• No results found

Empirisch onderzoek: IBRA

In document Voorbij het getal (pagina 47-49)

4 Praktische toepassing ethisch risicokader

6. Empirisch onderzoek: IBRA

In de voorgaande hoofdstukken is voor het utilisme, de deontologie en de deugdethiek een vertaalslag gemaakt naar de praktijk van risicoanalyses. Tevens zijn aan het begin van dit onderzoek de beperkingen van een analyse die gestoeld is op een nutscalculus uiteengezet. Door analyse van de risicocatalogus van de ILT wordt duidelijk welke ethische aspecten de ILT heeft meegenomen (1). Op basis daarvan brengt dit onderzoek in kaart hoe men de (andere) ethische aspecten een plek kan geven (2).

6.1

Casus 1: ‘overstroming in Nederland’

Een overstroming in Nederland8 vormt de eerste casus van dit onderzoek. Voor een goed begrip van deze casus zal eerst de relevante achtergrondinformatie besproken worden9. Het risico komt overeen met het risicogebied ‘hoogwaterveiligheid’. Het ILT-domein10 waarin het risico zich voordoet is Water, Producten en Stoffen (WPS). De beknopte omschrijving van het risico en de daaraan gerelateerde schade in de risicocatalogus luidt: ‘schade door overstroming als gevolg van een onvoldoende uitgevoerde zorgplicht en/of onjuiste beoordeling van keringen’ (IBRA, 2017, p. 34).

8

De ILT ziet hierop toe op basis van de Waterwet, artikel 3.9, Waterbesluit en Waterregeling.

9

De schematische weergave is terug te vinden in bijlage 2.

De getroffen populatie van dit risico betreft alle Nederlanders die wonen in overloopgebieden (dat wil zeggen in de nabijheid van rivieren en kustfundament), alsmede de industrie in dezelfde gebieden. Het toezicht van de ILT betreft overstromingen die plaatsvinden als gevolg van een niet uitgevoerde zorgplicht. De belangrijkste handhavingsinstrumenten die door de ILT worden ingezet zijn objectgericht toezicht, administratiecontroles en systeemgericht toezicht. Uit IBRA volgt dat er geen bijzondere randvoorwaarden voortvloeien uit wet- en regelgeving, verdragen of bestuurlijke afspraken voor dit risico. De termijn waarin het risico en de gevolgen zich manifesteren is geclassificeerd als ‘nu en later’. Nederland is gekozen als duiding van de plaats waar het risico en de effecten zich voordoen. In de risicocatalogus wordt gesproken over materiele en immateriële schade11, dit wordt hierna verder uitgewerkt. Volgens de informatie uit de risicoanalyse is de frequentie waarop de ongewenste gebeurtenis zich manifesteert één keer in de tienduizend jaar. De grootheden die volgens de risicocatalogus de schade van dit risico bepalen zijn als volgt: doden, gewonden, materiële schade en economische en maatschappelijke ontwrichting. Daarbij wordt aangegeven dat het maatschappelijk belang zeer groot is, aangezien circa 60% van Nederland zo laag ligt dat het kwetsbaar is voor overstroming vanuit zee, de grote rivieren of de grote meren. In dit gebied wonen circa 9 miljoen mensen en het grootste deel van het bruto nationaal product (bnp) wordt in dit gebied verdiend. In de risicocatalogus zijn dit de gevolgen bij het optreden van de ongewenste gebeurtenis, wat in deze casus een overstroming inhoudt. In de catalogus zijn de gevolgen omgerekend naar schade in euro’s.

De conclusie over de frequentie van het risico die het IBRA-team heeft getrokken op grond van alle ontvangen informatie: kosten uitvoering Deltaprogramma 2017 is 26 miljard euro (+/- 50%)12. Uit de factsheet met achtergrondinformatie die aangeleverd is door het domein staat een specifiekere berekening13.

Zoals gezegd zijn de twee centrale perspectieven waarmee naar hoogwaterveiligheid gekeken wordt enerzijds fysieke schade en anderzijds institutionele schade. Deze perspectieven worden expliciet onderscheden in de behandeling van dit

11

Bij materiële schade is gekeken naar de kosten van herstel. Bij de berekening van de immateriële schade zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1 dode = €2.2 miljoen, 1 zwaargewonde = €264.000 en 1 licht gewonde = €22.000; zoals gehanteerd door Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) (bron: IBRA, 2017, p. 11-12).

12

Het gehele beleidsmatige en bestuurlijke stelsel in Nederland (de minister van I&M is ‘stelselverantwoordelijke’) is gericht op het voorkomen van overstroming door dijkdoorbraak. Per 1 januari 2017 zijn er strengere wettelijke veiligheidsnormen van kracht voor de primaire waterkeringen. In de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) die mede ten grondslag ligt aan deze nieuwe normen, is becijferd wat er nog aan investeringen nodig is in Nederland om de beoogde veiligheidsniveaus te bereiken. Zie ook een passage uit het Deltaprogramma 2017 dat recent door de minister aan de Tweede Kamer is

aangeboden (bron: Bijlage bij risico 15, IBRA).

13

Voorstel vanuit het ILT-domein: Het gaat om 207 dijktrajecten. De gemiddelde economische schade per dijktraject bij overstroming bedraagt €4 miljard. Gemiddeld zijn er 200 dodelijke slachtoffers per dijktraject bij overstroming. Uitgedrukt in euro’s gaat het dan om €1,34 miljard aan immateriële schade (rekeneenheid (Value of Statistical Life (VOSL)) € 6,7 miljoen per dodelijk slachtoffer). De totale geaccepteerde schade bij overstroming van de primaire waterkeringen in Nederland is dan: (207 x 4) + (207 x 1,34) = €1105 miljard.

risico in de risicocatalogus. Economische schade is toegevoegd als derde perspectief en komt aan bod bij de bespreking van fysieke schade. Hier is namelijk een onderscheid te maken. Dit onderscheid komt niet aan bod in de risicocatalogus. Welke ethische aspecten zijn te herkennen in de manier waarop hier invulling aan gegeven is? Door hier een antwoord op te zoeken wordt in dit deel van het onderzoek de vierde deelvraag beantwoord. Hiertoe is in hoofdstuk vier van dit onderzoek een praktische toepassing van de drie ethische stromingen gemaakt, namelijk het utilisme, de deontologie en deugdethiek. Door te analyseren welke aspecten uit de risicocatalogus en achtergrondinformatie aansluiten bij welke ethische stroming kan een uitspraak gedaan worden over de ethische opbouw van de informatie over het risico.

In document Voorbij het getal (pagina 47-49)