• No results found

Economische grondzaken

In document Natuur- en recreatieschap IJsselmonde (pagina 70-84)

Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde

Risico 3: Economische grondzaken

Bodemverontreiniging. In een gebied als IJsselmonde kunnen milieuverontreinigingen aanwezig zijn die momenteel niet bij het schap bekend zijn en waarvan de veroorzaker na ontdekking niet kan worden aangesproken. In een aantal gevallen kan het schap echter wel verantwoordelijk gehouden worden voor de kosten van sanering. De kosten hiervoor zullen pas bekend worden wanneer een dergelijke milieuverontreiniging wordt

aangetroffen.

In een groot aantal gebieden binnen IJsselmonde bevindt zich vervuild havenslib, vooral langs de Oude Maas is veel vervuild havenslib gebruikt. Het schap heeft hier een plicht om de aanwezige leef lagen op voldoende dikte te houden. Om de kosten goed in te schatten moet een inventarisatie worden gehouden

Wanneer er nieuwe ontwikkelingen komen voor bestaande gebieden, zal nagegaan moeten worden of er vervuiling is. Indien er sprake is van vervuiling zal eerst een saneringsplan moeten worden opgesteld.

30 Pandeigenaar (bijzonder risico): één van de twee brugwachtershuisjes in Vredepolder wordt vooralsnog verhuurt aan de Staat. De beheerderswoning in de Johannapolder wordt tijdelijk verhuurt in afwachting van uitvoering van fase 3 van de marktacquisitie. Het schap is verantwoordelijk voor uitvoering van het groot onderhoud van al haar al of niet

verhuurde panden, doch is dit niet in TBM opgenomen. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de risico’s (waarvoor een opstalverzekering is afgesloten).

Calamiteiten oever Oude Maas (bijzondere contractrisico): het schap huurt/pacht langs de Oude Maas diverse grondpercelen van de Staat. Conform enkele contracten is het schap verantwoordelijk voor het onderhoud van de oevers van de Oude Maas. De staat heeft bij de herziening van het erfpacht Johannapolder van deze contractvoorwaarde niet willen afwijken. In de praktijk hebben de afgelopen tientallen jaren enkele aanvaringen van schepen in de oever plaatsgevonden, waarbij de Staat de schadeherstelwerkzaamheden op zich heeft genomen.

Economische crisis (bijzondere contractrisico): als gevolg van de economische crisis is het niet uitgesloten dat een van de relaties van het schap om een canonverlaging zal vragen.

Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat er naar een nieuwe relatie gezocht moet worden of indien die moeilijk te vinden is zullen de inkomsten naar beneden bij gesteld moeten worden.

Groot onderhoud op verhuurde gronden (Incidenteel risico): In beginsel is NRIJ verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de gronden en daarop aanwezige beplanting (denk aan essentakziekte), oevers e.d., mits de huurder het dagelijks onderhoud naar behoren heeft uitgevoerd.

Ratio Weerstandsvermogen

Zoals hiervoor aangegeven wordt de ratio weerstandsvermogen berekend om te bepalen of het schap in staat is voldoende financiële middelen vrij te maken voor het dekken van de risico’s op het moment dat de risico’s zich voordoen.

Na aftrek van de lopende claims op de reserves van 180.000 euro is de stand van de Algemene Reserve per eind 2019 ca € 765.000.

De gekwantificeerde risico’s bedragen ca. € 108.000. De berekening van het weerstandsvermogen komt dan uit op een ratio van >2 met een bijbehorend

waarderingscijfer A. Daarmee is de ratio van het Weerstandsvermogen uitstekend te noemen.

Jaarstukken 2019 | Paragrafen

31 Kengetallen BBV

In het BBV (=financiële regelgeving voor gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen) staat dat er in de jaarstukken enkele kengetallen moeten worden opgenomen.

De kengetallen staan in onderstaande tabel.

Deze kengetallen geven enig inzicht in de financiële positie en de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de organisatie.

De netto schuldquote geeft een beeld van het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Bij de “netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen”

worden ook de verstrekte leningen meegenomen.

Een negatieve schuldquote geeft in feite aan dat er per saldo geen sprake is van een schuld.

