• No results found

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.4 Exploitatie

Het bestemmingsplan 'Geluidszone industrieterrein Arnhem Noord' maakt geen nieuwe planologische

ontwikkelingen mogelijk. De uitvoering van het bestemmingsplan brengt verder geen kosten met zich

mee. Een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid kan achterwege gelaten worden en

Artikel 3.1.1 Bro overleg

In het kader van artikel 3.1.1 Bro is het concept-bestemmingsplan opgestuurd naar Waterschap Rijn

& IJssel en Waterschap Rivierenland, de provincie Gelderland en de Kamer van Koophandel. Tevens heeft overleg plaatsgevonden met de Stichting Arnhemse Bedrijventerreinen (StAB).

Publicatie voornemen ontwikkeling

Volgens artikel 1.3.1 lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening moet het voornemen tot een op ontwikkeling gericht bestemmingsplan worden gepubliceerd.

Dit bestemmingsplan voorziet in een nieuwe geluidszonering en bevat regels over de verdeling en beheer van geluidsruimte. Het maakt verder zoals eerder is aangegeven geen nieuwe planologische ontwikkelingen mogelijk. Daarom is het niet nodig om het voornemen te publiceren.

3.2 Terinzagelegging (ontwerp-bestemmingsplan)

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft vanaf PM 2015 gedurende zes weken ter inzage gelegen.

PM

industrieterrein Arnhem Noord

(separaat bijgevoegd)

+ ook in Deztaplan aanpassen)

(separaat bijgevoegd)

Geluidszone industrieterrein Arnhem Noord (plannummer: NL.IMRO.0202.825-)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het bestemmingsplan Geluidszone industrieterrein Arnhem Noord met identificatienummer NL.IMRO.0202.825- van de gemeente Arnhem.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bebouwing

Eén of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.6 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming

1.7 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.8 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.9 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.10 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.11 geluidsbelasting in dB(A):

Etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;

1.12 geluidszone

Een op grond van de artikelen 40 en 52 van de Wet geluidhinder in het bestemmingsplan vastgelegd gebied rond een industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting ten gevolge van dat industrieterrein niet meer mag bedragen dan 50 dB(A);

1.13 geluidszoneringsplichtige inrichting

Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;

1.14 hogere grenswaarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van

geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval

kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder.

De grens van het plangebied van het bestemmingsplan is gelijk aan de ligging van de 50 dB(A) contour, voor zover van toepassing voor het grondgebied van de gemeente Arnhem.

1.17 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet

geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Van toepassingverklaring

3.1 Voorschriften en regels

De regels in onderhavig bestemmingsplan zijn van toepassing op alle bestemmingsplannen zoals zijn opgenomen in de tabel in artikel 3.3. Het bepaalde in de daar genoemde bestemmingsplannen blijft van toepassing, met dien verstande dat aan de voorschriften of regels van deze bestemmingsplannen via de toevoeging van een nieuw artikel in elk van deze plannen het bepaalde wordt toegevoegd, zoals weergegeven in artikel 5 van de regels van onderhavig bestemmingsplan.

Bij strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit bestemmingsplan voor op de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.

3.2 Plankaart en verbeelding

Aan de plankaart of verbeelding van elk van de in artikel 3.3 genoemde bestemmingsplannen wordt de aanduiding Geluidszone - industrie toegevoegd dan wel vervangen, voorzover het plangebied van dit bestemmingsplan is gelegen binnen de begrenzing van bij onderhavig bestemmingsplan

behorende verbeelding NL.IMRO.0202.825-.

3.3 Tabel bestemmingsplannen

IMRO plannummer Naam Datum

vaststelling

Datum goedkeuring

NL.IMRO.02020000709- Arnhems Broek - Van Verschuerwijk 25-02-2008 N.v.t.

NL.IMRO.02020000695 Presikhaaf 2 24-11-2008 N.v.t.

NL.IMRO.0202.742-0302 Presikhaaf 3 05-07-2011 N.v.t.

NL.IMRO.0202.752-0501 IJsseloord I 17-10-2011 N.v.t.

NL.IMRO.0202.748-0501 Arnhem Zuidoost 04-07-2011 N.v.t.

NL.IMRO.0202.759-0501 Bedrijventerrein Bakenhof 26-03-2012 N.v.t.

NL.IMRO.02020000660- Malburgen Oost 25-02-2008 18-07-2008

NL.IMRO.0202.738-0501 Malburgen Dijkzone 31-01-2011 N.v.t.

