• No results found

Eigen vermogen

In document Jaar verslag 2020 (pagina 72-77)

voor-zieningen)/balanstotaal

<30% 56% 58% 54% 52% 52% 52% 54%

formatief eigen vermogen:

(0,5*aanschafwaarde gebouwen*1,27) + (boekwaarde overige vaste activa) + (5% * totale baten)

M€ 27,3 M€ 27,4 M€ 27,7 M€

<50% 168% 184% 169% 159% 161% 167% 170%

weerstandsvermogen:

eigen vermogen/

totale baten

<5% 28% 32% 26% 23% 22% 22% 24%

rentabiliteit:

resultaat/totale baten <-10% (1j)

<-5% (2j)

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de kengetallen gedurende de planperiode 2021 tot en met 2025 de signaleringswaarden die de Inspectie van het Onderwijs hanteert voor beoordeling van de financiële continuïteit van onderwijsinstellingen niet over- schrijden.

Eigen vermogen

Ultimo 2020 bedroeg het eigen vermogen € 23,1 miljoen. Verwacht wordt, dat het eigen vermogen komende jaren licht zal afnemen tot € 20,2 miljoen aan het einde van 2025. Gedurende de planperiode wordt de signaleringswaarde voor het mogelijk bovenmatige publieke deel van het eigen vermogen naar verwach-ting niet overschreden.

72

Rentabiliteit

Voor 2021 en 2022 worden tekorten geraamd, onder andere in verband met de investeringen in het IT-programma en de ontwikkeling van enkele nieuwe masteropleidingen. Hierdoor is de rentabiliteit in die jaren negatief. Vanaf 2023 ligt de rentabiliteit naar verwachting weer boven de 0%.

Voorzieningen

In 2020 daalde de post Voorzieningen per saldo met

€ 1,2 miljoen. Dat is een saldo van dotaties (afgerond

€ 0,5 miljoen), vrijval (afgerond € 0,6 miljoen) en onttrekkingen (afgerond € 1,1 miljoen). De belangrijkste redenen voor deze ontwikkeling zijn: het laten vrijval-len van een in de WAO/WIA-voorziening opgenomen verplichting doordat aan de betreffende persoon een IVA is toegekend, en het laten vrijvallen van in voor-gaande boekjaren opgenomen verwachte verplichtin-gen in de Reorganisatievoorziening door beperkte onttrekking. Hier tegenover staat dat in 2020 een nieuwe voorziening werd gecreëerd in het kader van de vitaliteitsregeling. Nadere uitleg over het verloop van de onderscheiden onderdelen van de post Voorzieningen staat in de jaarrekening. Het saldo van de voorzieningen daalt jaarlijks licht. Hierbij dient te worden opgemerkt dat dotatie of vrijval van één medewerker aan de WW/BW-voorziening of de voorziening eigen risico WAO/WIA tot een aanzienlijke fluctuatie kan leiden.

Huisvestingslasten

De huisvestingslasten hebben vooral betrekking op de huur van studiecentra in Nederland en Vlaanderen.

Naast de hoofdvestiging in Heerlen had de Open Universiteit in 2020 elf Nederlandse studiecentra en zes Vlaamse studiecentra. Die werden gehuurd, met uitzondering van studiecentrum Parkstad Limburg.

De gebouwen van de hoofdvestiging, inclusief studie-centrum Parkstad Limburg, zijn eigendom van de Open Universiteit. Onderhoud aan de gebouwen op de campus in Heerlen was in 2020 beperkt. Het betrof met name het noodzakelijke gevelonderhoud, in afwachting van een definitief besluit inzake huisvesting van de hoofdvestiging. Ook in meerjarig perspectief blijven de huisvestingslasten naar verwachting stabiel op het niveau van 2021. De huisvestingsratio blijft gedurende de planperiode onder de bovengrens die de Inspectie van het Onderwijs hanteert.

Financieringsstructuur

Uit de meerjarenbegroting blijkt, dat er geen externe financieringsbehoefte is. In de Risicoparagraaf staat informatie over financiële en andere risico’s die de Open Universiteit nadrukkelijk monitort. Waar nodig leidt dit tot tussentijdse bijstellingen van het beleid.

Solvabiliteit

De solvabiliteit I, gedefinieerd als eigen vermogen/

balanstotaal, nam door het resultaat in 2020 toe en bedroeg ultimo 2020 51% (2019: 45%). De verwachting is, dat de solvabiliteit de komende jaren licht zal afnemen tot 48% ultimo 2025. Als de voorzieningen worden meegerekend (solvabiliteit II), dan is dit verhoudingspercentage ultimo 2020 58% (2019: 56%).

