• No results found

Box7.2: Waarover communiceren in buitendijks gebied?

7.6 Ervaringen en oplossingen in Rotterdam

Tenslotte bekijken we welke lessen er te trekken zijn uit de maatregelen voor buitendijkse gebieden in Rotterdam. Ruim 2.000 ha van het stedelijk gebied van Rotterdam ligt buitendijks: de negentiende eeuwse havenwijken Scheepvaartkwartier, Feijenoord en Katendrecht en daarnaast ontwikkelgebieden van de Kop van Zuid en het Stadshavensgebied (Gemeente Rotterdam, 2013; Kronberger-Nabielek en van Veelen, 2012). Deze gebieden zijn in gebruik voor wonen, publieke diensten, commerciële

activiteiten; kortom, ze zijn qua functies in niets te onderscheiden van de binnendijkse delen van de stad Rotterdam. Daarnaast bestaat een derde van het Rotterdams grondgebied uit buitendijkse havengebieden.

In Rotterdam wordt de bescherming tegen hoogwater in buitendijkse gebieden grotendeels gerealiseerd door het ophogen van gronden. Het vastgestelde uitgiftepeil is nu NAP +3.90m. De meeste buitendijkse gebieden liggen nu op NAP +3-3,5m. Als deze gebieden onderlopen leidt dat niet tot veiligheidsproblemen, maar wel tot wateroverlast en schade. In enkele oude stedelijke gebieden en havens is het peil wat lager: het Noordereiland ligt op NAP +2,25-3m en Feijenoord op NAP +2,6-3m. Op het Noordereiland lopen kades in de huidige situatie al regelmatig onder. De riolering van

Feijenoord wordt als kwetsbaar beoordeeld voor overstroming (Kronberger-Nabielek en van Veelen, 2012). Op de eerste en tweede Maasvlakte daarentegen ligt de hoofdontsluiting op dezelfde hoogte als de dijken, waardoor deze ook in tijden van zeer extreme noodsituaties kunnen blijven functioneren. Een fundamenteel verschil met de situatie van buitendijkse gebieden in het Waddengebied is dat Rotterdam beschikt over de mogelijkheid om de Maeslantkering en de Hartelkering te sluiten bij stormvloed (gemeente Rotterdam, 2013). Dit betekent dat in Rotterdam de maximale waterstand ook in de buitendijkse gebieden in principe controleerbaar is (tenzij de keringen onverhoopt niet sluiten). In de praktijk wordt niet elk hoogwater voorkomen omdat een gesloten Maeslantkering de

havenactiviteiten belemmert. Bij een waterstand van ca. NAP +3.00 m wordt de Maeslantkering gesloten (persoonlijke mededeling medewerker Haven Coördinatie Centrum Rotterdam). Er wordt dus een kosten-baten afweging gemaakt.

Om de resterende problemen te verminderen zet de Regionale Adaptatie Strategie (RAS) in de buitendijkse gebieden in op adaptief bouwen, herontwikkeling van buitendijks onroerend goed, drijvend bouwen en het adaptief inrichten van openbare ruimtes (gemeente Rotterdam, 2013). Voor woningen in de lage delen van het Noordereiland en Feijenoord wordt gedacht aan overstromingsvrije plinten of een waterbestendige inrichting van de woning, maar ook aan maatregelen in de openbare ruimte zoals lokale keermuurtjes, het ophogen van infrastructuur en aanpassen van

nutsvoorzieningen. Aanpassingen inde natuur zijn bijvoorbeeld vloedbossen of groene oevers. Specifiek voor de havens is een doelstelling in de RAS het waterrobuust maken van vitale infrastructuur in buitendijks Rotterdam. Er wordt gewerkt met het begrip vitale knooppunten: energiecentrales en afvalwaterzuiveringsinstallaties maar ook schakelkastjes. Voor oudere

havengebieden is het van belang dat kostbare en gevaarlijke goederen niet de rivier instromen in een noodsituatie. Daar worden lokale maatregelen overwogen, zoals terpen, compartimenteringsdijkjes en de aanleg van waterwerende wanden. Er zijn geen algemene regels voor buitendijkse bedrijven met gevaarlijke stoffen. Eventuele maatregelen moeten door DCMR bij de vergunningverlening worden ingebracht maar het is niet bekend of DCMR speciaal met de buitendijkse ligging van bedrijven rekening houdt.

De maatregelen in Rotterdam worden aangevuld door een respons op actueel hoogwater, waarbij gestreefd wordt naar zelfredzaamheid van burgers en bedrijven. Structurele informatievoorziening verloopt via brochures en internet (http://www.rotterdam. nl/waterloket, zie ook tabel 7.5). De informatie op het internet is gericht op burgers en niet op bedrijven. Bij hoogwater in de lage stedelijke gebieden worden afzettingen geplaatst, auto’s weggesleept en zandzakken beschikbaar gesteld. Er wordt verder geëxperimenteerd met inzet van social media en communicatie via smartphones, ook naar tijdelijke bezoekers zoals toeristen en werknemers van bedrijven.

