• No results found

3. Juridisch-planologisch kader, recente visies, uitgevoerd natuurbeheer en monitoring

3.1. Juridisch - planologisch kader

3.1.2. Nationale/Gewestelijke wetgeving

3.1.2.2. Frankrijk

A. Inventarissen ten gunste van het natuurlijk erfgoed

De duinen worden door verschillende inventaris- en beschermingsmaatregelen ten gunste van het milieu en de landschappen in acht genomen.

3.1.2.2.1. de inventarissen van het “ ZNIEFF”

De in 1982 gelanceerde inventaris van de natuurlijke gebieden van ecologisch, faunistische en floristisch belang de zogenaamde “Zones Naturelles d’Intérêt Ecologique Faunistique et Floristique (ZNIEFF)” heeft als doelstelling om de zones te identificeren en te beschrijven die grote biologische mogelijkheden en een goede staat van instandhouding vertonen.

De circulaire van 10 oktober 1989 inzake het behoud van bepaalde kustgebieden en zones raadt aan om rekening te houden met de zogenaamde Z.N.I.E.F.F. type-1 voor de afbakening van gebieden die moeten worden beschermd. In het kader van de ontwikkeling van stadsplanning (P.O.S., P.L.U., blauwdruk, S.C.O.T.) vormt de ' Z.N.I.E.F.F inventaris een essentiële basis om deze natuurlijke gebieden (zone ND,...) te localiseren. De opname van een gebied in het Z.N.I.E.F.F.-bestand geeft het echter geen enkele wettelijke bescherming.

Men onderscheidt 2 typen ZNIEFF:

De type-1 ZNIEFF-gebieden: dit zijn de zones van groot biologisch of ecologisch belang;

De type-2 ZNIEFF-gebieden: complexen met een grote natuurlijke rijkdom die weinig zijn veranderd met een belangrijk biologische potentieel.

De type-1 zones kunnen deel uitmaken van een type-2 gebied. De volgende gebieden zijn in het ZNIEFF-bestand opgenomen:

• ZNIEFF de type 1

- 1-0301, Dunes de Leffrinckoucke (ZNIEFF310013271 - site régional n°30) - 1-034, Dune du Perroquet (ZNIEFF310013275 - site régional n°34) - 1-075, Dune Marchand (ZNIEFF310007021 - site régional n°75) - 1-049, Dune de Ghyvelde (ZNIEFF310007022 - site régional n°49) - 1-111-01, Marais de la Briqueterie et Lac de Téteghem

- 1-111-02, Canal des Chats, Canal du Ringsloot et mares de chasse de Ghyvelde

• ZNIEFF de type

- 2-111, Les Moeres et la partie Est de la Plaine Maritime Flamande

De francofone variant in België betreft de zogenaamde gebieden van groot biologisch belang (SGIB).

De SGIB vormen samen een ecologisch network dat de materialisering is van het theoretisch concept

Masterplan Vlaamse Westkust-Dunes de Flandre WVI-CPIE-INBO 92

dat bestaat uit kern- en ontwikkelingsgebieden, herstel- en bufferzones en verbindingsgebied zoals gedefinieerd door het Paneuropees ecologisch netwerk. De Vlaamse tegenhanger bestaat niet echt.

Wel kent men in Vlaanderen het VEN of Vlaam Ecologisch Netwerk.

B. Bescherming van natuurgebieden

Om natuurgebieden te beschermen zijn veel instrumenten ontwikkeld. Ze zijn onderverdeeld in drie categorieën: wettelijke bescherming, het grondenbeleid en contracten.

B.1. De wettelijke bescherming

Deze aldus beschermde gebieden hebben een zeer sterke beschermingsstatus. Ze zijn het onderwerp van strikte regelgeving voor de bescherming van de flora, fauna en ecosystemen.

Het betreft:

- de nationale en regionale beschermde natuurreservaten, - de domaniale biologische reservaten,

- de nationale jacht en wilde fauna reservaten, - de mariene natuurparken,

- de geklasseerde gebieden,

- de departemtale biotoopbescherming.

