• No results found

3.5.1. Groen

Het groen is een belangrijke vestigingsfactor voor bewoners en bedrijven. Een vitaal, mooi en bereikbaar landschap is belangrijk voor de attractiviteit, duurzaamheid en

concurrentiekracht van de regio. Vergeleken met andere regio's scoort de Rotterdamse regio slecht op dit onderwerp. Dit wordt veroorzaakt door de beperkte recreatieve waarde van het landschap, het ontbreken van belangrijke schakels en de slechte bereikbaarheid vanuit de omliggende wijken. De opgave is dan ook de relatie tussen het stedelijk gebied en het ommeland te vergroten (onder meer door het verbeteren van de recreatieve, natuuren landschappelijke de stad-landverbindingen) en de beleefbaarheid van het landschap te verbeteren. De uitbreiding van nieuwe groengebieden beperkt zich tot de essentiële ontbrekende schakels in de groenstructuur van de Rotterdamse regio.

De maatschappelijke waardering voor het landschap raakt steeds meer gekoppeld aan grotere eenheden met een eigen identiteit en uitstraling. In de Deltapoort en de Hof van Delfland zijn metropolitane landschappen in ontwikkeling. In deze gebieden is de opgave het vergroten van de recreatieve waarde, gekoppeld aan het economisch vitaal houden van de agrarische sector.

Voorts is er de opgave het open landschap van Voorne Putten in stand te houden en een goede balans te vinden met de ruimtelijk economische ontwikkelingen al daar.

Tenslotte moeten alle natuur- en recreatiegebieden een kwaliteit hebben die tegemoet komt aan de wensen van de gebruikers en die toekomstbestendig is. De organisatie en financiering van het beheer is dan ook een belangrijk aandachtspunt.

Wat willen we bereiken in 2015?

1. De projecten uit het uitvoeringsprogramma RGSP3 zijn gerealiseerd, waaronder onderdelen van het krekenplan op Voorne Putten en de stad-land verbindingen ten behoeve van een betere bereikbaarheid van het regionale groen.

2. Behoud van een vitale landbouw voor de instandhouding van de openheid van de karakteristieke landschappen in de regio.

3. Als uitwerking van de dubbeldoelstelling van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam wordt 150 ha in de Schiezone en de Vlinderstrik (gebied Noordas) aangelegd en is 600 ha in Albrandswaard in uitvoering.

4. De Groene Verbinding over de infrabundel A15/Betuweroute (tevens een uitwerking van de dubbeldoelstelling van het project Mainportontwikkeling Rotterdam) is opgeleverd en in gebruik genomen eind 2012/begin 2013.

5. Er is een duurzame structuur voor de financiering en de aansturing van het beheer van natuur- en recreatiegebieden.

6. Er zijn realistische en financieel haalbare uitvoeringsprogramma's voor Deltapoort en Hof van Delfland. De uitvoering is van start gegaan en de eerste resultaten worden zichtbaar.

Wat gaan w e daarvoor doen in 2012 ?

1.1 Starten met de uitvoering van het uitvoeringsprogramma RGSP3: maken van uitvoeringsafspraken met betrokken partijen (gemeenten, waterschappen, recreatieschappen, Zuid Hollands Landsschap, natuurmonumenten) op basis van de uitvoeringsovereenkomst (taakverdeling, financiering en planning) met de provincie Zuid-Holland.

1.2 Initiatieven van onderop, die de kwaliteit van het landschap verbeteren, bij elkaar brengen en uitvoering hiervan stimuleren.

2. In overleg met de provincie het economische draagvlak van de landelijke gebieden in de regio te versterken door ruimte te bieden aan vitale landbouw omdat deze essentieel is voor behoud van de openheid van de karakteristieke landschappen in de regio.

3. De realisatie van PMR-750 ha wordt conform planning uitgevoerd.

4. Begeleiden van de bouw van de Groene Verbinding over de infrabundel A15/Betuweroute en opzetten van communicatietraject rondom de wandel- en fietsroute. Voorbereiden overdracht kunstwerken naar gemeente Rotterdam en gemeente Albrandswaard overeenkomstig de uitvoeringsovereenkomsten.

5. Samen met gemeenten en provincie een plan van aanpak maken voor een duurzame structuur voorfinanciering en aansturing van natuur- en recreatiegebieden.

6. Voortzetten van de inhoudelijke en financiële bijdragen aan de planvorming en de processen voorde Hof van Delfland en Deltapoort.

W a t kost het?

