• No results found

Financiële toelichting 9.1 Onderhoud en beheer van de

openbare ruimte

Lasten Baten Saldo

( Bedragen x 1.000 euro) -272 -1.872 -2.144

Groen- en speelvoorzieningen (N 469 duizend euro)

Lagere baten van 257 duizend euro worden veroorzaakt door gedaalde contractopbrengsten tuinonderhoud voor derden. We hebben een aantal contracten opgezegd. Hiermee gepaard gaan ook lagere onderhoudslasten van 257 duizend euro.

De beheermaatregelen tegen de essentaksterfte leiden tot hogere lasten van 94 duizend euro. Daarnaast zorgt een stijging in het aantal uitgevoerde groot onderhoudsprojecten groen voor hogere lasten van 162 duizend euro.

Ook leidt de geactualiseerde toerekening van kosten materieel tot hogere lasten van 196 duizend euro. Deze toerekening vindt plaats aan de hand van een verdeelsleutel. In 2020 hebben we deze verdeelsleutel aangepast. Dit zorgt voor een zuivere toerekening van kosten aan het product Groen- en speelvoorzieningen.

Tot slot tellen overige kleinere afwijkingen op tot een nadeel van 17 duizend euro. Verkeersvoorzieningen (N 382 duizend euro)

Hogere lasten zijn vooral ontstaan door extra herstelwerkzaamheden van verkeersregelinstallaties (267 duizend euro) en openbare verlichting (385 duizend euro). Daarnaast is er een voordeel van 166 duizend euro op de projecten groot onderhoud (led en armaturen). Ook hebben we verzekeringsuitkeringen ontvangen als gevolg van schadeclaims bij het onderhoud van verkeersregelinstallaties en openbare verlichting. Dit leidt tot hogere baten van 103 duizend euro.

Wegen (N 574 duizend euro)

Hogere lasten worden vooral verklaard door een stijging in het aantal (onderhouds-)meldingen. Dit leidt tot hogere apparaatskosten van 359 duizend euro. Ook zijn er hogere kosten voor herstraten (104 duizend euro). Hier staan hogere opbrengsten tegenover.

Op het programmabudget groot onderhoud wegen ontstaat een nadeel van 129 duizend euro. Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een nadeel van 86 duizend euro.

Kapitaallasten gele stenen (V 168 duizend euro)

In de begroting 2020 zijn structureel intensiveringsmiddelen beschikbaar gesteld voor de dekking van

kapitaallasten behorende bij het investeringsproject vervanging gele stenen binnenstad. Dit gaat om een bedrag van 214 duizend euro.

194

Eind 2020 valt van deze middelen incidenteel 168 duizend euro vrij doordat pas wordt afgeschreven als afzonderlijke projecten volledig gereed zijn.

Groot onderhoud civiele kunstwerken, onder andere bruggen en kademuren (N 347 duizend euro)

Dit nadelige resultaat wordt vooral verklaard doordat het project Damwand Eemskanaal, gepland in 2019, pas in 2020 tot uitvoering is gekomen (383 duizend euro). Overige kleinere positieve afwijkingen (36 duizend euro) tellen op tot een totaal nadeel van 347 duizend euro.

Kapitaallasten investeringsprojecten groot onderhoud (V 310 duizend euro)

In de begroting 2020 hebben we voor de investeringsprojecten groot onderhoud kapitaallasten geraamd. Eind 2020 valt een deel van deze begrote middelen vrij. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat projecten achter lopen. Daarnaast geldt voor gereedgekomen projecten in 2020 dat hierop pas in 2021 wordt afgeschreven. Rioolheffing (V 60 duizend euro)

Hogere baten van 304 duizend euro bestaan vooral uit gerealiseerde hogere opbrengsten rioolheffing als gevolg van meer aansluitingen. Aan de lastenzijde is een voordelig effect van 800 duizend euro omdat we minder besteed hebben aan projecten groot onderhoud (met name baggerprojecten). Vanwege vertraging in een aanbestedingsprocedure bij baggeren heeft dit in 2020 niet geleid tot projectuitvoering. Het werk wordt in 2021 uitgevoerd. Dit voordelige resultaat is toegevoegd aan de voorziening Riolering groot onderhoud. Per saldo leidt deze dotatie aan de voorziening tot een neutraal effect.

