• No results found

Duurzaamheid en haalbaarheid

6 Gevolgtrekkingen en aanbevelingen

6.2 Duurzaamheid en haalbaarheid

Het onderzoek wijst uit dat vergisting van bermmaaisel duurzamer is dan composteren. Qua praktische uitvoering is vergisting van bermmaaisel ook haalbaar. Of het economisch duurzaam en haalbaar is, zal afhangen van hoe de markt voor grondstoffen voor compostering en voor vergisting reageert op het aanbod. In theorie zouden deze twee markten complementair moeten zijn. Minder makkelijk afbreekbare organische stof is meer geschikt om compost te maken. Compost is een waardevol bodemverbeterend middel, vooral gewaardeerd op recalcitrante organische stof. Makkelijk afbreekbare organische stof is juist meer geëigend voor vergisting. Digestaat is een waardevolle meststof, vooral gewaardeerd als nutriëntenbron. Een selectie van bronnen van organische stof door de markt is denkbaar, maar in de uitvoeringspraktijk zal dit naar onze verwachting toch niet makkelijk gerealiseerd worden. Er zal een vorm van marktwerking gaan optreden, maar hoe die gaat verlopen is nu niet goed aan te geven.

6.3

Aanbevelingen

Het door de provincie Groningen ingezette spoor om bermmaaisel duurzamer te gaan verwerken verdient een vervolg nu blijkt dat verwerking via vergisting duurzamer is. Er zijn wel aandachtspunten die nadere aandacht vragen.

– Duurzame toepassing van bermmaaisel als covergistingsmateriaal vraagt kennis van de bronnen die tot contaminatie van bermmaaisel kunnen leiden. Aanbevolen wordt om na te gaan of kennis over de opbouw van de verhardingsconstructie en de mate waarin daardoor bermmaaisel gecontamineerd kan worden, sturing geeft aan de selectie van voor vergisting geschikte wegbermen.

– Direct hierop aansluitend wordt aanbevolen om het bovengenoemde te onderzoeken in samenhang met de beschikbaarheid van contaminanten in de bodem van de wegbermen voor opname door de bermvegetatie. Een spin off van dit onderzoek kunnen beheersmaatregelen van de bodem van bermen zijn die erop gericht zijn om contaminatie adequaat te verminderen. Een beheersmaatregel kan bijvoorbeeld sturing via de zuurgraad (bekalking) en/of van het gehalte aan organische stof zijn. – Bermmaaisel heeft potentie om de biogasproductie te verhogen. Het vraagt echter nog aandacht om

die potentie ook maximaal te gaan benutten. Dit vraagt optimalisatie van de maaiwerkzaamheden van de bermen, het klepelen en het aanleveren van bermmaaisel dat zo vers mogelijk is in verband met het behouden van waardevolle inhoudstoffen van bermmaaisel (waaronder suiker) en dat een adequaat vochtgehalte heeft voor inkuilen. Klepelen geeft een aanzienlijk betere homogeniserende werking dan bijvoorbeeld maaisel dat verkregen wordt met de opraapsnijwagen. Er is veel kennis beschikbaar over inkuilen. Aanbevolen wordt om die kennis te ontsluiten en toe te passen op bermmaaisel voor energiewinning. Dit vraagt aanpassingen in de werkfilm van de afdelingen wegbeheer van de provincie Groningen. Naast verantwoord wegbeheer dienen de werkzaamheden geoptimaliseerd te worden voor optimalisatie van de energiewinning. Hierbij kan nagegaan worden of

54 Alterra-rapport 2064

toevoegmiddelen en maaitijdstippen bij een gewenst drogestofgehalte van het bermmaaisel aantrekkelijke en/of noodzakelijke beheersmaatregelen zijn.

– De aanwezigheid van grond is een belangrijk aandachtspunt. Grond is zowel vanuit oogmerk van vergisting als vanuit oogmerk van eventuele contaminatie met anorganische en organische contaminanten ongewenst. Bij de verzameling van bermmaaisel dient de inname van grond tot een minimum beperkt te blijven. Aanbevolen wordt vast te stellen hoe die inname van grond

geminimaliseerd kan worden.

– Er is praktische ervaring opgedaan met de vergisting van bermmaaisel. De daadwerkelijke

biogasopbrengst en gaskwaliteit werd niet bepaald; het onderzoek was daarvoor te praktijk gericht. Biogasopbrengst en gaskwaliteit zijn tegenwoordig routinebepalingen die uitgevoerd worden door laboratoria, gericht op de markt met vergistingsinstallaties. Aanbevolen wordt om biogasopbrengst en gaskwaliteit daadwerkelijk te meten.

Literatuur

Anonymus, 2007. Mestvergisting Prins vof te Lellens. Programma reductie overige broeikasgassen. SenterNovem rapport 0377-04-02-02-007, 26 p.

Anonymus, 2008. CO2-tool GFT- verwerking1.0 <www.gft-afval.nl> Anonymus, 2009. www.pre.nl/ecoinvent/default.htm

ASG, 2004. Kwantitatieve informatie voor de veehouderij 2004-2005. Animal Science Group van Wageningen UR, Lelystad, Praktijkboek 37.

