• No results found

Financiën

In document Begroting 2015 (pagina 4-67)

Het programma Financiën omvat de algemene uitkering gemeentefonds, belastingopbrengsten en de algemene baten en lasten.

Overig:

Aan de paragrafen is de paragraaf Sociaal deelfonds toegevoegd.

Aan de verbonden partijen is toegevoegd: Regionale uitvoeringsorganisatie sociaal domein (op basis van de

"Gemeenschappelijk regeling openbaar lichaam Peel 6.1").

Met ingang van de begroting 2015 is er voor gekozen om ook reguliere budgetten die horen bij een doelstelling te vermelden bij de vraag Wat mag het kosten ? Deze

budgetten zijn herkenbaar doordat bij regels met een S (structureel) ook de jaren 2013 en 2014 zijn gevuld.

Voorjaarsnota 2014

In de raadsvergadering van 8 juli 2014 heeft de raad wensen en bedenkingen uitgesproken over de voorjaarsnota 2014.

De voorjaarsnota 2014 liet na actualisatie van taakstellingen / ontwikkelingen, nieuwe wensen en bezuinigingsmogelijkheden de volgende meerjarenbegroting 2015-2018 zien:

Meerjarenbegroting 2015-2018 Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

2015 2016 2017 2018

Meerjarenbegroting 2015-2018 7.567 -547.501 -767.309 -902.454 De Reserve Eenmalige Bestedingen liet het volgende beeld zien:

Reserve Eenmalige Bestedingen

Omschrijving - = nadeel + = voordeel

Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017 Eind 2018 Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 1.581.202 1.274.052 1.157.802 1.041.552

Verschillen voorjaarsnota 2014 en begroting 2015

Alle geactualiseerde taakstellingen / ontwikkelingen, nieuwe wensen en

bezuinigingsmogelijkheden zoals voorgesteld bij de voorjaarsnota 2014 zijn verwerkt in de begroting 2015.

Ten opzichte van de voorjaarsnota 2014 zijn er twee nieuwe incidentele wensen toegevoegd onder programma 1 doelstelling 6 Informatievoorziening en onder

programma 4 doelstelling 1 Verkeer en vervoer (herinrichting Koningsplein Burgemeester Wijnenstraat bocht met Koningsplein).

Omschrijving

Verschil -4.871 -50.811 -59.990 -346.070

2.696 -598.312 -827.299 -1.248.524 7.567 -547.501 -767.309 -902.454

Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

Hieronder worden de grootste afwijkingen van de begroting 2015 ten opzichte van de voorjaarsnota 2014 toegelicht. Wat opvalt, is dat de afwijkingen 2015-2017 ten opzichte van de voorjaarsnota klein zijn. De afwijking in 2018 wordt vooral veroorzaakt door de algemene uitkering.

Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

Stijging beheerskostenvergoeding Werkplein -47.898 -47.898 -47.898 -47.898 Minder leningen Besluit Bijstandsverlening

Zelfstandigen

29.972 29.972 29.972 29.972

Toerekening meer uren aan grondbedrijf ten opzichte van 2014

57.597 57.597 57.597 57.597 Saldo financiering, minder renteopbrengst -50.175 -50.175 -50.175 -50.175 Stijging kosten automatisering -42.000 -42.000 -42.000 -42.000 Stijging premies verzekeringen en belastingen -48.098 -48.098 -48.098 -48.098

Algemene uitkering 94.583 87.490 52.495 -190.746

Kapitaallasten openbare verlichting -10.176

Overige verschillen 1.148 -37.699 -11.883 -44.546

Verschil -4.871 -50.811 -59.990 -346.070

Verschillenverklaring

2015 2016 2017 2018

In de financiële begroting worden de afwijkingen toegelicht ten opzichte van de begroting 2014.

Omschrijving - = nadeel + = voordeel

Saldo Reserve Eenmalige Bestedingen

voorjaarsnota 2014 1.581.202 1.274.052 1.157.802 1.041.552 Saldo Reserve Eenmalige Bestedingen

begroting 2015 1.061.016 728.866 612.616 646.366

Verschil -520.186 -545.186 -545.186 -395.186

2018 2017

2016 2015

Reserve Eenmalige Bestedingen

Het verschil op de Reserve Eenmalige Bestedingen in 2018 van € 395.186,= nadeliger, wordt veroorzaakt door de volgende aanpassingen.