NL.IMRO.0202.779-0301 Fluvium-SB gebouw 25-06-2012 N.v.t.

NL.IMRO.0202.785-0301 SB West 14-01-2013 N.v.t.

NL.IMRO.0202.844-0301 Fluvium Noord 26-05-2014 N.v.t.

NL.IMRO.0202.809-0201 Fluvium Midden-Westervoortsedijk West ontwerpversie N.v.t.

NL.IMRO.0202.675-0201 Malburgen - De Wheme 30-05-2011 N.v.t.

NL.IMRO.0202.767.0301 Rivierzone 2013 27-01-2014 N.v.t.

hernummering, een artikel toegevoegd dan wel vervangen, zoals aangegeven in onderstaande tabel met als inhoud het bepaalde in Artikel 5 van deze regels.

Bestemmingsplannaam Hernummering dan wel vervanging artikel(en)

Toevoeging artikel Arnhems Broek - Van Verschuerwijk Vigerend 3.3 naar 3.4 en vigerend

3.4 naar 3.5

Artikel 3.3

Presikhaaf 2 Vigerend 3.3 naar 3.4 en vigerend

3.4 naar 3.5

Artikel 3.3

Presikhaaf 3 Vigerend 18.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan

IJsseloord I Vigerend 14.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Arnhem Zuidoost Vigerend 32.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Bedrijventerrein Bakenhof Vigerend 17.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Malburgen Oost Vigerend 2.16 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Malburgen Dijkzone - Oost Vigerend 15.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan

SB West Vigerend 10 t/m 13 naar 11 t/m 14 Artikel 10, het bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Fluvium-SB gebouw Vigerend 9 t/m 12 naar 10 t/m 13 Artikel 9, het bepaalde

in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan

Fluvium Noord Vigerend 10.2 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Fluvium Midden-Westervoortsedijk West Vigerend 16.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Malburgen - De Wheme Vigerend 16.3 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van onderhavig bestemmingsplan Rivierzone 2013 Vigerend 26.1 vervangen door het

bepaalde in artikel 5.1 van

onderhavig bestemmingsplan,

Vigerend 26.2 en 26.3 naar 26.3

en 26.4

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie ' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de

geluidsruimte in verband met de nabijheid van gronden en gebouwen, welke deel uitmaken van een industrieterrein, waar geluidszoneringsplichtige inrichtingen zijn toegelaten.

5.1.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde in de voorschriften of regels van de in artikel 4 genoemde

bestemmingsplannen ten aanzien van het realiseren van geluidsgevoelige functies geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidszone - industrie' dat er geen nieuwe woningen of andere

geluidsgevoelige functies mogen worden gebouwd tenzij wordt voldaan aan de

voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder of

de voorwaarden opgenomen in het besluit hogere grenswaarden.

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken 6.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

6.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 6.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1.1 met maximaal 10%.

.

6.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in lid 6.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2 Overgangsrecht gebruik 6.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

6.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

6.2.3 Verbod hervatten strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

6.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in lid 6.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Geluidszone industrieterrein Arnhem Noord.

schaal: getekend: tekeningnummer:

cluster Beleid & Regie, afdeling Ruimte

vast te stellen

gemeente Overbetuwe gemeente Lingewaard

ontwerp

Plangebiedgrens

Gebiedsaanduidingen

geluidzone - industrie

(industrielawaai)

In het noordoostelijk gedeelte van de gemeente Arnhem ligt het industrieterrein Arnhem Noord. Dit is een gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

Op grond van de Wet geluidhinder bestaat de verplichting om rondom een terrein als bovengenoemd een geluidszone vast te stellen, waarbuiten de geluidsbelasting, vanwege dit terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. Binnen de geluidszone zijn in beginsel geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen toegestaan. De grens rondom de geluidszone is de zonegrens: de 50dB(A) contour.

Voor het industrieterrein Arnhem Noord is de huidige geluidszone op 22 augustus 1990 bij Koninklijk Besluit vastgesteld.

Op het westelijk deel van het industrieterrein zijn grootschalige ontwikkelingen met betrekking tot stedelijke bebouwing in de vorm van woningen en commerciële functies gepland, waardoor dit gebied geen onderdeel meer zal uitmaken van het industrieterrein. Hierdoor bestaat er aanleiding de

geluidszone en de daarbij behorende zonegrens aan te passen. Dit gebeurt middels het facetplan Geluidszone industrieterrein Arnhem Noord.

