• No results found

Slingerkogels op Tell Sabi Abyad

4.4 Fragmentatie en Depositionele context

Bij de beschrijving in het veld is er onderscheid gemaakt tussen compleet (1) of gefragmenteerd (3) en in het geval van de clusters: sommige compleet,

48

andere gefragmenteerd (2) (zie ook tabel 13).

Bij de fragmentatie dienen we rekening te houden met de mogelijkheid dat sommige slingerkogels beschadigd zijn door gebruik of door post depositionele processen, maar dat er ook slingerkogels zullen zijn die zijn gesneuveld

gedurende het proces van opgraven. In mijn optiek is het belang van de fragmentatie dat het ons mogelijk inzicht kan verschaffen in de verschillen in stevigheid en duurzaamheid van de verschillende typen slingerkogels. De reden dat in dit hoofdstuk ook de depositionele context kort wordt behandeld is dat er mogelijk een samenhang bestaat tussen de fragmentatie en de locatie waar deze slingerkogels worden terug gevonden. Verder is de depositionele context zeer van belang, omdat deze ons informatie zouden kunnen verschaffen over het gebruik van deze als slingerkogels getypeerde voorwerpen. Binnen het kader van deze scriptie is er echter geen plaats voor een gedetailleerde ruimtelijke-

depositionele analyse.

Een probleem voor de analyse van de depositionele context is dat zeker niet van alle vondsten een context is ingevuld. Voor Operation II zijn er 10 records zonder informatie (24,4%) en bij Operation III mist 28,5%. Van Operation IV en V

Enkelvoudig Small Cluster Medium Cluster

Gefragmenteerd 233 38 1

Compleet & Gefragmenteerd 0 18 5

Compleet 140 7 0 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Tabel 13. Tell Sabi Abyad I - Operations II tot en met V. Fragmentatie per cluster (de Groote)

49

Tabel 14. Tell Sabi Abyad I - Operationss II tot en met V.Fragmentatie per type - enkelvoudige vondsten. (de Groote)

is er helemaal geen contextuele informatie voorhanden. Helaas is er binnen deze scriptie geen tijd om dit verder uit te zoeken en er uitgebreid op in te gaan. Ik zal me daarom beperken tot een oppervlakkige observatie voor zover de data dat tot nu toe toestaat. Verder onderzoek in deze richting is zeker nodig.

Het grootste gedeelte van de slingerkogels is gefragmenteerd. Deze

fragmentatie loopt uit een van een simpele beschadiging tot het gebroken zijn in meerdere stukken. Wel opvallend bij de kleine clusters is dat daar toch ook nog sprake is van clusters die compleet onbeschadigd waren (zie tabel 13) terwijl er bij de medium clusters totaal geen sprake is van een in zijn totaliteit bewaarde assemblage. De vraag is of deze fragmentatie is ontstaan voor zij in een cluster terecht kwamen, of dat zij zijn beschadigd als gevolg van de depositie.

In tabel 14 zien we de fragmentatie afgezet tegen

de verschillende typen. Hier

zijn de clusters buiten beschouwing gelaten omdat de waarde ‘sommige heel, sommige kapot’ niet goed te gebruiken is. Opmerkelijk is dat het type slingerkogel Spheroidal het best bewaard is gebleven. 61% van dit type

slingerkogel is in complete staat terug gevonden, ter vergelijking: van het type Biconical is dit slechts 36%. De Ovoid slingerkogels hebben een percentage van 42% complete slingekogels en de Flattended Cylinder en Cylinder boden te weinig informatie om hier iets over te kunnen zeggen.

Fragmentation 1 3 Total Type Biconical 92 (35,9%) 164 (64%) 256 Cylindrical 1 (100%) 0 1 Fl Cylinder 2 (25%) 6 (75%) 8 Ovoid 24 (42,1%) 33 (57,9%) 57 Spheroidal 19 (61,3%) 12 (38,7%) 31 Total 138 215 353

50

Tabel 15. Tell Sabi Abyad I - Operation II, deposities losse vondsten(de Groote).

