• No results found

HOOFDSTUK

6 WaT zijn De erVaringen UiT De PraKTijK

dusdanige wijze te doen dat het ook allemaal waterdicht is en er na afloop van de gunning geen juridische conflicten ontstaan. Opdrachtgevers geven aan dat er mede vanuit het bedrijfsleven gekomen moet worden met goede concrete oplossingen, die blijven volgens veel opdrachtgevers uit.

Opdrachtgevers hebben naast gunnen op kwaliteit en innovatie de laatste jaren steeds vaker te maken met inspraak. Dit kan zijn inspraak door bewoners of belanghebbende maar ook vanuit de politiek. Aanbestedende diensten worden steeds vaker benaderd door de politiek om op korte termijn actie op bepaalde zaken te ondernemen zonder dat de gevolgen die daaruit volgen goed zijn onderzocht. Deze vormen van inspraak zorgen vaak voor oponthoud binnen het proces of leiden tot situaties waarin de aanbestedende dienst onzeker is over de haalbaarheid van een project. Dit kan dan leiden tot interne lastige situaties die juist voorkomen moeten worden. Een bestuur moet namelijk altijd achter de aanbestedende dienst staan zodat in geval van juridische conflicten met aannemers de organisatie als eenheid naar buiten treedt en het bestuur de beslissing van de aanbestedende dienst steunt.

Opdrachtnemers hebben regelmatig aangegeven bij opdrachtgevers dat zij al in een eerder stadium betrokken willen zijn bij het gunningproces. Opdrachtgevers hebben nog twijfels, zij zijn namelijk van mening dat bijvoorbeeld een goede presentatie of toelichting niet garandeert dat het uit te voeren werk in de toekomst dan ook goed is. Aan de andere kant zien ze het wel als prettig want de aannemer is in een vroeg stadium betrokken bij het project en daardoor meer gemotiveerd om het project goed uit te voeren.

Omdat veel opdrachtnemers veel tijd en geld in voorbereiding van projecten steken neemt de kans op het aantal juridische conflicten ook toe, zeker met de nieuwe wetgeving en de manier waarop enkele aannemers naar contracten kijken (de eerste die het contract te zien krijgt is iemand met juridische kennis). Dit hoofdstuk is bedoeld om het beeld weer te geven van de ervaringen en

gevoelens die tijdens de gesprekken met de mensen uit de praktijk naar voren kwamen. Het is geen compleet verslag van de gesprekken maar meer enkele opvallende zaken op een rijtje gezet.

6.1 naar aanleiDing inFOrmaTie OPDraCHTgeVerS

Voor opdrachtgevers zijn er de laatste jaren ook veel veranderingen geweest. zo hebben ze te maken gekregen met verschillende contracten, bestekken, gunningcriteria, selectiecriteria, aanbestedingsprocedures en overige wetgeving. Veel gemeentelijke opdrachtgevers hebben moeite om de vele veranderingen bij te benen, met name de wat kleinere gemeentes. zij zijn in staat om deze problemen nog relatief eenvoudig op te lossen door het inhuren van adviseurs en specialisten.

Om ervoor te zorgen dat ze toch de veranderingen enigszins bij kunnen houden is het zaak om kennis te vergaren over de specifieke onderwerpen zoals

aanbesteden op basis van economisch meest Voordelige inschrijving (emVi), selectiecriteria enz. Het CROW en de diverse internetsites kunnen hierbij goed helpen.

Afhankelijk van de werkzaamheden die op de markt gezet worden kunnen ook vaker dezelfde procedures toegepast worden. De werkzaamheden moeten dan uiteraard wel op elkaar lijken. Een relatief simpel onderhoudswerk zoals het maaien van gazons heeft een hele andere voorbereiding dan het aanleggen van een brug.

mede doordat er vanuit het bedrijfsleven geroepen wordt om kwaliteit en innovatie zijn de gemeentelijke opdrachtgevers bereid om op basis van deze zaken een werk te gunnen. Het valt echter nog niet mee om dit op een

Het is dan ook van belang om aannemers die het werk niet gegund krijgen uit te leggen wat er niet goed is gegaan. Opdrachtgevers zien hier vaak erg tegenop omdat het veel tijd en energie kost. Deze manier van communiceren kan echter wel voorkomen dat er een juridisch conflict ontstaat met een aannemer die het werk niet gegund krijgt.

6.2 naar aanleiDing inFOrmaTie OPDraCHTnemerS

Binnen de aannemerij ontstaan steeds grotere contrasten nu er veel veranderingen optreden in de verschillende contracten, bestekken, gunningcriteria, selectiecriteria, aanbestedingsprocedures en wetgeving. Veel kleinere bedrijven (< 100 medewerkers) kunnen de veranderingen niet meer bijhouden. Dit heeft verschillende oorzaken; bedrijven zijn te klein en hebben niet genoeg kennis en medewerkers om veel tijd en energie in de voorbereidingsfase te steken, of ze voldoen niet of niet volledig aan de vooraf gestelde eisen met betrekking tot gunning e.d. De grotere bedrijven gaan hier over het algemeen beter mee om omdat ze medewerkers flexibeler in kunnen zetten en beter aan de gestelde eisen kunnen voldoen.

Vanuit de grotere bedrijven is de roep om kwaliteit en innovatie dan ook groter dan vanuit kleinere bedrijven. Dit wil echter niet zeggen dat het werk uiteindelijk ook beter wordt gemaakt. Veel kleine bedrijven zijn dan ook op zoek naar weer nieuwe varianten op het gebied van samenwerking of proberen op andere meer traditionele manieren aan werk te komen. Grotere bedrijven kunnen flexibeler inzetten op extra presentaties, toelichtingen en plannen van aanpak. Daarnaast zijn grotere bedrijven makkelijker in staat om grote (innovatieve) werkzaamheden beter integraal uit te voeren. Dit geldt voor zowel onderhoud- als aanlegwerken.

Doordat grote (innovatieve) werken over het algemeen ook grotere financiële en juridische risico’s met zich meebrengen zijn de grote bedrijven in het voordeel. zij hebben meestal medewerkers in dienst die goed bekend zijn met

het beperken van zowel juridische als financiële risico’s. Voor kleine bedrijven heeft dit als gevolg dat ze risicovolle werken mijden en er niet op inschrijven. Het voordeel van de wat kleinere bedrijven is dat de communicatielijnen korter zijn en ze over het algemeen ‘dichter’ bij het uit te voeren werk staan.

De trend bij aannemers is dan ook dat grotere bedrijven meer roepen om innovatieve contracten en het gunnen op kwaliteit. Dit geldt vooral voor

aanlegwerkzaamheden en wat minder bij onderhoudswerkzaamheden omdat die nog goed op traditionele manieren uitgevoerd kunnen worden. Er zijn echter ook onderhoudswerken waar steeds meer ingezet wordt op innovatie. Voorbeelden van innovatie bij onderhoud zijn de zogenaamde beeld- en prestatiebestekken in combinatie met integraal onderhoud van wijken of rayons. Doordat van aannemers steeds meer gevraagd wordt voorafgaand aan de gunning is de vraag om een rekenvergoeding door de opdrachtgever ook aan het groeien. Daarnaast neemt de teleurstelling steeds meer toe als een werk uiteindelijk niet gegund wordt waarvoor veel tijd en geld is geïnvesteerd. Een goede onderbouwing door de opdrachtgever van waarom een aannemer het werk niet gegund krijgt wordt ook steeds belangrijker, dit kan voorkomen dat de aannemer het niet met de beslissing van de opdrachtgever eens is en een gang naar de rechtbank voorkomen.