In deze paragraaf worden de onderwerpen behandeld die behoren tot het treasurybeleid van onze gemeente. Treasury kan worden omschreven als het inzichtelijk hebben van de in- en uitgaande geldstromen en de beheersing van de hieraan verbonden risico’s en het rapporteren hierover. De uitvoering van de treasuryfunctie dient op een prudente wijze de publieke taak en vindt plaats binnen de wettelijke kaders, zoals die in de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) zijn vastgelegd en in het treasurystatuut van de gemeente. In de wet FIDO staan transparantie en risicobeheersing centraal.
Algemene ontwikkelingen Liquiditeitsplanning
In 2019 is een meerjarige liquiditeitsplanning opgesteld op basis van de begroting 2020, inclusief de investeringsplanning en nieuw beleid is de basis van de opgestelde liquiditeitsprognose. In de eerste maanden van 2020 wordt de liquiditeitsplanning verder geactualiseerd met de doorgerekende en opgestelde grondexploitaties.
Renteverwachtingen
Bij het opstellen van de begroting 2019 is rekening gehouden met een kort geld rente van 1% en van 2% voor lang geld rente. In september 2019 zijn twee langlopende leningen aangetrokken van ieder € 5 miljoen. Eén lening heeft een looptijd van 6 jaar tegen -0,15% en de andere lening heeft een looptijd van 10 jaar met een rente van 0,09%.
Treasurybeheer Renterisicobeheer
In de wet FIDO is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm gegeven om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is opgenomen om een grens te stellen aan de korte financiering. Dit is financiering met een looptijd van één jaar of korter. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Voor 2019 zijn de jaarlasten, voor mutaties met reserves, begroot op € 75,4 miljoen. De rentepercentages van korte financieringsmiddelen zijn doorgaans lager dan de rentepercentages van lange financieringsmiddelen. Om optimaal van de ruimte onder de kasgeldlimiet te kunnen profiteren is een adequate liquiditeits-prognose van de geldstromen van groot belang.
Berekening kasgeldlimiet jaarrekening 2019
Bedragen X 1.000 1e kw 2019 2e kw 2019 3e kw 2019 4e kw 2019
1 Saldo vlottende passiva 10.647 7.685 2.656 5.018 2 Saldo vlottende activa 7.494 5.749 8.061 10.258 3 Verschil (2-1) -3.153 -1.936 5.405 5.240 4 Toegestane kasgeldlimiet 6.409 6.409 6.409 6.409
Ruimte (4+3) 3.256 4.473 11.814 11.649
Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft tot doel het beheersen van de renterisico’s op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door o.a. het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. De gemeente loopt risico als nieuwe leningen worden aan-getrokken, of als een renteherziening van toepassing is. De norm wordt berekend door een in de Uitvoeringsregeling FIDO vastgesteld rentepercentage van 20% te vermenigvuldigen met het begrotingstotaal.
In de volgende tabel wordt het renterisico van 2019 weergegeven op basis van de jaarrekening en het renterisico van 2019 t/m 2022 op basis van de begroting van 2019.
Renterisico 2019 2020 2021 2022 Renteherziening 0 0 0 0 Betaalde aflossingen 766.000 6.776.000 788.000 799.000 Renterisico 766.000 6.776.000 788.000 799.000 Renterisiconorm: Begrotingstotaal per 1-1 75.400.000 Door ministerie vastgesteld percentage 20%
Renterisiconorm 15.080.000
Onderschrijding 14.314.000
Uit bovenstaande tabel blijkt dat onze gemeente in 2019 de renterisicionorm niet heeft overschreden. In totaal is voor € 765.813 aan leningen afgelost in 2019.
Kredietrisicobeheer
De kredietrisico’s doen zich voor bij de verstrekte geldleningen. In onderstaande tabel is aangegeven aan welke risicogroep leningen zijn verstrekt en welke zekerheden zijn overeengekomen.