Tabel 16. Tell Sabi Abyad I - Operation II, deposities losse vondsten (de Groote).

Bij Operation II is van de losse slingerkogels 53,30% gevonden in de vullingen van gebouwen, 16,80 % is afkomstig uit open gebied en 4,9% is terug gevonden in een kuil. Erg

interessant om te zien is dat 5 van de 13 clusters terug gevonden worden in de buurt van ovens of vuurkuilen. Ook de clusters worden terug gevonden in de vullingen van ruimtes.

Bij Operation III zijn er iets meer verschillende contexten bekend, maar ook hier behoeft de uitwerking meer onderzoek. De grootste cluster (61) gevonden bij deze Operation bevond zich in de vulling van een Islamitisch graf, de meeste clusters worden hier gevonden in de room fills (12) en in de open area’s (12). Twee clusters worden hier aangetroffen in de nabijheid van een oven.

N % Open Area 110 35,2% Heart Fill 3 0,9% Grave 4 1,3% Room Fill 58 18,6% Wall 4 1,3% Pit 26 8,2% Walking Surface 1 0,3 Other 216 34%

Zowel bij Operation II als bij Operation III lijkt de aanwezigheid van

slingerkogels in gebouwen een veel voorkomend verschijnsel te zijn. Ook in de buurt van verhittingsbronnen zoals ovens en vuurkuilen lijken ze vaak voor te komen. Mogelijk kan dit een indicatie zijn van het gebruik of de fabricatie van

N %

Room Fill 23 53,30

Open Area 16 16,80

51

deze objecten. Echter om van deze informatie goed gebruik te maken is een uitgebreidere contextdatabase nodig zodat er gekeken kan worden naar de ruimtelijke verspreiding en wat dit eventueel te betekenen heeft. Een zeer interessant onderwerp voor eventueel vervolgonderzoek.

52

Hoofdstuk V

Conclusie

Het doel van dit onderzoek was om een antwoord te vinden op de vraag wat is de functie van de als slingerkogels getypeerde objecten van Laat-Neolithisch Tell Sabi Abyad, om zo een bijdrage te kunnen leveren aan het debat dat hieromtrent gaande is.

Een eerste constatering is dat, om al deze vragen goed te kunnen

beantwoorden, er nog veel meer onderzoek nodig is en er op een andere manier met deze vondstcategorie om dient te worden gesprongen. Zowel in de

voorbereidingen als vanaf het allereerste moment in het veld. Gedurende het onderzoek voor mijn scriptie zijn er een aantal zwakke plekken in de

vondstbeschrijving naar voren gekomen. Zo wordt helaas zelden het gewicht van de slingerkogels genomen. Het gegeven gewicht kan worden gebruikt voor het schatten van het totaal aantal slingerkogels bij grote fragmentatie en kan

eveneens informatie bevatten over de mogelijkheid om als slingerkogel gebruikt te worden. Tevens zou het mogelijk de onderscheidende factor tussen

verschillende typen kunnen zijn, die verder overeen lijken te komen. Een ander zwak punt in de vondstbeschrijving is het soms ontbreken van een duidelijke vorm of type omschrijving, zeker in het geval van clusters. Dit bemoeilijkt een goede analyse van welke typen er aanwezig zijn op een site, welke typen het meeste voor komen en welke typen er in clusters worden terug gevonden. Ook maten zoals lengte en diameter zouden consequent genoteerd moeten worden; een goede, duidelijke en complete omschrijving in het veld is zeer belangrijk omdat de ontbrekende informatie achteraf niet aan gevuld kan worden. Hopelijk zal deze studie bij dragen aan een betere beschrijving tijdens toekomstig

53

veldwerk.

