• No results found

Effect strikter ontheffingenbeleid en invoering ANPR

In document Autoluwe Binnenstad Leeuwarden (pagina 30-34)

0%

Figuur 8: Effect aanvullende maatregelen op afname voertuigbewegingen

Conclusies

Aanpak project: Ondanks dat een verblijfsvriendelijke binnenstad altijd de kapstok is geweest, is het project vanaf het begin vooral verkeerskundig aangevlogen:

minder voertuigbewegingen in de omgeving Gouverneursplein. Kanttekening bij deze verkeerskundige focus is dat niet direct all e kansen meegenomen zijn (zoals inrichting, gebied). Risico is bovendien dat je tegen beperkingen qua budget en doorlooptijd aanloopt. Daardoor kon in Leeuwarden camerahandhaving (wat wel onderdeel was van het voorkeursscenario) en digitalisering van de dienstverlening in Fase 1 uiteindelijk niet worden meegenomen. Deze suboptimale uitvoering was deels ingecalculeerd en een bewuste keuze, want het heeft ervoor gezorgd dat de eerste stap sneller gezet kon worden en het aantal

voertuigbewegingen inmiddels significant is verminderd. Maar het heeft er ook toe geleid dat nog niet alle verwachtingen van stakeholders zijn waargemaakt en het optimale effect van de maatregelen dat nog niet is bereikt.

Monitoring voertuigbewegingen: De voertuigbewegingen zijn gemiddeld met 31% verminderd. Dit is een significante vermindering, maar ten opzichte van het optimale scenario (-80%) is deze vermindering beperkt. De afname verschilt per locatie en moment.

Parkeren: De parkeerdruk aan de Eewal/Wortelhaven is door verschillende oorzaken opvallend hoog, met name in de avonden en weekenden. Ook aan de randen van het autoluwe gebied is de parkeerdruk relatief hoog.

Dienstverlening, ontheffingenbeleid en ICT: Er zijn relatief veel jaarontheffingen verleend, aangezien het digitale loket nog niet in orde is. Omdat er 1) relatief vaak voor een jaarontheffing in plaats van een incidentele is gekozen en 2) omdat de gemeente de aanvragen coulanter toetst, is het aantal voertuigbewegingen minder afgenomen.

Handhaving: Handhaving met boa’s op straat is onvoldoende om het gewenste effect te realiseren. De huidige inzet van boa’s is daarvoor niet toereikend. Maar ook met het intensiever inzettenvan boa’s zal het aantal voertuigbewegingen niet fors meer afnemen. Met inzetten camerahandhaving wordt wel een significant effect verwacht. Met een combinatie van invoering camerhandhaving en een strikter ontheffingenbeleid wordt het grootste effect op afname van de

voertuigbewegingen verwacht.

Inrichting: De inrichting van het autoluwe gebied heeft zich beperkt tot inrichting van de ingangen van het gebied. Enkele ingangen (m.n. Wortelhaven en Grote Kerkstraat) zijn nog onvoldoende herkenbaar. Aan een meer verblijfsvriendelijke inrichting van het gebied zelf is binnen het autoluwe project geen aandacht besteed.

Communicatie en participatie: In algemene zin zijn stakeholders positief over het stakeholdercontact. In vergelijking met vergelijkbare projecten in andere steden is het stakeholderproces intensief doorlopen. De gemeente is relatief vroeg in het proces‘naar buiten’ gegaan. Het communiceren van het invoeren van camerahandhaving als onderdeel van het voorkeursscenario heeft verwachtingen gewekt die in fase 1 van het project niet zijn gerealiseerd.

Effect aanvullende maatregelen: De 2 aanvullende maatregelen die het meeste effect zullen hebben op de afname van voertuigbewegingen zijn: 1) strikter ontheffingenbeleid en 2) invoering camerahandhaving. Een combinatie van deze 2 aanvullende maatregelen kan zorgen voor een afname tot 80% van de voertuigbewegingen ten opzichte van de oude situatie.

Aanbevelingen (1)

Algemeen:

Aan te bevelen is om in de vervolgfase te kiezen voor een integrale, gebiedsgerichte aanpak van (het noordwestelijk deel van) de binnenstad. Hierbij kan in ieder geval vergroening en inrichting van het gebied worden meegenomen. Het ligt voor de hand daarbij de link te leggen met de binnenstadsvisie. Het project Autoluwe binnenstad kan binnen die binnenstadsvisie gezien worden als een voorbeeldproject dat op de troepen vooruitloopt en (letterlijk) ruimte biedt voor een andere inrichting van de binnenstad.

