Nummer van je bewegingsmeter:
Geef aan met behulp van de woordparen wat je de beste
beschrijving voor het hele systeem vind.
1 2 3 4 5 6 7
menselijk # # # # # # # technisch
isolerend # # # # # # # verbindend
aangenaam # # # # # # # onaangenaam
origineel # # # # # # # conventioneel
eenvoudig # # # # # # # ingewikkeld
professioneel # # # # # # # amateuristisch
lelijk # # # # # # # mooi
praktisch # # # # # # # onpraktisch
sympathiek # # # # # # # onsympathiek
omslachtig # # # # # # # direct
Geef aan met behulp van de woordparen wat je de beste
beschrijving voor het hele systeem vind.
1 2 3 4 5 6 7
stijlvol # # # # # # # stijlloos
voorspelbaar # # # # # # # onvoorspelbaar
goedkoop # # # # # # # waardevol
buitensluitend /
vervreemdend # # # # # # # integrerend / inbe-grepen
brengt mij dichter bij mensen
# # # # # # # isoleert mij van mensen
niet toonbaar # # # # # # # toonbaar
afwijzend # # # # # # # uitnodigend
fantasieloos # # # # # # # creatief
goed # # # # # # # slecht
Geef aan met behulp van de woordparen wat je de beste
beschrijving voor het hele systeem vindt.
1 2 3 4 5 6 7
verwarrend # # # # # # # overzichtelijk
afstotend # # # # # # # aantrekkelijk
moedig # # # # # # # voorzichtig
innovatief # # # # # # # conservatief
saai # # # # # # # boeiend
eenvoudig # # # # # # # uitdagend
motiverend # # # # # # # ontmoedigend
vernieuwend # # # # # # # alledaags
onhandelbaar # # # # # # # handelbaar
Geef hieronder aan in hoeverre je je kunt vinden in de volgende beweringen.
1 = heel erg niet eens, 5 = heel erg eens
nooit altijd
1 2 3 4 5
Ik denk dat ik dit systeem regelmatig zou willen
ge-bruiken
# # # # #
Ik vond het systeem onnodig ingewikkeld # # # # #
Ik vond dat het systeem gemakkelijk te gebruiken was # # # # #
Ik denk dat ik hulp nodig heb van een technisch
per-soon om het systeem te kunnen gebruiken
# # # # #
Ik vond dat de verschillende functies van het systeem
goed geïntegreerd waren
# # # # #
Ik vond dat er te veel inconsistentie in het systeem
was
# # # # #
Ik kan me voorstellen dat de meeste mensen
gemakke-lijk kunnen leren het systeem te gebruiken
# # # # #
Ik vond het systeem omslachtig om te gebruiken # # # # #
Ik voelde me zelfverzekerd wanneer ik het systeem
gebruikte
# # # # #
Ik moet veel dingen leren voordat ik het systeem kon
gebruiken
D Interviews
D.1 Interview script SmarcoS-diabetic
Binnenkomst.
Kort small talk houden.
Zeggen dat we nu met het eind-interview beginnen en dit op nemen.
Zeggen dat we met wat algemene vragen beginnen: • Wat vond u van het systeem? (algemeen)
• Heeft het systeem aan uw verwachtingen voldaan? (verwachting) • Wat vond u prettig aan het systeem? (algemeen)
• Wat vond u vervelend of irritant aan het systeem? (algemeen)
• Bent u tevreden met de hoeveelheid tijd die nodig was om het systeem te gebruiken? (algemeen) • Bent u tevreden over het gebruiksgemak van het systeem? (algemeen)
• Zou u een soort gelijke coaching zelf ook willen gebruiken? (algemeen)
• Denkt u dat dit soort coaching u zou helpen om een gezondere leefstijl aan te nemen? (algemeen)
Zeggen dat we nu iets dieper op de functies van het systeem in gaan:
• Wat vond je wel goed aan de functies van het systeem? (funcionaliteit)
– Mogelijke functies (deze gelden natuurlijk ook voor de volgende vragen):
∗ Berichten ontvangen ∗ Overzicht van activiteit ∗ Overzicht van medicijninname
• Wat vond je niet goed aan de functies van het systeem? (funcionaliteit)
• Welke functies heeft u het meest gebruikt(welke onderdelen)? (dagelijks gebruik/funcionaliteit)
– Waarom deze functie?
