• No results found

Waar een twijfelaar, die al aan een relatie is begonnen met een ander, in mijn ogen iets aan kan hebben zijn relatie-afhankelijke redenen van Schaubroeck, die met de relatie zelf ontstaan en zoals gezegd erg lijken op aanknopingspunten. Als je terugkijkt op de relatie en vaststelt dat er vele mooie dingen tussen jou en je partner zijn ontstaan, zoals gedeelde

ervaringen, gebeurtenissen en interesses, dan kan dit je vertrouwen sterken in het commitment dat je maakt. Het is daarentegen ook mogelijk dat je moet vaststellen, dat er met name dingen zijn die dit vertrouwen in de weg staan. Welke stappen je in dit geval het best kan zetten, is een andere kwestie die ik voor nu liever aan bijvoorbeeld zelfhulpboeken en

relatietherapeuten overlaat.59 Voor iemand die niet al midden in een relatie staat, maar juist

aan het potentiële begin ervan staat, is de situatie in essentie dezelfde: zelfs in het begin zijn er al aanknopingspunten ontstaan die je mogelijk helpen om met vertrouwen de band met de ander voort te zetten, en de sprong te wagen. Dit is waarschijnlijk ook waar De Muijnck in zijn advies naartoe wilde werken.

Het punt dat ik wil bijdragen aan de kwestie van liefdestwijfel is dat het echter hierbij niet om een epistemologische kwestie gaat waarbij de kern van het ogenschijnlijke probleem, en de oplossing ervan, niet in het vaststellen en afwegen van aanknopingspunten of het wel of niet aanwezig zijn van de juiste gevoelens ligt. Deze kunnen je niet de absolute zekerheid geven die hierbij het probleem schijnt te zijn. Vanuit het sceptisch perspectief in 2.2 werd duidelijk dat je hieraan niets hebt: een oordeel over het wel of niet waar zijn van je liefde kun je beter uitstellen. Gezien de betekenis van een liefdesuitspraak wordt de kern van de

liefdestwijfel-kwestie versluierd door ze als antwoord op de geheimzinnige vraag ‘Houd je van de ander?’ te formuleren. Dit is een geheimzinnige vraag omdat we geen harde definitie van liefde of ‘houden van’ kunnen geven, we weten niet waarover we het hebben en hebben er toch allemaal bepaalde opvattingen over. Doordat culturele en individuele conventies daarnaast ook nog kunnen veranderen, zal het misschien voor altijd een geheimzinnige vraag blijven. De enige vraag die zinvol is om te stellen als twijfelaar is ‘Ga je de relatie (i.e. het commitment) aan?’, wat interessant genoeg lijkt op het ‘Wil je verkering met mij?’ op het schoolplein.

Maar mag je een liefdesrelatie dan wel aangaan als je twijfelt, als je niet voor honderd procent overtuigd bent? Wanneer iemand voor honderd procent overtuigd is, lijkt dit vanuit mijn positie eerder een uitzondering dan de regel, en wanneer de overtuiging in deze mate van beide kanten komt een nog grotere uitzondering. Gezien de genoemde, onvermijdelijke

59 Waarbij ik inderdaad hoop dat deze dan niet liefdestwijfel op die manier begrijpen die ik hier juist bekritiseerd

34 existentiële twijfels is dit niet gek. Het hoort er in de regel bij als twee mensen,60 complexe,

feilbare wezens, in een complexe, dynamische wereld proberen om een band aan te gaan en te onderhouden. Dit is ook de reden waarom het verschil tussen twijfelaar en niet-twijfelaar niet opgaat, zoals ik het al in 2.1 stelde. Existentiële twijfels kunnen iedereen weleens bekruipen, en een niet-twijfelaar weet niet iets essentieels meer dan de twijfelaar. In hoofdstuk drie heb ik dit nauwkeuriger onderzocht door de vraag te stellen wat het dan eigenlijk is dat je

blijkbaar niet doet als je twijfelt, als je niet durft om de liefdesuitspraak te doen. Het lijkt om het maken van een commitment te gaan, waarbij men beter een verschil kan maken tussen iemand die het commitment durft te maken, en iemand die het niet durft te maken.61