De huidige, formele procedure in het havengebied is als volgt. Bij een verwachte waterstand in Rotterdam van NAP +2,60 m of een waterstand van NAP +2,30 m in Dordrecht wordt er een voorwaarschuwing afgegeven door het Beslis en Ondersteunend Systeem (BOS)systeem van Rijkswaterstaat (persoonlijke mededeling medewerker Haven Coördinatie Centrum Rotterdam). Het Haven Coördinatie Centrum (HCC) waarschuwt dan het bedrijf RCT in de Europoort omdat daar de kadehoogte NAP +3,50m is en op deze kade duizenden auto’s staan en dat zou tot veel schade kunnen leiden. Verder wordt de Waakdienstambtenaar van de Bestuursdienst van de gemeente Rotterdam gewaarschuwd alsmede vele andere diensten en instanties in alle havengemeenten. Er is ook een lijst met buitendijkse bedrijven beschikbaar bij het HCC maar de meeste bedrijven staan boven de NAP +3,5 meter. Aangezien de Maeslantkering bij NAP +3m wordt gesloten blijven de bedrijven watervrij. De haven heeft tot nu toe nooit problemen gehad met ondergelopen bedrijven. Samenvattend verschilt het huidige beleid in Rotterdam niet veel van de Waddenhavens. Er wordt alleen ad hoc contact opgenomen met de bedrijven over hoogwater. De fysieke situatie is wel anders omdat in Rotterdam de waterstand beter controleerbaar is met de Maeslantkering en de Hartelkering. Voor de toekomst heeft Rotterdam plannen om de tweedelaags veiligheid verder te ontwikkelen in het havengebied.

Tabel 7.5

Wat raadt de gemeente Rotterdam aan bij hoogwater in buitendijks gebied? (bron: http://www. rotterdam.nl/wat_te_doen_bij_een_overstroming).

Fase Maatregelen

Vóór een overstroming Zorg voor een:

• Radio op batterijen en extra batterijen. • Een zaklamp met extra batterijen.

• Een eerstehulpdoos met eerste hulp handboekje. • Lucifers in waterdichte verpakking.

Stel de regionale rampenzender in (Radio Rijnmond FM 93.4).

Bedenk bij wie u terecht kunt als u naar een hogere verdieping zou moeten en er zelf geen heeft. Bedenk bij wie u terecht kunt als u uw huis zou moeten verlaten vanwege overstromingsgevaar. Zoek een alternatieve route om daar te komen, omdat bij evacuatie mogelijk veel wegen vol staan.

Kijk voor meer informatie ook op www.crisis.nl Tijdens een

overstroming Luister naar de rampenzender en kijk op www.crisis.nl. Volg de aanwijzingen van de overheid en hulpverleners op.

Als u moet evacueren, of als het water tot aan uw huis komt: schakel gas en elektriciteit uit. Maak een evacuatiepakket klaar.

Als de tijd het toelaat: sla waardevolle spullen op een droge plaats op.

Als u niet weg kunt: ga naar het hoogste punt in uw huis en neem uw radio op batterijen en noodvoorraad mee.

Overige

voorzorgsmaatregelen Voorraadje van de medicijnen die u gebruikt op doktersvoorschrift. Contant geld en kopieën van identiteitsbewijzen en verzekeringspapieren. Reservesleutels van huis en auto.

Plattegrond van de omgeving, een autokaart en een lijstje met de telefoonnummers en adressen van mogelijke schuiladressen.

Gereedschapset.

Drie liter water per dag per persoon, voor minstens drie dagen.

Voorraad houdbaar eten voor minstens drie dagen (plus blikopener als het eten in blik zit). Voorraad verzorgingsartikelen: wc-papier, vochtige doekjes, zeep, wasmiddel, maandverband, tandpasta, tandenborstels.

Deze lijst is een suggestie: afhankelijk van uw eigen situatie (de samenstelling van uw gezin, uw gezondheid), heeft u misschien andere dingen nodig. Vul de lijst daarom zelf verder aan! En controleer elk half jaar of uw voorraad nog compleet en houdbaar is.

Het huis verlaten Het kan ook zijn dat u bij een ramp onverwacht uw huis moet verlaten. Doe dan het volgende: Sluit gas, water en licht af.

Neem alleen hoognodige zaken mee (contant geld, uw medicijnen en kopieën van identiteitsbewijzen en verzekeringspapieren).

Sluit de woning af.

Controleer of uw buren weten dat ze weg moeten.

Heeft u meer tijd om u voor te bereiden op een evacuatie en verwacht u dat u langer dan een paar uur weg moet blijven, doe dan het volgende:

• Draag stevige schoenen en dichte kleding.

• Gaat u met de auto, bereidt u dan erop voor dat u langere tijd stil kunt komen te staan op de wegen in verband met filevorming.

Gaat u met de auto, neem dan de volgende dingen mee: • Uw noodvoorraad.

• Toiletspullen, dekens en extra kleding. • Eten en drinken voor uw huisdieren.

• Campingkookstel met extra brandstof (gas, benzine), een pannensetje en eetgerei. • Een fluitje (om hulp te roepen).

• Touw en een plastic bouwzeil om schuilplaats te kunnen maken. • Extra brandstof voor uw auto.

7.7

Conclusies: rollen voor overheden en bedrijven in