Risicogroep Met/zonder
hypothecaire zekerheid
Restantschuld
X € 1.000,-- %
Stichting Eelder Woningbouw Zonder 6.454 86,9 Sportverenigingen Zonder 139 1.9 Overig Zonder 840 11.2
Totaal 7.433 100,0
Bij het verstrekken van de leningen is destijds beoordeeld dat het risico dermate laag was dat het niet nodig was een hypothecaire zekerheid te vestigen. Jaarlijks wordt gemonitord hoe het risico zich ontwikkeld. Voor een aantal leningen geldt dat bij faillissement van de tegenpartij de panden aan de gemeente terugvallen.
Gemeentefinanciering Schatkistbankieren
In februari 2013 heeft het kabinet het voorstel ‘Wijziging van de wet financiering decentrale overheden (Fido) in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist’ bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist. Het woord ‘overtollig’ verwijst naar alle middelen die decentrale overheden niet onmiddellijk nodig hebben voor de publieke taak. Geld en vermogen mogen niet langer bij bijvoorbeeld banken buiten de schatkist worden aangehouden. Dagelijks wordt het saldo op de bankrekeningen boven de € 500.000 afgestort naar de schatkist. Daardoor blijft de Gemeente Tynaarlo altijd onder het drempelbedrag.
De hoogte van het drempelbedrag is afhankelijk van de financiële omvang van een decentrale overheid, afgemeten aan de omvang van de begroting (dezelfde maatstaf die ook wordt gebruikt voor de berekening van de kasgeldlimiet). De drempel is nu gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal. Voor de Gemeente Tynaarlo geldt voor 2019 een drempel van € 565.500. Ultimo 2019 zat er in de schatkist een bedrag van € 3.2 miljoen. Het gemiddelde saldo van de liquide middelen per kwartaal ziet er voor 2019 als volgt uit:
Financiering
De financiering van gemeentelijke activiteiten is gebaseerd op integrale financiering. De totale financieringsbehoefte van de gemeente is de graadmeter. Bij de thans geldende renteontwikkeling wordt eerst de ruimte die de kasgeldlimiet geeft optimaal benut om kort geld aan te trekken voor o.a. voorfinanciering van investeringen. Het moment van consolidatie van kort geld naar lang geld hangt onder meer af van de renteontwikkelingen op de korte en lange termijn en de ruimte binnen de kas-geldlimiet. De looptijd van de geldlening wordt bepaald door de aard van de te financieren invester-ingen, de resterende looptijd van de bestaande leningen en de te betalen rentepercentages bij de ver-schillende termijnen van de leningen. Voor de financiering van grondaankopen worden veelal fixe-leningen afgesloten. Bij het aantrekken van geldfixe-leningen wordt bij tenminste 2 financiële instellingen een offerte gevraagd.
Relatiebeheer
Het totale betalingsverkeer vindt plaats bij een drietal banken, zijnde Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Rabobank en ABN-AMRO Bank. Het betalingsverkeer tussen het Rijk en de gemeente en de betalingen aan derden vindt geheel plaats via de BNG.
Toerekening van rente
Onderstaande overzicht geeft aan hoe het saldo van betaalde rente over externe financiering en ont-vangen rente over externe financiering wordt toegerekend aan de grondexploitaties en de taakvelden.
Werkelijk Begroot 2019 2019
Geen rente over het eigen vermogen Renteschema (x 1.000)
Externe rentelasten over korte en lange financiering € 1.208.450 € 1.481.814
Externe rentebaten € -64.687 € -80.000
Saldo rentelasten en rentebaten € 1.143.763 € 1.401.814
Rente die aan grondexploitaties moet worden doorberekend € -295.169 € -361.366
-342.129
€ € -342.129
342.129
€ € 342.129
Saldo door te rekenen externe rente € -295.169 € -361.366
De aan taakvelden toe te rekenen rente € 848.594 € 1.040.448
De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente € 1.020.908 € 1.448.356
Rente resultaat op taakveld treasury € -172.314 € -407.908
Rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld toegerekend moet worden
Rentebaat van doorverstrekte leningen indien daarvoor een specifieke lening is aangetrokken
Bestaande opgenomen geldleningen
Hieronder is een overzicht opgenomen van de leningen ultimo 2019. Er zijn in 2019 twee nieuwe leningen afgesloten met een totale hoofdsom van € 10 miljoen.