Hogere lasten van 244 duizend euro ontstaan vooral door hogere exploitatielasten en een extra dotatie aan de voorziening Riolering vervangingsinvesteringen van 132 duizend euro. Deze laatste dotatie betreft het totale voordelige resultaat in 2020 op de rioolheffing (werkelijke baten minus werkelijke lasten). Dit resultaat wordt verrekend met de voorziening.

Voor een nadere toelichting op het integrale resultaat van de rioolheffing verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen.

Fietsmaatregelen (N 254 duizend euro)

In verband met het coronavirus hebben we maatregelen getroffen voor een veilige en bereikbare binnenstad. Eén van de maatregelen betreft het fietsbeheer, onder meer door het plaatsen van extra fietsenrekken en het verwijderen van fout geparkeerde fietsen. Hiervoor waren geen middelen begroot. Dit leidt tot een nadelig resultaat van 254 duizend euro.

Zakelijke dienstverlening (N 946 duizend euro)

De omzet van de zakelijke dienstverlening is lager dan in voorgaande jaren (1,1 miljoen euro). Daar heeft het coronavirus voor een groot deel een rol in gespeeld maar we zijn ook een aantal klanten kwijtgeraakt. Deze omzetverlaging - die zich vooral voordeed bij de inzameling van bedrijfsafval - kon voor een beperkt deel worden opgevangen door lagere lasten waaronder een lagere toerekening van kosten materieel. Daarnaast hebben we extra personeel ingehuurd door ziekte van het eigen personeel of vanwege een quarantaineverplichting.

Emissievrij wagenpark (V 231 duizend euro)

In de begroting 2020 is jaarlijks 300 duizend euro beschikbaar gesteld om vanaf 2023 ons wagenpark emissievrij te hebben. Het gaat hierbij om het vervangen van 128 dienstvoertuigen over meerdere jaren. Eind 2020 valt van dit budget 231 duizend euro vrij. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de realisatie van kapitaallasten behorende bij deze vervangingen pas ingaat in 2021.

Leges begraafrechten (N 42 duizend euro)

Doordat er in 2020 minder begrafenissen plaatsvonden, zijn de lasten lager (99 duizend euro). Daar tegenover staan ook lagere baten (141 duizend euro). Per saldo een nadeel van 42 duizend euro.

Klimaatadaptatieweek (geen afwijking)

In januari 2021 vond de klimaatadaptatieweek Groningen plaats. Hiervoor hebben we een subsidiebijdrage ontvangen vanuit het Nationaal Programma Groningen.

195

Aangezien een deel van deze middelen in 2021 besteed zal worden, wordt dit deel in 2020 als vooruit ontvangen verantwoord. Hierdoor treden zowel lagere lasten als lagere baten op van 840 duizend euro op.

Overige (V 101 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 101 duizend euro.

9.2 Afvalinzameling en -verwerking Lasten Baten Saldo

( Bedragen x 1.000 euro) -488 -533 -1.021

Afvalstoffenheffing (N 1,0 miljoen euro) Baten (V 1,141 miljoen euro)

Bij de baten van de afvalstoffenheffing zien we voor de opgelegde heffingen een voordeel van 946 duizend euro, vooral veroorzaakt door het toegenomen aantal aansluitingen. Overige inkomsten leiden tot een voordeel van 195 duizend euro.

Lasten (N 2,187 miljoen euro)

De hogere lasten doen zich voor bij diverse onderdelen:

Hogere vuilverwerkingskosten, als gevolg van meer aanvoer van afval en hogere kosten van verbrandingsbelasting (505 duizend euro);

• Meer inzet van inleenkrachten vanwege ziekte, vacatures en het coronavirus, bijvoorbeeld voor het inzetten van verkeersregelaars bij afvalbrengstations (371 duizend euro);

Een hogere eindafrekening van het ARCG (Afvalbeheer Regio Centrum Groningen, vooral verklaard door een grotere hoeveelheid aangeleverde grof vuil en meerkosten om de coronamaatregelen goed toe te kunnen passen (328 duizend euro);

• Onttrekking voorziening afvalstoffenheffing, in de begroting 2020 hebben we een geraamde onttrekking opgenomen van 2,3 miljoen euro. Deze onttrekking kan slechts voor 2 miljoen euro worden gerealiseerd omdat het saldo van deze voorziening slechts 2 miljoen euro bedraagt en de stand van de voorziening niet negatief mag zijn. Dit leidt tot een nadeel van 301 duizend euro;

