• No results found

Empirisch onderzoek beschreven in hoofdstuk 3

In de eerste vijf onderzoeken is gebruikgemaakt van rechtvaardigheidstheorieën

Thibaut en Walker (1975) De procedure die de rechter volgt, bepaalt hoe mensen denken over de rechtvaardigheid van zijn beslissing. Mensen vinden een accusatoire procedure (grote invloed voor partijen in de procedure) het meest rechtvaardig (vergelijk met inquisitoire procedure: rechter bepaalt hoe de zitting verloopt, nauwelijks plaats voor eigen inbreng partijen). Crombag en Van Koppen (1991) Voorkeur voor accusatoire procedure. Negatieve

uitkomst wordt dan eerder aanvaard. Lind en Tyler (1988) Bij verkeersovertredingen wordt procedurele

rechtvaardigheid belangrijker geacht dan materiële. Bruinsma en Welbergen (1988) Een theorie over ervaringen van burgers in

procedures is pas geschikt als niet de procedure, maar de uitkomst centraal staat (Distributive Jusitice). Michiels (1981) Onderschrijft de egotistische variant van de

attributietheorie. Appelanten schrijven een gunstig resultaat eerder toe aan eigen inspanningen en een ongunstig resultaat eerder aan factoren van buitenaf.

Het volgend onderzoek maakt gebruik van Social Justice theorie (vanuit sociaal-psychologische invalshoek)

Van den Bos (2002) De gedachten, gevoelens, attitudes, en gedragingen van mensen worden sterk beïnvloed door

waargenomen rechtvaardigheid.

Rechtvaardigheid is voor mensen belangrijk omdat het hen een mogelijkheid biedt om met zaken waarover ze onzeker zijn, om te gaan.

Bij het beoordelen of iets rechtvaardig dan wel onrechtvaardig is, letten mensen – mits ze de uitkomst van andere geschillen kennen – op hoe de bijdragen en uitkomsten die zijzelf verkrijgen uit een sociale relatie zich verhouden tot de bijdragen en uitkomsten van vergelijkbare andere personen.

Juridische rechtvaardigheid

Van der Veen (1990) In het dilemma van de juridische rechtvaardigheid staat de spanning tussen formele en materiële rechtvaardigheid centraal. Onpartijdigheid (formele rechtvaardigheid) vereist algemene regels en een strikte toepassing daarvan. Rechtvaardigheid in de uitkomsten van overheidsbeleid (materiële rechtvaardigheid) vraagt om aandacht voor het individuele geval, en om uitzonderingen op de algemene regel. Te sterke aandacht voor het eerste draagt het gevaar van formalisme en legalisme in de uitvoering in zich. Te sterke aandacht voor het tweede brengt het gevaar van willekeur en

oncontroleerbaarheid met zich mee.

Van der Meer (2004) Het vertrouwen in de rechter is tussen 1998 en 2003 zo goed als stabiel gebleven.

71% van de Nederlanders heeft veel of tamelijk veel vertrouwen in de rechter.

Het algemene vertrouwen in instituties is van grote invloed op het vertrouwen dat burgers hebben in de rechtspraak.

Schuyt e.a. (1976) Leeftijd, opleiding en inkomen werken sterk selectief op gebruik van rechtspraak en rechtshulp

Genn

Paths to Justice Engeland en Wales

Het winnen of verliezen van een zaak is bepalend voor de mate waarin partijen het proces eerlijk vinden.

Van belang zijn:

– houding t.o.v. probleem – type probleem

– soort oplossing – participatie – eerlijkheid

Genn en Paterson Paths to Justice Schotland

Het type probleem heeft de grootste invloed op het oordeel over de rechtvaardigheid van de uitkomst Van belang zijn:

– type probleem

– houding t.o.v. rechtssysteem – soort oplossing

Bij het volgende onderzoek is gebruikgemaakt van de rationelekeuzetheorie

Van Velthoven en Ter Voert (2004) Geschilbeslechtingsdelta

De keuze van de burger voor een oplossing kan verklaard worden aan de hand van kosten-batenafweging. Hierbij is van belang: het soort probleem en de beschikbare rechtshulp.

Voor de mate van tevredenheid over de procedure is van belang:

– informatievoorziening – begrijpelijkheid van het proces – participatie

– sociale en economische hulpbronnen – tarieven

– bereikbaarheid en toegankelijkheid rechtshulp Klantwaarderingsonderzoek

Prisma 2002

(Rb Alkmaar, Dordrecht, Groningen, Leeuwarden, Roermond en Zutphen)

Onderzoek naar tevredenheid over de verschillende sectoren van de rechtbanken. De rechtzoekenden kennen het meeste belang toe aan (in volgorde): – deskundigheid van de rechter

– ruimte om verhaal te doen – uitleg over beslissing – informatie voorziening – duur procedure – wachttijd

Het mee of tegenvallen van de uitkomst houdt sterk verband met de mate van tevredenheid.

Prisma 2004 Analyse

klantwaarderingsonderzoeken bij de gerechten in de periode 2001-2004.

Rechtzoekenden met duidelijke verwachtingen zijn meer tevreden over het contact met rechtbank of Hof dan mensen met onduidelijke verwachtingen. Burger heeft behoefte aan informatie over duur en aard van procedure, gang van zaken en de uitspraak. Weer blijkt verband tussen uitkomst en tevredenheid. Vooral in samenhang met optreden van rechter: ruimte voor verhaal, luisteren, inlevingsvermogen, onpartijdigheid en uitleg over beslissing.

De volgende vijf onderzoeken hebben betrekking op ervaringen van niet-rechtzoekenden (bijv. bezoekers, getuigen, rechters enz).

Malsch en Nijboer (2005) Het strafproces is redelijk toegankelijk. Bezoekers zijn redelijk op de hoogte van de openbaarheid van de strafrechtspleging.

Voor bezoekers waren niet alle termen van de rechter begrijpelijk. De begrijpelijkheid is een belangrijke factor voor een waardering van de zaak.

Van der Leij (2002) Getuigen vinden de behandeling door de rechter of de rechter-commissaris rechtvaardig. Deze toonden belangstelling en waren vriendelijk. Getuigen zouden meer mogelijkheden tot participatie willen hebben.

Bruinsma (2001)

NJB-enquête onder rechters

Belangrijkste taken van de rechterlijke macht: – snel en adequaat bedienen van justitiabelen – beslechten van juridische geschillen – oplossen van conflicten

De bestuursrechter stelt geschilbeslechting op de eerste plaats.

Van de Bunt, De Keijser en Elffers (2004)

Voor raadsheren uit de strafsector is communicatie ter zitting het sleutelwoord.

Huls, Mevis en Visscher (2003) Motiveren van beslissingen is een vorm van bijdrage aan de communicatie tussen rechter en zijn klant. RMO (2004)

Onderzoek naar de toegang tot het recht

Niet alle burgers hebben in gelijke mate toegang tot het recht. Oorzaken hiervan zijn gelegen in: – opleidingsniveau

– cultuurverschillen Aanbevelingen van RMO:

– vergroten van het vermogen van burgers om problemen op te lossen

– klantgericht werken – mediation

– het vertrouwen van burgers in het rechtssysteem bevorderen.

WRR (2002)

Advies over de toekomst van de nationale rechtsstaat

Juridische kwaliteit is niet afhankelijk van de toevallige cliënt van de rechter en mag niet uitsluitend afhankelijk worden gemaakt van het oordeel van die cliënt.

Bijlage 3