- Regionaal groenstructuurplan - Dotatie fonds groene verbinding - Dotatie voorziening groen - Apparaatslasten

- Algemene dekkingsmiddelen - Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland - Onttrekking aan fonds Groene verbinding - Onttrekking aan voorziening groen - Onttrekking aan investeringsreserve - Rente fonds Groene verbinding - Rente voorziening groen

1.256.370

D - Ffegonaai yoenstaicjuuplan

■ - CDtatie fonds yoenevertjndng I - Cbtatie voorziening groen

■ - Apparaatslasten

3.5.2. Milieu

De druk op de leefomgeving in de stadsregio is hoog als gevolg van het omvangrijke haven- en industrieel complex en een intensief gebruikt stedelijk gebied. Tegelijkertijd is het versterken ervan essentieel om een internationaal concurrerend vestigingsmilieu en aantrekkelijke woonmilieus te kunnen bieden. Een goede luchtkwaliteit en het

terugdringen van geluidhinder zijn hierin belangrijke elementen. Vooral het vinden van evenwicht tussen binnenstedelijk verdichten en het realiseren van een goede

leefomgevingskwaliteit is een grote uitdaging. Door bij ruimtelijke plannen goed gebruik te maken van kennis over duurzame ruimtelijke inrichting en ontwikkeling ontstaan kansen om de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren.

Wereldwijd is de uitdaging actueel om een transitie te maken naar een klimaatneutrale samenleving. De regionale klimaatagenda is hierop het antwoord van de stadsregio.

Energiebesparing en het gebruik maken van duurzame energiebronnen bij ruimtelijke en economische ontwikkeling staan centraal.

Wat willen we bereiken in 2015 ?

1. De duurzaamheidstrategie is vastgesteld en in uitvoering. De doelstelling is het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het verbeteren van de

leefomgevingskwaliteit in de regio. Hiervoor is een maatwerkbenadering per programma van de RSA in uitvoering en hierover word jaarlijks gerapporteerd.

2. Het maatregelenpakket Luchtkwaliteit voor de stadsregio (inclusief de herijking 2010 RAP/RAL) is uitgevoerd. Daarmee wordt voldaan aan de doelstellingen van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit voor wat betreft het halen van de normen voor fijn stof (PM10) en NOx.

3. Het Plan van Aanpak Regionale Klimaatagenda 2008 - 2012 is uitgevoerd en de reductie van de C02 uitstoot (40 % reductie in 2025 t.o.v. 1990) ligt op schema.

Het Plan van Aanpak voor de periode 2013 - 2016, inclusief een financiële paragraaf, is vastgesteld en in uitvoering.

Wat gaan we daarvoor doen in 2012 ?

Uitvoeren van de duurzaamheidstrategie voor het bevorderen van duurzame ontwikkeling 1.1 in de regio en het ontwikkelen van instrumenten voor duurzame gebiedsontwikkeling.

Deze strategie moet leiden tot de volgende concrete resultaten:

• De stadsregio stimuleert duurzame ontwikkeling en past dit ook zelf toe.

Duurzame ontwikkeling is uitgewerkt in afspraken als maatwerk voor alle onderdelen van de RSA. In 2012 wordt de eerste duurzaamheidsrapportage hierover voor de stadsregio opgesteld.

• Bij de toekenning van de middelen vanuit de investeringsreserve is duurzaamheid in gebruik als standaard onderdeel van de toetsingscriteria.

• Regionaal is een inspirerend kennisnetwerk opgezet, gericht op duurzame gebiedsontwikkeling voor de gemeenten in de regio, waarbij ook andere relevante spelers met betrekking tot duurzaamheid in de regio, zoals kennisinstituten en ontwikkelaars, zijn aangehaakt.

• Afhankelijk van de behoeften van gemeenten en de beschikbaarheid van financiële middelen bij de stadsregio worden aanvullende instrumenten ingezet.

Als langetermijndoel is in de RSA opgenomen dat ruimtelijke plannen leiden tot een 1.2 verbetering van de leefomgevingskwaliteit. De stadsregio heeft dat als doel bij de gebiedsgerichte programma's van de RSA en ondersteunt ook gemeenten om bij gemeentelijke ruimtelijke plannen een verbetering van de leefomgevingskwaliteit te realiseren. De concrete inzet en de beoogde resultaten luiden als volgt:

• Om de leefomgevingskwaliteit te kunnen verbeteren is inzicht in milieuaspecten van de leefomgeving nodig. De stadsregio faciliteert dit door de verdere

ontwikkeling van RegioGIS in samenwerking met de partners RegioGIS; DCMR,

HBR, GGD en gemeente Rotterdam. De stadsregio zet in op verdere verbreding van het platform RegioGIS door actieve deelname van gemeenten in de regio.