Omschrijving - = nadeel + = voordeel

Fietspad Meijelseweg (extra krediet) -300.000

Bijstelling toevoeging rente prognose 2015-2018 459.814

Informatievoorziening 2015-2017 -450.000

Verlaging budget infrastructurele projecten 2015-2016 10.000 Onvoorziene uitgaven personeel en organisatie -30.000

Samenwerking werkbudget 2015-2016 -60.000

Verkiezingen 2015 -25.000

Totaal -395.186

bedrag

Ontwikkelingen/Actualiteiten

Sociaal domein

De bedragen die wij conform meicirculaire 2014 in 2015 ontvangen van het Rijk voor het sociaal domein zijn fors; € 8.368.621,=.

Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Integratie-uitkering Wmo (bestaande taken Wmo) € 1.088.662,=

Algemene uitkering sociaal domein Wmo € 2.048.297,=

Algemene uitkering sociaal domein Jeugd € 2.738.852,=

Algemene uitkering sociaal domein Participatiewet (re-integratie) € 162.962,=

Algemene uitkering sociaal domein Participatiewet (WSW) € 2.329.848,=

Wanneer dit wordt afgezet tegen een omzet van € 39,8 miljoen is het budget ruim 20%

van de begroting.

Septembercirculaire 2014

Inmiddels is de septembercirculaire 2014 ontvangen. De eerste grove berekening laat een positieve ontwikkeling zien van de algemene uitkering na 2015. Dit komt

voornamelijk door hogere rijksuitgaven die gekoppeld zijn aan de algemene uitkering.

In de septembercirculaire 2014 wordt voor het onderdeel sociaal domein alleen het jaar 2015 zichtbaar gemaakt. In de komende circulaires zal meer duidelijkheid komen over de meerjarige ontwikkeling.

De uitkomsten van de septembercirculaire zijn niet verwerkt in de begroting 2015.

Toezicht provincie

In de gemeentewet staat dat de begroting structureel en reëel in evenwicht moet zijn.

Dit betekent dat structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Van dit evenwicht kan afgeweken worden indien aannemelijk is dat het structureel en reëel evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.

In 2014 heeft de provincie het nieuwe gemeenschappelijk toezichtkader “Kwestie van evenwicht!” vastgesteld. Hierin is de wijze vastgelegd waarop aan het financieel toezicht invulling wordt gegeven. De provincie beoordeelt of de ramingen volledig, realistisch en haalbaar zijn. Wanneer de ramingen onvoldoende reëel zijn, kan een negatieve bijstelling op het structureel begrotingssaldo worden doorgevoerd. Dit kan betekenen dat de

begroting niet meer in evenwicht is.

Ten behoeve van de bepaling van de financiële positie worden alle opgenomen bezuinigingsmaatregelen op hardheid en haalbaarheid beoordeeld. De

bezuinigingsmaatregelen dienen concreet op programmaniveau te zijn ingevuld.

De belangrijkste verschillen ten opzichte van het vorige toezichtkader zijn:

- een tekort op de jaarrekening leidt niet automatisch tot preventief toezicht;

- preventief toezicht kan gedurende het jaar beëindigd worden;

- wanneer de algemene reserve negatief wordt, moet de gemeente deze binnen de termijn van de meerjarenbegroting wegwerken. Wanneer een negatieve reserve is ontstaan als gevolg van verliezen grondexploitatie kan toestemming gegeven worden om dit tekort in maximaal 10 jaar te saneren.

De toezichthouder beschouwt het als een verantwoordelijkheid van de raad om een sluitende begroting vast te stellen. Een niet sluitende begroting leidt tot het instellen van preventief toezicht. Voorafgaand aan het instellen van preventief toezicht wordt altijd in overleg getreden. Doel van dit overleg is om tot een oplossing te komen zodat preventief toezicht achterwege kan blijven.

