• No results found

In de drie eeuwen sinds Tsaar Peter de Grote is de grens van Rusland vele honderden kilometers naar het Westen verschoven. Na de Tweede Wereldoorlog begon de

Russische invloedssfeer zelfs bij de Elbe. Merkwaardig genoeg viel deze grens toen

ongeveer samen met die tussen Germaan en Slaaf onder Keizer Otto

III

(983-1002).

Wie verder wil teruggaan in de tijd, kan opmerken dat zij ten dele samenviel met de

Romeinse limes. Nu is de grens 800 km oostwaarts verschoven, naar de Bug. Dat

komt onze veiligheid ten goede.

Hoe het de landen in Oost Europa zal vergaan - de

DDR

daargelaten - is ook onzeker.

Vooral het ontbreken van de juridische infrastructuur, die voor een markteconomie

essentieel is, speelt die landen parten. Westerse investeringen, waar zij het toch van

moeten hebben, zullen alleen plaatsvinden op voorwaarden die slechts ter plaatse

kunnen worden vervuld. Wat dat aangaat, hebben die landen hun lot in eigen handen,

hetgeen niet wegneemt dat wij de dure plicht hebben te helpen waar wij kunnen. Het

communisme lijkt daar nu uitgeroeid. Toch blijft het mogelijk dat autoritaire regimes,

die dan nationalistisch en socialistisch geïnspireerd zullen zijn, de kop weer opsteken,

mochten de hervormingen falen. Om die reden is het belangrijk dat wij onze contacten

met die landen zo veelvuldig mogelijk maken en dat wij een uitzicht bieden op

aansluiting bij de Europese Gemeenschap.

De Europese integratie zal zonder twijfel voortgaan en dat is ook nodig. Zij zal steeds

meer aspecten van onze veiligheid betreffen. De dreiging uit het Oosten moge zijn

afgenomen, de instabiliteit is toegenomen. Wij moeten streven naar stabiele en

voorspelbare politieke verhoudingen verzekerd door een afdoende militaire

rugdekking. Het valt vooralsnog te betwijfelen of de landen van West Europa hun

eenheid zullen weten te bewaren wanneer zaken van existentieel belang op het spel

staan. Bovendien is het maar de vraag of een Europese kernmacht de stabiliteit van

het huidige Amerikaans-Russische nucleaire evenwicht zou vergroten. Het nieuwe

Europa zal dan ook een Atlantisch Europa moeten blijven.

van de Sovjetunie in beslag nemen.USIS, European Wireless File, 22 april 1990. Op het 28 ste partijcongres heeft Sjevardnadze het percentage van 25 bevestigd.

7. Edward N. Luttwak, ‘Gorbachev's Strategy, and Ours’, Commentary, juli 1989.

8. ‘Moskau: Afghanistan und SS-20-Stationierung waren Fehler’, Frankfurter Allgemeine Zeitung, 18 juni 1988. Dit artikel verwijst naar uitspraken van het lid van het Centraal Comité Zagladin: Moskou had steeds van het dodelijke gevaar van een nucleaire catastrofe gesproken, terwijl het anderzijds buitensporig lang van de mogelijkheid van overwinning in een atoomoorlog was uitgegaan. Het artikel citeerde ook de ‘bekende Izvestia-commentator’ Bovin. Door haar rakettenpolitiek en de invasie in Afghanistan was de Sovjetunie in een ‘slop’ geraakt, waaruit ‘in het kader van de oude denkwijzen en stereotypen geen uitweg bestond’.

9. Jacques Rupnik, The Other Europe, Londen (Weidenfeld and Nicolson), 1988, p. 34. 10. J. Rupnik, a.w., p. 24.

11. ‘Onze directe en indirecte bemoeienis met regionale conflicten leidt tot kolossale verliezen doordat de algemene spanning wordt verhoogd, de wapenwedloop wordt gerechtvaardigd en het aanknopen van banden met het Westen die voor beide zijden voordelig zijn, wordt belemmerd,’ zei Andrej Kozyrev in: ‘Why Soviet Foreign Policy went Awry’, International Herald Tribune, 9 januari 1989.

12. Zo ook R. Havenaar, ‘Amerikaanse bewapening gaf mede stoot tot perestrojka’, De Volkskrant, 30 juni 1990.

13. Zo ook John Roper, ‘Europe and the future of Germany’, The World Today, maart 1990. 14. De Volkskrant, 1 mei 1990. Er zijn ook schattingen die wijzen op een veel geringer aantal doden. 15. Zo ook Richard Pipes, a.w., en Michael Howard, ‘The Springtime of Nations’, Foreign Affairs,

1989/1990.

16. F. Bolkestein, ‘Gaat Midden-Europa terug naar 1914?’, Haagse Post, 7 april 1990. Zie ook György Konrád,NRCHandelsblad, 6 april 1990. Voorts Jonathan Eyal, ‘Romania: a Revolution highjacked or redefined?’, The World Today, maart 1990 en George Fodor, ‘Romania: Why the Front won’, The World Today, juli 1990.

17. In een interview met Die Welt van 5 maart 1990. 18. Le Monde, 31 januari 1990.

19. Opiniepeiling van april 1990 van A. Sedov, All Union Institute for Public Opinion. Gepubliceerd in Atlantisch Perspektief 1990/2. Zie ook André Roelofs, De Volkskrant, 9 februari 1990. 20. P.A. Boot, ‘Economische hervormingen en economisch beleid in de Sovjetunie en Oost-Europa’,

Internationale Spectator, januari 1990.

