• No results found

Eerste en tweede generatie allochtone verdachten

In document a Verdacht van criminaliteit (pagina 40-44)

Om na te kunnen gaan of de verdachtenpercentages van de

herkomstgroeperingen verschillen tussen de eerste en tweede generatie allochtonen zijn de gegevens van negentien afzonderlijke bevolkingsgroepen berekend. Deze negentien hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze voor beide generaties minimaal 4.000 officieel in Nederland geregistreerde inwoners tellen. In de Bijlage zijn in de tabellen 2.12 tot en met 2.20 van deze bevolkingsgroepen de gegevens opgenomen. In de rapportage besteden we hier vooral aandacht aan zeven specifieke bevolkingsgroepen. De keuze voor deze zeven is uiteraard niet willekeurig. Het betreft allereerst de traditionele “grote vier” bevolkingsgroepen: Surinamers, Antillianen en Arubanen, Turken en Marokkanen. Daarnaast zijn ook drie “relatief recente groepen

immigranten” gekozen. Uit de cijfers blijkt namelijk dat naast de “grote vier” ook de Kaapverdische, de Joegoslavische en voormalige Sovjet-Unie eerste en tweede generatie bevolkingsgroepen hoge verdachtenpercentages te zien geven. In de vorige paragraaf is weliswaar geconstateerd dat ook veel

Afrikaanse herkomstgroeperingen hoge verdachtenpercentages kennen, maar doordat hun bevolkingsomvang van de tweede generatie gering is, kunnen deze groepen niet worden geanalyseerd op dit aspect.

Verdachtenpercentages

Vooral mannen — zowel van de eerste als van de tweede generatie — van Antilliaanse, Surinaamse, Marokkaanse en Kaapverdische herkomst laten de hoogste verdachtenpercentages zien . Ook van mannen van de eerste

generatie uit de voormalige Sovjet-Unie en van Turkse en Joegoslavische mannen van de tweede generatie zijn de verdachtenpercentages hoog (tabel 2.12). De allerhoogste percentages zijn evenwel aangetroffen bij Marokkaanse mannen van de tweede generatie (12,7%), gevolgd door Kaapverdiaanse mannen van de tweede generatie (10,8%) en Antilliaanse mannen van de eerste generatie (10,1%).

Figuur 2.7 Verdachtenpercentage naar herkomstgroepering (1e vs 2e generatie) en geslacht, 2002 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 Voormalig Joegoslavië (Voormalig) Sovjet-Unie

Marokko Turkije Kaapverdië Ned Antillen en Aruba Suriname 1e generatie man 2e generatie man 1e generatie vrouw 2e generatie vrouw

Gestandaardiseerd naar leeftijd en geslacht; totaal bevolking(sgroep) = 100%

Al eerder is opgemerkt dat voor de totale allochtone bevolking de

verdachtenpercentages van de eerste generatie wat hoger liggen dan die van de tweede generatie. Uit de cijfers naar herkomstland blijkt dat dit vooral voor Antillianen en in iets mindere mate Surinamers opgaat. Door hun grote bevolkingsomvang wegen de uitkomsten van deze twee bevolkingsgroepen zwaar mee in het totaalcijfer van beide generaties. Van personen met een Sovjet-Unie herkomst liggen de cijfers van de tweede generatie eveneens lager dan van de eerste generatie.

De verdachtenpercentages van Marokkanen, Turken en Kaapverdianen laten een ander beeld zien. Bij deze bevolkingsgroepen liggen de

verdachtenpercentages van de tweede generatie twee keer zo hoog als van de eerste generatie.

Het beeld van de Joegoslavische bevolkingsgroep is gevarieerd. Vergeleken met de andere herkomstgroeperingen valt op dat de Joegoslavische vrouwen van de tweede generatie vaker als verdachte zijn geregistreerd dan die van de eerste generatie.

Bij de uitsplitsing naar leeftijd blijkt dat van de eerste generatie de Antillianen en van de tweede generatie de Marokkanen de hoogste percentages in alle leeftijdscategorieën hebben (tabel 2.13). Liggen in het algemeen in alle leeftijdscategorieën de verdachtenpercentages van de tweede generatie wat lager dan die van de eerste generatie, bij Marokkanen en Turken is dat juist omgekeerd. Van Kaapverdianen liggen alleen in de leeftijdscategorie 25-44 jaar de cijfers van de tweede generatie boven die van de eerste generatie.

