiliteit van de aanwezigheid van sommige delen met heischraal grasland niet duidelijk.
35