Zo'n aanpassing kan volgende de Wet geluidhinder alleen plaatsvinden via aanpassing van de bestemmingsplannen waarin het te wijzigen gedeelte van de geluidszone is gelegen.

Ten behoeve van de dezonering is voor de bestaande ligplaatsen voor woonschepen aan de Westervoortsedijk een hogere grenswaarde aangevraagd in verband met geluidhinder vanwege aangrenzende bedrijvigheid.

In dit document wordt aan de hand van een aantal criteria afgewogen of er een hogere grenswaarde kan worden verleend.

1. Beoordeling aan de hand van de hoofdcriteria volgens de Wet geluidhinder

Stedenbouwkundig/landschappelijke overwegingen

Het nemen van overdrachtsmaatregelen, zoals geluidsschermen, is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk. Aspecten van sociale veiligheid, interactie en voorkomen van een geïsoleerde ligging pleiten niet voor het nemen van overdrachtsmaatregelen.

Overigens is bij de akoestische berekeningen rekening gehouden met de situering van de ligplaatsen voor woonschepen, waarbij de kademuur reeds in zekere mate een afschermende werking biedt.

Derhalve is er voor gekozen het akoestisch meetpunt op 1,8m te hanteren.

Ten slotte, verplaatsing van de ligplaatsen voor woonschepen is geen optie; er zijn geen alternatieve locaties voor handen. Ook financieel gezien zou verplaatsing overigens niet reëel zijn.

Voor geluidsgevoelige terreinen gelegen binnen de zone van een industrieterrein geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Een vast te stellen hogere waarde voor de ten hoogst

toelaatbare geluidsbelasting van een industrieterrein mag voor geluidsgevoelige terreinen ten hoogste 55 dB(A) bedragen (Bgh art. 2.2).

Verkeerskundige overwegingen:

Niet van toepassing, want betreft alleen industrielawaai.

Vervoerskundige overwegingen:

Niet van toepassing.

Financiële overwegingen:

Niet van toepassing.

Conclusie:

Aangezien overdrachtsmaatregelen niet aan de orde zijn, zijn er geen beletsels om hogere waarden te

verlenen.

Hierdoor kan beter rekening gehouden worden met ontwikkelingen en verwachting van de gebruikers van een gebied. In het centrum en dichtbij goed openbaar vervoer wil de gemeente Arnhem veel functies mogelijk maken. De gebiedstypen zijn opgenomen in de Structuurvisie 2012. Als gebieden intensiever gebruikt worden neemt de kans op geluidhinder ook toe. Andere gebieden zoals de parken worden juist gewaardeerd om hun relatieve rust. Deze uitgangspunten hebben geleid tot een

gebiedsgerichte invulling van geluidskwaliteiten binnen Arnhem. Naar mate de geluidbelasting hoger is neemt het belang van een zorgvuldige invulling van de totale leefomgevingskwaliteit toe.

In verband met de wijziging van de Wet geluidhinder op 1 januari 2007 is aanvullend op het beleidsplan Geluid op 27 maart 2007 de Nota Uitvoeringsbeleid hogere grenswaarden gemeente Arnhem vastgesteld door het college van B&W.

De gebiedsgerichte aanpak zoals opgenomen in het Beleidsplan Geluid is overgenomen in Nota Uitvoeringsbeleid. Dit beleid houdt in dat op basis van de uitgangspunten van de structuurvisie gewerkt wordt met zeven gebiedstypen die elk een eigen ambitie hebben. Van deze ambitie kan na motivering afgeweken worden.

De ligplaatsen voor woonschepen aan de Westervoortsedijk liggen in het ‘gemengde’ gebiedstype

‘stedelijke zone resp. bedrijventerrein’.

Aan dit gebiedstype is in de Nota een ambitie- en incidenteel niveau toegekend. Het ambitieniveau staat voor de basiskwaliteit in een gebied en omvat de na te streven geluidsklasse voor de te beschermen objecten in een bepaald gebied. Het beleid kent ook een geluidsklasse ‘incidenteel’.

Deze geluidsklasse wordt bij uitzondering toegepast in combinatie met daarbij vereiste akoestische compensatie. De geluidsklasse is zeer onrustig resp. onrustig.

Stedelijke zone

De algemene kwalificatie voor de geluidambities in stedelijke zones is ‘zeer onrustig’. Voor bedrijventerreinen geldt ‘onrustig’.

De maximaal toelaatbare geluidsbelasting bedraagt hier 55 dB(A)

Conclusie:

De geluidbelasting op de gevels overschrijdt in de nieuwe situatie niet het ambitieniveau zoals verwoord in het gemeentelijk beleidsplan.