Aan de hand van dit verschil wordt weer het eerdergenoemde gevaar duidelijk dat we niet te passief moeten denken over liefde en liefhebben, dat (taal)handelingen hier een

cruciale rol spelen. Als we kijken naar wat we doen als we tegen iemand zeggen ‘ik houd van jou’ lijkt de ‘eigen kweek’-strategie, die De Muijnck verwerpt omdat het niet bij de

epistemische aard van zijn liefdestwijfel past, uiteindelijk het meest bij het constitutivistisch perspectief in de buurt te komen, en in mijn ogen nog het meest bruikbaar. Dat kweken gebeurt echter al vanzelf zodra je blijft handelen volgens conventionele condities en je handelingswijze in die zin toepasselijk blijft. Als je bijvoorbeeld knetterverliefd bent, en dat ook blijft, dan zal je je ook makkelijk aan het commitment houden zonder dat je met veel inspanning zelf inzet moet tonen om redenen te kweken (in dit geval is hoeven we misschien niet eens over het wagen van een sprong praten). Voor iemand met twijfels is dat echter minder vanzelfsprekend. De ‘eigen kweek’-strategie kan dan steun bieden bij onzekerheden met betrekking tot bepaalde commitments. In zijn samenvatting van Schaubroeck en

Hindricks’ opvattingen verwoordt De Muijnck zelf eigenlijk heel treffend wat het in dit geval kan betekenen om de liefdesuitspraak te maken: ‘Ik vertrouw erop dat we al doende de redenen zullen scheppen om onze relatie voort te zetten.’62

60 Ook in polyamoreuze constellaties gaat het telkens om een afspraak en band tussen twee mensen, ongeacht of

één persoon een vergelijkbare afspraak en band met (oftewel: een commitment naar) meer mensen heeft.

61 Oftewel, iemand die zich wel en iemand die zich niet met de geldige conventionele condities kan identificeren. 62 De Muijnck, 98.

35

Bibliografie

Austin, J. L. How to Do Things with Words. Oxford: University Press, 1962.

Brandom, Robert B. Articulating Reasons: An Introduction to Inferentialism. Cambridge, MA/London: Harvard University Press, 2000.

Bransen, Jan. "Normativity as the Key to Objectivity: An Exploration of Robert Brandom's Articulating Reasons." Inquiry 45.3 (2002): 373-391.

doi:10.1080/002017402760258204.

Chrisman, Matthew. “Expressivism, Truth, and (Self-) Knowledge.” Philosophers’ Imprint 9.3 (2009): 1-26.

Finkelstein, David H. Expression and the Inner. Cambridge, MA: Harvard University Press, 2003.

Hiley, David R. “The Deep Challenge of Pyrronian Scepticism.” Journal of the History of

Philosophy 25.2 (1987): 185-213. doi:https://doi.org/10.1353/hph.1987.0019.

Hindricks, Frank. “Ware Liefde zonder Uniciteit: Goede Redenen voor Romantische Liefde.” In De Liefdesparadox: Acht Hedendaagse Filosofen over de Liefde, redactie Wim de Muijnck, 69-90. Amsterdam: Amsterdam University Press B.V., 2017.

Macdonald, Cynthia. “In My ‘Mind’s Eye’: Introspectionism, Detectivism, and the Basis of Authoritative Self-Knowledge.” Synthese 191 (2014): 3685–3710. doi:10.1007/s11229- 014-0487-1.

Moran, Richard. “Self-Knowledge: Discovery, Resolution, and Undoing.” European Journal

of Philosophy 5.2 (1997): 141-161.

Muijnck, Wim de. “Zelfhulp bij Liefdestwijfel.” In De Liefdesparadox: Acht Hedendaagse

Filosofen over de Liefde, redactie Wim de Muijnck, 91-105. Amsterdam: Amsterdam

University Press B.V., 2017.

Schaubroeck, Katrien. “Redenen voor Liefde.” In De Liefdesparadox: Acht Hedendaagse

Filosofen over de Liefde, redactie Wim de Muijnck, 35-50. Amsterdam: Amsterdam

University Press B.V., 2017.

Stee, Annemarie van. “Liefde en Persoonlijke Identiteit: Alledaags en Ambivalent.” In De

Liefdesparadox: Acht Hedendaagse Filosofen over de Liefde, redactie Wim de Muijnck,

51-68. Amsterdam: Amsterdam University Press B.V., 2017.

Wittgenstein, Ludwig. Philosophical Investigations. Vertaald door G. E. M. Anscombe. Oxford: Blackwell, 1953.

Wright, Crispin. Rails to Infinity: Essays on Themes from Wittgenstein's Philosophical

36

Dankbetuiging

Ik wil allereerst graag Jan Bransen bedanken voor de goede begeleiding en iedereen van de scriptiegroep Filosofie van de gedragswetenschappen voor de behulpzame feedback en vragen. Daarnaast wil ik Freek Oude Maatman bedanken voor de waardevolle gesprekken en tips. Tenslotte wil ik Melissa Ketelaar bedanken, niet alleen voor haar steun en zorg, maar ook voor de inspiratie voor het onderwerp.