Aan de hand van deze scriptie kunnen we concluderen dat de aanwezigheid van slingerkogels al eerder begint dan men tot nu toe had verwacht. Zij komen zeker al in de Early Pottery Neolithic (6400 cal B.C.) voor en mogelijk zelfs in de eerste fase van deze periode (6570-6490 B.C.) in plaats van gedurende Pre-Halaf (6200 cal B.C.). Hiermee zijn dit de oudste slingerkogels tot nu toe bekend in het Nabije Oosten. De grote culturele veranderingen die plaats vonden gedurende de opkomst van de Halaf cultuur zijn dus, in tegenstelling tot altijd gedacht, niet de stimulans geweest voor de opkomst van de slingerkogels.

Op Tell Sabi Abyad zijn er vier verschillende typen slingerkogels aangetroffen; Biconical en Ovoid, Cylindrical, Flattened Cylinder en Spheroidal. Deze lijken redelijk gelijktijdig aanwezig te zijn waardoor het onwaarschijnlijk lijkt dat zij onderdeel zijn van opeenvolgende typologische ontwikkelingen of specialisatie in de vervaardiging. Wel lijkt er een duidelijke voorkeur te zijn voor het type

Biconical, die overduidelijk in grotere getalen voorkomt dan de andere typen. Op basis daarvan zouden we kunnen stellen dat dit type het hoofdtype is. Ook de verschillen in grootte en diameter tussen deze verschillende typen is normaal verdeeld en de verschillen binnen een type lijken niet gebonden aan

verschillende tijdsperioden. Momenteel is er dan ook geen directe verklaring voor deze verschillende vormen en een duidelijke chronologie in de typologische ontwikkeling is tot nog toe niet te herkennen. Verder onderzoek naar de invloed van deze vormen op gebruik is dan ook wenselijk evenals een bredere studie naar het verschil en veranderingen in tijd.

Het type materiaal waar slingerkogels van vervaardigd worden lijken te verschillen; zowel gedroogde als licht gebakken klei komt voor hoewel gedroogde klei het hoofdmateriaal lijkt te zijn. Echter, de analyse van het

54

materiaal is in het veld niet door een specialist uitgevoerd, waardoor de

classificatie van materiaal niet zonder meer als correct kan worden aangenomen. Ook stenen slingerkogels komen voor, maar wel in heel erg kleine mate.

Mogelijkerwijs zijn vele stenen slingerkogels in het veld niet als dusdanig herkend, iets waar in toekomstige opgravingen zeer zeker rekening mee gehouden zou kunnen worden. Voor een uitgebreidere materiaalanalyse is het aan te raden dat er ook door een specialist naar wordt gekeken. Dit omdat het materiaal van grote invloed kan zijn op de gebruiksmogelijkheden van de slingerkogel.

Voor de functie zijn verschillende theorieën. Deze zijn uitgebreid besproken in hoofdstuk III, maar de belangrijkste zijn toch wel de hypothesen die stellen dat slingerkogels gebruikt zijn voor oorlogsdoeleinden, zij gebruikt werden door herders om afdwalende kuddedieren terug te drijven of deze die stellen dat zij gebruikt zijn bij de jacht. Een andere belangrijke hypothese die het gebruik als slingerkogel volledig los laat is deze die stelt dat deze kogels van klei gebruikt zijn voor kookdoeleinden. De eerste drie hypothesen lijken zeer aannemelijk en sluiten elkaar niet uit. De laatstgenoemde hypothese echter gaat uit van een totaal andere vondstcategorie. Hoewel minder waarschijnlijk in mijn optiek is deze functie niet totaal uit te sluiten omdat een nieuw theorie met betrekking tot kookaardewerk stelt dat er bij het verhitten van die pot gebruikt kan zijn gemaakt van een kuil met stenen als warmtebron. Verder onderzoek in deze richting is zeer zeker nodig om een bevredigend antwoord te verschaffen op deze vraag.