3.1.2.2.2. De nationale natuurreservaten “Réserve naturelle nationale (RNN)”

Een nationaal natuurreservaat (RNN) is een beschermd gebied dat deel uitmaakt van de Franse nationale natuurreservaten waarvan het statuut door de wet 27 februari 2002 wordt gedefinieerd.

De bescherming geldt voor onbepaalde duur.

 83 ha van het “Dune Marchand” is gerangschikt als natuurreservaat bij besluit van 11 december 1974 (fiche 59-RN n°1) en geconsolideerd door Decreet n°90-892 van 1 oktober 1990.

3.1.2.2.3. Gerangschikt of geregistreerd gebied van ”le Nord”

De gerangschikte of geregistreerde gebieden zijn plekken waarvan de uitzonderlijke aard een bescherming op nationaal niveau rechtvaardigt (wet van 05/02/1930, vastgelegd in de artikelen L.

341-1 tot en met 22 van het Milieuwetboek).

1 Geregistreerd gebied om pittoreske reden

- 59SI11 « Dunes de Flandre Maritime » (Besluit van 25/02/1972)

ingeschreven delen waaronder: Fort des Dunes in Leffrinckoucke, onderdeel van de gemeente Zuydcoote, het westelijke deel van Bray-Dunes.- 59-SI-15 "Dune Fossile de Ghyvelde" (besluit van 11/09/1975)

Complex gevormd door het fossiele duin in de gemeente Ghyvelde (155 ha openbaar en privé-bezit)

1 Gerangschikt gebied om pittoreske reden

- 59SC08 « Dunes de Flandre Maritime » (Besluit van 31/08/1978)

De “Dunes de Flandre Maritime” en het publieke maritieme domein (DPM) in de gemeenten van Bray-Dunes en Zuydcoote, Ghyvelde en Leffrinckoucke. Het is 946 ha of 662 ha voor het terrestrisch gedeelte en 284 ha voor het DPM.

3.1.2.2.4. Gevoelig natuurgebied (ENS)

De netwerken voor gevoelige natuurgebieden zijn instrumenten die beschikbaar worden gesteld aan de departementale raden voor het organiseren van het behoud van een netwerk van gebieden in hun departement. De oprichting van de ENS berust op de code van stedenbouw (Art. 142 etc.)De

Masterplan Vlaamse Westkust-Dunes de Flandre WVI-CPIE-INBO 93

ontwikkelingsbelasting (of TA) is een belasting, ingevoerd met ingang van 1 maart 2012 door artikel 28 van wet nr. 2010-1658 van 29 december 2010 betreffende de wijziging van de financiering, ten voordele van gemeenten of openbare instellingen voor intergemeentelijke samenwerking en diensten. Het vervangt de vroegere TDENS voor de departementen. Het wordt vastgesteld door de uitvoerende macht en ligt tussen 0 en 2%, het betreft nieuwe gebouwen of uitbreidingen. In het departement Nord was dit in 2016 1,45% (1,20% voor kwetsbare natuurgebieden en 0,25 voor CAUE).

De fondsen die door deze belasting worden gespijsd, worden dan gebruikt om bedreigde

natuurgebieden te verwerven, te herstellen, te ontwikkelen en te beheren. Het eigendom en het bestuur van deze gebieden kunnen bij het department terechtkomen ofwel overgedragen worden aan een derde partij (een vereniging, het Conservatoire du littoral,…)

 Wat betreft het Département du Nord, betreffen de gebieden van het ENS binnen de FLANDRE-projectzone volgende gebieden:

- de “Dune Dewulf”,

- het natuurreservaat “dune Marchand”

- de “Dune du Perroquet”,

- de “Dune fossile de Ghyvelde” et het “ Lac des Moëres”.

Dit herneemt de eigendommen van het Conservatoire du littoral, die bij overeenkomst worden beheerd door de dienst “Espaces Naturels Sensibles” van het “Département du Nord”.