• De milieusignaleringskaarten zijn onderdeel van RegioGIS en zijn toegesneden op de informatiebehoefte van gemeenten. Bij de milieusignaleringskaarten hoort een actuele handreiking voor de optimalisatie van de leefomgevingskwaliteit bij ruimtelijke plannen.

• De stadsregio houdt een actueel beeld bij, in overleg met DCMR en gemeenten, van de knelpunten met betrekking tot het milieu, de leefomgevingskwaliteit en ruimtelijke ordening en stimuleert het vinden van de oplossingen hiervoor.

• De stadsregio oefent invloed uit op de jaarlijkse Milieumonitor Stadsregio

Rotterdam, zodat deze zich beter leent als instrument voor sturing op verbetering van de leefomgevingskwaliteit.

Voortzetten van de uitvoering van het op basis van een herijking van het bestaande 2.1 RAP/RAL in 2011 vastte stellen maatregelpakket luchtkwaliteit 2011-2014; voor resterende knelpunten worden oplossingen ontwikkeld. Dit pakket bestaat zowel uit projecten om specifieke knelpunten in regiogemeenten op te lossen als uit projecten die de achtergrondconcentratie in dit gebied doen verlagen. Het maatregelenpakket wordt in nauwe samenwerking met Rotterdam uitgevoerd; de financiering gebeurt voor de

stadsregionale projecten uit via de provincie verkregen Rijksmiddelen ter verbetering van de luchtkwaliteit in de regio (fonds Luchtkwaliteit).

2.2 Uitvoeren van het in 2011 vast te stellen project Schoon op Weg in nauwe samenhang met het project Duurzame Mobiliteit. Hierin staan maatregelen opgenomen die

voortvloeien uit de evaluatie van het project Schone voertuigen privaat en de relevante projecten die in het maatregelenpakket Duurzame Mobiliteit worden genoemd. Het gaat bij dit project met name om projecten die zich bezighouden met voertuigen- en

brandstoffentechniek en de rol die een lokale en regionale overheid op dat vlak kan spelen.

2.3 Deelnemen aan de uitvoering van de monitoring NSL. Jaarlijks dient conform de NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit) afspraken een actualisatie plaats te vinden van de voortgang van de luchtkwaliteitprojecten (inzicht in het behalen van normen voor N02 en fijn stof) en de voortgang van de grote bouwprojecten (IBM-lokaties). Dit wordt gecoördineerd door de provincie Zuid-Holland en afgestemd met het ministerie van Infrastructuur en Milieu (voorheen VROM). Dit leidt tot een

monitoringsrapport.

Voortzetten van de jaarlijkse actualisatie van het milieumodel voor de Regionale Verkeers-2.4 en Milieu Kaart (RVMK). In samenwerking met het beleidsveld Verkeer en Vervoer wordt de RVMK jaarlijks geactualiseerd. Dit ten behoeve van verkeersberekeningen en

-voorspellingen, en berekeningen ten behoeve van gemeentelijke bouwplannen voor lucht en geluid. Het milieumodel van de RVMK wordt door de DCMR in opdracht van de

stadsregio beheerd en in samenwerking met de regiogemeenten toegepast en gebruikt.

3.1

Voortzetten van de uitvoering van de 14 projecten uit de Regionale Klimaatagenda.

3.2

Monitoren van de bijdrage van de klimaatprojecten aan de doelstelling voor C02-reductie.

Dit leidt tot een monitoringsrapport waarin staat hoe de C02-uitstoot voor de regio als geheel en de gemeenten afzonderlijk zich verhoudt tot het klimaatdoel: 40% C02 reductie in 2025 t.o.v. 1990. Tevens maakt de monitor de bijdrage van de

samenwerkingsprojecten van de regionale Klimaatagenda aan het klimaatdoel inzichtelijk.

3.3

Voor de Klimaatagenda het faciliteren van de communicatie en de kennisuitwisseling tussen regiogemeenten. De stadsregio organiseert ambtelijke en bestuurlijke regionale bijeenkomsten rond de regionale Klimaatagenda en de website van de regionale Klimaatagenda wordt up to date gehouden.

3.4

Ondersteunen van regiogemeenten bij de uitvoering van de klimaatprojecten met programmacoördinatie en het beschikbaar stellen van middelen voor het aantrekken van deskundigheid en voor communicatie- en organisatiekosten.

3.5

Opstellen en vaststellen van het Plan van Aanpak regionale Klimaatagenda voor de periode 2013-2015 inclusief een financiële paragraaf.

W a t kost het?

