• No results found

Artikel 2.7.6.3 Bescherming Romeinse Limes

3.4 Economisch beleid

3.4.1 Nota Herijking Kantorenbeleid Arnhem 2008-2020 3.4.1.1 Algemeen

In de Nota Herijking Kantorenbeleid Arnhem 2008-2020 staat het herstel van het evenwicht in de kantorenmarkt centraal. Hiertoe wordt ingezet op hergebruik/transformatie van langdurig leegstaande kantorenpanden, alsmede het prioriteren, beperken en faseren van nieuwbouwplannen. Nieuw kantorenprogramma wordt beperkt tot een gelimiteerd aantal strategische locaties in het centrum van de stad (onder andere Arnhem Centraal). Ontwikkeling van kantoren buiten deze locaties is in principe ongewenst.

3.4.1.2 Toetsing van het initiatief aan de Nota Herijking Kantorenbeleid Arnhem 2008-2020

Dit bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe kantoorfuncties binnen het plangebied. Dit bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om een gedeelte van een woning in gebruik te nemen ten behoeve van een beroep aan huis. Aan dit gebruik zijn wel diverse voorwaarden gekoppeld, zo moet het de bewoner zijn die het beroep uitoefent en mag de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning. Daarnaast mag het gebruik niet leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en klimaat of parkeerdruk ter plaatse. Geconcludeerd wordt dat het voornemen in overeenstemming is met het kantorenbeleid.

3.4.2 Detailhandelsvisie Arnhem 2016 - 2021 3.4.2.1 Algemeen

Met de Detailhandelsvisie Arnhem 2016 - 2021 is het beleid voor detailhandel geactualiseerd. Centraal in de nota staat hoe het beste bijgedragen kan worden aan het versterken van een evenwichtige en duurzame detailhandelsstructuur met hoogwaardige, gevarieerde en uitgebreide detailhandelsvoorzieningen voor de (boven-) regionale consument. De belangrijkste uitgangspunten uit de detailhandelsvisie zijn als volgt:

 Goede aansluiting van het detailhandelsaanbod op de wensen en behoeften van de consument

 Een evenwichtige structuur van winkelgebieden, afgestemd op het winkelgedrag

 Een verdere concentratie van winkelvoorzieningen in of aansluitend aan de aangewezen winkelgebieden, mogelijk in combinatie met andersoortige voorzieningen

 Dynamiek faciliteren

 Door regievoering de organisatiekracht en organisatiegraad in de detailhandel verbeteren

 Nieuwe detailhandelsontwikkelingen vooral beoordelen op aansluiting bij consumentenbehoeften, innovatief karakter en onderscheidend vermogen.

Ondergeschikte detailhandel (nevenactiviteit)

Detailhandel als nevenactiviteit bij een bedrijf met een andere hoofdactiviteit wordt toegestaan als de detailhandel een relatie heeft met de productie gebonden bedrijvigheid. Deze detailhandel moet bovendien ondergeschikt zijn qua benutte bedrijfsruimte.

3.4.2.2 Toetsing van het initiatief aan de Detailhandelsvisie Arnhem 2016 - 2021

Binnen het plangebied wordt slechts zeer beperkte detailhandelsmogelijkheden toegestaan. Het gaat om (bestaande) detailhandel ter plaatse van het watersportcentrum en eventueel ondergeschikte detailhandel bij andere niet-wonen functies. De hiervoor genoemde detailhandelsactiviteiten worden gelet op de aard (watersport) en omvang in overeenstemming geacht met de detailhandelsvisie. De activiteiten dragen bij aan de gewenste levendigheid in het gebied. Het toestaan van meer detailhandel wordt in principe niet wenselijk geacht, gelet op het feit dat er voldoende detailhandelsvestigingen in de omgeving (o.a. binnenstad) van het plangebied te vinden zijn en een omvangrijk detailhandelsaanbod niet past bij het gewenste eindbeeld voor het gebied.

3.4.3 Mise-en-Place: de Arnhemse horecavisie 2017 3.4.3.1 Algemeen

In Mise-en-Place: de Arnhemse horecavisie 2017 is het beleid voor horeca geactualiseerd. Horeca is steeds belangrijker als drager van verblijfskwaliteit en beleving in de stad. Het gaat de consument in toenemende mate om dynamiek, lifestyle, cultuur, beleven en shoppen. Horeca geeft invulling aan deze consumentenbehoefte met als gevolg dat we een toename zien van het horeca aanbod in de stad.

