• No results found

Evaluatie kent verschillende informatieve fasen die inzichtelijk doorlopen dienen te worden

lagere behoeften

Conclusie 10: Evaluatie kent verschillende informatieve fasen die inzichtelijk doorlopen dienen te worden

Een evaluatie door MKBA kent verschillende fasen die verschillen in de mate waarin er consensus is over hun manier van meten en de interpretatie mogelijkheden. Binnen een MKBA is de derde fase belangrijk, waarbij door middel van monetaire waardering de aggregatie van effecten (van bijvoorbeeld klimaatverandering) naar een compacte format (lees: euro’s) plaatsvindt. Maar hoe belangrijk deze fase ook is, de exclusieve aandacht ervoor mag er niet toe leiden dat de overige fasen gemakshalve genegeerd worden.

5.3 Millennium Ecosystem Assessment (MEA)

De tweede case-studie die we onderzoeken is de ‘Millennium Ecosystem Assessment’ (MEA, 2005). De MEA had verschillende doelen, waaronder het op de agenda zetten van de waardering van ecosysteemdiensten en het uitwerken van een conceptueel raamwerk. In de MEA-studie zelf is echter ook sprake van maatschappelijke waardering van verschillende beleidsalternatieven. Hierbij heeft MEA gebruik gemaakt van vier verschillende scenario’s, namelijk:

• Global Orchestration: een wereld waarbij de mensen op mondiaal niveau met elkaar verbonden zijn, met volop aandacht voor wereldhandel en economische liberalisatie. Hoge economische groei, en een ‘reactieve aanpak’ van problemen omtrent ecosystemen.

• Order from Strength: een gefragmenteerde en geregionaliseerde wereld, met volop aandacht voor veiligheid en bescherming. Verder: lage economische groei, weinig aandacht voor publieke goederen en een ‘reactieve aanpak’ van de problemen rond ecosystemen.

• Adapting Mosaic:een wereld waarin de nadruk ligt op regionale ecosystemen voor zowel politieke als economische activiteiten. Veel aandacht voor het versterken van lokale instituties, en strategieën voor lokaal beheer van ecosystemen zijn gemeengoed. Aanvankelijk lage economische groei, maar deze stijgt gestaag. En verder een ‘pro-actieve benadering’ richting het beheer van ecosystemen.

• TechnoGarden: een wereld waarin mensen op wereldschaal met elkaar verbonden zijn en waarbij volop vertrouwd wordt op milieubewuste technologie. Hiertoe wordt op een hoogwaardige manier gebruik gemaakt van ecosystemen, en om toekomstige problemen in dit gebruik te voorkomen, wordt het beheer van ecosystemen ‘pro-actief’ benaderd. Economische groei is relatief hoog en neemt verder toe.

Voor de beoordeling maakt de MEA gebruik van een eenvoudige MCA-techniek. De MEA analyseert het volgende aantal ecosysteemdiensten:

• zes toevoerdiensten, namelijk (i) voedsel, (ii) brandstof, (iii) genetische hulpbronnen, (iv) biochemische en farmaceutische ontdekkingen, (v) sierhulpbronnen (huiden, schelpen, bloemen, etc.), en (vi) zoet water;

• negen regulerende diensten, namelijk (i) regulatie van luchtkwaliteit, (ii) klimaatregulatie, (iii) waterregulatie, (iv) erosie bestrijding, (v) waterzuivering (vi), ziektebestrijding mens, (vii) plaagonderdrukking, (viii) bestuiving, en (ix) bescherming tegen storm; en

• vijf culturele diensten, namelijk (i) spirituele en religieuze waarden, (ii) esthetische waarden, (iii) recreatie en ecotoerisme, (iv) culturele verscheidenheid, en (v) kennis, diversiteit en herinnering.

Van deze verschillende diensten wordt nagegaan in hoeverre ze zich binnen de vier verschillende scenario’s positief, negatief of neutraal zullen ontwikkelen, waarbij er steeds een onderscheid wordt gemaakt naar ontwikkelde landen (industrial countries) en ontwikkelingslanden (developing countries). Elk afzonderlijke ecosysteemdienst is derhalve een criterium binnen een MCA. Figuur 10 toont het resultaat van de scenariostudie.

