• No results found

Hoe zij elkaar vonden Het huidige college van Gedeputeer

de Staten in de Provinciale Staten van Groningen wordt gevormd door een coalitie van PvdA, V V D en D66 en steunt op eenendertig (achttien plus negen plus vier) van de vijfen­ vijftig gekozen vertegenwoordigers in Groningen. Cynici beweren dat dit college tot stand is gekomen o m ­ dat het vrijwel de enige combinatie is die sinds 1970 nog niet is uitge- probeerd. De werkelijkheid is uiter­ aard gecompliceerder en slechts te begrijpen vanuit een lange voorge­ schiedenis. Daarbij spelen politieke verschillen, gebaseerd op beginselen en programma's, een rol, maar veel meer bepalend zijn andere aspecten van het politieke bedrijf geweest, zoals de machtsvraag en de politieke cultuur in Groningen.

Een duik in de geschiedenis van de collegevormingen.

Terug naar 1970. Het afspiegelings­ college als fenomeen geniet nog aan­ zien en PvdA en A R P (gesteund door C H U en KVP) gaan op zoek naar een derde partner. De C P N is de grote overwinnaar van de verkie­ zingen (het Fre Meis-effect): acht zetels) en even sterk als de VVD. De PvdA opteert voor de C P N en de confessionele partijen verkiezen de VVD. Er wordt op buigen of bars­ ten gespeeld, waarbij de A R P specu­ leert op gespletenheid in de kringen van de PvdA. Bij de stemming blijkt hiervan geen sprake te zijn en met een verhouding van achtentwintig tegen zevenentwintig, een beruchte stemverhouding in de Staten van Gro­ ningen, wordt de CPN'er gekozen. De VVD is buiten gesloten en van belang is hier de constatering dat de voorlopers van het C D A daarvoor door de V V D verantwoordelijk wor­ den gesteld.

In 1972 treedt een PvdA-Gedeputeer- de af en volgt een verkiezing. D66, verbitterd omdat zij in 1970 niet mee mocht doen, besluit naar rechts af te zwaaien en bemachtigt met een achtentwintig-zevenentwintig stemverhouding een Gedeputeerde- positie. Politiek van belang is hier de constatering dat de confessione­ len de PvdA een kool stooft en op deze wijze revanche neemt voor de geleden nederlaag twee jaar daar­ voor.

In 1974 is het opnieuw raak. De PvdA en het C D A besluiten samen een college te vormen, doch een groot deel van de socialistische frac­ tie spreekt zijn veto uit over de voorgedragen christen-democratische kandidaten, te weten de beide zitten­ de Gedeputeerden. Het C D A be­ schouwt dit als een ongewenste en niet te tolereren inmenging in inter­ ne aangelegenheden en speelt op­ nieuw buigen of barsten. Het wordt opnieuw barsten, waarbij het stemge­ drag van de liberale fractie op een cruciaal moment de doorslag geeft. Er ontstaat een links college dat steunt op achtentwintig van de vijf­ envijftig Statenleden. Enkele nieuw­ bakken Gedeputeerden wisten 's mor­ gens niet dat zij 's avonds in die hoedanigheid het provinciehuis zou­ den verlaten.

Het verbazingwekkende aan deze ge­ beurtenissen is dat het C D A het spel telkens zo weinig flexibel speelt. Zelfs het PvdA-compromisvoorstel dan een van de gewraakte Gedepu­ teerden te laten vallen en te ver­ vangen door een betere werd afgewe­ zen in de veronderstelling dat het allemaal wel mee zou vallen en men dan alsnog zijn zin zou krijgen.

Naar ik meen is het gedrag van de VVD-fractie voor een deel te begrij­ pen uit de gebeurtenissen van 1970, er lag nog een rekening die

veref-50

fend moest worden, doch een veel belangrijker rol heeft gespeeld de meer politieke instelling van de VVD : nu links zo duidelijk de overhand in het college van Gedeputeerde Sta­ ten krijgt is het voor de politieke duidelijkheid alleen maar goed dat het geheel links wordt. De V V D zou er immers zowiezo buiten blijven.

Het kaartenhuis zakt ineen.

De vorming van het college van Ge­ deputeerde Staten in 1978 vormt het onbetwiste hoogtepunt in deze reeks. Links heeft de meerderheid en be­ sluit gezamenlijk tot de vorming van het college over te gaan. Ailes lijkt in kannen en kruiken als vlak voor de verkiezing blijkt dat een aantal leden van de PvdA-fractie niet be­ reid zijn de kandidatuur van enkele eigen zittende Gedeputeerden te steunen. Na veel geharrewar en een drietal Statenvergaderingen, Groning­ en zit twee weken zonder een dage­ lijks bestuur, komt er een college uit de bus dat bestaat uit CDA, VVD en een vertegenwoordiger van een drietal afgescheiden socialisten. Uitgangspunt vormt het PvdA-pro- gramma (!) en de stemverhouding bedraagt achtentwintig-zevenentwin- tig. Van politiek belang is de consta­ tering dat de V V D in deze chaos nauwelijks een rol speelde, geen bin­ ding met het programma accepteer­ de en zich beperkte tot het verlenen van steun aan de tot stand koming van de coalitie, doch het CDA, zich plotseling geplaatst vindend in het centrum van het machtsspectrum, met bloed doorlopen ogen revanche nam voor 1974. De PvdA ging wel op de knieen doch geen enkel com­ promis bereikte in de CDA-fractie een meerderheid.