Realisatie taakstellingen

WMO/Welzijn/subsidies

In de begroting 2015 is de taakstelling WMO/Welzijn/subsidies € 92.000,= gerealiseerd.

Maatschappelijke voorzieningen en accommodaties

Van de taakstelling Maatschappelijke Voorzieningen en Accommodaties van € 100.000,=

is een deel concreet gemaakt. In 2015 resteert een stelpost van € 90.140,= aflopend naar € 84.140,= in 2017. Nadere concretisering vindt plaats in 2015.

Huisvesting onderwijs

De taakstelling Huisvesting Onderwijs € 120.000,= vanaf 2015 is geschrapt conform het voorstel in de voorjaarsnota 2014.

Samenvoeging werf

Voor de samenvoeging van de werf is een bezuiniging geraamd van € 184.193,=.

Hiervan resteert op dit moment € 52.343,=. De concrete invulling van deze taakstelling gebeurt in 2015.

Samenwerking Peel 6.1

Besparing als gevolg van samenwerking Peel 6.1 is € 143.000,=.Concretisering van de besparingssleutel vindt plaats in 2015.

Lokale lastendruk

De lokale lastendruk voor 2015 bedraagt € 594,24.

In 2014 was de lastendruk € 556,34. Dit is ten opzichte van 2014 een stijging van

€ 37,90 of 6,8 %.

Beleidsbegroting

Programmaplan

Het programmaplan van de gemeente Asten bestaat uit 5 programma’s:

1] Bestuur en Dienstverlening 2] Sociaal domein

3] Veilig en schoon

4] Wonen, infrastructuur en Ontwikkeling 5] Financiën

Bij ieder programma worden de belangrijkste doelstellingen genoemd. Per doelstelling worden de volgende onderdelen in beeld gebracht:

Wat willen we bereiken?

Hieronder wordt de doelstelling opgenomen.

Wat doen we hiervoor?

Hieronder worden de activiteiten voor 2014 opgenomen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Hier staat aan welke eisen moet worden voldaan om tot een goed resultaat te komen.

Wanneer zijn we tevreden?

Hieronder worden de prestatie-indicatoren opgenomen. Zodat de prestaties gemeten kunnen worden.

Wie is verantwoordelijk?

Hieronder wordt vermeld wie de bestuurlijke en ambtelijke verantwoordelijken zijn.

Wat mag het kosten?

Hieronder worden de beschikbare budgetten van de doelstelling weergegeven.

Voor een leeswijzer van de tabellen “Wat mag het kosten?” wordt verwezen naar de leeswijzer “Wat mag het kosten” op de volgende pagina.

Leeswijzer "Wat mag het kosten?"

1. Lasten worden met een “+” weergegeven en baten met een “-”.

2. In de kolom I / S staat de I voor incidenteel en de S voor structureel budget.

3. In de tabel “Wat mag het kosten” wordt onderscheid gemaakt in regels zonder en met een *.

→ Regels met * zijn kredieten die eenmalig beschikbaar worden gesteld en waarvan de uitgaven over meerdere jaren lopen.

In de kolom jaarrekening 2013 staan de werkelijke uitgaven op het krediet t/m 2013. In de kolom begroting 2014 na wijziging staat het beschikbaar gestelde krediet t/m 2014.

In de kolom begroting 2015 is het in 2015 beschikbaar gestelde nieuwe/extra krediet opgenomen.

Totaal 1.319.330 1.750.000 116.250 116 116 116 Na vaststelling van de begroting 2015 bedraagt het totale krediet voor

plattelandsontwikkeling € 1.866.250,=.

→ Regels zonder * zijn bedragen die jaarlijks terug komen.

Met ingang van de begroting 2015 is er voor gekozen om ook reguliere budgetten die horen bij een doelstelling te vermelden bij de vraag Wat mag het kosten ? Deze

budgetten zijn herkenbaar doordat bij regels met een S (structureel) ook de jaren 2013 en 2014 zijn gevuld.

In de kolom jaarrekening 2013 staan de werkelijke uitgaven in 2013. In de kolommen begroting 2014 na wijziging en begroting 2015 staat respectievelijk de beschikbare budgetten voor 2014 en 2015.