Mijn voorzichtige conclusie voor nu is dat slingerkogels multifunctionele gebruiksvoorwerpen waren, die zowel voor oorlogsvoering als het voorzien in dagelijkse behoeften gebruikt kon worden. De ene functie sluit in deze de andere functies niet uit en aan de aanwezigheid van slingerkogels kunnen mijn inziens daardoor niet worden gebruikt als bewijs voor de aanwezigheid van het gebruik

55

van een van deze functies: de aanwezigheid van slingerkogels alleen is dus geen bewijs voor de aanwezigheid van sociale spanningen en oorlog of voor het hoeden van kudden dieren. Om voor een bepaalde site de aldaar gebruikte functie te bepalen zal er dus ook onderzoek gedaan moeten worden naar andere indicatoren.

Het is een zeer belangrijk aspect dat men met begrip voor het voorwerp en met een toegespitste onderzoeksvraag het veld in gaat. Dit om te waarborgen dat alle aspecten die nodig zijn om een beter begrip van dit interessante gebruiksvoorwerp te krijgen ook daadwerkelijk worden verzameld. Ik wil mijn scriptie dan ook graag afsluiten met een paar leuke suggesties voor toekomstig onderzoek.

Voor een beter begrip zou er experimenteel onderzoek uitgevoerd kunnen worden, waarmee de impact van vorm, lengte, gewicht, diameter en materiaal op het gebruik kan worden vastgesteld. Zowel binnen de slingerkogel als de hittekogel theorieën. Ook uitgebreid ruimtelijk en contextueel onderzoek zou een goede toevoeging zijn aan het begrip van deze vondstcategorie; de slingerkogels die tot nu toe zijn aangetroffen en onderzocht zijn over het

algemeen kogels buiten hun gebruikscontext. Een laatste vervolg onderzoek dat ik zou willen opperen is een cross reference onderzoek tussen de aanwezigheid van slingerkogels en andere aanwezige factoren die hun functie zouden kunnen verklaren.

56

Samenvatting

In deze BA3 scriptie behandel ik de slingerkogels van Tell Sabi Abyad, een site gelegen in de Balikh vallei in Noord Syrië die bewoond werd gedurende het Late Neolithicum (7000-5300 B.C.). Deze site wordt gezien als een bron van informatie die van zeer groot belang is voor het begrip van deze periode in het Nabije

Oosten. Er is op deze site dan ook meerdere jaren lang grondig onderzoek verricht, verdeeld in meerdere Operations (I tot en met V).

Gedurende de verschillende opgravingen in deze Operations zijn er meerdere slingerkogels aangetroffen: een vondstcategorie waar over de functie vele verschillende theorieën bestaan. In deze scriptie heb ik getracht de functie van deze kogels van klei te achterhalen om zo deel te nemen aan het debat

betreffende deze kwestie. Sommige van deze slingerkogels, die van Operation I, zijn al eerder bekeken en uitgewerkt, maar de slingerkogels uit de overige Operations zijn nog niet grondig onderzocht. Deze scriptie houdt zich dan ook voornamelijk bezig met een beschrijving en analyse van de kogels uit de Operations II tot en met V.

De slingerkogels op Tell Sabi Abyad aanwezig zijn voornamelijk van het type Biconical, gemiddeld zo’n 4,6 centimeter lang, en zijn overwegend gemaakt van ongebakken, in de zon gedroogde klei. Zij worden zowel als losse vondst als geclusterd aangetroffen. Al deze verschillende factoren kunnen een invloed hebben op de manier waarop de slingerkogels worden gebruikt, maar tot nu toe is hier weinig over bekend.

