• No results found

Elvira was - ik kon het me best begrijpen - totaal verbluft

In document Relham, De man achter de schermen · dbnl (pagina 173-176)

‘Ik begrijp U werkelijk niet... moet ik op reis gaan... zo plotseling... thuis weten

ze er niets van... ik heb geen stukje goed mee... waarom dan toch mr. Grabley

-waaróm?’

‘Omdat Uw verloofde in levensgevaar verkeert - elke seconde kan voor hem

noodlottig worden. Hij weet te veel.’

‘Hij weet niets. Hij méént hoogstens iets te weten.’

Donald keek haar even aan.

‘Guglio Vismara heeft ook niets geweten. En tòch... tòch vond de m.a.d.s. het

veiliger, om hem uit de weg te ruimen.’

‘Ja, maar U begrijpt dat ik toch niet zo maar weg kan - zonder iets te zeggen, zonder

bagage. Dat is toch onzinnig, mr. Grabley!’

- Maar na vijf minuten, na een lange woordenstrijd gaf ze tenslotte toe:

‘Goed dan, ik zal gehoorzamen. Ik hoop slechts, dat U het gevaar niet overdrijft.’

Toen stopte de taxi - wij waren even na het verlaten van de villa in een taxi gestapt

- en wij bevonden ons bij Tarani's woning.

‘Dus nog eens: U vertelt hem niets van het dreigende gevaar, zegt alleen, dat U

onmiddellijk naar Nice vertrekken moet. Uw moeder bevindt zich daar en is plotseling

ziek geworden.’

‘Ja, mr. Grabley,’ zei ze gehoorzaam.

We liepen haastig de trappen op. Stonden even later, hijgend en naar adem

snakkend - voor de deur, waarop het plaatje: ‘M. TARANI’ bevestigd was. Donald

belde. Niemand kwam open doen. Hij belde nog eens, nu lang en dringend. Er werd

een kijkgaatje in de deur geopend. Een effen stem zei:

‘Signor Tarani kan nu niemand ontvangen!’

‘Ja, maar voor ons maakt hij een uitzondering. Zeg maar, dat signor Grabley en

dr. Feitsma er zijn.’

‘O, dat is dan in orde. De heren worden verwacht!’

Hij opende de deur en liet ons binnen. 't Was Luigi, de trouwe kamerdienaar van

Tarani. We werden in de salon gelaten en Luigi ging zijn meester roepen.

We wachtten, - één minuut, twéé minuten, drie minuten... Niemand kwam binnen.

Toen hoorden we iemand op de gang hollen, - Luigi kwam met een vreemdverwrongen

gezicht de kamer binnenvallen:

‘Signor Tarani... is... is... verdwenen!!!!’

We sprongen op.

‘Màn!’ schreeuwde Donald, - ‘dat is toch onmogelijk! Je bent gek! Hij zal in een

andere kamer zijn! Of op het toilet!’

‘Ik ben óveral geweest, mr. Grabley - óveral,

OVERAL!! Hij is er niet, - hij is verdwenen, - wèg, - spoorloos - Ik snap het niet...’

‘We zullen sámen nog eens gaan kijken,’ zei Donald tenslotte. En kamer voor

kamer, - hij was er niet. We keken in alle mogelijke hoekjes. Ja, - 't was eigenlijk

onzinnig - ook in kasten en achter zekere meubelstukken. Signor Tarani wàs weg en

blééf weg... Spoorloos uit zijn woning verdwenen... ‘Te gek om waar te zijn,’ zei

Elvira, - en ze had gelijk!

‘Laten wij deze zaak rustig onderzoeken’, kwam Donald met een verstandig

voorstel aanzetten. ‘De zaak moet toch een logische verklaring hebben, hoe “gek”

ze er ook op het eerste gezicht mag uitzien.

Punt één dan, Luigi, - is het mogelijk om ongemerkt de woning binnen te komen?

Door de deur met een loper te openen, bedoel ik.’

‘No, signore... eh... nee, mr. Grabley, ... er zitten twee stevige grendels, die men

van buiten niet kan wegschuiven.’

‘Dat is dus onmogelijk. Punt twee dan: Heb jij de deur altijd zelf geopend, toen

er gebeld werd? Was er veel bezoek? Wiè is er geweest?’

‘Als er gebeld werd heb ìk natuurlijk de deur geopend. Er was geen bezoek vandaag

- alleen de kruidenier kwam zijn boodschappen brengen. Dat was de enige keer

hedenmorgen, dat de deur geopend werd.’

‘Mooi. Punt drie dan: Zou jij in jouw kamer...’

‘...ik verblijf altijd in de keuken. Het keukenmeisje is... eh... mijn verloofde

-begrijpt U...’

‘Ik begrijp! Dus: zou jij in jouw keuken kunnen horen, als er iets in de kamer van

mijnheer gebeurde? Een worsteling of schot?’

‘Een schot zou ik horen. Maar een worsteling... nee, die niet, - U moet rekenen

dat die lange gang er tussen ligt.’

‘Dus is het mogelijk, dat zoiets heeft plaats gehad!’

Donald dacht even na: ‘Ja, dat is duidelijk,’ zei hij dan. We keken hem verwonderd

aan. ‘Dat is duidelijk en verklaarbaar,’ vervolgde hij, ‘als we bedenken, dat de m.a.d.s.

zich reeds eenmaal toegang wist te verschaffen! Weet je nog, Johny, toen “hij” er

voor zorgde, dat de politie, na de arrestatie van Tarani, enige gestolen voorwerpen

hier kon vinden! “Het mysterie van de sleutel”, hebben we dat genoemd.’

‘Ja, - je noemde het toen een belangrijke aanwijzing..’

‘...dat is het ook. Miss Corelli, - wie kent het geheim van het letterslot? Het letterslot

van Uw particuliere kluis, waarin U de sleutel van Tarani's woning bewaart.’

‘Dat kent niemand, mr. Grabley - als U daaraan denkt, bent U zeker op het

verkeerde spoor!’

Luigi hoorde het gesprek met een verwonderd gezicht aan.

‘U sprak over een man achter de... wàtte?’

‘Later, Luigi, - we moeten nu verder gaan met ons onderzoek. Ik meen, dat we

het volgende mogen aannemen: de m.a.d.s. heeft zich toegang verschaft tot de woning,

heeft Tarani overvallen, - en is dan met het lichaam de straat op verdwenen, - waar

een taxi gereed stond.’

‘Nee, mister, onmogelijk,’ vond Luigi, - ‘U moet nl. weten, dat aan de deur een

alarm-inrichting is verbonden. Zodra ze geopend wordt - óók met een sleutel - gaat

een bel-geluid door het hele huis. Alleen als de deur van binnen-uit geopend wordt,

blijft het alarm uit. Wat U dus beweert, kan zeker niet mogelijk zijn!’

‘Tenzij,’ voegde Donald er rustig aan toe, ‘de m.a.d.s. reeds vanmorgen, vòòr jouw

In document Relham, De man achter de schermen · dbnl (pagina 173-176)