- Dotatie fonds Luchtkwaliteit - Overige milieuactiviteiten - Klimaatprojecten

- Algemene dekkingsmiddelen - Rijksbijdrage via provincie Zuid-Holland - Onttrekking aan fonds luchtkwaliteit - Onttrekking aan bestemmingsreserve klimaat - Rente fonds luchtkwaliteit

1.378.069 D - CXerge rrilieuactiytaten

■ - Klimaatprojecten

■ - Apparaatslasten

3.6 Jeugdzorg

In 2009 is het beleidskader jeugdzorg stadsregio Rotterdam 2009-2012 vastgesteld.

Hierin staat verwoord op welke wijze er gewerkt gaat worden om te komen tot een doelmatig en verantwoord jeugdzorgaanbod in relatie tot de lokale zorg en de zorg vanuit andere taakvelden. Onderstaande doelen en uitwerkingen zijn overgenomen uit dit beleidskader. De nadere specificering van deze doelen en uitwerkingen wordt gedaan door middel van een uitvoeringsprogramma dat jaarlijks in het najaar wordt vastgesteld en kan dus nog niet in deze begroting worden opgenomen. In het uitvoeringprogramma worden de actuele ambities van de stadsregio meegenomen, die worden ingegeven door de recente ontwikkelingen in het jeugdzorgveld. In het uitvoeringsprogramma 2012 wordt aandacht geschonken aan de invulling van de transitie jeugdzorg, zoals is vastgelegd in het regeerakkoord (2010). Hierin is vastgelegd dat er één financieringssysteem moet komen voor het huidige preventieve beleid, de huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd-LVG en de jeugd-GGZ en dat alle taken op het gebied van jeugdzorg gefaseerd worden overgeheveld naar de gemeenten. Het betreft hier: jeugd-GGZ (zowel AWBZ als Zorgverzekeringswet), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming en licht verstandelijk gehandicapte jeugd. Het CJG zal hierbij gaan fungeren als frontoffice.

Wat willen we bereiken in 2012?

1 Een betere afstemming tussen vraag en aanbod van jeugdzorg.

2 Een betere organisatie van de jeugdzorg.

3 Een efficiënte en effectieve uitvoering van de jeugdzorg 4 Een betere samenwerking met ketenpartners.

Wat gaan we daarvoor doen in 2012?

1.1 Van aanbodgericht naar vraaggericht werken.

1.2 Bestrijding van de wachtlijsten.

2.1 De landelijke verbetertrajecten voor gezinsvoogdij en voogdij.

2.2 De regionale aanpak van OTS (Onder toezichtstelling, gezinsvoogdij).

3.1 Een andere wijze van sturing en investeren.

3.2 Verbetering doorlooptijden Bureau Jeugdzorg en zorgaanbieders.

3.3 Een beter inzicht in resultaten en doelstellingen.

3.4 Verbetering indicatiestelling Bureau Jeugdzorg.

4.1 Een betere samenwerking met de lokale partners.

4.2 Een betere samenwerking met de jeugd GGZ (Geestelijke gezondheidszorg) en de jeugd LVG (Licht verstandelijk gehandicapten).

4.3 Afspraken over het vervolg IKW (Ieder kind wint).

Wat kost het?

A c t i v i t e i t : J e u g d z o r g B e g r o t i n g Begroting 2013

Begroting 2014

Begroting 2015

Lasten

- Zorgaanbod (incl Iwi's)

- Cltëntenbeleid / vertrouwenspersonen - Bureau jeugdzorg

- Onderzoek en instrumentarium - Regionale Agenda Samenleving - Overige jeugdzorgactiviteiten - Apparaatslasten

74.200.857 355.653 41.277.552 8 7 5 . 0 0 0 1.361.768 650.000 525.000

74.200.857 355.653 41.277.552 875.000

650.000 525.000

74.200.857 355.653 41.277.552 875.000 650.000 525.000

74.200.857 355.653 41.277.552 875.000 650.000 525.000

T o t a a l u i t g a v e n 119.245.830 117.884.062 117.884.062 117.884.062

Baten - Rijksbijdrage

- Bijdrage provincie Zuid-Holland - Bijdrage gemeente Rotterdam

117.459.062 1.361.768 425.000

117.459.062 425.000

117.459.062 425.000

117.459.062 425.000

T o t a a l i n k o m s t e n 119.245.830 117.884.062 117.884.062 117.884.062

S a l d o

Jeugdzorg

■ - Zbrgaanbod (ind kivi's)

■ - Oiëntenbeleid / vertmunenspersonen D- IBureau Jeugdzorg

D - Onderzoek er instaimertarium

■ - Regonsle Agenda Samenlevng

■ - OMerige jeugdzorgactiutaten

4 Paragrafen