• No results found

Effect van minder fosfor in varkensvoer op de mestafzetprijs

4 Invloed van fosforarmer varkensvoer op het fosfaatoverschot in mest

4.3 Effect van minder fosfor in varkensvoer op de mestafzetprijs

De vermindering van de hoeveelheid fosfaat in varkensmest als gevolg van het verlagen van de hoeveelheid onverteerbaar fosfor in varkensvoer zou gevolgen kunnen hebben voor de afzetprijs van varkensmest. In deze paragraaf wordt beschreven hoe dit mechanisme werkt en wat de conclusies daarvan zijn. 4.3.1 Mechanisme bij de invloed van fosforverlaging in varkensvoer

De positie van individuele varkenshouder

Varkensvoer met minder fosfor leidt tot varkensmest met minder fosfaat. Daar- door vermindert het fosfaatoverschot op bedrijfsniveau en ook het nationaal fos- faatoverschot. Vermindering van de hoeveelheid fosfor in voer kan dus bijdragen aan de oplossing van het mestprobleem.

Varkenshouders zullen echter alleen overgaan op het gebruik van fosforarm voer als ze voldoende zekerheid ervaren dat ze er zelf beter van worden. Daling van de mestafzetkosten op bedrijfsniveau is daarvoor belangrijk. De vraag is daarom relevant welke invloed vermindering van de hoeveelheid fosfor in voer heeft op de mestafzetkosten c.q. de mestafzetprijs.

De meeste varkenshouders beschikken over weinig grond. Dat betekent dat minder fosfaat in de op het eigen bedrijf geproduceerde mest voor de meeste varkenshouders nauwelijks zal leiden tot het kunnen plaatsen van extra tonnen mest op het eigen bedrijf. Daardoor zal het aantal af te voeren tonnen mest van

36

het eigen bedrijf nauwelijks veranderen, ook al bevat die mest minder fosfaat. De mestafvoer kosten zijn voor de meeste varkenshouders volledig afhankelijk van de mestafzetprijs. In hoeverre die verandert, is onzeker, vooral uit het oog- punt van de varkenshouder omdat hij de mestafzetprijs als individuele onderne- mer niet kan beïnvloeden.

Mechanisme in de huidige mestmarkt

Als varkensmest minder fosfaat bevat, kan binnen dezelfde gebruiksnormen per hectare akkerbouwgrond meer mest worden geplaatst als dat wordt uitgedrukt in tonnen mest. Vermindering van de hoeveelheid fosfaat in varkensmest heeft daardoor een dempend effect op de vastgestelde vermindering van de plaat- singsruimte in tonnen door verlaging van de gebruiksnormen de komende jaren. Daardoor heeft dit een dempend effect op de ontwikkeling van de mestafzet- prijs. Hoe groot dat dempend effect is, hangt af van de extra plaatsingsruimte die verlaging van het fosfaatgehalte in varkensmest biedt.

Daadwerkelijk effect op de mestmarkt

De volgende vraag is of bovenomschreven mechanisme een daadwerkelijk ef- fect van enig belang heeft op de mestafzetprijs of dat dit mechanisme zal wor- den overruled door andere effecten. Is dat laatste het geval, dan zal de invloed van de vermindering van het fosfaatgehalte in varkensmest op de mestafzetprijs voor de individuele varkenshouder nauwelijks merkbaar zijn. De optelsom van ef- fecten zoals het wegvallen van de exportmogelijkheden van varkensmest naar Duitsland, de afname van de gebruiksruimte de komende jaren en de jaarlijkse verschillen in weersomstandigheden bij het toedienen van mest zou weleens meer invloed op de mestafzetprijs kunnen hebben dan het dempend effect van de vermindering van het fosfaatgehalte in varkensmest.