Berg, D., van den en B. Meulenman, 2003. Verkennend onderzoek naar mogelijkheden voor de inzet van bermgras in Overijssel voor duurzame energieopwekking. Enschede, Biomass Technology group (BTG), Universiteit Twente. Project nr. 1146.

Berglund, M. en P. Börjesson, 2006. Assessment of energy performance in the life-cycle of biogas production. Biomass & Bioenergy, Vol. 30, No. 3, pp. 254--266.

Biewenga, E.E. en G. van der Bijl, 1996. Sustainability of energy crops in Europe: A methodology developed and applied. CLM rapport 234, CLM Utrecht, 209 p.

Brinkmann, A.J.F., E.H.M. van Zundert en R.J. Saft, 2004. Herziening levenscyclus analyse voor GFT-afval Grontmij IVAM rapport, 63 p.

Buswell, A.M., 1930. Production of fuel gas by anaerobic fermentation. Ind Eng Chem 22: 1168-1172. Fritsche, R., K. Hünecke, A. Hermann, F. Schulze en K. Wiegman, 2006. Sustainability standards for bioenergy. WWF Germany, Berlin.

Ehlert, P.A.I., P.H. Hotsma en J.W.M. Janssen, 2004. Positieve lijst covergistingsmaterialen. Advies Fase 1. LNV, Expertisecentrum landbouw, Ede.

Ehlert, P.A.I., G.H. Horeman, J.W.M. Janssen en P.H. Hotsma, 2004. Positieve lijst covergistingsmaterialen. Advies Fase 2. LNV, Directie Kennis, Ede, Wageningen (vertrouwelijk).

Heres, J.H, 2007. Onderzoek bepalen kengetallen methaan en lachgas composteerbedrijven. Tauw Deventer, 32 p.

Hoop, D.W. de, P.A.I. Ehlert, J.H. Horrevoets en N.C. Tomson, 2010. Alternatieve vormen van regulering van covergistingsmaterialen. LEI-rapport 2010-047. <edepot.wur.nl/142386> 53 p.

Keymer, U., en A. Schilcher, 1999. Überlegungen zur Errechnung theoretischer Gasausbeuten vergärbarer Substrate in Biogasanlagen. Landtechnik-Bericht Nr. 32. Freising. In: A. Kool, M. Timmerman, H. de Boer, H.J. van Dooren, B. van Dun en M. Tijmensen, 2005. Kennisbundeling covergisting. SenterNovem, ISBN 90-5634-

56 Alterra-rapport 2064

Mulder, A., The quest for sustainable nitrogen removal technologies. <www.iwaponline.com/wst/04801/0067/048010067.pdf>

NTA 8080, 2009. Nederlandse Technische Afspraak. Duurzaamheidscriteria voor biomassa ten behoeve van energiedoeleinden. ICS 75.160.10; 75.160.20; 75.160.30.

Provincie Groningen, 2006. Provinciaal Omgevingsplan 2.

Provincie Groningen, 2006. Actieplan biomassa Provincie Groningen, 2007-2010. Provincie Groningen. Afdeling Milieubeleid en bodemsanering.

Saft, R.J. en J.G.M. Kortman, 2004. Nadere beschouwing van de LCA voor gft-afval uit het MER-LAP. IVAM rapport (ISO-DOC nr O.0174, 48 p.

SenterNovem, 2006. Realisatie van een mesofiele biomassa vergistingsinstallatie met verhoogd elektrisch rendement door restwarmtebenutting voor elektriciteitsproductie. SenterNovem-projectnummer 0377-04-02- 02-007. Verslagperiode 01-05-2005 t/m 01-09-2006.

Spijker, J.H., P.A.I. Ehlert, J.J. de Jong, C.M. Niemeijer, P.C. Schepens en E.A. de Vries, 2004. Geschiktheid van bermmaaisel als meststof. Een verslag van acht praktijkproeven. Wageningen, Alterra, Alterra rapport 963.

Staps, S en C. ter Berg, 2008. Maatschappelijke stromen: compost en digestaat. Ekoland 5: 14-15.

Van Dooren, H.J.C, M.C. Hanegraaf en K. Blanken, 2005. Emissies en compostkwaliteit bij compostering van runderdrijfmest. Animal Science Group rapport 68, 32 p.

VLACO

<www.compost.be/home.php?actiefmenu=content&welkemap=kwaliteit&meerinfo=256&paginatitel=Wat%20i s%20compost>

Vries, B. de, A. de Jong, R. Rovers, F. Haccoû, J. Spijker, C. van den Berg, C. Niemeijer, D. Frank en J. Westerink, 2008. Energie à la carte. De potentie van biomassa uit het landschap voor energiewinning. Wageningen, Alterra, Alterra rapport 1679.

Zwart, K.B., D.A. Oudendag, P.A.I. Ehlert en P.J. Kuikman, 2006, Covergisting van dierlijke mest. Alterra report 1417, 72 p.