Voorbeeld

Advertentiekosten 48.917 36.150 31.150 26 26 26 S

Totaal 48.917 36.150 31.150 26 26 26

In 2015 is € 31.150,= beschikbaar voor advertentiekosten. Vanaf 2016 is

€ 26.000,= structureel beschikbaar voor advertentiekosten.

1. Bestuur en Dienstverlening

Het programma Bestuur en Dienstverlening omvat de gemeenteraad, het college en de griffier, samenwerking, dienstverlening en bedrijfsvoering.

1. Dienstverlening

Wat willen we bereiken?

De gemeente biedt klantgerichte, resultaatgerichte dienstverlening die duidelijk,

betrouwbaar, tijdig, snel en transparant is. Producten en diensten worden afgestemd op de klantvraag en zo snel mogelijk tegen zo laag mogelijke kosten geleverd.

Wat doen we hiervoor?

1. De rol van het KCC verder invullen en verstevigen. Het KCC voert regie op de externe klantvraag: zet vraag uit, bewaakt voortgang en spreekt behandelaars aan.

2. KCC functie afstemmen op ontwikkelingen in de Peel samenwerking.

3. De website onderhouden en continue verbeteren.

4. Modernisering BRP (Basisregistratie Personen, voorheen GBA).

5. Uitvoering van het programma Asten 2.0. Onder andere:

• Monitoren en continu verbeteren van klantgerichtheid binnen de organisatie.

• Invoering Net Promotor Score waarmee de klantloyaliteit direct na afronding van een dienstverleningsproces wordt gemeten door middel van vier korte vragen.

Deze feedback wordt gebruikt voor het doorvoeren van verbeteringen in de dienstverlening.

• Implementeren klant contact systeem.

• Implementeren meldingen systeem openbare ruimte (i.s.m. Openbare Werken).

• Bevorderen en verbeteren van digitale dienstverlening.

• Zaakgericht werken: het procesmatig en digitaal afhandelen van vragen of verzoeken.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Landelijke standaarden zijn leidend, we richten processen maximaal uniform en generiek in.

• Voldoende middelen om de website te onderhouden en continue te verbeteren.

• Beschikbaarheid van ondersteunende systemen t.b.v. de informatievoorziening van het KCC.

• Onze processen moeten afgestemd zijn op de samenwerking met de ketenpartners.

• Voldoende middelen voor de wettelijk verplichte modernisering BRP.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Team Inwonersplein heeft op 31 december 2015 tenminste 250 uitingen van tevreden klanten ontvangen.

2. Op 31 december 2015 is de modernisering BRP gereed.

3. Op 31 december 2015 maakt 65% van de burgers hun afspraak via de website (nu 40,9%).

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos

Ambtelijk: D. van Zwet en J. Vermeulen

Wat mag het kosten?

Alle technische kosten van het beheer en onderhoud van de benodigde systemen vallen onder I & A.

2016 2017 2018 I/S jaarreke-

ning 2013

begroting 2014 na wijz.

begroting 2015

(x 1.000)

Implementeren NPS methode 12.000 I

Modernisering BRP (GBA) 26.046 50.000 I

Meldingen Openbare Ruimte 6.000

5.400

6 6 6 S

I

Totaal 26.046 62.000 11.400 6 6 6

2. Uitbreiding Griffie-functie Wat willen we bereiken?

De politiek-faciliterende rol van de griffier meer inhoud geven.

Wat doen we hiervoor?

1. We willen de griffierfunctie uitbreiden met 4 uren per week naar in totaal 32 uur.

Vooralsnog voor een periode van 2 jaar. Uit het formatieonderzoek van BMC blijkt dat in Asten minder formatie wordt ingezet ten behoeve van de griffiefunctie dan in vergelijkbare gemeenten. Gemiddeld wordt ongeveer 1,5 - 2 fte ingezet voor deze functie tegen 0,78 fte in Asten.

