• No results found

Tabel 2.15 geeft inzicht in de geaggregeerde bedrijfsresultaten. Hiervoor zijn de bedrijfsuitkomsten van alle particuliere bosbedrijven met meer dan 5 ha bos ge$ sommeerd. Gezamenlijk hebben de particuliere boseigenaren in 2009 voor 15,6 mln euro aan kosten gemaakt. De totale opbrengsten bedroegen 13,6 mln euro, wat een negatief resultaat opleverde van 2 mln euro, iets meer dan in 2008. In 2006 en 2007 werden nog positieve saldi genoteerd, van respectieve$ lijk 0,5 mln en 2,2 mln euro.

De kosten voor beheer, leiding en toezicht, en voor loonwerk zijn in 2009 goed voor 61% van de kosten. De subsidies van Programma Beheer en de houtopbrengsten leverden in 2009 samen 65% van de totale opbrengsten.

Tabel 2.15 Geaggregeerde bedrijfsuitkomsten (mln. euro) particuliere bosbedrijven, 200732009 2007 2008 2009 Opbrengsten, totaal 17,7 14,3 13,6 hout 6,7 4,7 4,0 w.v. op stam 5,7 3,4 3,2 geveld 0,9 1,2 0,7 Programma Beheer 5,1 4,8 4,8 overige subsidies 1,9 1,1 1,5 overig 4,0 3,7 3,2 Kosten, totaal 15,5 16,1 15,6

beheer, leiding en toezicht 4,2 4,3 4,8

arbeid uitvoerend 3,4 2,9 3,3

werk door derden 4,2 5,1 4,7

werktuigen, grond$/hulpstoffen 1,0 1,0 1,1

heffingen/verzekeringen 1,7 1,8 0,7

overig 1,0 1,1 1,0

2.7 Slotbeschouwing

Goede vooruitzichten houtmarkt 2010/2011

Na de jaren 2006 en 2007 die het gemiddelde Nederlandse particuliere bosbe$ drijf met een positief resultaat afsloot, wat vrij uitzonderlijk is, werd in de afge$ lopen twee jaren weer verlies geleden. Maar het jaarlijks tekort van gemiddeld 33 euro per hectare bos over 2008$2009, steekt nog gunstig af bij dat in de eerste helft van dit decennium, toen jaarlijks gemiddeld 64 euro per hectare moest worden toegelegd op het bosbeheer. De vrij grote veranderingen in de bedrijfsresultaten zijn vooral het gevolg van de ontwikkeling van de houtprijzen. Na de zeer forse stijgingen in 2006 en 2007 zijn de prijzen in 2008$2009 weer gedaald, maar minder hard, waardoor de prijs in 2009 nog ruim boven het ni$ veau in 2001$2005 bleef. De daling van de totale opbrengsten in 2009 zijn dan ook vooral het gevolg van de lagere houtprijs in combinatie met een daling van het oogstvolume. Maar omdat eveneens de kosten lager uitvielen, is het resul$ taat in 2009 op het peil van het jaar daarvoor gebleven. De lagere kosten zijn te danken aan de sterke daling van waterschapslasten door het nieuwe heffingen$ stelsel. Betaalde de particuliere boseigenaar in 2008 nog 24 euro per hectare, in 2009 was dit nog slechts 5 euro. Daar staat tegenover dat de kosten voor het bosonderhoud (inclusief de infrastructuur) de afgelopen jaren zijn gestegen, wat samenhangt met de toename van de houtoogst.

Onder invloed van het herstel van de economische groei in 2010 zijn ook de houtprijzen weer gaan stijgen. Zo lagen de prijzen in Zweden, Finland en Duits$ land in het derde kwartaal van 2010 boven het gemiddelde prijsniveau van 2009, en soms zelfs al in de buurt van de prijspiek in 2007/2008. Ervan uit$ gaande dat de stijgende houtprijzen ook voor Nederland gelden $ de houtmarkt is immers een internationale $ zijn er gunstige vooruitzichten op goede houtop$ brengsten in 2010/2011.

