• No results found

Op vrijdag 14 april, heeft een evaluatiegesprek plaatsgevonden met Maarten Noorman, de docent

van de middelbare school waar de PO is uitgevoerd.

Hieronder een samenvattend verslag, van zijn bevindingen en aanbevelingen rondom de PO.

Evaluatie ontwerpfase

Hieronder de – volgens hem – opvallendste punten van de ontwerpfase:

“Tijdens de ontwerpfase is er geen gesprek geweest, met zowel de begeleider van de Universiteit en

met mij en de student ( Dineke ). Dit is wel jammer, want hierdoor was er bij mij veel onduidelijkheid

over de precieze eisen die vanuit de begeleiding van de UT werden gesteld. Voor een volgende keer

lijkt het mij handig, om bij de aanvang van een dergelijke ontwerpopdracht, een

kennismakingsgesprek te voeren met zowel de student, als de begeleider van de UT. De student kan

dan uitleggen wat zijn/haar bedoeling is ( onderzoeksvoorstel ) en de vakdidacticus van de UT, en ook

de begeleider bij de middelbare school, kunnen dan direct hun eisen ten opzichte van de opdracht

aangeven. De ontwerpfase kostte heel veel tijd, en ook omdat wij als begeleiders ( UT en ik zelf)

feedback moesten geven, duurde het allemaal wat langer.

Wat betreft het uiteindelijke ontwerp van de PO: er zijn veel verbeterpunten, maar ik zie dit zelf ook

terug in mijn werk. Elk jaar verbeterde ik mijn huidige PO wel een beetje. Als docent blijf je jezelf

verbeteren, en dat is maar goed ook!”

Evaluatie uitvoerfase

Hieronder de – volgens hem – opvallendste punten van de uitvoerfase:

Start van de PO

“De leerlingen gingen er allemaal vrij onbevangen, neutraal eigenlijk blanco in. Ze hadden geen

verwachtingen / oordelen over de PO. Tijdens de eerste bijeenkomst vond ik het opvallend goed gaan.

Er heerste zeker geen negatieve, onwelwillende sfeer in de klas. Enkele leerlingen waren (lichtelijk)

verontwaardigd dat ze deze keer niet zelf het onderwerp mochten kiezen.”

Hoog niveau theorie

“De theorie die Dineke in de PO heeft gebruikt, vraagde een hoog denkniveau van de leerlingen.

Tijdens de PO hoorde ik ook af en toe van leerlingen dat het niveau te hoog was. Echter, hebben zij

tijdens de deelopdrachten en de presentaties duidelijk laten zien, dat ze de theorie beheersen. Dit

heeft mij ontzettend verrast, van mijn havo 5 leerlingen!”

Kwaliteit eindopdrachten summier

“De uiteindelijke kwaliteit van de schriftelijke eindopdrachten verschilde ontzettend van elkaar. Er

zaten een paar uitstekende eindopdrachten bij, maar ook veel korte of slecht onderbouwde PO’s.

Over het algemeen was de kwaliteit van de eindwerkstukken matig.”

Algemene terugblik op de uitvoerfase

“Ik blik positief terug op de uitvoerfase van de door Dineke ontworpen PO. Er zijn natuurlijk veel

verbeterpunten, zoals de timing in het jaar, de eindopdracht en de wijze van beoordeling ( zie

evaluatie van uitkomsten ). Leerlingen hebben er over het algemeen veel tijd in gestoken.”

Vrijheid rondom de eindopdracht zorgt voor onzekerheid

113

onzekerheid bij de leerlingen: “Zelfstandigheid, en zelfstandige onderzoeksopdrachten zijn (nog) niet

vanzelfsprekend binnen het huidige onderwijs. Zelf probeer ik dit wel te stimuleren in mijn lessen. In

het huidige voortgezet onderwijs worden leerlingen (helaas) nog te vaak “bij het handje” genomen, in

een gestructureerde, schoolse setting. Het was voor de leerlingen dan ook nieuw, dat ze helemaal vrij

werden gelaten bij de eindopdracht. In het vervolg heb je 2 opties: of je oefent tijdens eerdere

leerjaren ( en opdrachten ) al vaker met zelfstandige onderzoeksopdrachten, of je structureert de

eindopdracht van deze PO meer.”

Verschil in enthousiasme

Ook Maarten Noorman heeft het verschil aan enthousiasme in beide klassen gemerkt, hierover zegt

hij: “dit verschil in enthousiasme is waarschijnlijk te verklaren, door persoonlijke kenmerken van

leerlingen. In de ene klas, zitten veel meer stille leerlingen dan in de andere klas. Bij een

debatteeropdracht ( we speelden het parlement na), was er in de ene klas ook veel meer actie dan in

de andere klas. In de ene klas werden bijvoorbeeld zelfs moties van wantrouwen uitgedeeld aan de

“ministers” terwijl in de andere klas, iedereen het vrijwel direct met elkaar eens was. Dat men ook

verschillend op de PO heeft gereageerd, vond ik geen verrassing.”

Evaluatie resultaten

Maarten Noorman kijkt positief terug op de PO. De resultaten waren over het algemeen goed. Ten

opzichte van vorig jaar, liepen de cijfers vooral minder uiteen. Dit komt door het inbouwen van de

verschillende deelopdrachten, die ook meetellen voor het eindcijfer.

Hieronder een paar specifieke punten over de eindresultaten, en in het algemeen over de PO:

Theorie

“De mate waarin de leerlingen zich de theorie ( ijsbergmodel, probleemtypologie ) eigen hebben

gemaakt, heeft mij ontzettend verrast. De theorie was aan de moeilijke kant voor de havo leerlingen,

maar dit vormde ook een uitdaging. De theorie was echt een waardevolle toevoeging aan de PO.”

