• No results found

G EUR

In document Vastgesteld. Juni 2019 (pagina 35-38)

5.6.1 Wet geurhinder en veehouderij

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt het toetsingskader vergunningverlening, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van veehouderijen. De Wgv stelt één landsdekkend beoordelingskader met een indeling in twee categorieën. Voor diercategorieën waarvan de geuremissie per dier is vastgesteld, wordt deze waarde uitgedrukt in een ten hoogste toegestane geurbelasting op een geurgevoelig object. Voor de andere diercategorieën is die waarde een wettelijke vastgestelde afstand die ten minste moet worden aangehouden.

Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient voor diercategorieën waarvoor per dier geen geuremissie is vastgesteld (bijvoorbeeld melkkoeien en paarden) en een geurgevoelig object de volgende afstanden aangehouden te worden:

 ten minste 100 meter indien het geurgevoelige object binnen de bebouwde kom is gelegen, en

 ten minste 50 meter indien het geurgevoelige object buiten de bebouwde kom is gelegen.

Voor diercategorieën waarvoor in de Wgv een geuremissie per dier is vastgesteld geldt dat, buiten een concentratiegebied, de geurbelasting op geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom niet meer dan 2 odour units per kubieke meter lucht mag bedragen. Voor geurgevoelige objecten buiten de bebouwde kom mag deze niet meer bedragen dan 8 odour units per kubieke meter lucht.

5.6.2 Situatie plangebied

5.6.2.1 Algemeen

Met dit plan wordt een geurgevoelig object, namelijk een woning, mogelijk gemaakt. Het bevoegd gezag moet in de ruimtelijke ordening rekening houden met de geurwetgeving vanwege de zogenaamde ‘omgekeerde werking’. Dit betekent dat zowel de belangen van het geurgevoelig object (woning) als de belangen van de veehouderij en derden moeten worden afgewogen:

 Is er geen sprake van onevenredige aantasting van belangen van derden (belangen veehouderij en derden)?

 Is ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat gegarandeerd (geurgevoelig object)?

BJZ.nu Ruimtelijke plannen en advies 36 Nabij het plangebied is een gemengd agrarisch bedrijf aanwezig, Bentheimerstraat 101. Dit betreft tevens het enige agrarische bedrijf in de nabijheid van het plangebied. Windmill heeft in het kader van voorgenomen ontwikkeling een geuronderzoek uitgevoerd. Een samenvatting van de resultaten en conclusies uit dit onderzoek zijn hierna opgenomen. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar het complete onderzoeksrapport wat is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting.

5.6.2.2 Normering gemeente Losser

De gemeente Losser ligt in een concentratiegebied zoals bedoeld in de Meststoffenwet. Gemeente Losser heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een geurverordening vast te stellen. Dit betekent dat voor het gehele grondgebied van de gemeente Losser de wettelijke normen uit de Wgv onverkort van toepassing zijn.

Het plangebied is gelegen buiten de bebouwde kom. Gelet op deze situering, gelden ter plaatse van het plangebied conform artikel 3 en 4 van de Wgv de volgende waarden:

-

de maximale waarde voor de geurbelasting van een veehouderij op eengeurgevoelig object bedraagt 14 ouE/m3.

-

de afstand tussen een geurgevoelig object en een veehouderij waar dierenworden gehouden van een diercategorie waarvoor op grond van de Wet geengeuremissiefactor is vastgesteld bedraagt ten minste 50 meter.

5.6.2.3 Beoordeling vergunde rechten veehouderijen

Zoals aangegeven is aan de Bentheimerstraat 105 een voormalig grenswisselkantoor aanwezig. Het kantoor heeft op basis van het geldend bestemmingsplan tevens een kantoorbestemming. Een kantoor wordt ingevolge artikel 1 van de Wgv beschouwd als zijnde een geurgevoelig object.

In artikel 1 van de Wgv wordt de definitie van een geurgevoelig object als volgt omschreven:

Geurgevoelig object: gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichtinggeschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en diedaarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.

Het kantoorpand wordt op kantoortijden gebruikt. In dat kader is niet van belang hoeveel personen in het gebouw verblijven, één persoon is voldoende.2 Overigens is niet noodzakelijk dat gedurende 24 uur per dag iemand aanwezig is.3

Door de functiewijziging van de kantoorfunctie naar een woonfunctie wijzigt weliswaar het gebruik van het pand, echter de geurgevoeligheid ingevolgde de Wgv wijzigt niet; beide functies worden aangemerkt als een geurgevoelig object. Geconcludeerd wordt dat het gebruik van het pand aan de Bentheimerstraat 105 voor de functie wonen geen inbreuk kan maken op zowel de vergunde als de planologische geurruimte van de

veehouderij aan de Bentheimerstraat 101.

5.6.2.4 Beoordeling woon- en leefklimaat

Gelet op de beperkte afstand tussen de veehouderij en het plangebied kan mogelijk sprake zijn van een aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied.