Hogere kwijtscheldingslasten, onder meer door het gestegen aantal opgelegde heffingen (186 duizend euro);

Hogere kapitaallasten, investeringen hebben eerder plaatsgevonden dan bij de begroting verondersteld, dit leidde in 2020 al tot kapitaallasten (165 duizend euro);

• Meerkosten bij diverse projecten werkzaamheden, onder meer door de extra handhaving op

bijplaatsingen, de ontwikkeling en lancering van een afval-app en extra werkzaamheden in het kader van de herijking van het afvalbeleid en de harmonisering afvalstoffenheffing (195 duizend euro);

Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een nadeel van 131 duizend euro.

Aangezien het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing nul is, bestaat er geen mogelijkheid dit ontstane nadeel middels een onttrekking aan deze voorziening te compenseren.

Voor een nadere toelichting op het integrale resultaat van de afvalstoffenheffing verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen.

Overige afvalstromen (N 179 duizend euro)

De organisatie Nedvang (Afvalfonds) keert vergoedingen aan gemeenten uit voor de kosten verbonden aan de inzameling, vermarkting en verwerking van diverse afvalstromen zoals kunststofverpakkingen, drankpakken en metaal. In 2020 hebben we een lagere vergoeding ontvangen van Nedvang dan verwacht. Dat komt doordat Attero een lager volume kunststof heeft kunnen afzetten voor hergebruik dan verwacht vanwege de lagere vraag naar hergebruikt plastic.

Daarnaast zijn er nieuwe afspraken gemaakt tussen Nedvang en de VNG over de hoogte van de vergoedingen voor inzameling en verwerking. De vergoedingen zijn omlaag gegaan. Als laatste heeft Nedvang de definitieve vaststelling van de vermarktingsvergoeding kunststof over de jaren 2017 en 2018 pas in 2020 bepaald. Hierdoor zijn de werkelijke kosten 185 duizend euro hoger ten opzichte van de eerder betaalde voorschotten aan Attero over deze jaren.

Inclusief een aantal kleinere afwijkingen bedraagt het nadelige resultaat op de overige afvalstromen 179 duizend euro.

196 Overige (V 204 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 204 duizend euro.

9.3 Leefkwaliteit Lasten Baten Saldo

( Bedragen x 1.000 euro) 7.368 -3.214 4.154

Sanering voormalige vuilstortlocatie Woltersum (V 3,7 miljoen euro)

Voor de sanering van de voormalige vuilstort bij Woltersum is in 2018 een bestuursovereenkomst gesloten tussen de voormalige gemeenten Groningen, Ten Boer en de Provincie Groningen. Overeengekomen is dat 7,8 miljoen euro beschikbaar wordt gesteld voor bodemsanering. De Provincie Groningen verstrekte hiervoor een subsidie van 4 miljoen euro. Daarnaast hebben we in 2019 voor dit doel 3,8 miljoen euro in de reserve Bodemsanering gestort. In 2019 hebben we hiervoor 93 duizend euro besteed. Bij de jaarrekening 2019 is dit bedrag aan deze reserve onttrokken.

De sanering is in 2020 opgestart. Echter zal het grootste deel van de uitvoering in 2021 plaatsvinden en ook worden afgerond. Van de beschikbare middelen is circa 10% besteed in 2020 (793 duizend euro). Aangezien we de middelen vooral in 2021 nodig hebben, is afgezien van de onttrekking aan de reserve Bodemsanering van 3,7 miljoen euro.

Voor de verantwoording in de jaarrekening betekent dit lagere lasten van 6,9 miljoen euro en lagere baten van 3,2 miljoen euro. Per saldo een voordeel van 3,7 miljoen euro.

Dit voordeel is al verrekend met de hiervoor bestemde reserve omdat is afgezien van de onttrekking aan de reserve in de realisatie bij de jaarrekening. Dit is conform de met de raad afgesproken werkwijze in de kadernota Weerstandsvermogen 2020, waar de nota Reserves en voorzieningen onderdeel van uitmaakt. Normaliter is de begrote reserve-onttrekking gelijk aan de gerealiseerde onttrekking. In dit geval is dat niet zo. Binnen dit deelprogramma ontstaat daardoor een voordeel, dat wegvalt tegen het nadeel bij de reservemutaties in dit programma.

