• No results found

DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID

INSTITUTIONELE BARRIÈRES

8. DYNAMIEK IN MOBILITEIT EN BEREIKBAARHEID

U heeft het nu wel begrepen: er is nog veel mobiliteitsonderzoek en bereikbaarheidsonderzoek te doen. Ik heb u vandaag aangegeven waarom er meer aandacht nodig is voor dynamiek in mobiliteitsonder- zoek. Een dynamische onderzoeksaanpak is nodig om veranderingen in mobiliteitspatronen te kunnen bestuderen. En in het bijzonder om de mobiliteitseffecten van veranderende mobiliteitsvoorkeuren van jongeren, ouderen en nieuwe stedelingen en de verdere digitalisering van de samenleving te onderzoeken. Ik ben er van overtuigd dat zowel het Mobiliteitspanel Nederland als het Mobiele Mobiliteitspanel de komende jaren ons veel nieuwe inzichten gaat opleveren.

In bereikbaarheidsonderzoek is ook meer aandacht nodig voor de tem­ porele dynamiek in stedelijke bereikbaarheid en de dynamische relatie tussen ingrepen in infrastructuur, bereikbaarheid, verhuisbeslissingen en ruimtelijke ontwikkelingen. Het benutten van gegevens van mobiele telefoons, smartphones en in­car navigatiesystemen biedt veel mogelijk- heden voor onderzoek naar de dynamiek in stedelijke bereikbaarheid. Ook zie ik veel mogelijkheden om de kennis en instrumenten uit de verkeerskunde, gedragswetenschappen, economie en geografie beter met elkaar te verbinden. Dit maakt het onder meer mogelijk om de bereikbaarheidswinst van openbaarvervoerknooppunten beleid beter in kaart te brengen. We hebben daar de eerste aanzetten al voor gegeven. Ook lijkt het nuttig en interessant om onderzoek te gaan doen naar de relaties tussen bereikbaarheid, de zelfredzaamheid van bevolkings­ groepen en de veerkracht van de steden en kleine kernen. Tenslotte is het belangrijk om onderzoek te doen naar de barrières die de toepassing van geografische en economische benaderingen van bereikbaarheid in de praktijk verhinderen.

DANKWOORD

Dames en heren, ik wil deze rede besluiten met een dankwoord. Ik vind het een grote eer deze leerstoel te mogen vervullen. Ik dank het College van Bestuur van de Universiteit Twente, de voormalige en huidige decaan van de faculteit CTW, Rikus Eising en Geert Dewulf, en de vakgroep­ voorzitter van de vakgroep Verkeer, Vervoer en Ruimte, Eric van Berkum, voor het vertrouwen dat jullie in mij stellen.

Ik wil deze mogelijkheid uiteraard aangrijpen om Bert van Wee te be ­ danken. Jij hebt bij het RIVM mijn interesse in wetenschappelijk onder- zoek aangewakkerd. Ook heb je me overgehaald om een promotie­ onderzoek te gaan starten. Jij wist beter dan ikzelf dat ik het in me had. Ik was je eerste promovendus en nu kun je zeggen dat je je eerste hoog­ leraar hebt gekweekt. Je hebt enorm bijgedragen aan mijn ontwikkeling en daar ben ik je erg dankbaar voor. Ik hoop dat we nog vele jaren samen aan artikelen en projecten zullen werken.

