• No results found

7.1 Eindconclusie 7.1.1 Inleiding

Zoals in de tussenconclusie al is beschreven, is in deze scriptie onderzocht of de Wet BIG burgers voldoende bescherming biedt tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers en wat de mogelijkheden zijn bij onvoldoende rechtsbescherming. Uit de tussenconclusie blijkt dat de Wet BIG biedt in zijn huidige vorm burgers onvoldoende bescherming biedt tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers. Met name tegen niet BIG-geregistreerde alternatieve genezers worden burgers op grond van de Wet BIG onvoldoende beschermd. De vraag is op welke wijze ervoor gezorgd kan worden dat burgers wel voldoende beschermd worden. Om te kijken welke alternatieven er voor het Nederlandse systeem zijn, is in deze scriptie bekeken hoe het wettelijk systeem omtrent de alternatieve genezer er in België en Zweden uitziet.

7.1.2 Wetgeving in België

Als eerste is onderzocht of het Belgische systeem een alternatief kan bieden voor de Wet BIG. In België zijn alternatieve genezers niet bevoegd om geneeskunst uit te oefenen. Omdat er toch veel behoefte was aan alternatieve geneeskunst, werden in 1999 met de komst van de Wet Colla de alternatieve geneeswijzen homeopathie, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie erkend. Het idee was dat alternatieve genezers die één van deze geneeswijzen aanbieden geregistreerd konden worden, zodat burgers wisten dat die alternatieve genezer aan bepaalde kwaliteits-en

opleidingseisen voldoet. De vraag is of het registreren van bepaalde groepen alternatieve genezers burgers goede bescherming biedt tegen onbehoorlijke praktijken. Op het eerste gezicht lijkt de mogelijkheid om bepaalde groepen alternatieve genezers te registreren een goed idee om burgers betere bescherming te bieden. Alleen alternatieve genezers die aan bepaalde opleidings-en kwaliteitsen voldoen kunnen worden geregistreerd en mogen een alternatieve behandeling aanbieden. Het probleem is echter dat het ondoenlijk is om alle alternatieve genezers van

bepaalde groepen alternatieve geneeswijzen te registreren, laat staan hier toezicht op te houden. Het veld waarin alternatieve genezers werkzaam zijn is zo omvangrijk dat het niet bij te houden is wie wel en niet geregistreerd is en voldoet aan de juiste vereisten. In België voorzagen ze dit probleem ook. Bij de uitvoering van de Wet Colla eerder dit jaar werd er dan ook voor gekozen om alleen artsen, tandartsen en vroedvrouwen in aanmerking te laten komen voor een registratie als homeopaat, mits ze de vereiste opleiding hebben gevolgd. Dit systeem kan in Nederland wellicht als alternatief dienen. Aan de ene kant worden burgers behandeld door een hulpverlener die een reguliere medische opleiding heeft gevolgd en aan de andere kant is het te overzien wie er

geregistreerd is als homeopaat en kan er ook toezicht worden gehouden. Toch kent het registreren van artsen, tandartsen en vroedvrouwen als homeopaat ook nadelen. Het erkennen van

homeopathie en/of andere alternatieve geneeswijzen betekent min of meer ook de erkenning van de werkzaamheid ervan, zonder dat hiervoor een gedegen wetenschappelijke onderbouwing is. Een ander nadeel is dat door het aanbieden van alternatieve behandelingen door reguliere medici burgers in sommige gevallen niet meer weten of ze nu een alternatieve of een reguliere

behandeling ondergaan. Er kan onder burgers verwarring ontstaan over de soort behandeling. Een laatste nadeel dat het registreren van reguliere medici als alternatieve genezer kent, is dat de overheid opleidingen tot alternatieve genezer ook moet erkennen. Hierbij speelt het probleem dat

reguliere medici die de opleiding hebben afgerond wel geregistreerd kunnen worden als alternatieve behandelaar, terwijl niet-medici die dezelfde opleiding hebben afgerond niet voor registratie in aanmerking komen. Al met al is het erkennen van alternatieve geneeswijzen als alternatief voor de huidige Wet BIG op dit moment nog geen goed idee.