Eindopdracht te breed, te vrij

“In de ontworpen PO bepalen leerlingen zelf tot welk type probleem zij de krimp rekenen, en stemmen

daar vervolgens hun onderzoek op af. Bij verschillende typen problemen, passen verschillende

onderzoeken die verschillende eindresultaten opleveren. ( bijvoorbeeld een plan van actie, een betoog

of ‘nieuwe vragen.’) In de handleiding staat hierover het volgende:

Stap 2: Eindproduct

Vervolgens gebruik je de nieuwe informatie / inzichten van het empirische onderzoek, om uitspraken te doen over de krimp in Friesland. Dit verwerk je vervolgens in het eindproduct, bijvoorbeeld een concreet plan om de krimp te bestrijden, een betoog over krimp of nieuwe vragen. ( Afhankelijk van het type probleem).

Dit bleek in havo 5 niet goed te werken. Er was een grote verscheidenheid aan types problemen

waartoe de verschillende groepjes krimp rekenden. ( gestructureerd, matig gestructureerd (2x) en

ongestructureerd waren ongeveer gelijk vertegenwoordigd over de 2 klassen ). Toch, was er in bijna

elke PO min of meer een oplossing voor krimp te vinden! Terwijl dit eigenlijk alleen voor die groepjes

die krimp tot een gestructureerd probleem rekenden, zou moeten gelden.

114

De volgende keer wil ik, Maarten Noorman, de leerlingen weer strakker begeleiden. Deze vrijheid

leidde tot veel ongelijkheid in de kwaliteit van de eindproducten ( compleet uitgewerkte plannen om

de krimp te bestrijden van > 10 pagina’s, tot betogen van 1 pagina ).”

“Ook zou ik dan duidelijkere eisen toevoegen aan het verslag van de hoofdopdracht. Bijvoorbeeld: is

je eindproduct een betoog? Dan dien je zowel voor- als tegenargumenten te benoemen.”

Beoordeling

“Met de wijze van beoordeling van deze PO ben ik niet echt tevreden. Het uitgebreide Rubrics schema

( 4 pagina’s) is voor leerlingen een handig hulpmiddel, maar voor mij als docent lastig. Want wat is

het precieze verschil tussen voldoende en ruim voldoende? Ik heb het gevoel dat dit willekeur in de

hand werkt. In de vorige PO werkte ik met onderstaand schema:

Beoordeling

Hoe beoordeel ik? Je beoordeling ziet er als volgt uit:

Presentatie PO/lay-out (15)

a. Inhoudsopgave 3,75

b. Juiste lettertype en grootte 3,75

c. Alinea indeling/kopjes 3,75

d. Plaatjes 3,75

Spelling/stijl (10)

a. Juiste spelling 5

b. Juiste schrijfstijl 5

Inhoud (60)

a. Inleiding 10

b. Hoofdstukken 25

c. Conclusie 10

d. Informatie 15

Verantwoording (15)

a. Juiste bronnen 7,5

b. Literatuurlijst 7,5

NB1: Heb je geen verantwoording? DAN OOK GEEN VOLDOENDE!

NB2: Heb je het interview/enquete niet verwerkt in je verslag? DAN OOK GEEN

VOLDOENDE!

Hierbij was de verdeling per bepaalde onderdelen, duidelijker voor leerlingen. Wellicht zou je in een

volgende PO een combinatie kunnen maken van de Rubrics beoordeling en mijn eigen ‘oude’

beoordelingsmodel.”

Eindpresentaties

“Opvallend aan de eindpresentaties vond ik, dat leerlingen heel ontspannen / casual aan het

presenteren waren, over hun onderzoek. Op een hele ontspannen manier vertellen van: “we hebben

dit en dat gedaan, en we denken nu zus en zo over krimp.” Leuk!”

Algemene tevredenheid PO & uitkomsten

“Vooraf aan het ontwerp van de PO gaf Maarten Noorman aan met de huidige PO tegen enkele

didactische problemen aan te lopen:

- Zeer uiteenlopende resultaten

115

- Wat hebben de leerlingen nou daadwerkelijk geleerd na voltooiing van deze opdracht?

Wat betreft de bovenstaande knelpunten rondom uiteenlopende resultaten en een ‘te brede

opdracht’ kan worden opgemerkt dat die ook in de door Dineke ontworpen PO een knelpunt blijven.

De resultaten liepen minder uiteen, maar dit kwam vooral door het laten meetellen van de

deelopdrachten: de kwaliteit van de verschillende hoofdopdrachten liep sterk uiteen. ( zie

opmerkingen hierboven ).”

Wat betreft het laatste probleem, rondom “wat hebben ze er nou echt van geleerd?” geeft Maarten

Noorman aan dat hij dit wel sterk verbeterd vind. Dankzij de rondetafelgesprekken kwam hij erachter

dat leerlingen echt veel geleerd hebben over het probleem ‘krimp’ en dat ze er op een goede meer

objectieve manier naar kijken, dan tijdens de start van het project. Ook de theorie, zoals van het

ijsbergmodel, “is wel blijven” bij leerlingen. Deze theorie van deze PO heeft het besef dat politieke

problemen complex zijn en dat er niet altijd direct een oplossing te vinden is, zeker versterkt bij

leerlingen.”

Al met al, kijkt Maarten Noorman positief terug op de PO. Zou u hem volgend jaar weer gebruiken?

“Jawel, zeker de theorie. De PO zelf heeft wel aanpassingen nodig. Echter, als leraar zul je jezelf altijd

blijven verbeteren. Nu verbeter ik zelf mijn PO ook vrijwel elk jaar. Als leraar moet je jezelf en je

manier van lesgeven blijven verbeteren. Als ik ga stilstaan, stop ik als leraar.”