Vanzelfsprekend heb ik het onderzoek waar ik vandaag over heb ge ­ sproken niet alleen gedaan. Met mijn collega’s Lissy la Paix en Tom Thomas heb ik de afgelopen jaren het meest intensief samengewerkt. Dank voor jullie enthousiasme en de plezierige samenwerking. Ik wil uiteraard ook het MPN­team bedanken: Paul van Beek en Marie­ José Olde Kalter van Goudappel Coffeng en Sascha Hoogendoorn­Lanser, Nina Schaap en Jan van der Waard van het KiM. Ik kijk uit naar de verdere samenwerking in de komende jaren. Ook dank aan alle betrokkenen bij het Mobiele Mobiliteitspanel, en dan met name Marcel Das en Salima Douhou van CentERdata en Marcel Bijlsma en Martin Wibbels van Mobidot. Het is mooi om met jullie aan de voorhoede van smartphone onderzoek te staan. Verder wil ik graag de collega’s van de Vrije Universi- teit, de Universiteit van Amsterdam en TU Delft bedanken met wie ik de afgelopen jaren heb gewerkt. De multidisciplinaire projecten die we samen doen, ervaar ik als vruchtbaar en leerzaam.

In het onderwijs werk ik samen met collega’s van mijn vakgroep en de faculteit CTW maar ook van de faculteit Management en Bestuur en het ITC. Ik bewonder jullie gedrevenheid en enthousiasme in het onderwijs. Studenten mogen blij zijn met zulke docenten. Met de nieuwe bachelor module gebiedsontwikkeling zijn we een mooie multidisciplinaire samen- werking aan het opzetten. Nu hopen dat tweedejaars studenten dat ook zo zullen zien. Dames en heren studenten: ik hoop niet alleen een bijdrage aan jullie ontwikkeling te leveren, maar ik leer iedere dag ook van jullie. Dank daarvoor.

Annemarie, mijn aanstelling aan de UT bood jou en mij een kans. Ik wilde de uitdaging van hoogleraar worden wel aangaan. Jij wilde graag weer in het oosten van het land wonen. Het is allebei gelukt. Zonder jouw steun en zorg voor onze twee prachtige zonen had ik hier vandaag niet in toga gestaan. Ik kan je niet dankbaar genoeg zijn. Jonah en David: jullie zijn fantastisch en ik ben enorm trots op jullie.

Ik eindig dit dankwoord bij mijn ouders. Het is allemaal met jullie

begonnen. Jullie hebben me al vroeg geleerd aan te pakken en mijn eigen boontjes te doppen. Al waren het geen boontjes maar bloembollen waar ik mijn werkende carrière mee begon. Ook doorzettingsvermogen heb ik van jullie. Zonder jullie opvoeding had ik het pad van mavo tot hoogleraar niet kunnen afleggen. Het spijt mij enorm dat jullie allebei deze dag niet mee kunnen maken. Maar ik weet dat jullie heel trots zouden zijn geweest.

Dames en heren: dank u wel voor uw komst en het luisteren. Ik heb gezegd.

REFERENTIES

1. Wegener, M., F. Fürst, 1999, Land­Use Transport Interaction: State of the Art. Deliverable D2a of the project TRANSLAND. Universität Dortmund, Insititut für Raumplanung: Dortmund.

2. CROW, 2013, Mobiliteit en ruimte. De wisselwerking tussen mobiliteit en ruimte in de stedelijke regio. Ede: CROW.

3. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Schaal en zorg, 2008, Achtergrondstudies bij het advies Schaal en zorg. Den Haag.

4. Axhausen, K., 2008, Accessibility: Long­term perspectives. Journal of Transport and Land Use, 1(2), p. 5­22.

5. AVV/MNP, 2005, Effecten beleidsinstrumenten Nota Mobiliteit: bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer, verkeersveiligheid, leefomgeving en maatschappelijk rendement. Adviesdienst Verkeer en Vervoer/Milieu­ en Natuurplanbureau: Rotterdam/Bilthoven. 6. KiM, 2010, Mobiliteitsbalans 2010. Kennisinstituut voor

Mobiliteitsbeleid: Den Haag.

7. Hansen, W.G., 1959, How accessibility shapes land use. Journal of American Institute of Planners, 25(1): p. 73­76.

8. PBL, 2011, Ex ante evaluatie Structuurvisie Infrastructuur en Ruime. Planbureau voor de Leefomgeving: Den Haag.

9. Geurs, K.T., B. van Wee, 2004, Accessibility evaluation of land­use and transport strategies: Review and research directions. Journal of Transport Geography, 12(2): p. 127­140.