7.1.3 Wetgeving in Zweden

Naast België is ook onderzocht hoe de wetgeving omtrent alternatieve genezers in Zweden eruitziet en of de Zweedse wetgeving een alternatief kan bieden voor de Wet BIG. Dit is gedaan door de Wet BIG met de Zweedse Kwakzalverijwet te vergelijken. Er is gekozen voor Zweden omdat de gezondheidszorg daar goed is geregeld en ik benieuwd was hoe de Zweedse wetgeving omtrent alternatieve genezers eruitziet. In Zweden mogen net als in Nederland alternatieve genezers geneeskunst uitoefenen. Deze alternatieve genezers mogen echter een beperkt aantal aandoeningen niet behandelen evenals kinderen onder de acht jaar. In Nederland is ervoor gekozen om niet bepaalde behandelingen, maar bepaalde handelingen voor te behouden aan reguliere hulpverleners. Dat betekent dat in Nederland alleen de handelingen die in artikel 36 Wet BIG staan aan reguliere hulpverleners zijn voorbehouden. In Zweden zijn daarentegen alle

handelingen die betrekking hebben op het behandelen van bepaalde aandoeningen aan reguliere medici voorbehouden. In Nederland is ervoor gekozen om alleen bepaalde handelingen voor te behouden aan reguliere medici omdat op deze manier meerdere risicovolle handelingen zijn voorbehouden. Omdat dit burgers betere bescherming biedt tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers is het naar mijn mening geen goed idee om in Nederland net als in Zweden slechts de behandeling van een aantal aandoeningen voor te behouden aan reguliere

hulpverleners. Wat wellicht wel tot de mogelijkheden behoort, is om de behandeling van een aantal ernstige aandoeningen zoals kanker voor te behouden aan reguliere hulpverleners in aanvulling op de voorbehouden handelingen. Als de behandeling van een aandoening niet onder de voorbehouden behandelingen valt, kan er altijd worden teruggevallen op de voorbehouden handelingen. De voorbehouden handelingen fungeren dan als een soort vangnet op de

voorbehouden behandelingen.

Zoals hierboven al beschreven is mogen alternatieve genezers in Zweden naast bepaalde

aandoeningen ook geen kinderen onder de acht jaar onderzoeken en behandelen. Wat betreft dit verbod lijkt het trekken van een strakke leeftijdsgrens niet zoveel zin te hebben. Het is aan ouders om te beslissen of zij hun kind willen laten behandelen door een alternatieve genezer. Hierbij is het niet relevant of het kind zes, zeven of acht jaar is. Het stellen van een leeftijdsgrens zoals in

Zweden het geval is voegt dus niks toe als het gaat om de bescherming tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers. Een laatste punt dat nog relevant is als het gaat om de wetgeving in Zweden is het erkennen van chiropraxie. Net als in België is in Zweden ook een alternatieve geneeswijze erkend, te weten chiropraxie. In Zweden wordt het beroep chiropractor beschouwd als een regulier medisch beroep. In de alinea hierboven kwam ook de vraag aan de orde of Nederland er goed aan doet om bepaalde alternatieve geneeswijzen te erkennen. Zoals hierboven al is beschreven, is dat op dit moment nog geen goed idee. Het erkennen van een alternatieve geneeswijze betekent ook min of meer erkenning van de werkzaamheid. Omdat er op dit moment nog onvoldoende onderzoek gedaan is naar de werkzaamheid van alternatieve

geneeswijzen, is het geen goed idee om ze nu al te erkennen. Wellicht dat dit in de toekomst anders wordt als de werkzaamheid van bepaalde alternatieve geneeswijzen wel is aangetoond.