Uitvoeringsprogramma Bodem (V 228 duizend euro)

Voor een aantal activiteiten uit dit programma wordt de uitvoering in 2021 voortgezet. Deze activiteiten zullen worden bekostigd uit de in 2020 vrijvallende middelen. Dit uitvoeringsprogramma is door de raad aangemerkt als meerjarig project

Overige (V 219 duizend euro)

De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 219 duizend euro.

Financiële risico's & ontwikkelingen

Risico's

Voor een totaal overzicht van de risico's zie Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Ontwikkelingen

197

Programma 10: Veiligheid

Om in vrijheid te kunnen wonen, werken en leven vormt een veilig Groningen de basis.

Samen met partners, bewoners en ondernemers werken we aan het veilig houden van onze gemeente. Zo dragen we bij aan de doelstellingen zoals beschreven in de gemeentelijke beleids- en

uitvoeringsprogramma’s. Voor de brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en de geneeskundige zorg neemt de gemeente deel aan de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Groningen (VRG).

Veiligheidsbeleid is sterk verweven met andere beleidsterreinen. Zo zien we thema’s op het snijvlak van veiligheid en zorg, die ook terugkomen in programma 4: Welzijn, gezondheid en zorg en de aanpak van verloedering wat terugkomt in programma 9: Onderhoud en beheer openbare ruimte. Elke wijk of buurt en elk dorp in Groningen heeft zijn eigen identiteit, dynamiek en veiligheidsvraagstukken. Mede daarom werken we gebiedsgericht. Dit hangt sterk samen met paragraaf 1: Integraal gebiedsgericht werken.

Als gemeente treden we op als regisseur en bevorderen en bewaken we de samenwerking en afstemming met partners op het gebied van veiligheid.

Doelstelling en relevante beleidsnota's

Het programma is verder uitgewerkt in de volgende beleidsnota’s:

Geweld hoort nergens thuis, regionaal actieprogramma Groningen voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling 2019 - 2023

Kadernota Integrale Veiligheid 2015-2019 Aanpak problematische jeugdgroepen 2018

Gronings escalatiemodel aanpak woonoverlast 2017 Verordening cameratoezicht gemeente Groningen 2016 Nota prostitutie en overige seksbedrijven 2016

Nota integraal drugsbeleid 2016

Handhavingsprotocol horeca gemeente Groningen 2010

Relevante ontwikkelingen

• Bij de veiligheid- en handhavingsprofessionals die in de frontlinie staan van de coronacrisis, is de al bestaande druk op de capaciteit nog verder vergroot. Daarnaast kost de coronacrisis veel capaciteit en expertise ten behoeve van de crisisorganisatie. Hierbij gaat het onder andere om het leveren van expertise over noodrecht, handhavingsstrategieën en het monitoren van maatschappelijk onrust;

• Door de coronamaatregelen is het moeilijker om zicht te krijgen op ondermijnende criminaliteit. Dit wordt veroorzaakt door het gebrek aan live contact, risico's die gepaard gaan met branches die in financiële nood zitten en de verwachting dat de aantrekkingskracht van het criminele (drugs)geld op jongeren toeneemt. Dit alles leidt tot een nog grotere opgave in de aanpak van de ondermijning. Als de maatregelen versoepelen zal er een extra investering nodig zijn om onze informatiepositie terug te winnen en de criminaliteit terug te dringen;

• We zien een verschuiving van high impact crimes zoals woninginbraak en straatroof naar digitale criminaliteit en ondermijning;

• Het aantal demonstraties is de afgelopen periode toegenomen. Onder ander door de coronamaatregelen hebben we veel inzet bij demonstraties aangewend om inwoners gebruik te kunnen laten maken van het

198

grondrecht en tegelijkertijd de openbare orde en veiligheid te kunnen blijven garanderen. Deze trend lijkt te versterken en vraagt mogelijk meer capaciteit;