Omdat de drie afgescheiden PvdA' ers zich nauwgezet aan het PvdA- programma hielden ontstonden in de Staten de meest bizarre toestanden. Vergelijkingen met bananenrepublie­ ken drongen zich op.

Van politiek belang is hier de consta­ tering dat de verhouding tussen het

oi

C D A en de PvdA uiterst verbitterd was.

In 1980 zakt het kaartenhuis ineen. Nadat de VVD een gebaar in de rich­ ting van de PvdA maakt en consta­ teert dat het zo niet langer gaat, neemt volgens de gebruikelijke proce­ dures het C D A het initiatief over en meldt zich bij de PvdA voor een reconstructie van het college van Gedeputeerde Staten. Nadrukkelijk wordt in de motivering aangegeven dat men streefde naar normalisatie van de betrekkingen. Het resultaat is een afspiegelingscollege bestaande uit drie PvdA'ers, twee CDA'ers en een VVD'er. De Gedeputeerde uit de gelederen van de afgescheiden PvdA'ers weigerde op te stappen, en kon daartoe middels de provincie­ wet ook niet toe worden gedwongen en bleef als zevende Gedeputeerde zitten.

51

links-liberale coalitie wordt in 1982 ingeleid door een manoeuvre van de CDA-fractie.

De geboorte van de links-liberale coalitie.

Wanneer de PvdA zowel het C D A als de V V D uitnodigt voor het voe­ ren van bilaterale besprekingen waar­ in de mogelijkheden van de vorming van een coalitie zouden moeten wor­ den nagegaan, wijst C D A de wijze van "informeren" af en deelt mede niet zonder de V V D met de PvdA te willen praten. Men wenst zich niet te laten uitspelen. De V V D aan­ vaardt daarop de uitnodiging van de PvdA wel. Na enige programmati­ sche schermutselingen is daarna de zaak snel beklonken. Men behoeft geen groot kenner van de politieke ziel te zijn om te begrijpen dat het arrogante briefje van het CDA, dat bovendien geschreven was zonder overleg met de VVD, bij vele spelers op het veld weer levendige herinne­ ringen opriep naar tijden van weleer: de buigen-of-barsten-strategie; het moet het C D A bovendien zijn ont­ gaan dat in de twee jaren daarvoor liberalen en socialisten op tal van terreinen op vrij eenvoudige wijze overeenstemming wisten te bereiken. Ook de ervaringen in de afgelopen vier jaar wijzen zeer nadrukkelijk in de richting vart een goede samen­ werking tussen liberalen en socialis­ ten op provinciaal niveau. Het huidi­ ge college heeft voor vrijwel alle beleidsterreinen belangrijke beleids­ stukken op tafel gelegd. Er is een nieuw streekplan vastgesteld, er is een gemeentelijke herindeling voorbe­ reid voor de gehele provincie, de concentratie van de waterschappen is in een stroomversnelling terecht gekomen, vele plannen zijn vastge­ steld, zoals afvalstoffen, ziekenhui­ zen, sociaal-cultureel werk, bejaar­ denoorden, etcetera. Bovendien is een omvangrijke bezuiniging tot stand gebracht. In de meeste geval­ len werden deze beleidsstukken in

de Staten vastgesteld met de steun van het CDA. Van enige oppositie was nauwelijks sprake. De verklaring daarvoor ligt voor de hand. Als de V V D en de PvdA het eenmaal eens zijn, dan is er weinig politieke ruim­ te meer voor het C D A om een van beide, links of rechts, in te halen. Daarnaast bestaat de indruk dat men ook iedere schijn wil vermijden dat programmatische verschillen in 1987 aanleiding zouden kunnen vormen opnieuw het C D A buiten het college te houden.

Voorwaarden voor een succesvolle coalitie.

Natuurlijk zijn er politieke verschil­ len. Vanuit de onmiskenbare intentie tot constructieve samenwerking en met behulp van goede afspraken o m ­ trent de wijze van het oplossen van meningsverschillen, worden steeds intern de compromissen gevonden. Soms is het daarbij nodig de fractie in te schakelen. Van groot belang voor een succesvolle coalitie zijn daarbij uiteraard de persoonlijke ver­ houdingen, het onderlinge vertrouwen en de bereidheid met specifieke voor de achterban gevoelige punten reke­ ning met elkaar te houden. Zo lig­ gen er in de provincie Groningen verschillen van mening over de toe­ laatbaarheid van kernenergie, de op­ slag van radio-actief afval, militaire bestemmingen, de omslag gebouwd, afwegingen tussen landbouwbelangen en die van natuur en landschap, m a ­ te van overheidsbemoeienis op het terrein van werkgelegenheidsbevorde- ring, de privatisering en de mate van toelaatbaarheid van suburbanisa­ tie om maar eens een greep te doen.

Ongetwijfeld zullen deze punten ook weer deel uitmaken van programma- besprekingen bij de vorming van een college in 1987. Dat de nu opgedane ervaringen daarbij zowel voor de V V D als voor de PvdA een belang­ rijke rol zullen spelen ligt voor de hand.

Zetelverdeling van de Provinciale Staten van Groningen sedert 1970.

1970 1974 1978 1982 PvdA 18 22 *25 18 A R P ) 10 ) C H U ) ) 5 ) KVP ) ) 2 ) C D A ) ) 15 15 13 VVD 7 9 8 9 C P N 8 4 2 4 PSP

1

1 2 D66 2 2 4 GPV 2 3 2 3 PPR 2 1 RPF 1 Totaal 55 55 55 55 * bestond uit: 22 3 voor de voor de PvdA VPS. en

drs. Chr. L. Balje 53

Wording en werking