38

Figuur 2.8. Verdachtenpercentage naar herkomstgroepering (1e en 2e generatie) en leeftijdscategorie, 2002 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 Voormalig Joegoslavië (Voormalig)Sovjet-Unie Marokko Turkije Kaapverdië

Ned Antillen en Aruba

Suriname 12-17 jaar 1e generatie 12-17 jaar 2e generatie 18-24 jaar 1e generatie 18-24 jaar 2e generatie 25-44 jaar 1e generatie 25-44 jaar 2e generatie

Gestandaardiseerd naar leeftijd en geslacht; totaal bevolking(sgroep) = 100%

Het algemene beeld van de samenhang met andere achtergrondkenmerken in paragraaf 2.1 blijkt eveneens voor beide generaties afzonderlijk grotendeels op te gaan. Ook nu komen de hoogste verdachtenpercentages voor bij de categorieën “institutioneel huishouden” en “éénouderhuishouden” en in iets mindere mate bij de categorie “eenpersoonshuishouden” (tabel 2.14). En ook nu blijkt, voor zowel eerste als tweede generaties, dat in nagenoeg alle

gevallen de hoogste verdachtenpercentages in de laagste inkomenscategorie vallen. (tabel 2.15).

De verdachtenpercentages van personen met een uitkering zijn voor beide generaties minimaal twee keer zo hoog als van personen zonder uitkering (tabel 2.16). In de leeftijdscategorie 18-24 jaar hebben van de eerste generatie Antillianen ( 18,2%), personen met herkomst de voormalige Sovjet-Unie en Marokkanen ( beide 15,3%) de hoogste percentages verdachten. Van de tweede generatie hebben in dezelfde leeftijdscategorie Marokkanen (14,8%) en Joegoslaven (14,7%) de hoogste percentages en in de leeftijdscategorie 25-44 jaar Kaapverdianen (16,2%) en Marokkanen (11,1%).

Hiervoor is ook geconstateerd dat naarmate in de woonwijk een hoger

percentage allochtonen woont, het verdachtenpercentage in het algemeen bij zowel autochtonen als allochtonen hoger is. We zien dit verschijnsel zowel bij eerste als tweede generatie allochtonen (tabel 2.17).

Type delict, pleegcarrière en pleegprofiel

Van beide generaties zijn de allochtone verdachten naar verhouding het vaakst geregistreerd voor een vermogensmisdrijf, gevolgd door geweld- en verkeersmisdrijven (tabel 2.18). Bij de eerste generatie verdachte personen met als herkomst de voormalige Sovjet-Unie is het aandeel in de

vermogenscriminaliteit 67%. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan dat van de eerste generatie Joegoslaven, Marokkanen, Antillianen en Surinamers. Bij deze groepen is het aandeel rond 42%. Bij de tweede generatie zien we bij Oost-Europese herkomstgroepen een wat ander patroon (ten opzichte van de eerste generatie) van minder vermogenscriminaliteit en meer

verkeerscriminaliteit. Enkele uitschieters daargelaten (hoog percentage vermogensmisdrijven bij tweede generatie herkomst Hongkong; lage

percentages vermogens- en geweldsmisdrijven bij tweede generaties

Hongaren) zijn er over het algemeen geen grote verschillen in delicttypen te zien tussen eerste en tweede generaties.

Figuur 2.9. Percentage verdachten naar herkomstgroepering (1e en 2e generatie) en delict, 2002 0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 Voormalig Joegoslavië (Voormalig)Sovjet-Unie Marokko Turkije Kaapverdië

Ned Antillen en Aruba

Suriname vermogen 1e generatie vermogen 2e generatie vernieling 1e generatie vernieling 2e generatie geweld 1e generatie geweld 2e generatie

Gestandaardiseerd naar leeftijd en geslacht; totaal verdachten = 100%

Ook wat de pleegcarrière betreft zijn er bij de diverse herkomstgroeperingen over het algemeen geen grote verschillen tussen eerste en tweede generatie. Bij de tweede generatie Marokkanen,Turken en Kaapverdianen komen, ten opzichte van de eerste generatie, relatief veel volwassen veelplegers voor, bij de Surinamers daarentegen relatief weinig (tabel 2.19).

De pleegprofielen van de afzonderlijke allochtone bevolkingsgroepen vertonen duidelijke verschillen tussen beide generaties. De pleegprofielen van

Antillianen en Surinamers lijken op elkaar en verschillen nauwelijks tussen de twee generaties. Voor beide bevolkingsgroepen zijn de percentages

enkelsoortige en meersoortige verdachten rond 40%. Bij de andere

Figuur 2.10. Percentage verdachten naar pleegprofiel en herkomstgroepering (1e en 2e generatie), 2002

0,0 10,0 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 80,0 Voormalig Joegoslavië (Voormalig)Sovjet-Unie Marokko Turkije Kaapverdië Ned Antillen en Aruba Suriname enkelsoortig 1e generatie enkelsoortig 2e generatie tweesoortig 1e generatie tweesoortig 2e generatie meersoortig 1e generatie meersoortig 2e generatie

40

herkomstgroeperingen is echter duidelijk te constateren dat de verdachten van de tweede generatie vaker meersoortig verdacht zijn (tabel 2.20).

2.4 Tweede generatie allochtone verdachten met één allochtone en met

In document a Verdacht van criminaliteit (pagina 40-44)