• Maatschappelijke onrust en polarisatie neemt toe. Dit heeft een weerslag op de Groningse samenleving. De coronacrisis vergroot het risico op complotdenken, spanningen en polarisatie. Daarom hebben we een steeds grotere behoefte aan kennis over dit onderwerp, inzicht in (de)polarisatie in onze gemeente en handelingsperspectieven. Voor de preventie van radicalisering en polarisatie is het cruciaal dat

professionals uit zowel het sociaal domein als het veiligheidsdomein elkaar goed weten te vinden. Daarom blijft het onverminderd van belang de lokale samenwerking tussen beide domeinen te versterken; • De sociale impact van de coronamaatregelen is groot. Door de coronamaatregelen waren live contacten

tussen zorg- en veiligheidsprofessionals onderling en die met jongeren beperkt. Dit bemoeilijkte vroegsignalering en het treffen van preventieve maatregelen. Een direct gevolg hiervan is dat problematiek van jongeren met risicovol gedrag langer onzichtbaar blijft en pas bij escalatie zichtbaar wordt;

• In 2020 hebben we met onze partners de volgende speerpunten geformuleerd voor het beleidskader Veiligheid 2021-2024: ondermijning, digitale veiligheid, maatschappelijke onrust & polarisatie en een effectieve verbinding tussen veiligheid en zorg

Deelprogramma 10.1: Veilige woon- en leefomgeving

We willen veiligheid in de verschillende stadsdelen op peil houden en waar nodig vergroten. Het gaat om het voorkomen van overlast, verloedering en criminaliteit in de openbare ruimte en in huiselijke kring. Juist omdat het voor iedere inwoner belangrijk is zich buiten én binnen veilig te voelen, werken we aan een veilige woon- en leefomgeving vanuit verschillende beleidsterreinen zoals paragraaf 1: Integraal gebiedsgericht werken en programma 9: Onderhoud en beheer openbare ruimte.

Tweejaarlijks wordt de monitor Leefbaarheid en Veiligheid gehouden. In 2018 was het percentage onveiligheidsgevoel 16% en het overlastcijfer 2,8. In 2020 wilden we het onveiligheidsgevoel onder de 17% houden en het overlastcijfer niet boven de 3,2 laten komen.

Beleidsvelden

• Woninginbraken

• Geweld

• Toezicht en handhaving in de openbare ruimte

• Overlast

• Veilig ondernemen

• Radicalisering, Extremisme en polarisatie

Met de volgende indicatoren wordt de werking van ons beleid in dit deelprogramma gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Effectindicator(en) Behaald 2019 Beoogd 2020 Behaald 2020 % onveiligheidsgevoel * - 17 % 19 %

Overlastcijfer (op een schaal van 1 - 10) * - 3,2 2,6

* Deze indicator wordt tweejaarlijks gemeten, namelijk in de even jaren.

10.1.1 Woninginbraken

Woninginbraken hebben impact op het veiligheidsgevoel van betrokkenen. We zetten in op preventie, voorlichting en handhaving van de plicht een digitaal opkopersregister (DOR) bij te houden. In het opkopersregister dienen handelaren de in- en verkoop van tweedehands goederen te registreren.

199

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2020 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

Prestatie-indicatoren Behaald 2019 Beoogd 2020 Behaald 2020

Aantal aangiften van woninginbraken 703 800 427 *

* Dit cijfer ligt naar verwachting lager door de coronamaatregelen

Wat wilden we bereiken in 2020?

• We wilden in 2020 bereiken dat er in de gemeente Groningen minder dan 800 woninginbraken zouden worden gepleegd. Dit streven is gehaald, er zijn 427 woninginbraken gepleegd;

• In 2020 wilden we de beleidsregel Digitaal Opkopers Register herijken ten behoeve van de handhaving.

Wat hebben we hier voor gedaan?

• We hebben een hotspot-gerichte aanpak en een persoonsgerichte (dader) aanpak uitgevoerd;

• We hebben een voorlichtingscampagne ingezet via de communicatiekanalen van de gemeente Groningen. We hebben preventieadviezen aan (omwonenden van) slachtoffers van inbraken gegeven;

• We hebben de aanmeld- en registratieplicht voor handelaren met behulp van het Digitaal Opkopers Register gehandhaafd. Vanwege de coronamaatregelen zijn de geplande tweewekelijkse controle in 2020 slechts in beperkte mate uitgevoerd, omdat de zaken die gecontroleerd zouden worden niet open waren. In de korte periode dat de zaken wel open waren is tweewekelijks gecontroleerd en is 1 handhavingsactie uitgevoerd;

• We zijn gestart met het herijken handhavingsstrategie in relatie tot de beleidsregel.