Op dit moment is de griffiefunctie met name ‘proceduregericht’, gericht op een goede stukkenstroom en een optimale inzet van de instrumenten die de raad tot zijn

beschikking heeft. Geen tijd is er om inhoud te geven aan de politiek-faciliterende rol van de griffier/griffie, zoals het opstellen van politieke leeswijzers, het toetsen van ambtelijke stukken op de politieke relevantie, het procesmatig beheersen van de werk- en communicatie-processen ten behoeve van debat, kaderstelling en controle, etc. Ook het opzetten van de Rekenkamercommissie/functie alsmede de

communicatiefunctie van de griffie zijn taken die blijven liggen, terwijl dit voor de raad van groot belang is teneinde de raad als geheel een herkenbaarder ‘gezicht’ te geven, de mogelijkheid te bieden om gericht naar buiten te communiceren,

faciliteiten te bieden die horen bij ‘social networking’, burgerparticipatie, etc.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Het beschikbaar stellen van de gevraagde urenuitbreiding.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer de gevraagde urenuitbreiding is gerealiseerd en is ingevuld.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: Raad Ambtelijk: --

Wat mag het kosten?

Uitbreiding formatie griffier 9.900 10 I

Totaal 9.900 10

3. Communicatie

Wat willen we bereiken?

In 2014 is een nieuw college gestart. In december 2014 wordt het nieuwe

communicatieplan 2014- 2018 vastgesteld. Voor 2015 voeren wij de actiepunten voor jaarschijf 2015 verder uit. Belangrijke uitgangspunten blijven burgerparticipatie, uitleg van het gevoerde beleid, verbeteren klanttevredenheid en insteek op digitale

communicatie via eigen middelen en overige media zoals Siris en Peelbelang.

Wat doen we hiervoor?

De actiepunten zijn op het moment van opstellen van de begroting nog niet bekend. In grote lijnen kunnen wij stellen dat wij burgerparticipatie blijven inzetten als instrument.

Gelet op de terugtredende overheid zal er een steeds groter beroep op burgerparticipatie worden gedaan. Verder blijft "uitleg van beleid" een belangrijk thema, zeker ook als er een link is met burgerparticipatie.

Het onlangs gehouden KTO biedt voldoende input voor de ontwikkeling van actiepunten op dit vlak. Door de extra bezuiniging op advertentiekosten zullen wij parallel aan de gemeentepagina gaan experimenteren met een digitale nieuwsbrief met

gemeentenieuws.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Een verdere reductie van de financiële middelen is niet gewenst. Op

advertentiekosten besparen wij in 2015 € 5.000,= en vanaf 2016 € 10.000,=.

Wanneer zijn we tevreden?

1. De nota Communicatie 2014 is in december goedgekeurd en de actiepunten jaarschijf 2015 zijn op 31-12 2015 uitgevoerd.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: T. Sprangers

Wat mag het kosten?

In de onderstaande tabel is het totale budget voor advertentiekosten opgenomen. De bezuiniging op advertentiekosten bedraagt in 2015 € 5.000,= en vanaf 2016 € 10.000,=.

2016 2017 2018

Advertentiekosten 48.917 36.150 31.150 26 26 26 S

Totaal 48.917 36.150 31.150 26 26 26

4. ICT (Informatie- en communicatietechnologie) Wat willen we bereiken?

Dat ICT wordt ingezet om de externe dienstverlening te verbeteren, de interne kwaliteit en efficiency te verbeteren en te voldoen aan (wettelijke) verplichtingen.

De gemeente Asten wil in 2015 haar elektronische dienstverlening conform het landelijk concept Antwoord(c), fase 4 hebben ingericht.

Wat doen we hiervoor?

Voor 2015 staat gepland:

1. De verdere doorontwikkeling van het zaaksysteem ter ondersteuning van het zaak- en procesgericht werken.

2. Verdere implementatie van de visie op geografische informatie conform het project GIVAS.

3. Implementatie van de wettelijk verplichte Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).

4. Verdergaande digitalisering van de werkprocessen.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende personele capaciteit en financiële middelen.

Wanneer zijn we tevreden?

1. De gemeente Asten heeft in 2015 de elektronische dienstverlening ingericht conform het landelijk concept Antwoord (c), fase 4.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: W. Verberkt

Wat mag het kosten?

