• No results found

Financiële uitgangspunten begroting 2018

Algemeen

Het algemeneuitgangspuntvoorhetfinancieel beleid van PlatOO is hetscheppen van voorwaardenvoor een optimaal onderwijsproces.

Dealgemene doelstelling is hetinstandhouden van eengezondefinanciële positiewaarmeede continuïteitvan de scholen kan worden gewaarborgd.

PlatOO stuurtopallebelangrijke beleidsterreinen opbasisvan kengetallen, die metsignaleringswaarden of metdoelstellingen zijnvermeld in het strategisch beleidsplan,in hetmeerjarenformatiebeleid en in het financieel beleid.

Ditwordtvertaald in eenverantwoorde inzetvan de beschikbaremiddeleneneen verantwoorde hoogtevandealgemene reserve.

Definanciële signaleringswaardenzijn in 2017opnieuwvastgesteldop basisvan eenuitgebreide risico-en vermogensanalyse die PlatOOin voorjaar2017 heeftlaten uitvoeren.

Op het momentdat designaleringswaarden zijn bereikt, wordt bezienofhet nodig isom de meerjarenbegroting bijtesturen middelsaangepastbeleid.

Hetstreven van PlatOO is om investeringenteallen tijde meteigen vermogente kunnen financieren.

Onderstaand isperkengetal aangegeven watdesignaleringswaarde isdie PiatOOin 2017 heeftvastgesteld.

Kengetallen vermogensbeheer

1. Kapitatisatiefactor

De kapitalisatiefactorgeeftaan ofhetbeschikbarekapitaal ookvoldoendewordtingezetvoorde vervuliing van detakenvan PiatOO. CommissieDon heeft in 2009 een maximaie kapitalisatiefactor van 35%vastgesteld. DekapitalisatiefactorwordtdoorhetministerievanOCW endoorde

onderwijsinspectie inmiddeisniet meergehanteerd alstoetscriterium.

waarde ultimo 2016 46%

signaleringswaarde 39%-38%

Designaleringswaardevan PiatOO isvoor2017en 2018 vastgesteid op 39%en voordejarenerna op 38%.

De onderwijsinspectie heeftvoorde kapitaiisatiefactordrieafgeleidefunctiesgedefinieerd:

Transactiefunctie 9%

Benodigde middeien voorkortetermijn schulden (minimaal 8,8% van detotalebaten)

Financieringsfunctie 22%

Benodigdemiddelenvoor investeringen (55% van de nieuwwaardevan de inventaris)

Bufferfunctie 16% 7%-6%

Benodigdebuffervooronvoorziene en niet beheersbare incidenten (minimaal 5%van detotale batenvolgens designaleringsgrensvan deonderwijsinspectie).Dit ishet restantvande kapitalisatiefactor.

Designaleringswaardevan PlatOO isvastgesteld op 7%voor2017en 2018 en op6% voor2019 en 2020.

vervolg

-2. Solvabiliteit

Dit balanskengetal geeft de verhouding weer tussen eigen en vreemd vermogen en geeft aan in hoeverre PlatOO in staat is om binnen een redelijke termijn alle schulden terug te betalen.

waarde ultimo 2016 sianalerinoswaarde

79% 30%

3. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft aan of PlatOO in staat is om niet-voorziene maar wel tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's op te vangen. Te denken valt aan arbeidsconflicten of een onverwacht hoog ziekteverzuim.

waarde ultimo 2016 sianalerinaswaarde 12% 10%

Kengetallen budgetbeheer 4. Liquiditeit

Dit kengetal geeft aan in hoeverre PlatOO in staat is om op korte termijn alle kortlopende schulden terug te betalen zonder inventaris of beleggingen te moeten verkopen.

waarde ultimo 2016 sianalerinaswaarde

1,9 tussen 0,5 en 2,0

5. Rentabiliteit

Het exploitatiekengetal rentabiliteit geeft aan in hoeverre de inkomsten en de uitgaven in evenwicht zijn, oftewel hoeveel geld er overblijft of tekort is in enig jaar.

waarde ultimo 2016 -0,5%

sionalerinaswaarde tussen -1% en 5%

Kengetallen In de exploitatie

In het actuele financieel beleidsplan zijn twee verhoudingsgetallen uit de exploitatie opgenomen die eveneens worden gehanteerd als indicator voor een financieel gezonde organisatie. Het betreft een huisvestingsratio en een personeelsratio.

6. Huisvestingsratio

Sinds 2016 wordt deze ratio door OCW gehanteerd om te kunnen beoordelen of de huisvestingskosten niet een te groot deel van het onderwijsbudget beslaan.

waarde ultimo 2016 9%

sianalerinaswaarde 10%

7. Personele lasten/rijksbaten

In de rijksbekostiging wordt ervan uit gegaan dat 85% van de rijksbaten zijn bestemd voor personele lasten.

waarde ultimo 2016 83%

sianalerinaswaarde 85%

vervolg

-Afbouw van overtollige reserves

PlatOO heeft in de afgelopen jaren actief toegewerkt naar de eigen signaleringswaarden door de middelen maximaal in te zetten voor het onderwijs.

Middels gespecificeerde kwaliteits- en innovatieprojecten wordt de algemene reserve afgebouwd.

In 2018 en in 2019 staan enkele grote investeringen gepland.

Met de onderhavige meerjarenbegroting zal de kapitalisatiefactor eind 2020 34% bedragen, met een bufferliquiditeit van 4% (zie ook laatste blad Reservepositie).

