• No results found

Ethos: een verscheidenheid aan extra technieken

6. Conclusie: de diverse manieren om autoriteit te construeren

6.2 Ethos: een verscheidenheid aan extra technieken

In hoofdstuk 6 is een antwoord gegeven op de tweede deelvraag: Welke ethostechnieken gebruiken

Nederlandse journalisten en socialemediagebruikers in de discussie over het klimaatcomplot? Zoals

klimaatcomplot. Dit is een logos- én een ethostechniek, want het ethos van de discussianten wordt er tegelijkertijd door versterkt. Ze refereren namelijk aan personen en instanties die hun eigen gezag beïnvloeden. Het aanhalen van een autoriteit is dan ook de meest gebruikte techniek in alle

gedeelten van het corpus. Ook andere manieren om de eigen deskundigheid te benadrukken spelen een grote rol: het wantrouwen van andermans bronnen, het anticiperen op tegenargumenten of het bagatelliseren van de autoriteit van de tegenstander en de wetenschap die hij/zij aanhangt.

In tegenstelling tot wat er verwacht werd, maken journalisten veel gebruik van

ethostechnieken. Maar liefst 22 ethostechnieken zijn gevonden: tien van de twaalf ethostechnieken van Burger en Anemaet (2011), maar ook veel extra technieken. Een voorbeeld is het bagatelliseren van de autoriteit van de tegenstander. De klimaatwetenschap wordt tussen haakjes geplaatst of gepresenteerd als een creatie van machtsbeluste politici. Met andere woorden: echte wetenschap is het niet. Ook debunkers gebruiken deze techniek om klimaatsceptici neer te zetten als ontkenners, die het simpelweg nog niet begrijpen. Bovendien zouden veel klimaatsceptische wetenschappers er belang bij hebben om twijfel te zaaien.

Wat is de reden voor de talrijke ethostechnieken van journalisten? Een groot deel van het corpus bestaat uit opinieartikelen, waar journalisten hun persoonlijke mening uiten en niet objectief hoeven te zijn. Dit maakt de verleiding groter om het ethos te verstevigen. Om anderen te

overtuigen, willen opinieschrijvers deskundig, eerlijk en welwillend overkomen. Wanneer het corpus slechts bestaan had uit nieuwsartikelen, zouden de stukken een neutralere toon gehad hebben en had de manier waarop journalisten bij het publiek overkomen geen rol gespeeld.

Wat betreft de mate van het gebruik van ethostechnieken, zijn er enkele verschillen tussen de journalisten van de vier bladen. Journalisten van De Telegraaf en Elsevier – over het algemeen vaker gelovig – proberen het publiek wel vaker welwillend te stemmen door de aandacht te trekken, het publiek gelijk te geven of door te wijzen op hun eigen moed (alle drie extra technieken). Tevens verschilt de wijze waarop autoriteiten aangehaald worden. Zo wordt Crok door De Telegraaf en

Elsevier als 'klimaatkenner' gepresenteerd en door de overige twee bladen als 'ontkenner' of

'scepticus'.

Op de klimaatsceptische blogs zijn de meeste ethostechnieken gevonden. Tien van de twaalf door Burger en Anemaet gevonden ethostechnieken zijn onderscheiden en dertien extra technieken. De reden voor deze variëteit is wellicht dat discussianten op de blogs ervaren debaters blijken. Ze lijken zich ervan bewust te zijn dat ze de ander met bepaalde middelen kunnen overtuigen, zoals met het verwijzen naar de eigen eerlijkheid en met het wijzen op een drogreden van de opponent. Ze tonen hun goede manieren, maar schromen daarnaast niet een gezamenlijke tegenstander zwart te maken. Ze zijn gewend om op elkaar te reageren, wat kan verklaren dat ze hun opponenten gemakkelijker beschuldigen van een verkeerde zet: oneerlijkheid, cherry picking of een vage bron.

Het bovengenoemde zou een reden kunnen zijn waarom er in de Facebookdiscussies verreweg de minste ethostechnieken gebruikt worden. Het zijn er nog steeds veel: zeventien welteverstaan. De meeste technieken worden slechts enkele keren gebruikt. Waar discussianten op de blogs aan elkaar gewend zijn, is dat op Facebook niet zo. Men vindt het misschien minder nodig de eigen autoriteit te benadrukken, omdat de discussianten elkaar toch niet vaker tegenkomen. Zo nu en dan wordt er gewezen op een drogreden of op cherry picking, maar in de meeste gevallen wordt er niet serieus op uitingen gereageerd ('aluhoedjes' of 'wat een onzin'). Wel wantrouwen ze andermans bronnen vaak en halen ze veel autoriteiten aan.

Een opvallende constatering is dat discussianten op Facebook weinig ethostechnieken gebruiken om de eerlijkheid te benadrukken. Ze verwijzen geen enkele keer naar de eigen

eerlijkheid, noemen zelden zaken die in het nadeel zouden kunnen werken en niemand geeft toe dat hij/zij iets niet weet. Een mogelijke reden hiervoor is dat de reacties korter zijn en de discussie vrijblijvender. Veel van de discussianten reageren waarschijnlijk één keer en keren niet terug, zoals bij de blogs wel het geval is. Hierdoor hebben ze minder reden om objectief over te komen dan journalisten of blogbezoekers. Ook zorgt de snelheid van sociale media ervoor dat er minder lang over een discussiebijdrage nagedacht wordt (Van Buuren, 2016, p. 25). Eerlijkheid is dan niet van het grootste belang.

Tot slot zijn er wel enkele welwillendheidstechnieken kenmerkend voor Facebookdiscussies, zoals het trekken van de aandacht (hoofdletters en uitroeptekens) en het waarschuwen van het publiek. Het zijn vooral de gelovige discussianten die gebruikmaken van deze technieken. Over het algemeen gebruiken gelovige discussianten, ook op de blogs en in de bladen, veel ethostechnieken in de categorie welwillendheid. Manieren om de deskundigheid en eerlijkheid te versterken, gebruiken zowel debunkers als gelovigen in gelijke mate. Al zijn er uitzonderingen, zoals blijkt uit de volgende paragraaf.