2016 2017 2018

1. Zaaksysteem (Verseon) 24.664 240.278

22.500 335.825

22.500 23 23 23 S

I 2. Implementatie GIVAS 13.929

68.224

Totaal 347.095 466.547 30.722 85 85 85

5. Samenwerking

Wat willen we bereiken?

Gemeente Asten wil in 2015 een klant- en procesgerichte organisatie zijn met een flexibele structuur die het mogelijk maakt de snelle en grote veranderingen in de maatschappij gemakkelijk te vertalen naar een effectieve en (kosten)efficiënte rol en taken voor onze organisatie. Daarvoor is het noodzakelijk om op thema's samen te werken met andere gemeenten.

Wat doen we hiervoor?

We voeren het raadsbesluit "Asten koerst op eigen kracht in netwerken" uit. Dit maken we waar door actief de samenwerking te zoeken met:

1. de Peel (Peel 6.1) 2. Someren

3. Metropoolregio Eindhoven

4. burgers, bedrijven en instellingen 5. Veiligheidsregio

6. Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (voor zover nodig)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Samenwerking is gericht op win-win.

• Goede en betrouwbare partners.

• In business cases moeten de voordelen vast te stellen zijn op het gebied van financiën, dienstverlening, kwaliteit, kwetsbaarheid en/of (strategische) positie van Asten.

Wanneer zijn we tevreden?

We zijn tevreden wanneer we in 2015:

1. gezamenlijk in Peelverband de prioriteiten hebben bepaald en deze volgens planning realiseren;

2. de colleges van Asten en Someren gezamenlijk de samenwerkingsmogelijkheden geïnventariseerd hebben op basis van de nieuwe coalities en over de realisatie daarvan afspraken hebben gemaakt;

3. de 'terugtredende overheid' concreet in een gestandaardiseerde burgerparticipatie vertaald hebben, gezien het principe Eerst burgers en instellingen;

4. duidelijkheid hebben over de doelstellingen, beleid en acties van MRE en Veiligheidsregio;

5. duidelijkheid hebben over de afbakening van taken binnen ODZOB, binnen Peel of deel van de Peel en binnen Asten.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: W. Verberkt

Wat mag het kosten?

2016 2017 2018 taken en werkbudget*

164.454 180.000 30.000 30 I

Samenwerking - 146.000 -146 -146 -146 S

Totaal 164.454 180.000 -116.000 -116 -146 -146

6. Informatievoorziening Wat willen we bereiken?

Geordende en toegankelijke informatie conform de eisen zoals gesteld in de geldende wet- en regelgeving.

Wat doen we hiervoor?

1. Tijdelijke inzet extra formatie archiefmedewerker.

2. Invulling vacature functioneel applicatiebeheer zaaksysteem.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Financiële middelen.

• Ter zake kundig personeel.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer eind 2017 de analoge informatie geordend en toegankelijk is gearchiveerd.

2. Wanneer de formatie van de functioneel applicatiebeheerders toereikend is om de vragen uit de organisatie binnen de termijn van de SLA op te lossen.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: D. van Zwet

Wat mag het kosten?

2016 2017 2018 jaarreke-

ning 2013

begroting 2014 na wijz.

begroting

2015 (x 1.000)

I/S

Informatievoorziening 150.000 150 150 I

Totaal 150.000 150 150

2. Sociaal Domein

Het programma Sociaal Domein omvat jeugd, onderwijs en kinderopvang, werk en inkomen, gezondheidsbeleid, maatschappelijke ondersteuning, sport, cultuur en maatschappelijke accommodaties.

1. Maatwerkvoorzieningen Wmo (inclusief specialistische voorzieningen) (regionaal)

Wat willen we bereiken?

Gezamenlijk willen we het volgende resultaat bereiken:

Een zorgzame samenleving met zelfredzame burgers waarbij er een goede balans is, ook in financiële zin, tussen eigen verantwoordelijkheid van burgers (waaronder ook

vrijwillige inzet van burgers) en de inzet van professionele maatwerkvoorzieningen.