Uit het onderzoek blijkt dat slingerkogels voorwerpen zijn met meerdere functionele mogelijkheden die elkaar niet uitsluiten. Om voor een bepaalde site de daar uitgeoefende functie te achterhalen dient er niet enkel uitgegaan te worden van de aanwezigheid van de slingerkogel, maar ook gekeken te worden

57

naar de andere gebruiksindicatoren. Erg opwindend en interessant is dat gedurende dit onderzoek ook naar voren kwam dat de slingerkogels al op Tell Sabi Abyad aanwezig zijn gedurende de bewoningssequentie gedateerd tot de Early Pottery Neolithic (6700-6200 B.C.). Dit is een stuk eerder dan tot nu toe altijd werd aangenomen en beïnvloed de manier waarop er naar deze

58

Summary

This BA3 thesis concerns the sling shots atTell Sabi Abyad. This site, situated in the Balikh valley in Northern Syria, was inhabited during the Late Neolethic Period (7000-5300 B.C.). and is a key site for this period.Excavations during several decades in what has been termes Operations I, II, III, IV and V, situated at different parts of the mound, have yielded a long, uninterrupted cultural

sequence for the 7th and early 6th millennium.

During various excavations several sling shots have been recovered: a special and fascinating, yet still poorly understood type of object that has led to many speculations and various theories about their function already. The main goal of this thesis is to participate in this debate and to seek some answerson this question.

Some of the slingshots recovered from Tell Sabi Abyad (the ones in Operation I) were thoroughly investigated and documentated already. So this thesis will, mainly focus on the Operation II – V bullets.

The sling balls from Tell Sabi Abyad are mainly of the Bionical Type, average lenght about 4,6 cm long and mostly made of unbaked, sun-dried clay. They are found as clustered finds as well as in the form of individual finds. These separate factors could be of a great influence on the use of the slingshots, but until now there is very little known about it.

My research on the slings balls suggests that they could have had several functions at once. To find out what their main function was, it is necessary to investigate the presence of the sling shots, combined with other possible use- indicators on the excavated sites.

59

A very interesting and exciting fact is the discovery of sling shots presenting themselves already in occupation sequence as early as theEarly Pottery Neolithic (6700-6200 B.C.) at Tell Sabi Abyad. This sequence is much earlier than

presumed until now. A discovery that may influence the way we need to look at these small but fascinating objects!

60

Bibliografie

Akkermans, P.M.M.G., 1987. A Late Neolithic and Early Halaf Village at Sabi Abyad, Northern Syria. Paleorient 13 (no1), 23-40.

Akkermans, P.M.M.G., 1996. Foreword, in P.M.M.G. Akkermans (ed), Tell Sabi Abyad – The Late Neolithic Settlement: Report on the Excavations of the

University of Amsterdam (1988) and the National Museum of Antiquities Leiden (1991-1993) in Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch-Archeologisch Instituut, VII-XIII.

Akkermans, P.M.M.G. (ed), 1996. Tell Sabi Abyad – The Late Neolithic Settlement: Report on the Excavations of the University of Amsterdam (1988) and the

National Museum of Antiquities Leiden (1991-1993) in Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch-Archeologisch Instituut.

Akkermans P. M. M. G. en B. Wittmann 1993. Khirbet esh-Shenef 1991, eine sp.thalafzeitliche Siedlung im Balikhtal, Nordsyrien. Mitteilungen der Deutschen Orientgesellschaft 125: p 159.

Akkermans, P.M.M.G. en M. Verhoeven, 1995. An Image of Complexity: The Burnt Village at Late Neolithic Sabi Abyad, Syria. American Journal of

Archaeology 99 (no.1), 5-32.

Akkermans, P.M.M.G. en M. Schwartz, 2003. The Archaeology of Syria: From Complex Hunter-Gatherers to Early Urban Societies (c.16,000-300BC, Cambridge: Cambridge University Press.

Akkermans, P.M.M.G., R. Cappers, C. Cavallo, O. Nieuwenhuyse, B. Nilhamn en I.N. Otte, 2006. Investigating the Early Pottery Neolithic if Northern Syria: New

61

Evidence from Tell Sabi Abyad. American Journal of Archaeology, 110 (1), 123- 156.