De solvabiliteitsratio wordt berekend als het percentage van het totale eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen van het schap. Dit geeft inzicht in de mate waarin het schap in staat is om aan haar financiële verplichtingen te voldoen.

Het kengetal “structurele exploitatieruimte” geeft aan of de structurele baten groter zijn dan de structurele lasten. Dit wordt in het kengetal als percentage van de totale baten uitgedrukt. Dit kengetal zegt in feite iets over het structurele jaarrekeningsaldo, d.w.z.

zonder alle incidentele baten en lasten.

Rekening 2019

netto schuldquote -79%

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen -79%

solvabiliteitsratio 71%

structurele exploitatieruimte 10%

Kengetallen

32

4.2 Onderhoud kapitaalgoederen

Het goed onderhouden van de gebieden is een belangrijke taak voor het schap om duurzaam gebruik mogelijk te maken. Als basis voor het plannen van regulier- en groot onderhoud en vervangingsinvesteringen wordt het Terrein Beheer Model (TBM)

gehanteerd. Dit model is gebaseerd op zogenaamde doeltypen (bijvoorbeeld speel- en ligweide, strand of bos) waarvoor een gestandaardiseerde inrichting met daarbij behorende onderhoudscycli en normkosten zijn bepaald. Het totaal aan oppervlaktes, stuks en lengte van de aanwezige doeltypes bepaalt met de cycli en de normkosten de geplande uitgaven voor meerjarig duurzaam onderhoud.

De geplande uitgaven van groot onderhoud fluctueren van jaar tot jaar. Dit kan een direct en groot effect hebben op het jaarresultaat en daarmee op de jaarlijkse

deelnemersbijdrage. Om dit ongewenste effect zoveel mogelijk te voorkomen heeft het schap ervoor gekozen om een egalisatievoorziening groot onderhoud in te stellen. Jaarlijks wordt een vastgestelde dotatie ten laste van de exploitatie gebracht en de werkelijke onderhoudslasten worden ten laste van de Voorziening verantwoord.

Jaarlijks worden de geplande uitgaven, de dotatie en de werkelijke kosten gemonitord.

Elke vier jaar wordt de dotatie opnieuw berekend en vastgesteld tenzij uit de monitoring volgt dat eerder een bijstelling nodig is. In 2019 heeft opnieuw een herijking van TBM plaatsgevonden die tot een nieuwe dotatie heeft geleid.

Programma groot onderhoud Essentaksterfte:

In het Zuidelijk Randpark, Sandelingen Ambacht en de Vredepolder heeft een

grootschalige essenkap plaatsgevonden. Deze kap is uitgevoerd in het kader van het duurzaam in stand houden van onze bosvakken in de genoemde parken. De aangetaste zieken essen zijn verwijderd tegelijk is bosverjonging doorgevoerd. Met deze maatregelen werken we aan het vitaal houden van de bosvakken. Aansluitend aan de

kapwerkzaamheden zijn jonge bomen geplant. Voorlopig worden er geen essen aangeplant. Ingezet wordt op duurzaam loofhoutsoorten die passend zijn in onze gebieden; zoals: esdoorn, iep, eik, populier en berk.

In verband met de bovengenoemde werkzaamheden zijn in 2019 bijeenkomsten en excursies georganiseerd in de Vredepolder.

Het meerjarenonderhoudsplan is gerelateerd aan het Terrein Beheer Model en de daarin opgenomen doeltypes. Sommige doeltypes kennen fluctuaties in de uitgaven en vragen een planning met een meerjarenperspectief. Deze doeltypes zijn ondergebracht in specifieke categorieën, zoals baggeren of asfalt.

Jaarstukken 2019 | Paragrafen

33 In onderstaande tabel is het verwachte verloop van de voorziening Groot Onderhoud te zien voor de komende jaren. De geplande onttrekkingen betreffen zowel materiële als personele lasten.

