• No results found

EIGENSCHAPPEN VAN ENKELE WATERHARMONICA SYSTEMEN IN DE PRAKTIJK

In document Waterharmonica (pagina 67-70)

Elk Waterharmonica systeem heeft uiteraard zijn voordelen en nadelen, zijn sterke punten en beperkingen. Dit betekent dat bij het ontwerp van een systeem de doelen van het systeem, de eigenschappen van het RWZI-effluent, de eisen aan het behandelde effluent, de klimatolo-gische omstandigheden, de locatiespecifieke eigenschappen en eventueel de combinatie met andere doeleinden leidend moeten zijn. Hierdoor is er geen eenduidig recept te geven over welk systeem het meest geschikt is voor nabehandeling van een RWZI-effluent. Het ontwer-pen van een systeem is specialistisch maatwerk. Uit vele voorbeelden blijkt, dat bijvoorbeeld zuiveringsmoerassen specifiek ontworpen moeten zijn op de lokale omstandigheden, efflu-ent-eigenschappen en de functie en eigenschappen van het ontvangende oppervlaktewater wil de zuiverende werking voldoen aan de eisen. Ook hooggespannen verwachtingen, met name van de verwijdering van nutriënten moet worden voorkomen. In het verleden is deze waarschuwing niet altijd serieus genomen, waardoor systemen te klein of met onvoldoende proceskennis zijn aangelegd en daardoor niet aan de verwachtingen voldeden. Hiermee kre-gen deze systemen onnodig een slechte reputatie. Het uitwisselen van informatie en ervarin-gen, zoals beoogd in dit project, is dan ook zeer waardevol.

In § 3.4.1 is een aantal streefdoelen genoemd waaraan een ecotechnologisch systeem in het ideale geval zou moeten voldoen en in bijlage III worden de eigenschappen van open water moerassystemen, infiltratievelden en wortelzonesystemen behandeld. In tabel 5.1 zijn de eigenschappen van de in dit rapport besproken systemen op een rijtje gezet om aan te geven in hoeverre deze systemen aan de gestelde eisen voldoen.

Om dezelfde mate van zuivering te bereiken hebben open water moerassystemen een grotere ruimte nodig dan infiltratievelden en wortelzonesystemen. Hier staat tegenover dat infiltra-tievelden en wortelzonesystemen duurder zijn in aanleg dan open water moerassystemen. Met name het substraat en het aanbrengen hiervan zijn duur. Zo kostte de aanleg van het riet-infiltratieveld van de Efteling (8,3 ha, prijspeil 2002) € 1.461.000/ha en de aanleg van het open watersysteem bij Everstekoog (1994) circa € 150.000/ha, exclusief € 30.000/ha voor uitgebreide instrumentatie. De aanlegkosten van het moerassysteem bij Land van Cuijk (3,9 ha, 2000) waren circa € 100.000/ha. De aanleg van Ekeby (Zweden, 28 ha, 1999) tenslotte bedroeg € 53.280,--/ha. In deze bedragen zijn de kosten voor eventuele grondaankoop niet meegeno-men.

TABEL 5.1 EIGENSCHAPPEN VAN VERSCHILLENDE ECOTECHNOLOGISCHE SYSTEMEN VOOR DE NABEHANDELING VAN RWZI-EFFLUENT. RELATIEVE VERGELIJKING OP BASIS VAN LITERATUURGEGEVENS OF ANDERE TOEPASSING VAN VERGELIJKBARE SYSTEMEN (BV. EEN ZANDFILTER BIJ INFILTRATIEVELDEN)

Eigenschap Open water moerassystemen Infiltratievelden en

wortelzonesystemen Ruimtegebruik Aanlegkosten Onderhoudskosten hoog matig matig matig hoog matig Zuiverend vermogen per m2

BZV/CZV/zwevend stof Nutriënten Zware metalen Pathogenen hoog laag - matig waarschijnlijk laag hoog hoog matig hoog hoog Ecologie Inbreng zuurstofregiem Inbreng hogere organismen “Kweken” natuurlijk ecosysteem Toevoegen van natuurwaarde

hoog hoog hoog hoog laag laag matig matig Mogelijkheden voor …

Recreatie hoog matig

Verdrogingsbestrijding hoog hoog

Educatie hoog hoog

Natuurontwikkeling hoog matig

Waterberging hoog laag

Het zuiverend vermogen voor BZV, CZV en zwevend stof is hoog in alle systemen, met name omdat actief slib effectief wordt verwijderd en vervangen door natuurlijk organisch mate-riaal van dode plantenresten en algen. Hoewel de concentraties van BZV, CZV en zwevend stof soms niet afnemen, wordt de aard van deze parameters wel degelijk anders en meer in overeenstemming met de ecologie van het ontvangende oppervlaktewater.