4.3.2 Ontwikkelingen rond de fosfaatplaatsingsruimte tot 2015

In bijlage 6 staat een overzicht van de ontwikkelingen rond de fosfaatplaatsings- ruimte tot 2015. Uit die bijlage is af te leiden dat, in de situatie dat in 2011 de fosfaatproductie in dierlijke mest gelijk is aan die van 2009, van de 180 mln. kg geproduceerde fosfaat er 36 mln. kg buiten de Nederlandse landbouw wordt afgezet en 129,2 mln. kg in de Nederlandse landbouw. In deze berekening is meegenomen dat voor de in 2010 weggevallen export naar Duitsland (7 mln. kg fosfaat) niet op korte termijn een alternatieve afzet beschikbaar is, dat het fosfaatkunstmestgebruik in de akkerbouw in 2011 ten opzichte van 2009

37 halveert en dat het fosfaatgebruik van overige organische meststoffen

(compost, champost, schuimaarde, zuiveringsslib) op het peil van 2009 blijft. Dit houdt in dat er in 2011 voor bijna 15 mln. kg fosfaat geen afzetruimte beschikbaar is.

Conclusie

Het voorgaande leidt ertoe dat de effectieve mestplaatsingsruimte voor fosfaat in binnen- en buitenland afneemt. Daardoor verandert een theoretisch even- wichtige mestmarkt in 2009 in een onevenwichtige mestmarkt in 2011. Door het marktmechanisme wordt de mestafzetprijs dan bepaald door een nieuw evenwicht tussen de kosten van alternatieven als fosforverlaging in veevoeder (zoals voor rundvee en varkens), alternatieven voor mestexport, mestbe- en -verwerking of krimp van de veestapel.

4.3.3 De te verwachten mestafzetprijs tot 2015

De afzetprijs voor mest is erg inelastisch (De Hoop et al., 2010). Dat betekent dat, wanneer het aanbod van mest maar iets toeneemt, de afzetprijs van mest zal oplopen naar die van het eerstvolgende alternatief voor de afzet van mest. Deze invloed van alternatieven wordt in het volgende beschreven.

Invloed van blijvende export

Bij de situatie waarbij export van 7 mln. kg fosfaat in gehygiëniseerde rundvee- en varkensmest naar Duitsland wel weer mogelijk zou zijn, is het aanbod van fosfaat op de mestmarkt wanneer het fosforgehalte in alleen het varkensvoer niet is verlaagd hoger dan de vraag en bij een verlaging van het fosforgehalte met 20% lager dan de vraag. Bij een dergelijke situatie zal de mestprijs bij geen verlaging van het fosfaatgehalte in het voer 20 à 30 euro per ton varkensdrijf- mest zijn.

Bij fosforverlaging zal de prijs in 2011 ongeveer op het niveau blijven van 2009 en 2010 (15 euro per ton varkensdrijfmest). Omdat de plaatsingsruimte in de Nederlandse landbouw in 2012 en 2013 verder daalt, ontstaat er in 2012/2013 weer in een situatie waarbij het aanbod groter is dan de vraag. De prijs af boer- derij van varkensdrijfmest zal dan, ook bij fosfaatverlaging in varkensvoer, op het niveau zitten van 20 à 30 euro per ton.

38

Invloed van mogelijke andere alternatieven

Alleen 20% fosforverlaging in het varkensvoer(met export beperking) heeft in 2012 en 2013 geen invloed op de onevenwichtige mestmarkt. Er blijft dan sprake van mest die niet plaatsbaar is. Bij fosforverlaging in meerdere dier- sectoren kan er mogelijk wel weer een evenwichtige markt ontstaan.

Andere alternatieven zijn krimp van de veestapel (zie Silvis et al., 2009) of, als mestverwerking snel van de grond komt, verwerking van mest waarbij exportwaardige producten worden gemaakt. De prijs af boerderij van varkens- mest zal dan kunnen oplopen tot 20 à 30 euro per ton mest.

De afzetprijzen van varkensmest in de afgelopen jaren staan in bijlage 7.

Conclusie

De prijzen op de mestafzetmarkt zullen de komende jaren worden bepaald door de prijs van het dan beschikbare goedkoopste alternatief naast de regionale af- zet. Zodra sprake is van niet-plaatsbare mest zal, door het marktmechanisme, de afzetprijs hiervan zich richten op dit goedkoopst beschikbare alternatief. Dit kan fosforverlaging in veevoeder zijn (alle sectoren) en/of mestbe- en -ver- werking maar zodra de prijs hiervan tussen 20 en 30 euro per ton ligt, zal in- krimping van de varkenshouderij kunnen gaan optreden. De mate waarin er openingen in de export van mest naar Duitsland komen hebben hier grote in- vloed op. De verwachting is dat de mestafzetkosten eerder zullen toenemen dan afnemen door de omschreven omstandigheden.