10. KiM, 2012, Mobiliteitsbalans 2012. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid: Den Haag.

11. Manting, D., 2013, Ruimtelijk beleid kan niet zonder een

demografische analyse. Universiteit van Amsterdam: Amsterdam. 12. de Groot, H., G. Marlet, C. Teulings, W. Vermeulen, 2010, Stad en

land. 2010, Centraal Planbureau: Den Haag.

13. Ewing, R., R. Cervero, 2001, Travel and the built environment. A synthesis. Transportation Reseach Record, 1780: p. 87­112.

14. Halcrow, 2009, Land use and transport: settlement patterns and the demand for travel. Stage 2 Background Technical Report. Halcrow Group.

15. Meurs, H., R. Haaijer, 2001, Spatial structure and mobility. Transportation research part D, 6(6): p. 429­446.

16. Hilbers, H., P. van de Coevering, A. van Hoorn, 2009, Openbaar vervoer, ruimtelijke structuur en flankerend beleid: de effecten van beleidsstrategieen. Planbureau voor de Leefomgeving: Den Haag. 17. Snellen, D., H. Hilbers, A. Hendriks, 2005, Nieuwbouw in beweging.

Een analyse van het ruimtelijk mobiliteitsbeleid van Vinex. RPB: Den Haag.

18. Maat, K., 2009, Built environment and car travel: Analyses of interdependencies. Delft University of Technology: Delft.

19. Cao, X., P.L. Mokhtarian, S.L. Handy, 2009, Examining the Impacts of Residential Self­Selection on Travel Behaviour: A Focus on Empirical Findings. Transport Reviews, 29(3): p. 359 ­ 395.

20. Bohte, W., 2010, Residential self­selection and travel: The relationship between travel­related attitudes, built environment characteristics and travel behaviour. TU Delft: Delft.

21. van de Coevering, P., K. Maat, 2013, De invloed van temporele dynamiek op de relaties tussen attitudes, de gebouwde omgeving en verplaatsingsgedrag. CVS: Rotterdam.

22. KiM, 2008, Grijs op reis. Over de mobiliteit van ouderen. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid: Den Haag.

23. PBL, 2013. Vergrijzing en ruimte. Gevolgen voor de woningmarkt, vrijetijdsbesteding, mobiliteit en regionale economie. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.

24. CBS, 2012, Verdere groei mobiel internetgebruik. Beschikbaar op http://www.cbs.nl/nl­nL/menu/themas/dossiers/jongeren/publicaties/ artikelen/archief/2012/2012­060­pb.htm.

25. van Wee, B., C. Chorus, K. Geurs, 2013, Information, communication, travel behaviour and accessibility. Journal of Transport and Land Use, 6(3): p. 1­16.

26. Marlet, G., De aantrekkelijke stad. 2010, Universiteit Utrecht: Utrecht. 27. Oakil, A.T.M.D, 2013, Temporal dependence in life trajectories and

mobility decisions. Utrecht University: Utrecht.

28. Ortúzar, J. de Dios, J. Armoogum, J­L. Madre, F. Potier, 2011, Continuous Mobility Surveys: The State of Practice. Transport Reviews, 2011. 31(3): p. 293 ­ 312.

29. Schönfelder, S., K.W. Axhausen, 2010, Urban Rhythms and Travel Behaviour. Spatial and Temporal Phenomena of Daily Travel. Farnhem/Burlington: Ashgate Publishing.

30. Thomas, T., K. Geurs, S. Dohou, M. Bijlsma, Eerste inzichten uit het Mobiele Mobiliteitspanel. Tijdschrift Vervoerswetenschap, in voorbereiding.