Figuur 10. De veranderingen in verschillende ecosysteemdiensten onder vier verschillende scenario’s volgens de MEA, voor zowel ontwikkelde landen als ontwikkelingslanden; de veranderingen zijn uitgedrukt als percentage van het totale aantal diensten dat in desbetreffende categorie ecosysteemdienst is geëvalueerd. Bron: MEA (2005, p. 80, Figure 5.3).

In Figuur 10 is er sprake van procentuele scores, die positief of negatief kunnen zijn. Hierbij is een eenvoudige aggregatieprocedure gevolgd: het aantal positief scorende criteria/diensten is gesaldeerd met het aantal negatief scorende criteria/diensten. De uitkomsten zijn niet verwonderlijk: daar waar gekozen wordt voor een ‘reactieve aanpak’ van het verlies aan (kwaliteit van) ecosystemen, gaan de ecosysteemdiensten het hardst achteruit. Een ‘pro-actieve aanpak’ daarentegen wordt ‘beloond’ met een verbetering van ecosysteemdiensten. Hoe eenvoudig wil je het hebben? Wat je als aanname in de scenario-studie stopt, krijg je bij de resultaten er ook weer uit. In Figuur 11 wordt de MCA zoals uitgevoerd binnen de MEA vertaald naar de verschillende fasen van evaluatie.

In de MEA zijn de afzonderlijke fasen van de MCA moeilijk te achterhalen. Wat dat betreft rapporteert de MEA net zo kort en bondig als de hierboven besproken COPI-studie. Verder hanteert de MEA de verschillende ecosysteemdiensten als criteria. Dit betekent echter dat er (zeer veel) onderlinge relaties bestaan tussen de criteria; iets dat bij voorkeur voorkómen moet worden binnen een heldere MCA-structuur. Voorts moet in een MCA bij het geven van relatieve gewichten bekend zijn op hoeveel verandering de evaluatie betrekking heeft. Dus om hoeveel aantasting of verbetering van de verschillende ecosysteemdiensten gaat het nu eigenlijk? In plaats daarvan is in de MEA een

‘administratief’ gefundeerd gewicht gehanteerd. Het toekennen van gewichten is echter binnen een MCA alles beslissend voor de uitkomst. Zoals eerder opgemerkt, een serieuze bepaling van de gewichten zou vergelijkbare gewichten moeten geven als de monetarisering van effecten.

Algemene evaluatiestappen voor maatschappelijke waardering

(met MCA) MEA

Beleidsverandering Beleidsverandering

Indicatoren Aspecten indicatoren Indicator

1↓

Beleidsverandering (‘kijkrichting’) vertaald naar effecten op menselijk gedrag en ruimtegebruik

1↓ o.a. natuurlijk areaal omgezet

in bosbouw • Fysieke effectindicatoren • Consensus over wijze van meting en belang 2↓

Veranderingen vertaald naar gevolgen voor klimaatregulering via uitstoot CO2-equivalenten

2-5↓ m.n. CO2-equivalenten in de

lucht • Sturende consensus indicator • Omvang helder te duiden 3↓

Verandering door CO2-equivalenten vertaald naar mogelijke maatschappelijke waarderingseffecten van klimaatverandering • Omvang bevolking

getroffen door overstroming

• Omvang landbouwteelten die gevoelig zijn voor droogte en stormen

• Onzekerheid in omvang schattingen

• Interpretatie indicatoren helder

4↓

Effecten klimaatverandering door CO2 uitstoot, en andere ecosysteemdiensten vertaald naar plussen en minnen (herschaling) • +: toename ecosysteemdienst • 0: geen verandering • −: afname ecosysteemdienst • Eenvoudige meting

• Geen referentie meer qua omvang

5↓

Scores individuele ecosysteemdiensten opgeteld voor verschillende scenario’s en typen landen (weging)

Saldo plussen en minnen (als percentage van het totale aantal diensten dat in desbetreffende categorie ecosysteemdienst is geëvalueerd)

• Eenvoudige en arbitraire weging • Zeer gevoelig voor definitie

criteria en samenhang binnen criteria

Saldo plussen en minnen (als percentage van het totale aantal diensten dat in desbetreffende categorie ecosysteemdienst is geëva- lueerd)

Figuur 11. De vijf fasen van evaluatie binnen een MCA met toepassing op de MEA-studie

Conclusie 11: MCA- techniek leidt tot een lange lijst van criteria met onheldere