Conclusie

• De ingezette koers om woninginbraken te voorkomen blijft effectief;

• De DOR-controles konden slechts beperkt worden uitgevoerd in verband met de coronamaatregelen.

10.1.2 Geweld

Onder het thema geweld vallen verschillende delicten zoals geweldsincidenten in het uitgaansgebied en huiselijk geweld.

Onder huiselijk geweld verstaan we hier (ex)partnergeweld en ouder(en)mishandeling, exclusief

kindermishandeling. Voor kindermishandeling verwijzen we naar deelprogramma 4.2.3: Interventies veilig opgroeien. De gemeente Groningen is als centrumgemeente samen met de andere Groninger gemeenten verantwoordelijk voor het ontwikkelen en invoeren van beleid om huiselijk geweld te bestrijden. Onze ambities hieromtrent staan in deelprogramma 4.2.4: Beschermd wonen, opvang en huiselijk geweld.

Geweldsdelicten hebben een hoge impact op slachtoffers en hun omgeving. Daarom hebben we aandacht voor deze verschillende vormen van geweld. We streven daarbij naar zo min mogelijk geweld, thuis en op straat. Wij willen:

• De objectieve en subjectieve veiligheid in het uitgaansgebied verbeteren; • Geweld in afhankelijkheidsrelaties duurzaam beëindigen;

• Een veilige thuissituatie bevorderen;

• Slachtoffers van huiselijk geweld direct veiligheid bieden.

Met de onderstaande indicatoren is de voortgang van dit beleidsveld in 2020 gemeten. Als er geen gegevens beschikbaar zijn/of één maal per twee jaar gemeten worden staat er een streepje.

200 Prestatie-indicatoren Behaald 2019 Beoogd 2020 Behaald 2020 Aantal aangiften geweldsincidenten uitgaansgebied 315 <425 212

Aantal meldingen huiselijk geweld 1.131 * >700 1.193

Aantal opgelegde huisverboden 27 >40 45

Aantal aangiften Veilige Publieke Taak (hulpverleners)

127 <150 110

* Het aantal meldingen over 2019 is achteraf door Veilig Thuis gecorrigeerd van 746 naar 1.131. Door de invoering van een nieuw registratiesysteem in 2019 had Veilig Thuis begin 2020 nog onvoldoende overzicht van de verschillende ‘soorten’ meldingen huiselijk geweld en werden de eerder aangeleverde cijfers later gecorrigeerd.

Wat wilden we bereiken in 2020?

• We willen het aantal geweldsincidenten in de horeca zo laag mogelijk houden. In 2020 wilden we concrete acties uitgezet hebben op het gebied van het tegengaan van grensoverschrijdend seksueel gedrag en seksueel geweld. Hiervoor benaderen we de horeca, maar willen we het onderwerp ook bespreekbaar maken onder(vrouwelijke) studenten;

• Binnen diverse overheidsorganisaties wordt veel aandacht besteed aan geweld tegen medewerkers. Wij willen dat er in het komende jaar niet meer dan 150 aangiften hieromtrent worden gedaan;

• Doorontwikkeling van Veilig Thuis, gericht op verbeterde samenwerking met lokale teams, de

monitorfunctie en de nieuwe radarfunctie naar aanleiding van de aanscherping van de Wet meldcode; • Verbeteren preventie, signalering en aanpak van alle vormen van huiselijk geweld.

Wat hebben we hier voor gedaan?

• 2020 stond in het teken van de corona-pandemie en de daaruit volgende corona-maatregelen. De Horeca is voor een groot gedeelte van het jaar gesloten geweest. Dit heeft geleid tot minder bezoekers aan het uitgaansgebied en daarmee minder geweldsdelicten. Uit de cijfers van de politie blijkt dit ook: het aantal aangiften geweldsincidenten uitgaansgebied is gedaald naar 212;

• Tijdens de versoepeling van de corona-maatregelen in de zomer van 2020 met gedeeltelijke opening van de Horeca is door de politie en de boa’s vooral gecontroleerd op sluitingstijden en maximaal aantal bezoekers;

• In het kader van de aanpak huiselijk geweld faciliteren we samen met de andere Groninger gemeenten de Vrouwenopvang en Veilig Thuis (zie deelprogramma 4.2.4: Beschermd wonen, opvang en huiselijk