– Wanneer heeft u deze functie gebruikt?
• Welke functies heeft u het minst of helemaal niet gebruikt? (dagelijks gebruik/funcionaliteit)
– Waarom deze functie?
– Wanneer heeft u deze functie gebruikt? (als van toepassing)
• Kunt u voor elke functie aangeven op welk apparaat u deze heeft gebruikt? (dagelijks gebruik/ funcionaliteit)
• Is er een functie dat het systeem volgens u op dit moment mist? (funcionaliteit)
• Had u het gevoel controle te hebben over wat het systeem deed wanneer u het gebruikte? (dageli-jks gebruik)
• Is er iets fout gegaan met het systeem of heeft u nog fouten ontdekt? (funcionaliteit)
Zeggen dat we nu gaan kijken naar de berichten:
• Welke berichten vond u prettig om te ontvangen? (coaching/feedback)
– Doorvragen waarom?
• Welke berichten vond u niet prettig om te ontvangen? (coaching/feedback)
• Wat vindt u van de timing van de berichten? (coaching/feedback)
– Vraag door voor zowel feedback berichten als herinneringen, en waarom?
• Wat vindt u van de hoeveelheid berichten? (coaching/feedback)
– Vraag door voor zowel feedback berichten als herinneringen, en waarom?
• Wat vindt u van de keuze van het apparaat? (coaching/feedback)
– Vraag door voor zowel feedback berichten als herinneringen, en waarom?
• In welke situatie zou u graag een bericht willen krijgen? (coaching/feedback)
– Vraag door voor zowel herinnering als feedback
• In welke situatie zou u niet graag een bericht willen krijgen? (coaching/feedback)
– Vraag door voor zowel herinnering als feedback
• Vindt u het voldoende dat u berichten in tekstvorm krijgt, of zou u dit liever op een andere manier krijgen? (coaching/feedback)
– Welke manier (voorbeeld, spraak, filmpje, etc.)?
• Heeft u het idee dat de berichten die u krijgt juist zijn? (coaching/feedback)
Zeggen dat we nu naar de verschillende apparaten gaan kijken:
• U gebruikt het systeem op twee verschillende apparaten, wat waren in uw ogen de belangrijkste verschillen? (inter-usability)
• Kon u dezelfde functies gemakkelijk terug vinden op de verschillende apparaten? (inter-usability) • Heeft u het gevoel dat alle apparaten gesynchroniseerd waren (alle apparaten weten op hetzelfde
moment de zelfde informatie)? (inter-usability)
• Heeft u het gevoel dat u met hetzelfde systeem communiceert, ondanks de twee verschillende apparten? (inter-usability)
Loop nu samen het dagboek door, vraag door op dingen die je opvallen, of waar de deelnemer over uitwijdt.
Zeggen dat nu de laatste vragen komen:
• Het systeem weet van alles. Wat denkt u dat het weet? (privacy)
– Doorvragen wat de deelnemer hier van vindt of bezwaar heeft dat het systeem deze dingen
weet . Begin met de dingen die de deelnemer zelf heeft aangegeven. Geef daarna aan wat het systeem nog meer weet en vraag wat de deelnemer hier van vindt.
– Mogelijk antwoorden:
∗ waar de deelnmer is ∗ wat de deelnemer doet ∗ hoeveel de deelnemer beweegt
∗ of de deelnemer zijn medicijnen heeft genomen
Vraag nogmaals:
• Wat vond u van het systeem? (algemeen)(dit kan veranderd zijn omdat de deelnemer aan de hand van de vragen hier meer overna heeft kunnen denken)
• Heeft u nog suggesties of verbeteringen voor het systeem? (suggeties/verbeteringen) • Heeft u verder nog iets gemist?
Dit wat het einde van het interview.