21. Irwin M. Stelzer, ‘A Marshall Plan for Eastern Europe?’, Commentary, januari 1990. 22. Norman MacRae, ‘Russia poised at the economic crossroads’, The Sunday Times, 29 januari

1989; E. van Lennep, ‘De onafwendbare schok in Oost-Europa’,NRCHandelsblad, 15 december 1989; ‘No begging bowl’, The Economist, 4 november 1989.

23. Irwin M. Stelzer, a.w.

24. Dominic Lieven, ‘Crisis in the Soviet Union: the historical perspective’, The World Today, mei 1990; S. Enders Wimbush, ‘The Alma Ata Riots’, Encounter, juni 1987, pp. 62-68. Vytautas Landsbergis, ‘Onafhankelijkheid Litouwen blijft ononderhandelbaar’, De Volkskrant, 18 april 1990.

25. Hélène Carrère d'Encausse, L'empire éclaté. La révolte des nations enURSS, Parijs (Flammarion), 1979.

26. Van de totale bevolking van de Sovjetunie wonen 65 miljoen mensen buiten het grondgebied van hun eigen natie. Etnische Letten vormen niet meer dan de helft (50,7%) van de bevolking van Letland (2,68 miljoen). Etnische Esten bedragen 61,5% van de republieksbevolking van

32. Z. Chojnicki, The Anatomy of the Crisis of the Polish economy, Institute of socio-economic Geography and spatial Planning, Adam Mickiewicz University, Poznań, Polen.

33. Jeffrey Sachs, ‘What is to be done’, The Economist, 13 januari 1990; ‘Privatisation in Eastern Europe: Rediscovering the Wheel’, The Economist, 14 april 1990; Trouw, 12 juni 1990. 34. Geciteerd door Paul Lendvai, ‘Eastern Europe: liberalism vs. nationalism’, The World Today,

juli 1990.

35. Economy Survey of Eastern Europe in 1989-1990; Secretariat of the Economic Commission for Europe, Genève, 1990, pp. 1-13 t/m 1-17.

36. P. van Ham, ‘De rol van de Europese Gemeenschap in de hervormingen in Oost-Europa’, Internationale Spectator, mei 1990.

37. In Roemenië werden investeringen vanuit het Westen toegestaan vanaf 1971, in Hongarije vanaf 1972, in Polen vanaf 1986 en in de Sovjetunie, Tsjechoslowakije en Bulgarije vanaf 1987. 38. ECENieuwsbrief ‘East-West Joint Ventures’, Genève, 1990.

39. Staatssecretaris Piet Bukman van Economische Zaken heeft op 5 februari 1990 tijdens overleg met de Tweede Kamer gezegd dat ook Nederlandse investeringen in Oost-Europa in aanmerking moeten kunnen komen voor verzekering. Hij vreesde dat de hervormingen in Oost-Europa zouden stagneren indien investeringen niet tegen politieke risico's konden worden verzekerd. Een uitbreiding van de exportkredietverzekering door investeringen daar ook onder te laten vallen ‘mag best wat geld kosten’, zei hij. Een besluit over dit belangrijk punt is evenwel nog niet bereikt. Nederland heeft voorts investeringsbeschermingsovereenkomsten met Hongarije, Bulgarije, Roemenië en de Sovjetunie gesloten. Met Polen en Tsjechoslowakije wordt over zo'n akkoord onderhandeld.

40. Geciteerd door Robert D. Hormats, ‘The Economic Consequences of the Peace - 1989’, Survival, november/december 1989.

41. György Konrád, ‘De dromers bleken nuchtere realisten’,NRCHandelsblad, 23 mei 1990. 42. F. Andriessen,NRCHandelsblad, 10 januari 1990.

43. The Los Angeles Times, 8 oktober 1989.

44. Op 16 december 1989 bepleitte Nikolaj Portoegalov - adviseur in Duitse aangelegenheden van het Centraal Comité van de Sovjetunie - nog ‘confederatieve structuren op de gebieden van de economie, de omgeving, de cultuur en andere’. Op 24 januari 1990 toonde hij zich verzoend met de vereniging van de twee Duitslanden, hoewel hij daaraan toevoegde dat niemand iets te winnen had bij een chaotische vereniging (International Herald Tribune, 16 december 1989; De Volkskrant, 24 januari 1990). Bij een bezoek van de toenmalige minister-president van de

DDRHans Modrow aan Moskou op 30 januari 1990 verklaarde Gorbatsjov dat over een herstel van de Duitse eenheid geen twijfel kon bestaan. De gang van zaken mocht evenwel niet ‘op straat’ worden beslist. Op 2 februari 1990 pleitte zijn minister van buitenlandse zaken Edoeard Sjevardnadze voor de neutrale en gedemilitariseerde status van een verenigd Duitsland. Acht dagen daarna bespraken Kohl en Genscher de Duitse kwestie in Moskou. Gorbatsjov zei daarbij dat de Duitse wens tot vereniging zou worden eerbiedigd en dat het aan de Duitsers zelf was ‘het moment en de weg van de vereniging te bepalen’. Wel moest bij beslissingen over vreemde troepen rekening worden gehouden met de veiligheidsbelangen van alle betrokken staten. En marge van de openingszitting van de Open Skies-conferentie vanNAVOen Warschaupact in Ottawa op 12 en 13 februari 1990 nuanceerde Sjevardnadze zijn eis ten aanzien van een neutraal en gedemilitariseerd Duitsland: dat was slechts ‘de ideale oplossing’. In mei bleek dat Moskou ook met een verenigd Duitsland zou kunnen leven, dat evenwel net als Frankrijk alleen politiek