Vergunde situatie Bentheimerstraat 101

Het bedrijf aan de Bentheimerstraat betreft een gemengd bedrijf. De vergunde situatie van het bedrijf volgt uit de milieuvergunning (thans Omgevingsvergunning – milieu) uit 2005. De inrichting beschikt over een vergund veebestand van:

2ABRvS 13 januari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BK8993, r.o.2.6.5 (Aalten).

3ABRvS 11 maart 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BH5527, r.o.2.6 (Woudenberg).

BJZ.nu Ruimtelijke plannen en advies 37 - 54 melk- en kalfkoeien;

- 21 stuks vrouwelijk jongvee;

- 300 vleesvarkens;

- 110 duiven.

Voorgrondbelasting dieren waarvoor een geuremissiefactor is vastgesteld (ou-dieren)

Binnen de inrichting zijn onder andere varkens aanwezig. Voor varkens zijn geuremissiefactoren vastgesteld.

De vergunde varkens hebben een totale geuremissie van 6.900 ou/s. Teneinde de geurbelasting

(voorgrondgeurbelasting) van deze geuremissie op het plangebied inzichtelijk te maken, is een berekening uitgevoerd met het verspreidingsmodel ‘V-Stacks vergunning’. De toetsingspunten zijn hierbij gelegd op de maatgevende beoordelingspunten van het pand. De berekende voorgrondbelasting op de maatgevende toetspunten van het plangebied zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Aangetoond is dat de vergunde geurcontour van de ou-dieren (varkens) binnen de veehouderij Bentheimerstraat 101 niet tot over het plangebied reikt.

Voorgrondbelasting dieren waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld (va-dieren)

Voor het rundvee en de duiven zijn géén geuremissienormen vastgesteld en kan derhalve de geurbelasting niet worden berekend. Voor deze diersoorten dient getoetst te worden aan een te respecteren geurafstand.

Gelet op de ligging van het plangebied buiten de bebouwde kom, geldt ingevolge artikel 4 lid 1 van de Wgv een te respecteren afstand van 50 meter.

Gebleken is dat de te respecteren geurafstand van de rundveestallen en de duivenhokken binnen de veehouderij Bentheimerstraat 101 tot over het plangebied reikt.

Beoordeling voorgrondbelasting

Op basis van de berekende voorgrondbelasting wordt geconcludeerd dat het woon- en leefklimaat binnen het plangebied gekwalificeerd kan worden als ‘redelijk goed’ tot ‘matig’. De berekende geurconcentratie voldoet ruimschoots aan de toegestane normstelling. Op basis daarvan kan gemotiveerd worden dat voor wat betreft de geurbelasting vanwege intensieve diersoorten sprake is van een acceptabel woon- en leefklimaat.

Bij de naastgelegen veehouderij zijn tevens diersoorten aanwezig waarvoor geen geuremissiefactor voor handen is. Deze diersoorten worden beoordeeld op basis van vaste afstanden. Indien de hobbymatige duiven buiten beschouwing worden gelaten, wordt de woonbestemming gerealiseerd op een afstand van circa 32 meter van de dichtstbijgelegen dierverblijven.

Wanneer de afstand tussen de veehouderij en een geurgevoelig object kleiner is dan nodig is volgens de Wgv, is er niet zonder meer sprake van een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit betekent dus niet dat een ontwikkeling niet mogelijk is. In een dergelijk geval dient gemotiveerd te worden op grond van jurisprudentie 4 waarom bij het geurgevoelig object toch een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.

Van belang is dat het bestaande kantoorpand reeds een geurgevoelig object is. Er is planologisch gezien dan ook sprake van een reeds bestaande situatie5. Het pand is en blijft als gevolg van voorliggende ontwikkeling een geurgevoelig object. In die zin treedt met het toekennen van een woonbestemming dan ook, wat geur betreft, geen verslechtering op van het bestaande woon- en leefklimaat.

4 ABRvS 24 oktober 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY1045 (Geertruidenberg), ABRvS 1 maart 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ3371 (Lopik)

5ABRvS 24 oktober 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY1045 (Geertruidenberg)

BJZ.nu Ruimtelijke plannen en advies 38 Verder wordt opgemerkt dat de Wet geurhinder en veehouderij heeft voorzien in situaties, vergelijkbaar met

de onderhavige situatie, waarbij wonen kan plaatsvinden op een afstand vanaf 25 meter van dierverblijven. In voorliggende situatie wordt de ondergrens van 25 meter niet overschreden en is het

5.6.3 Conclusie

Gesteld wordt dat het aspect geur geen belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van dit plan. Ter plaatse van de beoogde woning is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, tevens worden omliggende (agrarische) bedrijven niet (verder) in hun ontwikkelmogelijkheden belemmerd.

In document Vastgesteld. Juni 2019 (pagina 35-38)