Er ontstaat conform het Beleidsplan Geluid geen onacceptabele situatie.

3 Beoordeling aan de hand van de Nota Uitvoeringsbeleid Hogere Grenswaarden

3a Locatiespecifieke criteria:

De onderstaande locatiespecifieke kenmerken worden in de overwegingen als positief aspect meegenomen dan wel als zwaarwegend argument meegenomen.

De locatie bevindt zich in de nabijheid van een trein- of busstation;

N.v.t

De nieuwbouw ter plaatse dient ter vervanging van bestaande bebouwing;

N.v.t. Betreft bestaande situatie van ligging van de desbetreffende woonschepen cq. ligplaatsen voor woonschepen.

De locatie is opgenomen in herstructureringsplannen;

N.v.t.

De nieuwbouw vult een open plaats op tussen aanwezige bebouwing;

N.v.t.

3b. subcriteria

Bron- en overdrachtsmaatregelen;

Voor wat betreft de overdrachtsmaatregelen kan worden verwezen naar hetgeen vermeld onder 1.

De maximale geluidsbelasting is 55dB (A). Lagere belasting conflicteert met de rechten van de bedrijven op het industrieterrein. Bronmaatregelen zijn dan ook niet aan de orde.

Afstand tussen de geluidsbron en de ligplaatsen voor woonschepen vergroten;

Dit is niet aan de orde. Het gaat om een feitelijk reeds aanwezige situatie.

Het stedenbouwkundig ontwerp vorm geven waarbij zoveel mogelijk afscherming voor het achterliggende gebied ontstaat;

Met de ligging van de ligplaatsen voor woonschepen achter een kademuur vindt afscherming plaats ten opzichte van het betreffende bedrijf cq. de bedrijvigheid. Het betreft een feitelijke aanwezig situatie.

Indien mogelijk in het overdrachtsgebied een afscherming realiseren;

Dit is niet mogelijke, gelet op de feitelijke aanwezig situatie.

4 Eindconclusie

De geluidbelasting ligt boven de voorkeurgrenswaarde, beneden de maximaal te ontheffen waarde voor dit gebied van 55 dB(A), uitgaande van het hanteren van de kademuur als hoogtelijn. Er is geen belemmering om voor de woonschepen cq. ligplaatsen voor woonschepen gelegen aan de

Westervoortsedijk hogere grenswaarden vast te stellen. Het verlenen van hogere waarden past binnen de kaders zoals deze zijn gesteld in de Wet geluidhinder en in de gemeentelijke

beleidsnotities.

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software Rapport V.2011.1185.00.R001

Stedenbouwkundig plan Oostelijk Centrumgebied

Akoestisch onderzoek

wegverkeer en aangemeerde binnenvaartschepen

Status: DEFINITIEF

Inhoudsopgave Pagina

1. INLEIDING... 4 2. SITUATIE ... 5 3. WETTELIJK KADER ... 7 3.1 Algemeen ... 7 3.2 Wegverkeerslawaai ... 8 3.3 Aangemeerde schepen ... 9 3.4 Beleidsregels Arnhem ... 9 4. UITGANGSPUNTEN... 11 4.1 Reken- en meetvoorschrift geluidhinder ... 11 4.2 Uitgangspunten onderzoek wegverkeerslawaai ... 11 4.3 Uitgangspunten onderzoek aangemeerde binnenvaartschepen ... 12 5. REKENRESULTATEN ... 14 5.1 Wegverkeerslawaai ... 14 5.2 Maatregelen wegverkeerslawaai ... 15 5.3 Aangemeerde schepen ... 19 5.4 Maatregelen aangemeerde schepen ... 19 6. CONCLUSIE ... 20 6.1 Wegverkeerslawaai ... 20 6.2 Aangemeerde schepen ... 20

Bijlage 1: Resultaten en invoergegevens onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 2: Resultaten en invoergegevens onderzoek binnenvaartschepen

1. Inleiding

In opdracht van de gemeente Arnhem heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van het stedenbouwkundig plan Oostelijk Centrumgebied te Arnhem.

De toekomstige geluidsgevoelige bestemmingen in het Oostelijk Centrumgebied zijn gelegen binnen de geluidszone van de wegen in en rondom het plangebied. Daarnaast liggen de toekomstige geluidsgevoelige bestemmingen binnen de invloedssfeer van de aangemeerde binnenvaartschepen aan de Nieuwe Kade.