7.1.4 Afsluitende woorden

Concluderend kan gesteld worden dat de wetgeving in België en Zweden omtrent alternatieve genezers op dit moment deels een alternatief kan vormen voor de huidige Wet BIG. In België worden de alternatieve geneeswijzen homeopathie, acupunctuur, osteopathie en chiropraxie erkend indien ze worden uitgevoerd door artsen, tandartsen of vroedvrouwen die beschikken over de juiste opleiding. Dit zou als alternatief kunnen dienen voor de Wet BIG. Het voordeel van het erkennen en registreren van reguliere medici als alternatieve genezer is dat patiënten, ondanks dat ze kiezen voor een alternatieve behandeling, altijd onder behandeling staan van iemand die een reguliere medische opleiding heeft gevolgd. Zoals in paragraaf 7.1.2 al aan bod kwam zijn er echter ook nadelen te noemen, waaronder het feit dat het erkennen van een alternatieve geneeswijze min of meer betekent dat de werkzaamheid ervan is aangetoond. Ook kunnen burgers door het feit dat reguliere medici alternatieve behandelingen mogen aanbieden niet meer zo goed het verschil zien tussen een alternatieve en een reguliere behandeling. Hierdoor kunnen burgers in sommige gevallen onterecht denken dat ze een regulier behandeld worden, terwijl ze juist een alternatieve behandeling ondergaan. Naar mijn mening is het op dit moment nog te vroeg om bepaalde alternatieve geneeswijzen te erkennen. Er zijn nog te veel nadelen te noemen. Als er meer onderzoek wordt gedaan naar de werkzaamheid van alternatieve geneeswijzen kan dit in de toekomst anders worden. Mocht de werkzaamheid van een alternatieve geneeswijze worden aangetoond, is het systeem zoals dat in België nu geldt waarbij alleen reguliere medici een alternatieve behandeling mogen aanbieden een goed alternatief.

In Zweden wordt één alternatieve geneeswijze erkend, te weten chiropraxie. Hiervoor geldt hetzelfde als hierboven beschreven. Op dit moment is het nog geen goed idee om chiropraxie als alternatieve geneeswijze te erkennen. Er moet eerst meer onderzoek worden gedaan. Ook het stellen van een leeftijdsgrens om kinderen alternatief te behandelen is naar mijn mening geen goed idee. Het is aan ouders om te beslissen of ze hun kind alternatief willen laten behandelen. Het is niet aan de wetgever om hier een strakke leeftijdsgrens te stellen. Een punt uit de Zweedse wetgeving dat op dit moment wel al als alternatief zou kunnen dienen voor de Wet BIG is om de behandeling van bepaalde aandoeningen voor te behouden aan reguliere medici. In Nederland zijn op dit moment alleen bepaalde handelingen voorbehouden aan reguliere medici. Omdat blijkt dat mensen met ernstige aandoeningen, zoals kanker, vaak hun heil zoeken bij alternatieve genezers is het een goed idee om net als in Zweden de behandeling van bepaalde ernstige aandoeningen voor te behouden aan reguliere medici. Op deze manier kan worden bereikt dat aandoeningen die regulier behandeld moeten worden ook daadwerkelijk regulier worden behandeld. Naar mijn mening worden burgers echter te weinig beschermd als alleen de behandeling van bepaalde aandoeningen is voorbehouden. Het lijkt me dan ook een goed idee als de behandeling van

bepaalde aandoeningen voorbehouden wordt als aanvulling op de voorbehouden handelingen die op dit moment al in de wet zijn opgenomen. Al met al lijkt het me, met het oog op de wetgeving in België en Zweden, op dit moment het meest gewenst om de huidige Wet BIG te behouden en hier en daar een aantal aanpassingen te doen. Welke aanpassingen dan gedaan moeten worden, komt hieronder in de aanbevelingen aan bod.

7.2 Aanbevelingen

Aan de hand van de in deze scriptie geschetste problematiek omtrent de bescherming van burgers tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers op grond van de Wet BIG worden de volgende aanbevelingen gedaan om burgers betere bescherming te bieden:

Aanbeveling 1: meer bekendheid over het BIG-register door het uitzenden van reclamecampagnes Uit deze scriptie blijkt dat de beschermingsmaatregel inzake de registratie en titelbescherming in de praktijk niet de juiste uitwerking heeft. Het idee van de registratie en de titelbescherming is dat burgers door het raadplegen van het BIG-register tegen onverantwoord handelende alternatieve genezers worden beschermd. Uit onderzoek blijkt dat burgers vaak niet op de hoogte zijn van het bestaan van het BIG-register. Ook weten ze vaak niet welke titels wel en niet wettelijk beschermd zijn. Dit probleem kan worden opgelost door op televisie reclamecampagnes uit te zenden waarin wordt uitgelegd wat het BIG-register is en welke informatie burgers daar over een hulpverlener kunnen vinden. Ook kan in deze reclamecampagne worden uitgelegd dat slechts een aantal beroepstitels wettelijk beschermd is en dat voor de overige beroepen een ieder zich zo mag noemen. Op deze manier worden burgers op de hoogte gebracht van het feit dat er een BIG- register is en welke beroepen in het register zijn ingeschreven. Het idee achter de registratie en de titelbescherming om burgers door het register te beschermen krijgt op deze manier in de praktijk wel de juiste uitwerking.