Stand van voorziening 2019 2020 2021 2022 2023

Stand voorziening per 1/1 861.325 1.071.562 764.935 737.859 635.957

Dotatie 635.800 549.800 549.800 549.800 549.800

Onttrekking 425.562 856.427 576.876 651.702 413.174

Stand voorziening per 31/12 1.071.562 764.935 737.859 635.957 772.584

34

4.3 Financiering

Kasgeldlimiet

Tot het kasgeld behoren alle vlottende schulden < 1 jaar, de contante gelden in kas, de uitgaande gelden < 1 jaar en de tegoeden / schulden rekening-courant. Doel van de kasgeldlimiet is het beperken van de renterisico’s op de korte schuld. De korte schuld is bedoeld voor de lopende uitgaven en zodoende is de limiet gekoppeld aan het

begrotingstotaal. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,2% van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar.

Er is voldaan aan de kasgeldlimiet, aangezien er per saldo geen sprake is van een kortlopende schuld.

Renterisiconorm

De renterisiconorm stelt een limiet aan het renterisico over de lange termijn financiering.

Het renterisico is het geldbedrag aan leningen dat in een bepaald jaar aan renteherziening en herfinanciering onderhevig is. Het renterisico mag maximaal 20% van het

begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende kalenderjaar bedragen. De renterisiconorm benadrukt het belang van een goede spreiding van de

leningenportefeuille en de renterisico’s. In 2019 zijn geen vaste geldleningen aangegaan.

Er zijn op balansdatum 2019 meerdere uitstaande geldleningen zonder renteherziening gedurende de looptijd. Er is geen sprake van herfinanciering. Derhalve is er geen renterisico.

Schatkistbankieren

Bij het schatkistbankieren wordt dagelijks het saldo bij een vastgesteld drempelbedrag overgeboekt op een bankrekening ten gunste van de rekening-courant die een decentrale overheid heeft bij de schatkist. Omgekeerd kan het saldo ook worden aangevuld ten laste van de rekening-courant die een decentrale overheid heeft bij de schatkist. Voor het schap zijn de benodigde overeenkomsten met het Rijk afgesloten. De drempel van € 250.000 is in 2019 niet overschreden. Zie verder het overzicht in de toelichting op de balans, onderdeel Schatkistbankieren.

Jaarstukken 2019 | Paragrafen

36

4.4 Grondbeleid

Algemeen

In 2016 is door het toenmalig schapsbestuur het grondbeleid vastgesteld, waarin de volgende uitgangspunten centraal staan:

- Grond is een middel en geen doel.

- Bij en met de inzet van grond en vastgoed wordt financiële optimalisatie nagestreefd.

- Met de inzet van grond en vastgoed wordt samenwerking met gebiedspartijen gezocht.

- Hoewel het schap zelf geen grond- of opstalexploitaties voert, heeft zij in haar aanpak een actieve houding. Hierbij stuurt zij – in samenwerking met de andere gebiedspartijen - actief op programmering, kostenbeheersing en

opbrengstoptimalisatie.

- Het schap werkt innovatief en extern gericht, zoekt naar nieuwe verbanden tussen enerzijds grond en vastgoed en anderzijds maatschappelijke of commerciële (verdien)modellen van derden en geeft waar mogelijk ruimte aan nieuwe technologieën en duurzame toepassingen.

- Het schap neemt in beginsel niet risicodragend deel in gebieds- en vastgoedontwikkelingen.

- Bij de inzet van grond en vastgoed werkt het schap transparant en marktconform.

Financieel

Naast het algemene uitgangspunt van financiële optimalisatie is de inzet vooral gericht op het behoud van het huidige niveau van inkomsten in de schapsbegroting, zulks in relatie tot de met eigendom/erfpacht samenhangende kosten. Door het aanhoudende herstel van de economie zal de investeringsbereidheid bij ontwikkelende partijen toenemen, maar concrete investeringsvoorbeelden zijn nog niet voor handen.

Schapsspecifiek

In programma ‘Beheer, onderhoud en exploitatie gebieden’ en ‘ontwikkelingen’ van de begroting wordt ingegaan op de specifieke grond- en vastgoedontwikkelingen en de daarbij geldende financiële prognoses, kansen en risico’s.

Grondpositie per 31 december 2019:

Deze tabel betreft de grondpositie. Hierin zijn niet meegenomen de gronden die het schap op basis van persoonlijke overeenkomsten (o.a. huur) in gebruik en onderhoud heeft.