B.2. Grondenbeleid

Twee instrumenten staan grondaankoop met het doel van de bescherming en de valorisatie van het natuurlijke erfgoed toe.

Het « Conservatoire du Littoral et des Rivages Lacustres » is een openbare staatsinstelling die, in samenwerking met lokale overheden, een grondbeleid voert om het kustgebied veilig te stellen en natuurgebieden en het ecologisch evenwicht te behouden, door de verwerving van kwetsbare en bedreigde locaties.

De departementale raden kunnen zich voornemen om op hun grondgebied een beleid te voeren dat de bescherming, het beheer en de openstelling voor het publiek van kwetsbare natuurgebieden beoogd door hiervoor, op hun grondgebied, de zogenaamde ontwikkelingsbelasting in te stellen die bedoeld is voor de bescherming van natuurgebieden door grondaankoop.

3.1.2.2.5. Verwerving van terreinen door het voorkooprecht

De meeste verwervingen door de “Conservatoire du littoral” gebeuren op basis van een minnelijke schikking maar ook door gebruik te maken van het voorkooprecht voor de zogenaamde “espaces naturels sensible” (ou via het eigen recht hierop) en indien nodig, door onteigening.

C. Andere

3.1.2.2.6. De wet betreffende het beheer, de bescherming en de ontwikkeling van kustgebieden de zogenaamde “loi littoral” (3 januari 1986)

Deze wet is bedoeld om toezicht te houden op de ontwikkeling van de kust om ze te beschermen tegen overmatige speculatie op onroerend goed en om een vrije, publieke toegang te garanderen op de kustpaden. De wet bevat een reeks maatregelen met betrekking tot de bescherming en het beheer van de kustlijn en de belangrijkste binnenwateren.

Masterplan Vlaamse Westkust-Dunes de Flandre WVI-CPIE-INBO 94

Doelstellingen:

Begeleiding en beperking van de verstedelijking in kustgebieden, de toewijzing van de kustlijn aan het publiek,

De sturing van de inplanting van nieuwe wegen en gebieden voor kamperen en caravans.

Bescherming van het natuurlijk en het cultureel erfgoed van de kust,

Het behoud van milieus die nodig zijn voor het behoud van biologische en ecologische evenwichten, het behoud en de ontwikkeling van watergebonden economische activiteiten.

Een van de doelstellingen van de “loi littoral” is het beschermen van merkwaardige kustgebieden bv. deze die ingeschreven staan in regelgeving ter bescherming ervan zoals de ZNIEFF en Natura- 2000. Alleen kleine ingrepen en aanpassingen zijn toegestaan zoals deze die nodig zijn voor hun beheer, hun bijzondere economische ontwikkeling of, in voorkomend geval voor de publieke toegankelijkheid ervan.

3.1.2.2.7. Operatie” Grand Site” (label)

Dit label wil het behoud en de valorisatie van gerangschikte natuurgebieden met een grote

bekendheid en zeer grote bezoekfrequentie promoten. Deze verordening is opgenomen in de Code van het leefmilieu (2010) waardoor er een nationale betrokkenheid is voor het leefmilieu. Het label wordt toegewezen aan het lokale organisme dat verantwoordelijk is voor de instandhouding en de ontwikkeling voor een hernieuwbare termijn van zes jaar en kan worden afgenomen in geval van wanbeheer.

 Een principeakkoord voor de uitvoering van een operatie “Grand Site” wordt afgegeven door de Minister voor ecologie op verzoek van de prefect. De operatie begint zodra dit akkoord er is en omvat de studiefase en de fase der werken. De voltooiing van de herstelwerken moet vervolgens worden gemachtigd door de dezelfde autoriteit uit hoofde van de wet van 1930 op de gebieden.

Door deel te nemen aan deze “Opération Grand site” (operatie geweldig landschap), wil het gehele Duinkerkse grondgebied al zijn sterke punten inzetten voor dit duurzaam project.

De eerste fase van de Operatie Grand Site zal bestaan uit een tijd voor uitwisseling, overleg en communicatie met de verschillende partners, maar ook en vooral met de lokale bevolking.