31. Geurs, K., B. Zondag, G. de Jong, G., M. de Bok, 2010. Accessibility appraisal of integrated land­use/transport policy strategies: more than just adding up travel time savings. Transportation Research Part D 15, 382­393.

32. Liao, F., T. Arentze, E. Molin, W. Bothe, H. Timmermans, Effects of integrated land­use transport scenarios on travel patterns: a multi­ state supernetwork application, in voorbereiding.

33. Hoogendoorn­Lanser, S., C. Stelling, H. Meurs, 2013, De nieuwe bereikbaarheidsindicator. NMagazine, 2013(1): p. 24­27.

34. Regio Twente, Netwerkanalyse regio Twente. 2006, Regio Twente: Enschede.

35. Hoogeland, J.W.H., H.L. Tromp, J.M. Groenendijk, J.W.C. Voerman, 2006, Trendbreuk in verkeerskundig denken Verkeerskunde, 57(10): p. 28­33.

36. Progammabureau Stedenbaan, Stedenbaanmonitor 2013. 2013, Platform Zuidvleugel: Den Haag.

37. van Hagen, M., Waiting experience at train stations. 2011, University of Twente: Enschede.

38. Cascetta, E., A. Cartenì, The hedonic value of railways terminals. A quantitative analysis of the impact of stations quality on travellers behaviour. Transportation Research Part A: Policy and Practice, 2014. 61(0): p. 41­52.

39. La Paix Puello, L, K. Geurs, in voorbereiding, Adaptive stated choice experiment for access and egress mode choice to train stations. 40. Ewing, R., S. Handy, 2009, Measuring the unmeasurable: Urban

design qualities related to walkability. Journal of Urban Design, 14(1): p. 65­84.

41. TomTom, TomTom European Congestion Index. 2013, TomTom. 42. Iacono, M., K.J. Krizek, A. El­Geneidy, 2010, Measuring non­

motorized accessibility: issues, alternatives, and execution. Journal of Transport Geography, 18(1): p. 133­140.

43. Louter, P.J., W. van Eikeren, 2011, Waar willen we wonen? Bureau Louter: Delft.

44. van Ommeren, J., 2006, Verhuismobiliteit: een literatuurstudie naar belemmeringen tot verhuizen. Vrije Universiteit: Amsterdam.

45. Meijers, E., E. Louw, M. Spaans, M. Leijten, J. Hoekstra, 2011, Ruimtelijk structurerende effecten Westerscheldetunnel. TU Delft, OTB Delft.

46. Geurs, K., M. de Bok, B. Zondag, 2012, Accessibility benefits of integrated land use and public transport policy plans in the Netherlands. In: Accessibility Analysis and Transport Planning: Challenges for Europe and North America, K.T. Geurs, K. Krizek, A. Reggiani (Eds.), Edward Elgar: Northampton, USA. p. 189­216. 47. Bastiaanssen, J., K. Martens, G.J. Polhuijs, 2013, Vervoersarmoede in

Rotterdam­Zuid. CVS: Rotterdam.

48. Martin, R., 2012, Regional economic resilience, hysteresis and recessionary shocks. Journal of Economic Geography,12(1): p. 1­32. 49. Weterings, A., Diodato, D., Berge, M. van den, 2009. De veerkracht van regionale arbeidsmarkten. Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag.

50. Thalys, 2012, Een nieuwe visie op reistijd. Onderzoek EPSA 2011­12, Thalys international Bv: Paris.

51. te Brommelstroet, M., C. Silva, L. Bertolini, Assessing Usability of Accessibility Instruments, COST Action TU1002. in voorbereiding. 52. Hull, A., C. Silva, L. Bertolini, 2012, Accessibility Instruments for

Planning Practice. COST Office, Brussels.

53. Rienstra, S., 2008. De rol van kosten­batenanalyse in de

besluitvorming. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Den Haag. 54. Department for Transport, 2013. Accessibility Statistics 2012.

London, https://www.gov.uk/government/publications/accessibility­ statistics­2012.