Lagere beheersubsidie voor productiebos

De beheersubsidies vanuit Programma Beheer zullen naar verwachting weinig veranderen. De meeste overeenkomsten gaan in 2010 het vierde of vijfde jaar in van de zesjarige contracttermijn van de Provinciale subsidieregeling natuur$ beheer (PSN), onderdeel van het Programma Beheer. Na afloop van deze con$ tracttermijn $ in 2011$2012 $ worden de vergoedingen voor het beheer verstrekt op basis van het nieuwe Subsidiestelsel Natuur$ en Landschapsbeheer (SNL) met veel lagere vergoedingen voor bossen met productiefunctie (dat wil zeggen

48

De vergoeding in het nieuwe systeem is gebaseerd op de genormeerde kos$ ten voor het beheer per beheertype, de standaardkostprijs. In het nieuwe stelsel zijn twee soorten (beheertypen) bos opgenomen met een productiefunctie, ofwel waar de oogst van hout een van de functies van dat bos is. Het tarief in 2011 voor 'Droog bos met productiefunctie' bedraagt 9,48 euro per hectare en voor 'Vochtig bos met productiefunctie' 15,72 euro per hectare. Daarnaast is er een toeslag mogelijk voor een recreatiepakket à 33,43 euro per hectare.

In 2009 ontving de particuliere boseigenaar een PSN$beheervergoeding van 81 euro per hectare (inclusief het recreatiepakket). Omdat niet alle eigenaren een beroep doen op de subsidie, ligt dit bedrag onder de maximaal mogelijke vergoeding. Hiermee rekening houdend, zou de beheervergoeding (inclusief de toeslag voor het recreatiepakket) op basis van het nieuwe subsidiestelsel uitko$ men op 39 euro per hectare, ofwel een verlaging van de vergoeding met 42 eu$ ro per hectare. Het bedrijfsresultaat zou evenzoveel dalen.

Kosten voor vermogen vastgelegd in grond en houtopstanden

In de berekening van het bedrijfsresultaat in de particuliere bosbouw zijn geen kosten in rekening gebracht voor het in grond en opstanden geïnvesteerde ver$ mogen. Dat komt door het ontbreken van voldoende marktinformatie die voor de waardering van de grond en opstanden nodig is. Een andere optie is de waarde periodiek te (laten) taxeren, maar dat is een vrij kostbare operatie. Om toch een indruk te geven van de orde van grootte van deze kosten, is gebruik gemaakt van grondmarkttransacties van het Kadaster en de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Hieruit is een selectie gemaakt van transacties (verkopen) van bosgrond zonder gebouwen in de periode 2003$2007 in de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord$Brabant en Limburg. De gemiddelde prijs voor bosgrond bedroeg in deze jaren 11.000 euro per hectare. De landelijke prijs voor landbouwgrond lag in deze periode op gemiddeld 30.000 euro; momenteel ligt de prijs van landbouwgrond al boven de 40.000 euro. Voor het berekenen van de jaarlijkse bedrijfseconomische kosten voor het vastgelegde vermogen in de bosgrond (en opstanden), hanteren we het gemiddelde rentepercentage in 2003$2007, zoals dat wordt gebruikt in de land$ en tuinbouw. Voor landbouw$ grond wordt een specifiek rentepercentage per bedrijf berekend dat in deze pe$ riode uitkwam op gemiddeld 1,5% (lei.wur.nl). Daarmee komen de jaarlijkse bedrijfseconomische kosten voor het in grond en opstanden vastgelegde ver$ mogen uit op 165 euro per hectare. Gevoegd bij het verlies van 2009 ($34 euro per hectare), resteert een negatief bedrijfseconomisch resultaat van ongeveer 200 euro per hectare. Uitgaande van de beheervergoedingen van het nieuwe

subsidiestelsel (zie voorgaande paragraaf), neemt het tekort toe tot 240 euro per hectare, uitgaande van de resultaten in 2009. Hierbij moet bedacht worden dat de waardestijging van (bos)gronden niet tot het bedrijfsresultaat en het in$ komen wordt gerekend.

50

3

Toelichting op begrippen

3.1 Algemeen

De cijfers in de rubriek bedrijfsresultaten geven steeds gewogen gemiddelden weer van alle betrokken bedrijven. Ook de gegevens in de overige tabellen zijn berekend door de totale opbrengst van de gewogen steekproefbedrijven te de$ len door het bij de houtoogst op die bedrijven betrokken gewogen aantal ha of kubieke meters.

Door afronding kan het gebeuren dat de totalen licht afwijken van de som van de gespecificeerde getallen. Daar waarin de tabellen het getal 0 is weerge$ geven betekent dit dat het waargenomen bedrag is afgerond naar 0. Daar waar een streepje staat betekent dat er geen bedrag is waargenomen in het betref$ fende jaar. Een leeg veld tot slot houdt in dat het item in het betreffende jaar niet is gevraagd.