• No results found

3. De Sociaal-geografische en Politieke Context

3.2 Een korte politieke geschiedenis van Lesotho

Lesotho heeft een bewogen politieke geschiedenis. Nadat het land onafhankelijk werd, heeft het vijf jaar lang een redelijk stabiele periode gehad. Tijdens de eerst volgende verkiezingen, belandde het bergstaatje in een politieke crisis. De verkiezingen werden gewonnen door de oppositie, de Basotho Congress Party (BCP). De toenmalige zittende partij Basotho National Party (BNP) accepteerde de uitkomst van de verkiezingen niet en veranderde de grondwet. Met deze grondwetwijziging veranderde de pas jonge democratie in een dictatuur van Chief Jonathan, de toenmalige leider van de BNP.

In 1986 keerde het leger Chief Jonathan de rug toe, omdat hij de salarissen binnen het leger weigerde te verhogen. Deze militaire coup, met Generaal Lekhanya aan het hoofd, bracht een juichende massa in de straten van Maseru (Rule, 2000). Tijdens het militaire regime werd het verdrag met Zuid-Afrika getekend om het LHWP in gang te zetten. Er zijn verschillende bronnen die beweren dat Zuid-Afrika de motor was achter deze militaire coup. Dit vermoeden wordt in paragraaf 3.3 verder behandeld.

In 1994 kwamen uiteindelijk de lang verwachte nieuwe verkiezingen. Dit was echter niet het einde van het politieke tumult. Na de verkiezingen bleek dat de BCP alle zetels in het parlement kreeg toegewezen. Dit leidde tot fel verzet van de BNP. Beide politieke partijen hadden inmiddels hun eigen militaire aanhang gekregen en dit leidde tot een uitbarsting van geweld in 1994 en verschillende politieke moorden door de jaren heen (Matosa en W. Pule, 2001).

In 1998 werden wederom verkiezingen gehouden. De winnende partij was de Lesotho Congress of Democracy, een afscheidingspartij van de BCP. De LCD won 79 van de 80 zetels in het parlement. Dit leidde tot groot protest van zowel de BNP als de BCP. De politieke spanningen gingen over in anarchie en geweld. Sommigen bronnen spreken over een burgeroorlog, anderen over nationale onrust. Als gevolg van de nationale ongeregeldheden vroeg Premier Mokhele om militaire steun van SADC15. Op deze aanvraag belegerde troepen van Zuid-Afrika op 22 september 1998 Lesotho. Later werden deze troepen vergezeld door militairen uit Botswana (Matosa en W. Pule, 2001). Hoewel het hier officieel gaat om een internationale troepenmacht, wordt voornamelijk de legitimiteit waarmee Zuid-Afrika Lesotho binnendrong in twijfel getrokken. In een kritisch rapport spreekt Tricario (2000)over “the first water war”. Hiermee suggereert hij dat de bescherming van het LHWP de voornaamste reden was voor Zuid-Afrika om Lesotho binnen te vallen. Na deze relatief korte gewelddadige periode, nam een interim bestuur de macht over in Lesotho.

In 2002 werden de laatste nationale verkiezingen gehouden. Voorafgaand aan deze verkiezingen werd het kiesstelsel in Lesotho veranderd. Dit leidde tot het eerste multi-party parlement in de geschiedenis van de constitutionele monarchie met de LCD als grootste partij. De grootste oppositie partij is de BNP. Het bestuur van het land bestaat nu uit een Eerste Kamer, Tweede Kamer en een koning. Deze koning heeft een symbolische rol in het land.

5 SADC staat voor Southern African Development Community en heeft de volgende leden: Angola, Botswana, Democratic Republic of Congo, Lesotho, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika, Swaziland, Tanzania, Zambia and Zimbabwe.

De politiek in Lesotho is in de afgelopen jaren gekenmerkt door weak governance. De politiek stond niet in dienst van de bevolking, maar in dienst van de zittende macht en het patronage systeem. Er worden verschillende redenen gegeven voor het instabiele karakter van Lesotho. Hier worden enkele redenen belicht.

De reden voor deze onrustige geschiedenis ligt volgens Mutisya (1999, p.19) vooral bij de machtige elite in het land. Hij zegt hierover: “The root cause of the crisis has everything to do

with the nature of the Basotho ruling elites and classes and their conduct of post-colonial politics; which placed more emphasis on the role of the state as the core instrument for the accumulation of property and as the dispenser of wealth through patronage.”

Francis K. Makoa16 (1996) geeft twee andere redenen voor de ‘crisis of the nation-state’. Ten eerste is het imperialistische karakter van Zuid-Afrika debet aan het instabiele karakter van Lesotho. Dit komt op de eerste plaats door de economische afhankelijkheid. Deze afhankelijkheid zorgde ervoor dat de producten en arbeidskrachten in dienst stonden van Zuid-Afrika. Hierdoor was het onmogelijk voor Lesotho een stabiele interne economie op te bouwen. Daarnaast zorgde dit voor een lage loyaliteit van de burgers aan de staat, de inkomsten kwamen immers toch van buitenaf. Dit laatste vloeit weer voort, uit “the state’s

inability to accumulate and redistribute wealth among its population.”

Deze economische afhankelijkheid van Zuid-Afrika is niet de enige reden waardoor ‘de grote broer’ bijdraagt aan het instabiele karakter van Lesotho. Makoa haalt tevens de diplomatieke destabiliseringsprogramma van Zuid-Afrika in de jaren ’60 en ’80 aan als reden. Zuid-Afrika heeft lange tijd de oppositie en rebellen gefinancierd en militair ondersteund tijdens het Jonathan regime (1970-1986). In diezelfde periode gaf Lesotho onderdak aan anti- apartheid activisten.

Naast de afhankelijkheid van Zuid-Afrika, zijn de interne politieke vijandige verhoudingen in Lesotho oorzaak voor de instabiele situatie. Door deze vijandigheid is de Basotho bevolking sceptisch tegenover de onafhankelijkheid en democratie komen te staan (Makoa, 1996). Het dictatoriale regime, het patronage systeem en de gewelddadige onderdrukking door de jaren heen, hebben sporen achter gelaten. Dit zorgde bovenal voor een zwak institutioneel bestel van het land met de daarbij horende corruptie (Ma Kapa, 2003). Uit onderzoek van de Afrobarometer blijkt dat de bevolking anno 2002 nog steeds weinig vertrouwen heeft in de democratie. Iets minder dan de helft van de bevolking zegt tevreden te zijn met het democratische stelsel (Afrobarometer, 2004).

Om de context van het LHWP beter te begrijpen, is het noodzakelijk de verhoudingen tussen Lesotho en Zuid-Afrika nader te belichten in het kader van het LHWP. Dit gebeurt in de volgende paragraaf.

16 Toenmalig hoofd van The Department of Political and Administrative Studies of the National University of