Maatwerkvoorzieningen komen in de plaats van individuele voorzieningen (zoals

bijvoorbeeld huishoudelijke ondersteuning). Bij maatwerkvoorzieningen gaat het om een op maat van de persoon afgestemd geheel van maatregelen (een arrangement).

We stellen hiervoor de volgende doelen:

1. De kosten van de inzet van maatwerkvoorzieningen dalen op termijn als gevolg van de inzet van en nadruk op eigen kracht, het eigen netwerk, preventieve en algemene (lokale) voorzieningen.

2. Burgers zijn in voldoende mate zelfredzaam en zijn tevreden over de wijze waarop zij hierin ondersteund worden.

Wat doen we hiervoor?

1. Er vindt een doorontwikkeling van de regionale uitvoeringsorganisatie plaats door:

• Verder te gaan op de reeds ingeslagen weg naar een gekantelde werkwijze waarbij eigen kracht, inzet van het informeel netwerk, wederkerigheid, zelfredzaamheid en participatie leidend zijn.

• De regionale uitvoeringsorganisatie vormt het sluitstuk van de ondersteuning vanuit de lokale infrastructuur. Dit vraagt om concrete afspraken over

afstemming, samenwerking en ieders rollen vanuit zowel het lokale als het regionale.

• Ontschotting binnen het sociale domein in de werkwijze van de regionale uitvoeringsorganisatie.

2. Doorontwikkeling van nieuwe manier van inkopen (zowel in proces als in resultaat) van maatwerkvoorzieningen:

• Middels bestuurlijk aanbesteden wordt ingestoken op overleg tussen gemeenten en zorgaanbieders waarin ruimte is voor innovatie en alternatieven.

• Er wordt ingestoken op resultaatgerichte financiering waarbij het product niet centraal staat maar het bereikte resultaat. Dit betekent ook een nieuwe manier van contractbeheer (continue proces van overleg, afstemming en indien nodig bijstelling gemaakte afspraken en werkwijze).

• Vanuit de gedachte ‘een gezin, een plan,..’ wordt toegewerkt naar de inkoop van ontschotte arrangementen binnen het sociale domein (arrangementen met voorzieningen op grond van zowel de Participatiewet, Jeugd en Wmo).

3. Actieve monitoring door de regionale uitvoeringsorganisatie van de arrangementen die aangeboden zijn aan burgers ter bevordering van hun zelfredzaamheid.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoen aan de veranderde wetgeving Wmo per 1 januari 2015

• Uniformering van uitvoeringsbeleid door de 6 peelgemeenten, waardoor een efficiënte uitvoering door de regionale uitvoeringsorganisatie mogelijk is.

• Een goede afstemming tussen de lokale nulde lijn en de regionale uitvoeringsorganisatie.

• Uitvoering binnen de door het Rijk gestelde financiële kaders na afloop van de periode van het Sociaal Deelfonds per 1 januari 2018.

• Een continue ontwikkelproces (innovatie) met alle partijen die ondersteuning bieden aan de burger (o.a. welzijnsorganisaties, zorgaanbieders).

• Een goed monitoringsysteem waarmee:

− De tevredenheid van burgers gemeten kan worden.

− (Bij)sturing van de geboden ondersteuning kan plaatsvinden indien noodzakelijk.

Wanneer zijn we tevreden?

1. De kosten van de inzet van maatwerkvoorzieningen dalen als gevolg van de inzet van en nadruk op eigen kracht, het eigen netwerk, preventieve en algemene (lokale) voorzieningen.

2. De uitvoeringskosten worden binnen de periode en de financiële ruimte van het Sociaal Deelfonds (2015, 2016 en 2017) en van de egalisatiereserve Wmo

teruggebracht tot het niveau van de door het Rijk beschikbaar te stellen financiële kaders per 1 januari 2018.

3. Burgers zijn in voldoende mate zelfredzaam.

4. Burgers zijn tevreden over de wijze waarop zij ondersteund worden.

4. Burgers zijn tevreden over de wijze waarop zij ondersteund worden.

In document Begroting 2015 (pagina 4-67)

GERELATEERDE DOCUMENTEN