Aanbeveling 2: het wijzigen van een door een reguliere hulpverlener gestelde diagnose voorbehouden maken

Op dit moment kent de Wet BIG 14 handelingen die voorbehouden zijn aan bepaalde reguliere medici. Het probleem is dat er veel handelingen zijn die niet voorbehouden zijn. Eén van de mogelijkheden om dit probleem op te lossen is om het aantal voorbehouden handelingen uit te breiden. Er zouden meer risicovolle handelingen voorbehouden moeten worden aan reguliere hulpverleners, maar ook het wijzigen van een door een BIG-geregistreerde hulpverlener gestelde diagnose zou als voorbehouden handeling in de Wet BIG opgenomen kunnen worden. Door het wijzigen van een diagnose voorbehouden te maken aan reguliere hulpverleners kan worden voorkomen dat een alternatieve genezer een eigen diagnose stelt en hierop zijn behandelwijze aanpast. Opgemerkt dient te worden dat er dan wel een diagnose door een BIG-geregistreerde hulpverlener moet zijn. Als er geen diagnose is, kan een alternatieve genezer alsnog zelf een diagnose stellen en aan de hand hiervan een behandeling starten. Toch is het geen slecht idee om het wijzigen van een door een BIG-geregistreerde hulpverlener gestelde diagnose als een

voorbehouden handeling aan te merken. Te denken valt aan een situatie waarin een patiënt van een arts te horen heeft gekregen dat ze kanker heeft, maar waarbij een niet BIG-geregistreerde alternatieve genezer een andere, veel minder ernstige, diagnose stelt en aan de hand hiervan een patiënt gaat behandelen.

Aanbeveling 3: de behandeling van bepaalde aandoeningen voorbehouden aan reguliere medici Wat in het kader van de voorbehouden handelingen ook als alternatief kan dienen, is om, zoals in paragraaf 7.1.3. al is genoemd, de behandeling van bepaalde ernstige aandoeningen voor te behouden aan reguliere medici in aanvulling op de voorbehouden handelingen. Er zou in de Wet

BIG een bepaling moeten komen waarin de behandeling van bepaalde aandoeningen is

voorbehouden aan reguliere medici. Voor de behandeling van aandoeningen die niet onder deze bepaling vallen blijven nog de voorbehouden handelingen als vangnet bestaan. Het nadeel van het voorbehouden maken van de behandeling van bepaalde aandoeningen is, zoals in de vorige

aanbeveling ook al werd gesteld, dat er wel een diagnose moet zijn. Als een patiënt zonder een arts te hebben bezocht naar een alternatieve genezer gaat die een verkeerde diagnose stelt werkt dit niet in de praktijk. Toch is het naar mijn mening geen slecht idee om te kijken hoe het

voorbehouden maken van de behandeling van bepaalde aandoeningen in de praktijk uitpakt. Het zorgt er hopelijk voor patiënten met aandoeningen waarvan de behandeling voorbehouden is eerder bij een reguliere hulpverlener terecht komen.

Aanbeveling 4: verbod voor een doorgehaalde BIG-geregistreerde hulpverlener om na een doorhaling nog werkzaam te zijn op het terrein van de individuele gezondheidszorg

Op dit moment kan een doorgehaalde BIG-geregistreerde (alternatieve) hulpverlener op grond van de Wet BIG na een doorhaling aan de slag als alternatieve genezer. Aangezien een BIG-

geregistreerde alternatieve genezer niet zomaar wordt doorgehaald is het niet wenselijk dat hij zich na een doorhaling nog op het terrein van de individuele gezondheidszorg begeeft. Het meest wenselijke is dus dat een doorgehaalde hulpverlener na de doorhaling niet meer werkzaam mag zijn op het terrein van de individuele gezondheidszorg. Dit zou bereikt kunnen worden door een verbod in de Wet BIG op te nemen waarin het verboden is voor een doorgehaalde BIG-