Peildatum voor deze tabel is de kadastrale registratie per 31 december 2018.

Jaarstukken 2019 | Paragrafen

37 Oppervlakte:

31-12-2018*

31-12-2019 Toelichting mutatie:

Totaal 546,38 ha 532,60 ha**

* Oppervlakte in hectares, afgerond op halve hectares

* * In voorgaande jaren werd voor deze opgave gebruik gemaakt van het Terrein Beheer Model. Per 31-12-2019 wordt uitgegaan van de kadastrale registratie. Deze wijziging leidt tot een bijstelling van de grondpositie.

38

4.5 Bedrijfsvoering

De afspraken over de dienstverlening door Staatsbosbeheer aan het natuur- en recreatieschap zijn vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst (SOK).

De personele component van de dienstverlening door SBB blijkt uit de volgende tabel.

Productomschrijving Beheer,

onderhoud en exploitatie

gebieden

Ontwikkeling Algemene dekkings-middelen

Overhead Totaal

Gebiedsbeheer 686.100 686.100

Economisch beheer 50.900 50.900

Regelgeving & handhaving 165.400 165.400

Communicatie 11.600 11.600

Planvorming & gebiedsontwikkeling 116.700 116.700

Bestuursproducten 103.000 103.000

Juridische ondersteuning & advisering 61.600 61.600

Financiën 63.600 63.600

Subtotaal 914.000 116.700 0 228.200 1.258.900

Dienstverlening in uitgaven voorziening 164.793

Groot Onderhoud

Dienstverlening inzake kredieten 40.981

Totaal 914.000 116.700 0 228.200 1.464.674

Jaarstukken 2019 |Jaarrekening

39

JAARREKENING 2019

40

5.1 Balans per 31 december 2019

ACTIVA 31 december 31 december

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

108.386

386.995 Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten

laste van volgende begrotingsjaren komen 22.227 408.747

Totaal 5.987.219 5.978.230

PASSIVA 31 december 31 december

2019 2018

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

72.260

141.099 De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen

voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

46.531

30.322 Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren

komen 9.627 9.412

Totaal 5.987.219 5.978.230

Jaarstukken 2019 |Jaarrekening

41

5.2 Overzicht van baten en lasten 2019

Het overzicht van lasten en baten is als volgt opgebouwd:

Reguliere lasten en baten bedrijfsvoering

Dit onderdeel betreft de exploitatielasten en –baten van de structurele activiteiten. Dit zijn de jaarlijks min of meer in dezelfde vorm terugkerende activiteiten. Op basis van deze informatie kunnen meerjarige trends en ontwikkelingen worden geschetst.

Diverse lasten en baten bedrijfsvoering

In tegenstelling tot de reguliere lasten en baten komen deze exploitatielasten en – baten slechts incidenteel voor door de aard hiervan en/of de oorzaak. Het gaat hierbij om o.a. de effecten van periodieke herzieningen van voorzieningen, de financiële consequenties van uitspraken op beroeps- en bezwaarschriften die niet voorzien kunnen worden en

terugontvangen bedragen. Deze zaken, welke niet zijn begroot, worden separaat gepresenteerd om de vergelijkbaarheid over de jaren heen eenvoudiger te maken.

Programma Rekening 2018 Primitieve

42 Kredieten

De kredieten hebben betrekking op uitgaven gerelateerd aan activiteiten die zorgen voor veranderingen in de natuur- en recreatiegebieden, zoals investeringen met

maatschappelijk nut in de openbare ruimte. Deze uitgaven worden gedekt vanuit bijdragen derden (subsidies, bijdragen) en/of onttrekkingen aan de algemene of bestemmingsreserves.

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Dit onderdeel omvat alle mutaties (stortingen en onttrekkingen) in de reserves.

Jaarstukken 2019 |Jaarrekening

43

5.3 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Inleiding

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften, die het Besluit begroting en verantwoording (BBV) daarvoor geeft. Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gepresenteerd in afgeronde bedragen van € 1.

In document Natuur- en recreatieschap IJsselmonde (pagina 70-84)