Op basis van de risicoanalyse van 2017 heeft PlatOO voor 2020 een signaleringsgrens van 38% voor de kapitalisatiefactor vastgesteld en 6% voor de bufferliquiditeit.

Vanaf 2019 is het doel van PlatOO om de kapitalisatiefactor en de bufferliquiditeit weer te laten groeien tot de signaleringswaarden door middel van dekkende begrotingen.

Instabiele inkomsten

Bekostiging ministerie van OCW

De bekostiging van het ministerie van OCW blijft de grootste instabiele factor.

Zo is de bekostiging voor schooljaar 2017-2018 al drie keer bijgesteld.

Een bestendig beleid voor een langere periode wordt daardoor bemoeilijkt.

Passend onderwijs

In augustus 2014 is Passend onderwijs gestart met nieuwe samenwerkingsverbanden, tijdelijke afspraken met cluster II instellingen en een nieuwe bekostigingssystematiek.

De toekomstige inkomsten worden gebaseerd op de meerjarenbegroting van de twee

samenwerkingsverbanden. Hierin zit een onzekere component voor de inkomsten voor de leerlingen die extra zorg en ondersteuning behoeven (TLV verwijzingen genaamd), omdat deze afhangen van het totaal aantal leerlingen met TLV verwijzing binnen het samenwerkingsverband en de aantallen per bestuur.

Voor beide samenwerkingsverbanden geidt dat in de meerjarenbegroting afnemende zorgbudgetten voor PlatOO zijn opgenomen.

Inkomsten uit vermogen

Nu de financiële markten wat aantrekken, staat de waarde van staatsobligaties onder druk.

Volgens de regeling Beleggen en Belenen van het ministerie van OCW mag het primair onderwijs alleen beleggen in staatsobligaties en beleggingsproducten met hoofdsomgarantie.

De opbrengsten uit de beleggingsportefeuille zijn minimaal meegenomen in de meerjarenbegroting.

Om de afbouw van de reserve te kunnen bekostigen is rekening gehouden met een afname van de omvang van de portefeuille.

Toelichting op het meerjarenperspectief 2018-2020

De leerlingprognose van PlatOO vormt het uitgangspunt voor de meerjarenbegroting.

Op 1 oktober 2017 heeft PlatOO 3000 leerlingen.

In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een groei van 2 a 3% per jaar in de daaropvolgende twee jaren.

De meerjaren formatiebegroting is aan deze leerlingprognose aangepast.

De Rijksbijdragen worden gevormd door reguliere bekostiging, tussentijdse groeibekostiging, inkomsten van de samenwerkingsverbanden en enkele kleinere inkomsten voor incidentele middelen zoals vervanging studieverlof.

- vervolg

-Toelichting per post:

Rijksbijdragen

De reguliere bekostiging is gestegen voor schooljaar 2017-2018 en verder. De leerlingtelling is in de bekostigingsbegroting verwerkt.

Voor 2018 is een tussentijdse groeibekostiging van 100.000 euro meegenomen, voor de jaren erna een voorzichtige 30.000 euro. In 2017 is hiervoor een voor PiatOO fors bedrag van 234.000 euro ontvangen.

De budgetten van de samenwerkingsverbanden zijn met jaariijks dalende bedragen opgenomen conform de meest recente meerjarenbegroting van de samenwerkingsverbanden.

Overige overheidsbijdragen

De Overige overheidsbijdragen betreft gemeenteiijke subsidies en zijn voorzichtig meegenomen in de meerjarenbegroting.

Overige baten

De Overige baten zijn in de begroting ongeveer gelijk aan de gerealiseerde baten in 2017.

Het betreft hier inkomsten van cluster I instellingen, detacheringsovereenkomsten, arbeidsmarkt subsidies, subsidies uit samenwerking met derden (bijv. Kempel en Fontys) en inkomsten uit verhuur.

Personele lasten

In de Personele lasten zijn de ambities verwerkt van de extra kwaiiteits- en innovatieprojecten op het gebied van PlatOO-lab, de Kracht van de ieerkracht, Inciusief Onderwijs, Passend onderwijs en ICT-ondersteuning. Daarnaast zijn de personele lasten vanaf 2018 wat hoger door de insourcing van de financieie en personele administratie en de invulling van het strategisch beieid op het gebied van HRM en Onderwijskwaiiteit.

Omdat de afbouw van reserves wordt voltooid in 2018 zijn de formatieplannen voor 2019 en 2020 aangepast aan de ambitie van een dekkende begroting voor die jaren.

Afschrijvingen

De Afschrijvingen zijn wat hoger in 2017 omdat er een opschoning van niet meer aanwezige inventaris heeft plaatsgevonden.

Voor 2019 is een stijging opgenomen ais gevolg van de aanpassing van een van de schooigebouwen en de vervanging van de inventaris aldaar.

Huisvestingslasten

De Huisvestingslasten zijn in 2018 wat lager omdat de gebouwen in Nuenen in eigen onderhoud zijn gekomen. Vanaf 2019 is een stijgende dotatie aan de voorziening Onderhoud opgenomen om het onderhoud van alle schoolgebouwen te kunnen blijven uitvoeren.

Overige Instellingslasten

De ict-uitgaven zijn in 2017 hoger door de invoering van het I&I-plan. Deze stond gepland voor 2017 en 2018 en is voor het grootste deel in 2017 geïmplementeerd. In 2017 zijn er wat dubbele licentiekosten van nog niet afgelopen contracten.