Daarom is onderzoek gedaan naar de gewenste horecaontwikkeling in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin. Dit heeft geresulteerd in een ruimtelijk-economische horecavisie die een horeca-ontwikkeling stimuleert die bijdraagt aan de kwaliteit en identiteit van de stad. De visie is tevens bedoeld als toetsingskader waardoor ondernemers, bewoners en andere belanghebbenden weten waar ze aan toe zijn. Hierin ligt een spanningsveld besloten tussen flexibiliteit en zekerheid. De behoefte om te kunnen innoveren en inspelen op wijzigende marktomstandigheden vraagt om een flexibel beleid.

Anderzijds willen bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden juist zoveel mogelijk zekerheid over de ontwikkelingen die ze in hun omgeving kunnen verwachten.

In deze visie is juist het midden gezocht tussen flexibiliteit en zekerheid. Dit wordt bereikt door:

1. Per focusgebied in de stad een kwaliteitsbeeld van de gewenste horeca te schetsen;

2. Voor de onderscheiden focusgebieden naast kwalitatieve kaders ook kwantitatieve parameters op te stellen aan de horecaontwikkeling (gedefinieerd in ontwikkelen, consolideren, terugdringen);

3. Voor innovatieve en bijzondere concepten geen beperkingen op te leggen.

Het plangebied is niet gelegen in een focusgebied, echter kan horeca wel worden toegestaan in het plangebied indien het concept aangemerkt kan worden als een 'Grand Cru'.

Grand Cru

De keuze voor gerichte versterking van de gesegmenteerde horecagebieden heeft consequenties.

Wanneer er initiatieven komen die niet passen binnen de visie, kan niet worden meegewerkt. Deze keuze kan ook een kans opleveren. Bij een initiatief dat als een 'Grand cru' kan worden beschouwd, kan wel medewerking worden verleend. Dit zijn horecabedrijven die qua karakter, uitstraling, ligging of concept bijdragen aan een sterke uitstraling van het gebied en die vanwege uniciteit iets toevoegen aan het bestaande aanbod in de stad of de regio. Een sterrenrestaurant bijvoorbeeld. Ook marginale uitbreiding van de oppervlakte van bestaande horeca-inrichtingen in consolidatiegebieden hoeft niet per definitie in strijd te zijn met het beleid. Een bijzondere omstandigheid kan zijn gelegen in de verwachting dat het woon- en leefklimaat zal verbeteren door een kwalitatieve verbetering van een horecagelegenheid. Bij beoordeling van aanvragen kijken we daarom zoveel mogelijk naar de specifieke omstandigheden.

Een horecaconcept kan als een 'Grand cru' worden beschouwd bij één of meer van de volgende uitgangspunten:

 Het concept dient iets toe te voegen aan het bestaande aanbod (uniciteit);

 Het zijn bewezen succesformules, zowel internationaal als nationaal;

 Kopstukken qua ondernemer/gezicht (sterrenchef, top-dj);

 Het betreft een topmerk (ook branchevreemd);

 Concept komt veelvuldig voor in de vakliteratuur en andere media;

 's Werelds/'s lands eerste, grootste, diepste, hoogste…..;

 Het betreft een ontwikkeling op een strategische sleutellocatie;

 Het betreft een initiatief dat het Arnhems erfgoed toegankelijk maakt en voor het voetlicht brengt.

Met behulp van deze uitgangspunten bestaat de mogelijkheid om gemotiveerd van het gestelde richtinggevende kader af te wijken.