Het verwijderend vermogen voor fosfor is in alle systemen over het algemeen matig, zeker op langere termijn als organisch materiaal zich in het systeem heeft opgehoopt en adsorptie-plekken voor fosfaat zijn verzadigd. Bij een voldoend lange verblijftijd is er voldoende biofilm aanwezig voor stikstof verwijdering, ook de bijdrage van vastlegging in plantmateriaal gaat dan een rol spelen Over de verwijdering van zware metalen is weinig bekend, maar som-mige zware metalen worden goed verwijderd in infiltratievelden en wortelzonesystemen. Pathogenen van menselijke oorsprong worden in alle systemen goed verwijderd, mits de ver-blijftijd voldoende lang is (zie ook § 4.2.2). Wel kunnen pathogenen van dierlijke oorsprong door aanwezige vogels in het uiteindelijk geloosde water terecht komen.

Open water moerassystemen zijn beter in staat RWZI-effluent ecologisch ‘gezond’ te ma-ken dan de overige systemen, omdat zij meer op natuurlijk oppervlaktewater lijma-ken dan de andere systemen. Het zuurstofregime wordt (gedeeltelijk) hersteld, hogere organismen wor-den geïntroduceerd en het systeem zelf heeft een hoge natuurwaarde. Infiltratievelwor-den en wortelzonesystemen bieden weliswaar een habitat voor diverse dieren, maar open water moe-rassystemen herbergen meer niches en dus meer soorten.

Mogelijkheden voor recreatie zijn in open water moerassystemen het hoogst, omdat deze systemen gebruikt kunnen worden als wandelgebied, voor natuurobservatie en als visgelegen-heid. Infiltratievelden en wortelzonesystemen bieden deze mogelijkheden minder. Educatief

zijn alle systemen, omdat op een aansprekende manier getoond kan worden hoe RWZI-efflu-ent op een natuurlijke wijze ecologisch ‘gezonder’ te maken zijn.

Open water moerassystemen bieden grote mogelijkheden voor combinatie met natuuront-wikkeling. Voedselrijke moerassystemen behoren tot de meest soortenrijke ecosystemen. Infiltratievelden en wortelzonesystemen bieden deze mogelijkheid minder, omdat dit toch meer ‘technische’ systemen zijn die minder lijken op natuurlijke habitats.

Het Kwekelbaarsjessysteem (zie bijlage II.7) laat zien dat combinatie met natuurontwikkeling vormgegeven kan worden door de producten van het zuiveringssysteem (stekelbaarsjes) als voedsel ter beschikking te stellen aan een rode lijst soort (de lepelaar).

Open water moerassystemen kunnen zodanig worden ingericht en gebruikt dat mogelijk-heden voor waterberging ontstaan. De andere systemen bieden deze mogelijkheid niet. Infiltratievelden en wortelzonesystemen verliezen hun werking als water er vrij overheen kan stromen. Voor Grou is een ontwerp gemaakt waarbij het moerassysteem is geschakeld met een paaibiotoop voor snoek.

5.7 CONCLUSIE

Een belangrijke conclusie is dat bij de reeds aangelegde en bij de ontwerpen van nieuwe Waterharmonica systemen de reeds beschikbare ruimte vaak bepalend blijkt te zijn voor de omvang van het aan te leggen systeem. Synergie met andere functies die een dergelijk systeem kan hebben, blijkt hierop in de praktijk nog nauwelijks van invloed te zijn.

Ecotechnologische systemen kunnen echter een grote synergetische waarde hebben. Zij bieden de mogelijkheid voor het duurzaam hergebruik van water, nutriënten en ruimte. Als nadeel van met name zuiveringsmoerassen wordt vaak het relatief grote ruimtebeslag gezien. Maar combinatie met ander functies zoals natuurontwikkeling, recreatie, waterber-ging en verdrowaterber-gingsbestrijding maken de toepassing zeer goed mogelijk. De economische meerwaarde van toepassing van moerassystemen is vast te stellen met behulp van een maat-schappelijke kosten en baten analyse (MKBA). Met een MKBA kan een goede vergelijking met de nulsituatie of alternatieve oplossingen worden gemaakt.

Voedselrijke moerassystemen behoren tot de meest soortenrijke ecosystemen ter aarde. Combinatie van een zuiveringsmoeras met natuurontwikkeling ligt dan ook voor de hand, maar ook combinatie met recreatie en waterberging bieden mogelijkheden.

In document Waterharmonica (pagina 67-70)