• No results found

Fragment ‘Een ernstig incident’

Wat raakt u in dit fragment?

Wat speelt een rol in het zwijgen van de begeleider?

Herkent u dit in uw werk?

Bij wie voelt u zich betrokken als u dit verhaal hoort?

Wat vindt u van de uitspraken van de ouders?

Wat maakt dat het geweld een jaar heeft kunnen duren?

De uitzending van Netwerk waarin dit fragment te zien is, is te bekijken via http://www.netwerk.tv/uitzending/2008-07-18/mishandelde-gehandicapten.

Verdiepingsopdrachten

Verdiepingsopdracht 1: Belemmeringen om grensoverschrijdend gedrag te signaleren

De gespreksleider deelt een A4 uit met de belemmeringen om te signaleren en brengt het gesprek op gang (zie bijlage 3 voor instructie en werkblad).

Verdiepingsopdracht 2: De gedragscode

De gespreksleider deelt de lijst met de voorbeeld gedragscode (zie bijlage 4) uit en loopt met de deelnemers na welke regels geschonden worden. Vervolgens lopen de deelnemers na welke regels gehanteerd worden in hun organisatie en welke ook daadwerkelijk gehandhaafd worden.

Verdiepingsopdracht 3: Communicatieblokkades

De gespreksleider deelt een A4 uit met de communicatieblokkades en geeft een opdracht (zie bijlage 2).

Verdiepingsopdracht 4: Kenmerken van actief luisteren

De gespreksleider gaat met de groep in gesprek aan de hand van de tekst over actief luisteren (zie bijlage 5).

Verdiepingsopdracht 5: Oog voor (lichamelijk) contact

Naar aanleiding van het fragment ‘Veilig voelen als je afhankelijk bent van anderen’. De gespreksleider gaat met de groep aan de slag aan de hand van de opdracht (zie bijlage 6).

Bijlagen

Bijlage 1. Definitie grensoverschrijdend gedrag

Definitie grensoverschrijdend gedrag

We hanteren de volgende definitie van grensoverschrijdend gedrag bij mensen met een (verstandelijke) beperking:

‘Elke vorm van handelen of het nalaten van handelen, in verbale, nverbale of fysieke zin, opzettelijk of on-opzettelijk, waardoor de persoon die het ondergaat lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt, dan wel vermoedelijk lijden zal. We onderscheiden hierbij zeven vormen van grensoverschrijdend gedrag: (1) verwaarlozing en onthouden van zorg; (2) psychologisch; (3) fysiek; (4) seksueel (waaronder seksueel misbruik);

(5) discriminatie, op basis van afkomst, sekse, seksuele voorkeur, beperking en/of religie; (6) schending van menselijke en burgerlijke rechten; en (7) financieel en/of materieel.

Het gaat hierbij om:

*

Zowel opzettelijk grensoverschrijdend gedrag als ontspoorde zorg.

*

Zowel persoonlijke als professionele relaties die gekenmerkt worden door afhankelijkheid van de persoon met een beperking.

*

Zowel eenmalige als herhaaldelijke, langdurige mishandeling.

Bijlage 2. Communicatieblokkades

1

Opdracht

1. Kruis aan welke van de dertien onderstaande communicatieblokkades u hoort in het fragment ‘Japanse lantaarn’.

2. Loop vervolgens na welke communicatieblokkades u belemmeren.

Plenaire nabespreking

*

Was u zich ervan bewust dat er bij u communicatieblokkades zijn?

*

Hoe belemmeren ze u in uw contact met cliënten om een veilig klimaat te garanderen?

*

Hoe kunt u deze blokkades beïnvloeden zodat ze minder belemmerend werken?

Communicatieblokkades Fragment Bij mij

1 Bevelen, dirigeren, commanderen 2 Waarschuwen, berispen, dreigen 3 Vermanen, moraliseren, preken

4 Adviseren, oplossingen of suggesties vragen

5 De les lezen, beleren, logische argumenten aanvoeren 6 Oordelen, kritiseren, het ermee oneens zijn, beschuldigen 7 Prijzen, het ermee eens zijn

8 Schelden, belachelijk maken, beschaamd maken 9 Interpreteren, analyseren, diagnose stellen 10 Geruststellen, sussen, troosten, ondersteunen 11 Ondervragen, een verhoor afnemen

12 Uit de weg gaan, afleiden, toegeven, over iets anders praten 13 Het probleem overnemen

Iets anders?

Iets anders?

1 Gebaseerd op: www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/luisteren/actief-luisteren.html.

Bijlage 3. Belemmeringen om grensoverschrijdend gedrag te signaleren

Doel

Inzicht krijgen in de motieven die een rol kunnen spelen bij het niet kunnen of willen zien van signalen van grensoverschrijdend gedrag.

Nodig

A4 werkblad met belemmeringen (zie volgende pagina).

Werkwijze

Inleiding gespreksleider (2 minuten): Het niet willen of kunnen zien van signalen is afhankelijk van de persoon-lijke opvattingen, de overtuigingen en uw eigen ervaringen m.b.t. grensoverschrijdend gedrag. Door stil te staan bij de belemmeringen wordt u zich bewust van het proces dat zich afspeelt in uw hoofd dat uw gevoelig-heid voor signaleren kan kleuren.

Vul de lijst in en probeer zo eerlijk mogelijk te zijn. Er is geen goed of fout!

Als u zelf andere redenen constateert, dan is er ruimte voor uzelf om andere belemmeringen in te vullen.

Individueel

De deelnemers vullen de lijst in en kruisen aan: ja of nee. Als het echt niet anders kan mag u een “?” invullen, maar bij voorkeur niet (8 minuten).

Plenair

De gespreksleider inventariseert de ja’s en nee’s en twijfels op een flapover (10 minuten).

Nabespreking

Welke belemmeringen vallen u op? Kies er maximaal twee om te bespreken.

*

Was u zich ervan bewust dat er bij u belemmeringen kunnen spelen om grensoverschrijdend gedrag te signaleren?

*

Wat maakt dat deze belemmeringen zo groot zijn?

*

Hoe kunt u deze belemmeringen beïnvloeden, zodat ze minder belemmerend werken?

Bij de afsluiting kan de gespreksleider vragen of er nog opmerkingen zijn.

Zo niet, dan kan de gespreksleider benoemen dat er deelnemers zijn met ervaringen van grensoverschrijdend gedrag. Dat kan mensen signaalgevoeliger maken of juist het tegendeel, vanwege angst om de eigen geschie-denis te projecteren.

Let op

Een sfeer waarin deelnemers kunnen aangeven dat ze ervaring hebben met grensoverschrijdend gedrag kan onderrapportage waarschijnlijk doen verminderen. De genoemde belemmeringen op het werkblad confron-teren ieder persoonlijk met de eigen attitude. Door de bespreking van de antwoorden kan men zich spiegelen aan collega’s. De bespreking kan leiden tot meer inzicht en het zetten van vervolgstappen om de genoemde belemmeringen weg te nemen. Bepaalde belemmeringen kunnen positief worden omgezet. Bijvoorbeeld:

*

Aan onbekendheid met een probleem kunt u wat doen.

Bij twijfel is het belangrijk te zorgen dat u iemand consulteert.