De verwachting is, dat de solvabiliteit II eveneens licht zal afnemen. Verwacht wordt dat dit percentage aan het einde van 2025 op 54% uitkomt, hetgeen ruim-schoots boven de ondergrens van 30% is.

Liquiditeit

De Open Universiteit volgt de liquiditeit nauwgezet door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen.

Er vindt ook regelmatig overleg plaats met de huis-bankier en de Open Universiteit wint op gezette tijden treasury-advies in. De instelling loopt een renterisico over rentedragende vorderingen (liquide middelen).

In 2020 is ter voorkoming van negatieve rente de overstap gemaakt naar schatkistbankieren. De liquidi-teitspositie van de Open Universiteit was ultimo 2020 adequaat. Het banksaldo bedroeg ultimo 2020 € 29,5 miljoen (ultimo 2019: € 26,2 miljoen). De current ratio bedroeg ultimo 2020 1,84%, (ultimo 2019: 1,68%).

Ook in de jaren 2021-2025 blijft de liquiditeit op peil en ruimschoots boven de signaleringswaarde van 50%

die de Inspectie van het Onderwijs als ondergrens hanteert.

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft de verhouding weer tussen het totale eigen vermogen en de baten, en toont de mate waarin de Open Universiteit in staat is wisselingen in de opbrengsten op te vangen.

De verwachting is dat deze ratio de komende jaren weliswaar afneemt, maar nog steeds ruimschoots boven de ondergrens van 5% blijft.

73

74

75

Huisvesting

In het voorjaar van 2020 werd de herhuisvestings-operatie die verband houdt met de organisatiewijzigin-gen afgerond. Deze operatie werd enigszins vertraagd door de coronacrisis. Vanwege die crisis werd in het verslagjaar een groot aantal voorzieningen getroffen om de werkomgeving voor medewerkers zo veilig mogelijk te maken. In de tweede helft van 2020 zijn op ambtelijk en bestuurlijk niveau verkennende gesprek-ken gevoerd met de gemeente Heerlen om verplaat-sing van de campus richting binnenstad te onder- zoeken. Deze oriëntatie wordt in 2021 voortgezet.

Streven is in de zomer van 2021 meer richtinggevende duidelijkheid te hebben over renovatie en/of nieuw-bouw op de huidige campus of verplaatsing van de campus.

Vanaf januari 2020 is studiecentrum Groningen gehuisvest in kantoorgebouw Martini Staete. Hierdoor realiseert de Open Universiteit jaarlijks een aanzienlijke kostenbesparing. In het verslagjaar verkende de Open Universiteit de mogelijkheden voor nieuwe huisvesting van studiecentrum Amsterdam, omdat de verhuurder van het pand de huurovereenkomst niet verlengt.

Nieuwe huisvesting werd gevonden in het gebouw van het Opleidingsinstituut voor Zorg en Welzijn op de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam. De verhuizing vindt plaats rond augustus/september 2021.

Duurzaamheid

De Open Universiteit staat als instelling voor weten-schappelijk onderwijs en onderzoek midden in de samenleving. Duurzaamheid vormt een steeds belang-rijker aspect van die samenleving en speelt dan ook een steeds grotere rol in de organisatie. De Open universiteit draagt met het wetenschappelijk onder-zoek bij aan maatschappelijke vraagstukken zoals de Sustainable Development Goals. Daarnaast besteedt de instelling ook aandacht aan haar eigen duurzaam-heid. Zo werkt de Open Universiteit mee aan energie-besparing en CO2-reductie. Dat doet zij in het kader van het convenant Meerjarenafspraken Energie efficiëntie (MJA3/MEE) en het Energieakkoord. De instelling werkte ook in 2020 weer aan energiebespa-ring, energiemanagement, een Energie-efficiëntieplan en monitoring van de resultaten. De maatregelen die in het Energie-efficiëntieplan 2017-2020 staan, zijn op één na volledig uitgevoerd. Vervanging van de verwar-mingsinstallatie in gebouw Chiba stond in 2020 op het programma, maar werd niet uitgevoerd omdat de Open Universiteit onderzoekt of verwarming van de gebouwen duurzamer kan. Hiermee sluit de Open Universiteit ook aan op de routekaart van Maatschap-pelijk Vastgoed die toont hoe er vanaf 2022 gestart wordt met beëindiging van aardgasgebruik.

76

Verbetering en vernieuwing van systemen

In document Jaar verslag 2020 (pagina 72-77)