Aan het einde van het jaar 2012, werd een landschap- en een bezoekersstudie gelanceerd om beter de elementen te kunnen identificeren en definiëren waarrond het project zal worden uitgebouwd in de project-website (welke koers?, acties, beheerplan...).

Het is een project dat tot doel heeft om:

- De militaire vestingen, gelegen in het hart van natuurgebieden, te behouden en verbeteren (met name deze van de Tweede Wereldoorlog); en dit in relatie tot het stedelijk historisch erfgoed;

- Zorgen voor de instandhouding van de kwetsbare natuurgebieden en landschappen door bezoekers deze plekken op een zeer kwaliteitsvolle manier met behulp van “zachte” mobiliteit te laten

ontdekken;

- De ontdekking van de landschappen en van de ‘Vlaamse’ cultuur te combineren in een logica van duurzame ontwikkeling.

 De Communauté Urbaine de Dunkerque en haar partners hebben bij het ministerie van ecologie de engagementsnota ingediend die deze operatie, waarin zal worden gewezen op de waarde van het historische en natuurlijke erfgoed en landschap van de kust ten oosten van Duinkerke, zal

formaliseren.

Masterplan Vlaamse Westkust-Dunes de Flandre WVI-CPIE-INBO 95

D. Planningsinstrumenten: de SCOT en de PLU 3.1.2.2.8. De Schéma de Cohérence Territoriale SCOT

Strategisch instrument op lokaal niveau (bevoegdheid van de gemeenten of intercommunales of andere groeperingen van gemeenten). Dit planningsdocument is bedoeld om de coherentie op intergemeentelijke schaal te waarborgen van het overheidsbeleid inzake wonen, mobiliteit/verkeer, economische ontwikkeling, ruimtelijke ontwikkelingen, het voorkomen van risico's en bescherming van het milieu, enz. Het werd ingesteld door de SRU-wet van 13 december 2000.

De wet op de nationale betrokkenheid bij het milieu, bekend als de wet Grenelle II van 12 juli 2010, versterkt de doelstellingen van de SCOT's, evenals de lokale stedenbouwkundige plannen (PLU's) en gemeentelijke kaarten: Deze plannen, kaarten en schema's moeten dus bijdragen tot een

vermindering van het ruimtegebruik (bestrijding van peri-urbanisatie), het behoud van gebieden die zijn toegewezen aan landbouw- of bosbouwactiviteiten, het in evenwicht houden van de territoriale spreiding van winkels en diensten, het verbeteren van de energieprestaties, het verminderen (en niet langer alleen maar "controleren") van reisverplichtingen, het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en het versterken van het behoud van biodiversiteit en ecosystemen (met name door het behoud en herstel van de ecologische continuïteit).Bvb. de SCOT de la région Flandre‐Dunkerque Ten behoeve van het lopende herzieningstraject van het SCOT werd door de “Observatoire de la biodiversité du Nord - Pas-de-Calais (2014) » per subregio van het Département een zogenaamde État des lieux de la biodiversité dans les territoires des Schémas de cohérence territoriale (SCoT) gepubliceerd. Het projectgebied wordt behandeld in het hoofdstuk “Territoire du SCoT de la région Flandre-Dunkerque”.

3.1.2.2.9. De “Plan Local d’Urbanisme” (PLU)

Een strategisch‐ en reguleringsinstrument op lokaal of intergemeentelijk niveau. Het is het

instrument ter definiëring en uitvoering van het stedelijk beleid door middel van een gemeentelijk of intergemeentelijk project. Het PLU moet compatibel zijn met o.a. de SCOT. Het is een

planningsdocument inroepbaar tegen derden. De PLU moet wel in overeenstemming zijn met het SCOT voor het betreffende gebied en is het belangrijkste toetsingskader voor alle individuele stedenbouwkundige vergunningsaanvragen.

Masterplan Vlaamse Westkust-Dunes de Flandre WVI-CPIE-INBO 96