3.4.3.2 Toetsing van het initiatief aan Mise-en-Place: de Arnhemse horecavisie 2017

Om de attractiviteit van dit deel van de stad en te zorgen voor de nodige levendigheid is het wenselijk om binnen het plangebied meerdere horecavoorzieningen te realiseren. Op dit moment zijn onder meer een paviljoen ter plaatse van de passantenhaven (Haven van Workum) en een strandpaviljoen ter plaatse van het grootschalige evenemententerrein gepland. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren diverse tijdelijke functies in de gebouwen ondergebracht, waaronder ondergeschikte horeca (Stadsblokkenwerf Meinerswijk). Geconstateerd is dat er blijvende behoefte is om deze functie in de bebouwing te vestigen. De in het plangebied voorziene horeca voegt qua concept toe aan het bestaande aanbod, zijn gelegen op een strategische sleutellocatie en maakt het Arnhems erfgoed beter toegankelijk en beleefbaar. Hiermee voldoen de voorziene horecavoorzieningen aan de uitgangspunten gesteld aan een 'Grand Cru' en is het in voorliggend geval mogelijk om van het gestelde richtinggevende kader af te wijken. Geconcludeerd wordt dat het voornemen passend is in de Arnhemse horecavisie.

3.4.4 Regels voor evenementen in de openbare ruimte in Arnhem 2017 3.4.4.1 Algemeen

In de nota Regels voor evenementen in de openbare ruimte in Arnhem 2017 zijn de randvoorwaarden vastgelegd waaronder evenementen in Arnhem kunnen plaatsvinden. Het doel van de regels is het voorkomen van:

 onevenredige overlast voor omwonenden;

 schade aan de natuur, openbare ruimte en het milieu;

 risico's voor de openbare orde en veiligheid en de volksgezondheid.

In de nota zijn algemene basisregels opgenomen en aanvullende regels voor kermissen en evenementen op natuurterreinen en in bossen en parken. De categorie-indeling is alsvolgt:

Stadsblokken/ASM en de Haven van Coers zijn aangemerkt als evenementenlocaties. Op deze locaties zijn onderstaande evenementen toegestaan.

3.4.4.2 Toetsing van het initiatief aan de Regels voor evenementen in de openbare ruimte in Arnhem 2017

De bestaande aangewezen evenemententerreinen zijn meegenomen in de plannen en zullen worden gehandhaafd. Wel is er een akoestisch onderzoek uitgevoerd om te kijken hoe de nieuwe invulling van het plangebied zich verhoudt tot toekomstige evenementen. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen qua evenementen alsmede de begrenzing van de terreinen. Het stadsblokkenterrein (1) betreft de primaire evenementenlocatie en is als zodanig op in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Op deze locatie zijn 9 categorie-A evenementen, 7 categorie-B evenementen (3 dagen per evenement) en 5 categorie-C evenementen (2 dagen per evenement) toegestaan. Er mogen per jaar niet meer dan 21 evenementendagenplaatsvinden. De evenementen op het terrein in de Haven van Coers (2) zijn kleinschaliger van omvang en kent daarom een andere systematiek. Ter plaatse zijn onder voorwaarden evenementen toegestaan. Voor een nadere toelichting op de uitgevoerde akoestisch onderzoeken wordt verwezen naar paragrafen 5.5.5 en 5.5.6.

Met de in dit bestemmingsplan opgenomen regels kunnen in de toekomstige situatie nog steeds evenementen binnen het plangebied worden gehouden, maar wordt overlast, schade en risico's zoveel mogelijk voorkomen. Geconcludeerd wordt dit bestemmingsplan in overeenstemming is met het gemeentelijk evenementenbeleid.

3.5 Welstandsbeleid

3.5.1 Welstandsnota Arnhem 2015

Op 13 juli 2015 heeft de gemeenteraad van Arnhem de nieuwe welstandsnota vastgesteld. Arnhem is een aantrekkelijke stad om te wonen en te verblijven. Het uiterlijk van de stad draagt daar aan bij. De gemeente wil dat zo houden.

De gemeente wil dat nieuwe bouwwerken in zijn algemeenheid passen in hun omgeving. De bestaande stad is dus het referentie- en inspiratiekader. Voor de meest voorkomende bouwwerken zijn verder in deze nota gebiedsgerichte criteria opgenomen. Deze criteria zijn per gebied (‘géén toets’, ‘lichte toets’

en ‘zware toets’) anders.