Eerst zorgen dat het huidige autoluwe gebied geoptimaliseerd wordt, alvorens prioriteit te geven aan andere straten en gebieden. Los van straten die gezien kunnen worden als ‘laaghangend fruit’ (=snelle invoering, veel draagvlak, weinig impact en investeringen).

Monitoring voertuigbewegingen:

Vervolgonderzoek om het aandeel laad- en losverkeer, ontheffinghouders en overtreders in het Autoluwe gebied in beeld te brengen.

Parkeren:

In de meest wenselijke situatie is het aantal parkeerders in het gebied beter gespreid. Om dat te bereiken kan een herindeling van de parkeerzones in het gebied wenselijk zijn. Denk aan het beperken van de mogelijkheid om te parkeren aan de Eewal/Wortelhaven tot vergunninghouders die in (de directe omgeving van) deze straten wonen.

De plekken die in april beschikbaar komen in verband met afronding bouwwerkzaamheden (tijdelijk) inzetten om de hoge parkeerd ruk te verminderen. Voor de langere termijn -als de parkeerdruk door maatregelen verminderd is- ontstaat (letterlijk) ruimte om deze plekken te benutten voor een meer

verblijfsvriendelijke inrichting.

Monitoring van de parkeerdruk (direct) buiten het gebied.

Herijking criteria tijdelijke parkeervergunning voor bouwwerkzaamheden (bijv. maximum per klus/bedrijf).

Intensiveren handhaving. In het optimale handhavingsscenario zal het aantal overtreders ca. 5% zijn. In de avonduren, wanneer de parkeerdruk het hoogst is (en het aandeel overtreders het hoogst lijkt), is het effect van een striktere handhaving op de parkeerdruk het hoogst.

Aanbevelingen (2)

Dienstverlening, ontheffingenbeleid en ICT:

Maak de ontheffingverlening strikter (bij voorkeur in combinatie met invoering camerahandhaving). De keuze om in de huidige, tijdelijke situatie te kiezen voor een coulante ontheffingverlening is een begrijpelijke keuze. Wel is het wenselijk om striktere ontheffingverlening toe te passen als het digitale loket gerealiseerd is. Met name bouw-, installatie- en reparatiebedrijven én leveranciers van bedrijven zouden in die nieuwe situatie dan vaker gebruik maken van een incidentele ontheffing in plaats van de momenteel verleende jaarontheffingen. Jaarontheffingen kunnen overigens pas opnieuw beoordeeld worden als deze zijn verlopen. Dit is eind 2022 of eerder voor wat betreft de ontheffingen die eerder zijn verlopen.

Het ontheffingenbeleid kan op enkele punten worden bijgeschaafd, zodat zowel intern als extern duidelijker is wie wel en wie niet in aanmerking komen voor een ontheffing.

Opstellen van een workaround zodat duidelijk wordt hoe aanvragen beoordeeld (zouden moeten) worden.

Invoeren leges voor incidentele en jaarontheffingen.

Verdere harmonisatie van het ontheffingenbeleid met andere steden Noord-NL, onder andere door net als Assen en Groningen in het ontheffingenbeleid tegemoet te komen aan Noord-Nederlandse ambitie op zero emissie logistiek (bijv. voordelen voor zero emissie).

Handhaving:

Zet in op camerahandhaving (bij voorkeur in combinatie met een strikter ontheffingenbeleid).

Bepaal vooraf het budget en de capaciteit die nodig is voor voldoende handhaving.

Inrichting:

Realiseer duidelijker herkenbare ingangen. Daarmee optimaliseer je naleving. Een beter herkenbare ingang kan met name aan de Wortelhaven en in minder mate aan de Grote Kerkstraat het aantal voertuigbewegingen doen afnemen. De ontwerpende disciplines integraal aanhaken in het project.

Geef vergroening een belangrijke rol in het vervolg van het project. Koppeling met project Bosk ligt daarbij voor de hand.

Schets een perspectief van hoe het gebied er straks uit kan zien. Laat zien dat het gebied straks gaat veranderen in plaats van enkel ‘je mag er niet in met je auto’. Dat helpt voor het draagvlak van de plannen.

Aanbevelingen (3)

Communicatie en participatie:

Communicatie onderdeel maken van de integrale projectgroep. Daarbij hoort ook het opstellen van een communicatieplan voor het vervolg van het project.

Daarbij qua proces en inhoud van de communicatie een nadrukkelijke link leggen met de op te stellen binnenstadsvisie

Vervolg geven aan intensieve communicatie en participatie met de omgeving.

Scherp communiceren wat het doel, kaders en planning van het project zijn.

Zet het perspectief‘waar werken we met z’n allen naartoe’ goed neer en communcieer dit (liefst ook visueel).

In document Autoluwe Binnenstad Leeuwarden (pagina 30-34)