geregistreerde alternatieve genezer om zich na een doorhaling nog te begeven op het terrein van de individuele gezondheidszorg. Op het overtreden van het verbod zouden sancties als een geldboete of een hechtenis moeten staan. Het probleem bij een verbod is dat het erg lastig is om een doorgehaalde BIG-geregistreerde hulpverlener te verbieden om zich na de doorhaling op het terrein van de individuele gezondheidszorg te begeven. Een ieder is immers vrij om beroeps-en bedrijfsmatig gezondheidszorg uit te oefenen. Bovendien is er geen registratieplicht voor

alternatieve genezers waardoor vaak niet te achterhalen is of iemand alternatieve geneeskunde uitoefent. Toch is naar mijn mening het invoeren van een verbod geen slecht idee. Door de sancties die staan op het verbod worden doorgehaalde BIG-geregistreerde alternatief werkende hulpverleners in ieder geval afgeschrikt om na de doorhaling nog op het terrein van de individuele gezondheidszorg werkzaam te zijn.

Aanbeveling 5: meer onderzoek naar alternatieve geneeswijzen en erkenning wanneer er wetenschappelijk bewijs is voor de werkzaamheid

Op dit moment worden in Nederland alternatieve geneeswijzen niet erkend. De voornaamste reden hiervoor is dat er geen gedegen wetenschappelijk onderzoek en bewijs is over de werkzaamheid ervan. Zolang er geen wetenschappelijk bewijs is over de werkzaamheid van alternatieve geneeswijzen is het verstandig ze niet te erkennen. Omdat in Nederland toch veel gebruik wordt gemaakt van alternatieve geneeswijzen verdient het de aanbeveling om in ieder geval in de toekomst wel onderzoek te doen naar een aantal alternatieve geneeswijzen. In Zweden wordt bijvoorbeeld chiropraxie erkend. Kennelijk zagen ze in Zweden voldoende redenen om deze geneeswijze als reguliere behandelwijze te zien. Mocht in Nederland na onderzoek blijken dat voor de werkzaamheid van een bepaalde alternatieve geneeswijze wetenschappelijk bewijs bestaat, kan worden nagedacht over de erkenning van deze geneeswijze en de registratie van alternatieve genezers die deze geneeswijze uitoefenen. Om bij te kunnen houden wie een alternatieve

behandeling aanbiedt kan ervoor worden gekozen om net als in België alleen bepaalde beroepen, mits ze voldoen aan bepaalde opleidings-en kwaliteitsvereisten, in aanmerking te laten komen voor een registratie. Het meest voor de hand liggend is dat in Nederland alleen de beroepen uit artikel 3 Wet BIG in aanmerking komen voor een registratie. Dit kan bijvoorbeeld door een aantekening in het BIG-register. Alternatieve genezers die niet een van deze beroepen uitoefenen mogen nog steeds alternatieve geneeskunde uitoefenen, maar zij beschikken niet over opleidings- en kwaliteitsgaranties. Burgers kunnen door het raadplegen van het BIG-register zien of de

alternatieve genezer die ze willen bezoeken voldoet aan door de overheid gestelde opleidings-en kwaliteitseisen. Uiteraard is bekendheid met het BIG-register hierbij onontbeerlijk.

Aanbeveling 6: landelijk meldpunt waar onverantwoorde praktijken door alternatieve genezers gemeld kunnen worden

Een laatste aanbeveling om burgers betere bescherming te bieden tegen alternatieve genezers is het in het leven roepen van een landelijk meldpunt waar onverantwoorde praktijken door

alternatieve genezers gemeld kunnen worden. Op dit moment kent de Wet BIG artikel 96, waarin een alternatieve genezer kan worden aangepakt indien bij buiten noodzaak schade of een

aanmerkelijke kans op schade aan de gezondheid van een ander veroorzaakt. Het voornaamste probleem bij dit artikel is dat er vaak pas wordt ingegrepen als het al te laat is. Om al eerder te kunnen ingrijpen, is het van belang dat er eerder een melding wordt gemaakt van onverantwoorde praktijken door alternatieve genezers. Dit kan bereikt worden door een landelijk meldpunt te maken waar patiënten, familieleden, vrienden of anderen die ernstige twijfels hebben over de behandeling door een alternatieve genezer terecht kunnen. Meldingen die gemaakt worden

GERELATEERDE DOCUMENTEN