Voor grootschalige (her)ontwikkelingen is een aparte werkwijze voor de totstandkoming van plannen opgenomen. Bij dergelijke complexe opgaves is het noodzakelijk om de kwaliteitsbewaking goed te organiseren. Kwaliteitsteams zijn daarvoor een gewaardeerd middel. Complexe plannen worden vaak over een langere periode tot stand gebracht en gerealiseerd. Deze langere termijnen vereisen een flexibele houding ten opzichte van (de invulling van) de opgave. Door het proces rondom kwaliteit te organiseren en niet de criteria vooraf vast te leggen wordt in deze opgaven maximaal de ruimte geboden voor creativiteit terwijl goed wordt toegezien op de kwaliteit van de plannen voor de stad. Door de inbreng van een kwaliteitsteam kan de regievoering op de kwaliteit van plannen en de samenhang tussen de deelprojecten en de samenhang met de omgeving /openbare ruimte gewaarborgd worden.

3.5.2 Toetsing van het initiatief aan de Welstandsnota Arnhem 2015

De gebiedsontwikkeling betreft een grootschalige transformatie, waarvoor de projectgewijze aanpak geldt. In voorliggend geval wordt voor het gebied, gelijktijdig met het bestemmingsplan, een beeldkwaliteitsplan vastgesteld. Het beeldkwaliteitsplan vormt voor dit gebied een aanvulling op de welstandsnota en vormt voor het kwaliteitsteam bij omgevingsvergunningaanvragen het kader voor wat betreft welstandscriteria.

3.6 Verkeersbeleid

Rijks- en provinciaal beleid

Rijks- en provinciaal verkeersbeleid is gericht op het realiseren van een robuust en samenhangend mobiliteitssysteem, met keuzemogelijkheden en voldoende capaciteit om te zorgen voor een goede (regionale) bereikbaarheid en om de groei van de mobiliteit op de middellange (2028) en lange (2040) termijn op te vangen. De beoogde transformatie van het plangebied, is relatief beperkt van omvang en kent hoofdzakelijk een lokaal karakter. Als gevolg van de beoogde ontwikkeling wijzigt hooguit het motief en samenstelling; er worden geen effecten verwacht die strijdig zijn met het rijks- en provinciaal beleid.

Gemeentelijke beleid

De gemeente Arnhem heeft haar verkeersbeleid op hoofdlijnen verwoord in de Structuurvisie Arnhem 2020-2040 (vastgesteld 2012). Voor mobiliteit biedt het structuurplan een ruimtelijk ontwikkelingsperspectief. Arnhem streeft naar een duurzame bereikbaarheid in een aantrekkelijke en veilige stad. Vooral in de bestaande stad geldt daarbij het principe: eerst de bestaande verkeersruimte beter benutten en pas daarna zoeken naar mogelijkheden tot uitbreiding van de (auto)verkeersruimte.

De inzet van slim ruimtegebruik, voor versterking van fiets en openbaar vervoer, aangevuld met spitsmijdende maatregelen moet Arnhem de komende jaren bereikbaar houden. De duurzaamheidsdoelstellingen van het onderhavige plangebied versterken het belang van optimale bereikbaarheid voor duurzame vervoerswijze, met een beperkte milieubelasting: De voetganger, de fiets en het openbaar vervoer. Vanwege de ligging van het plangebied ten opzichte van de binnenstad en centrale voorzieningen in Arnhem ligt hierbij in dit geval het primaat bij de fiets.

De fietser heeft vooral behoefte aan een samenhangend fietsnetwerk, directe verbindingen, veiligheid, comfort, snelheid en stallingsvoorzieningen. Om nieuwe fietsers te verleiden wordt vooral ingezet op de aanleg van nieuwe verbindingen met een gegarandeerde korte reistijd naar belangrijke bestemmingen. De opkomst van de elektrische fiets draagt bij aan meer fietsgebruik.

Voor het onderdeel parkeren gelden de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem (Beleidsregels voor toepassing van artikel 2.5.30 van de Bouwverordening gemeente Arnhem 2003; 12 december 2011).

Toetsing van het initiatief aan het verkeersbeleid

Wat betreft de toetsing van het aspect verkeer (bereikbaarheid en parkeren) wordt kortheidshalve verwezen naar paragraaf 4.4. Hier wordt geconcludeerd dat het plan past in het bovenlokaal beleid en, onder voorwaarden, in overeenstemming is met het gemeentelijk verkeersbeleid.