Het akoestisch onderzoek gaat op de eerste plaats in op de geluidsbelastingen ten gevolge van

wegverkeerslawaai op de toekomstige geluidsgevoelige bestemmingen. Daarnaast gaat het

onderzoek in op de geluidsemissies van de aangemeerde binnenvaartschepen ter hoogte van de

Nieuwe Kade. De geluidsbelastingen worden getoetst aan de grenswaarden uit de Wet

geluidhinder en het gemeentelijk beleid.

2. Situatie

Het Oostelijk Centrumgebied omvat het gebied tussen de Rijn, John Frostbrug, Boulevard Heuveling en de Van Oldenbarneveldtstraat. Het is één van de dynamische zones van Arnhem met een door de raad vastgestelde ontwikkelingsvisie. Het gebied wordt ontwikkeld tot een overgangsgebied tussen binnenstad en bedrijventerrein, waar wonen en werken hand in hand gaan.

In onderstaande figuur is het gebied weergegeven waar dit onderzoek betrekking op heeft.

Figuur 1: situatie

plangebied

Figuur 2: invulling plangebied

3. Wettelijk kader

3.1 Algemeen

De Wet geluidhinder (Wgh) biedt het wettelijk kader voor de toegestane geluidsbelasting vanwege een wegen bij geluidsgevoelige bestemmingen, waaronder woningen.

Als een gemeente via een bestemmingsplan de bouw van geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk maakt, is er sprake van een „nieuwe situatie‟ in de zin van de Wet geluidhinder.

Indien een geluidsgevoelige bestemming, zoals een woning binnen de geluidszone van een weg of spoorlijn wordt geprojecteerd, moet een akoestisch onderzoek uitgevoerd worden naar de geluidsbelasting.

De Wet geluidhinder is slechts van toepassing voor zover het gaat om geluidsgevoelige bestemmingen binnen de geluidszone van een weg. Binnen deze zone wordt de geluidsbelasting berekend.

3.1.1 Geluidsgevoelige bestemmingen

Geluidsgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder zijn:

woningen scholen

ziekenhuizen, verpleeghuizen overige gezondheidszorggebouwen terreinen bij gezondheidszorggebouwen woonwagenterreinen

Binnen de zone van de te onderzoeken wegen moeten de geluidsbelastingen op deze bestemmingen worden berekend en moet worden beoordeeld of deze aan de wettelijke normen voldoen.

3.1.2 Geluidsbelasting

De geluidsbelasting (L

den

-waarde) wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de volgende geluidsniveaus:

het equivalente geluidsniveau (L

eq

) over de dagperiode (07.00 - 19.00 uur);

het equivalente geluidsniveau (L

eq

) over de avondperiode (19.00 - 23.00 uur), verhoogd met 5 dB;

het equivalente geluidsniveau (L

eq

) over de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur), verhoogd met 10 dB.

3.1.3 ‘Dove’ of ‘blinde’ gevels

Toetsing aan grenswaarden vindt plaats op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming.

Een „dove‟ of „blinde‟ gevel is geen gevel in de zin van de Wet geluidhinder, waardoor toetsing niet

plaats hoeft te vinden.

3.2 Wegverkeerslawaai

3.2.1 Grenswaarden wegverkeerslawaai

De ten hoogst toelaatbare geluidsbelasting (voorkeurswaarde) voor de geluidsbelasting afkomstig van wegverkeer voor nieuwe woningen bedraagt 48 dB. In bepaalde gevallen kunnen door het bevoegd gezag hogere waarden vastgesteld worden. De maximaal toegestane hogere waarde bedraagt 63 dB voor binnenstedelijke situaties/wegen.

3.2.2 Aftrek op de berekende resultaten

Voorzover geen sprake is van specifieke omstandigheden wordt de berekende geluidsbelasting verminderd met de aftrek ex artikel 110g van de Wet geluidhinder alvorens toetsing aan de grenswaarden plaatsvindt. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 en bedraagt:

2 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt;

5 dB voor de overige wegen;

0 dB bij de bepaling van de geluidswering van de gevel.

Er is voor dit onderzoek geen sprake van specifieke omstandigheden die een afwijking van het bovenstaande vereisen (het betreft een normale weg met een bijbehorend verkeersbeeld). In het huidige onderzoek is de maximum snelheid op de onderzochte wegen 30 km/uur en 50 km/uur.

Daarom is een aftrek van 5 dB op alle rekenresultaten toegepast.

3.2.3 Omvang geluidszones

3.2.3 Omvang geluidszones