Cavallo, C., 1996. The Animal Remains – A Preliminary Account, in P.M.M.G. Akkermans (ed), Tell Sabi Abyad – The Late Neolithic Settlement: Report on the Excavations of the University of Amsterdam (1988) and the National Museum of Antiquities Leiden (1991-1993) in Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch- Archeologisch Instituut, 475-520.

Cavallo, C., 2000. Animals in the Steppe: A Zooarchaeological Anlysis of Later Neolithic Tell Sabi Abyad, Syria. Oxford: British Archaeological Reports.

Chapman J. 2004. The Origins of Warfare in the Prehistoryof Central and Eastern Europe. In J. Carman, A. Harding(eds.), Ancient Warfare. Archaeological

Perspectives. Sparkford: Sutton Publishing, 101-142.

Clare, L. , E.J. Rohling, B. Weninger, J. Hilpert. Warefare in Late Neolithic/Early Chalcolithic Psidia, southwestern Turkey. Climate induces social unrest in the late 7th millenium calBC. Documenta Praehistorica XXXV (2008).

Collet, P. en R.H. Spoor, 1996. The Other Small Finds, in P.M.M.G. Akkermans (ed), Tell Sabi Abyad – The Late Neolithic Settlement: Report on the Excavations of the University of Amsterdam (1988) and the National Museum of Antiquities Leiden (1991-1993) in Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch-

Archeologisch Instituut, 439-473.

Davidson, T.E. and T, Watkinds,1981, Two seasons of Excavation at Tell Aqab in the Jezirah, N.E. Syria.

Gaulon, A., in press. Modelled Clay Balls and Socio-Economic Changes in the late Neolithic: A Preliminary Analysis Of Modelled Clay Balls In Halaf Communities, in Nieuwenhuyse, O.P., Bernbeck, R., Rogasch, J. and Akkermans, P.M.M.G.,

62

editors, in press, Interpreting the Late Neolithic of Upper Mesopotamia, Turnhout, Brepols (PALMA Series).

Korfmann 1972. Schleuder und Bogen in Sudwestasien. Von den fruhsten Belegen bis zum Beginn der historischen Stadtstaaten, Bonn: Rudolf Habelt Verlag GmbH.

Kranendonk, P. en M. Verhoeven, 1996. The Excavations: Stratigraphy and Architecture, in in P.M.M.G. Akkermans (ed), Tell Sabi Abyad – The Late Neolithic Settlement: Report on the Excavations of the University of Amsterdam (1988) and the National Museum of Antiquities Leiden (1991-1993) in Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch-Archeologisch Instituut, 25-118.

Nieuwenhuyse, O.P., Bernbeck, R., Rogasch, J. and Akkermans, P.M.M.G., editors, in press, Interpreting the Late Neolithic of Upper Mesopotamia, Turnhout, Brepols (PALMA Series).

Perlés 2001. The Early Neolithic in Greece. The first farming

communities in Europe, Cambridge World Archaeology. Cambridge: Cambridge University Press.

Simmons, A. H. 2007. The Neolithic Revolution in the Near East: Transforming the Human Landscape, Tucson: The University of Arizona Press.

Stout, Margaret E. 1977. Clay Sling-Bullets from Tell Sweyhat, Syria 1975. Levant 9, 63-65.

Van der Plicht, J. , P.M.M.G. Akkermans, O. Nieuwenhuyse, A. Kaneda and A. Russel, 2011. Tell Sabi Abyad, Syria: Radiocarbon Chronology, Cultural Change, and the 8.2 KA Event. Radiocarbon, 53 (2), 229–243.

63

Verhoeven, M. 1999. An Archaeological Ethnography of a Neolithic Community – Space, Place and Social Relations in the Burnt Village at Tell Sabi Abyad, Syria, Istanbul/Leiden: Nederlands Historisch-Archeologisch Instituut.

64